Nieuws van politieke partijen in Vlaardingen inzichtelijk

638 documenten

Zet biodiversiteit in tegen de eikenprocessierupsen | Vlaardingen

GroenLinks GroenLinks Vlaardingen 10-06-2020 00:00

GroenLinks wil structurele oplossingen bij de aanpak van de eikenprocessierups, en stelt voor om dus biodiversiteit als uitgangspunt te nemen: het zoveel mogelijk stimuleren van de natuurlijke vijanden van deze rups. Daarom vraagt GroenLinks raadslid Neill Voorburg het college o.a.: Is het college bereid om, als tegengaan van overlast nodig is, eikenprocessierupsen te reguleren via het aantrekken van natuurlijke vijanden en via meer gevarieerde aanplant?

____________________________________________________________________________________

 

Aan het college van Burgemeester en Wethouders te Vlaardingen

Vlaardingen, 10 juni 2020

Betreft: Biodiversiteit als wapen tegen de eikenprocessierups

 

Geacht college,

Ze zijn weer terug in Vlaardingen, langs de eikensnelwegen in de Broekpolder: de eikenprocessierups. Een jaarlijks terugkerend kriebelbeestje dat, bij contact met hun “haartjes” voor de nodige overlast kan zorgen. De eikenprocessierups zal onze stad jaarlijks aan blijven doen, dat is het nieuwe normaal. Dit komt omdat de sterke groei van de populaties eikenprocessierupsen in de eerste plaats een gevolg van de ecologische- en klimaatcrises is. GroenLinks kiest voor het aanpakken bij de bron in plaats van symptoombestrijding.

  Verschillende natuurlijke vijanden van de processierups, zoals de sluipwesp en de koolmees, lijden momenteel ernstig. Hun aantallen lopen sterk terug als gevolg van het krimpen van leefgebied, verstening en gebrek aan biodiversiteit. De gehele keten is uit balans. Daar bovenop komt het landelijke gebruik van pesticiden en de structureel veel te hoge stikstofuitstoot en bijbehorende verzuring van de natuur. Dit alles bij elkaar opgeteld zorgt voor zeer insect- en vogelonvriendelijke leefomstandigheden. De stijgende temperaturen zijn daarnaast een andere verklaring voor de toename van het aantal processierupsen. De processierups is een van de insectensoorten die als gevolg van klimaatverandering op zoek is naar een nieuwe woonplek.

  De meest effectieve manier om de eikenprocessierups te bestrijden is de inzet van biodiversiteit, het zoveel mogelijk stimuleren van de natuurlijke vijanden van deze rups. Experimenten met het zaaien van planten en het plaatsen van nestkasten om de natuurlijke vijanden van de processierups te lokken, laten zeer goede resultaten zien. GroenLinks wil structurele oplossingen en dus biodiversiteit als uitgangspunt nemen voor het aanplant en maaibeleid van Vlaardingen.

  We hebben dan ook de volgende vragen en suggesties aan het college:

Hoeveel meldingen van nesten van eikenprocessenrupsen heeft het college binnen gekregen? En in hoeverre zorgen deze dieren in Vlaardingen voor overlast?

Hoe gaat het college om met eikenprocessierupsen als ze zijn gesignaleerd?

Maakt het college gebruik van methoden als wegbranden of wegzuigen van Eikenprocessierupsen?

Is het college op de hoogte van natuurlijke en biologische manieren om overlast tegen te gaan zoals in de inleiding beschreven?

Is het college bereid om, als tegengaan van overlast nodig is, eikenprocessierupsen te reguleren via het aantrekken van die natuurlijke vijanden en via meer gevarieerde aanplant? Zo nee, waarom niet?

Vorig jaar heeft Fontijne 110 nestkastjes aan de gemeente geschonken. Is het college bereid om fondsen (bv. bij de provincie) aan te schrijven om voor het komende jaar meer van dit soort broedgelegenheden te creëren?

Heeft u beschikking over een budget voor “plaagdier” bestrijding? Zo ja, ziet u vanuit dit budget mogelijkheden om biodiversiteit te vergroten en zo natuurvriendelijke methoden in te zetten om de eikenprocessierups te bestrijden?

  We zien uw beantwoording met grote interesse tegemoet,

Met vriendelijke groet namens de GroenLinks fractie, Neill Voorburg

Vragen m.b.t. contact met kwetsbare leerlingen

ChristenUnie ChristenUnie Vlaardingen 29-05-2020 15:34

https://christenunie-sgpvlaardingen.nl/content/vragen-mbt-contact-met-kwetsbare-leerlingen

Raadslid Wouter de Reus heeft, naar aanleiding van berichten in de media, enkele vragen gesteld over het contact vanuit de gemeente met kwetsbare leerlingen. Voor meer informatie: zie bijlage.

Bestandsbijlage(n): 

Cameratoezicht in de openbare ruimte?

CDA CDA Vlaardingen 28-05-2020 09:50

Op 12 mei jl. mocht de CDA fractie kennis nemen van de onderzoeksrapportage ‘Buurtpeiling Veiligheid 2019’. Daaruit blijkt dat de onveiligheidsgevoelens in 2019 van onze inwoners zijn toegenomen in Vlaardingen. Het feit dat 48% van inwoners zich in de eigen woonbuurt onveilig voelt en dit de hoogste waarde is die in minimaal 14 jaar is gemeten is zorgelijk. De waarden die gemeten zijn, zijn hoog en vergelijkbaar met die van de grote steden. Het merkwaardige is dat de politiecijfers uitwijzen dat de criminaliteit in Vlaardingen afneemt maar de gevoelens van onveiligheid nemen toe. Het is geen gemakkelijke opgave om deze gevoelens aan te pakken want het is een persoonlijke beleving en hangt af van meerdere factoren. Zoals aangegeven in de buurtpeiling maar ook in het Integraal Veiligheidsplan Vlaardingen hangt het gevoel van veiligheid samen met o.a. de leefbaarheid van een buurt. In het uitvoeringsprogramma veiligheid dat de raad op 15 april jl. heeft ontvangen zijn verschillende maatregelen opgenomen om hiermee aan de slag te gaan. Het CDA heeft in de afgelopen jaren meerdere keren aandacht gevraagd voor de Holiërhoek. Deze locatie staat op plek 5 in de top 15 van de door inwoners genoemde onveilige plekken in Vlaardingen. Wij denken dat de veiligheid daar kan verbeteren o.a. door het herinrichten van het winkelgebied. De gemeenteraad heeft op 19 december jl. het Integraal Veiligheidsplan Vlaardingen vastgesteld. Bij het opstellen en de uitvoering daarvan zijn we deels afhankelijk van regionaal en landelijk beleid maar ook van onze partners. De politie vervult een essentiële rol in het bevorderen van de veiligheid en in het optreden tegen criminaliteit. Maar ook maatschappelijke instellingen en organisaties zoals bijvoorbeeld de Yets Foundation. De inzet van preventie is van groot belang. Het CDA wil mogelijke problemen liever voorkomen. Op veel onderwerpen zoals woonomgeving, sociale cohesie en medeverantwoordelijkheid in de buurt scoort de Westwijk het laagst. Daar is echt werk aan de winkel. Recent heeft de gemeenteraad de Rotterdamwet verlengd voor een periode van 4 jaar. Dit is een mogelijkheid om de leefbaarheid en veiligheid te verhogen en om woonoverlast te voorkomen. 84% van de Vlaardingers geeft aan voorstander te zijn van cameratoezicht in de openbare ruimte. Wij vinden dan ook dat we in de gemeenteraad hierover de discussie moeten gaan voeren. Veiligheid is een belangrijk onderwerp waarop niet bezuinigd mag worden. Dat hebben de inwoners van Vlaardingen ook duidelijk aangegeven bij het voorleggen van de begroting. Bij het herstelplan is de keuze gemaakt om extra te investeren op veiligheid om de leefbaarheid te vergroten. De uitkomsten van de enquête onderschrijven deze keuze volledig. Het college heeft aangegeven dat zij de resultaten specifiek ter hand nemen en dat het verhogen van de veiligheid en het veiligheidsgevoel de hoogste prioriteit heeft. Hierop zal het CDA dan ook toezien. Marieke Thommis Woordvoerder veiligheid

Cameratoezicht in de openbare ruimte?

CDA CDA Vlaardingen 28-05-2020 09:50

Op 12 mei jl. mocht de CDA fractie kennis nemen van de onderzoeksrapportage ‘Buurtpeiling Veiligheid 2019’. Daaruit blijkt dat de onveiligheidsgevoelens in 2019 van onze inwoners zijn toegenomen in Vlaardingen. Het feit dat 48% van inwoners zich in de eigen woonbuurt onveilig voelt en dit de hoogste waarde is die in minimaal 14 jaar is gemeten is zorgelijk. De waarden die gemeten zijn, zijn hoog en vergelijkbaar met die van de grote steden. Het merkwaardige is dat de politiecijfers uitwijzen dat de criminaliteit in Vlaardingen afneemt maar de gevoelens van onveiligheid nemen toe. Het is geen gemakkelijke opgave om deze gevoelens aan te pakken want het is een persoonlijke beleving en hangt af van meerdere factoren. Zoals aangegeven in de buurtpeiling maar ook in het Integraal Veiligheidsplan Vlaardingen hangt het gevoel van veiligheid samen met o.a. de leefbaarheid van een buurt. In het uitvoeringsprogramma veiligheid dat de raad op 15 april jl. heeft ontvangen zijn verschillende maatregelen opgenomen om hiermee aan de slag te gaan. Het CDA heeft in de afgelopen jaren meerdere keren aandacht gevraagd voor de Holiërhoek. Deze locatie staat op plek 5 in de top 15 van de door inwoners genoemde onveilige plekken in Vlaardingen. Wij denken dat de veiligheid daar kan verbeteren o.a. door het herinrichten van het winkelgebied. De gemeenteraad heeft op 19 december jl. het Integraal Veiligheidsplan Vlaardingen vastgesteld. Bij het opstellen en de uitvoering daarvan zijn we deels afhankelijk van regionaal en landelijk beleid maar ook van onze partners. De politie vervult een essentiële rol in het bevorderen van de veiligheid en in het optreden tegen criminaliteit. Maar ook maatschappelijke instellingen en organisaties zoals bijvoorbeeld de Yets Foundation. De inzet van preventie is van groot belang. Het CDA wil mogelijke problemen liever voorkomen. Op veel onderwerpen zoals woonomgeving, sociale cohesie en medeverantwoordelijkheid in de buurt scoort de Westwijk het laagst. Daar is echt werk aan de winkel. Recent heeft de gemeenteraad de Rotterdamwet verlengd voor een periode van 4 jaar. Dit is een mogelijkheid om de leefbaarheid en veiligheid te verhogen en om woonoverlast te voorkomen. 84% van de Vlaardingers geeft aan voorstander te zijn van cameratoezicht in de openbare ruimte. Wij vinden dan ook dat we in de gemeenteraad hierover de discussie moeten gaan voeren. Veiligheid is een belangrijk onderwerp waarop niet bezuinigd mag worden. Dat hebben de inwoners van Vlaardingen ook duidelijk aangegeven bij het voorleggen van de begroting. Bij het herstelplan is de keuze gemaakt om extra te investeren op veiligheid om de leefbaarheid te vergroten. De uitkomsten van de enquête onderschrijven deze keuze volledig. Het college heeft aangegeven dat zij de resultaten specifiek ter hand nemen en dat het verhogen van de veiligheid en het veiligheidsgevoel de hoogste prioriteit heeft. Hierop zal het CDA dan ook toezien. Marieke Thommis Woordvoerder veiligheid

Raadsvergadering 14-05-2020 ChristenUnie-SGP

ChristenUnie ChristenUnie SGP Vlaardingen 27-05-2020 09:03

https://christenunie-sgpvlaardingen.nl/content/raadsvergadering-14-05-2020-christenunie-sgp

Op donderdag 14 mei heeft de gemeenteraad van Vlaardingen vergaderd over verschillende zienswijzen op de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen en heeft het de woonruimteverordening vastgesteld. Helaas bleek de verbinding van deze digitale raadsvergadering voor een groot deel te zijn weggevallen en daarom willen wij u graag informeren over het verloop ervan en onze bijdrage aan deze raadsvergadering.

Bij de zienswijze op de begroting van de MRDH (Metropoolregio Rotterdam-Den Haag) heeft de ChristenUnie-SGP een amendement ingediend om aandacht te vragen voor de regionale fietssnelwegen. Ook heeft onze partij zich kritisch uitgelaten over de zienswijzen op de begrotingen van ROG-Plus, de GRJR (Jeugdhulp Rijnmond) en Stroomopwaarts.

 

De ChristenUnie-SGP heeft het amendement voor de fietssnelwegen ingediend, omdat door de extra bouwopgaven van 2000 woningen en het groeiende bedrijventerrein het aantal verkeersbewegingen in de regio zal toenemen. Naar verwachting levert dit ook meer files op; daarom is de ChristenUnie-SGP een groot voorstander van alternatief vervoer. Vanwege de ambitie van de gemeente Vlaardingen om fietsstad 2022 te worden en de ambitie van de regio om innovatief met alternatieve vervoersmiddelen bezig te zijn, heeft de ChristenUnie-SGP extra aandacht voor de aanleg van ontbrekende fietssnelwegen toegevoegd in de zienswijze. Het amendement is met een ruime meerderheid aangenomen: 19 stemmen voor en 13 stemmen tegen.

 

Helaas was de ChristenUnie-SGP niet tevreden met alle begrotingen en/of zienswijzen en heeft daarom ook de nodige kritiek geuit. Het is volgens de partij uiterst merkwaardig hoe de meervraag van de GRJR over 2019 tot stand is gekomen. Er zijn geen extra - maar alleen meer langdurige gebruikers. We moeten meer betalen voor de zorg voor hetzelfde aantal zorgbehoevenden als in 2018.  Het is daarom goed dat een verzoek tot onderzoek naar deze stijging in de zienswijze is opgenomen.

De zienswijzen van ROG-Plus en Stroomopwaarts vindt de ChristenUnie-SGP conflicteren. In de zienswijze op de begroting van ROG-Plus wordt besloten niet in te stemmen met de begroting vanwege het ontbreken van de taakstellingen zoals vastgesteld in het Herstelplan. Terwijl het ontbreken van eenzelfde taakstelling geen breekpunt blijkt te zijn voor het vaststellen van de begroting van Stroomopwaarts. Een gevalletje van het meten met twee maten.

Verder vindt de ChristenUnie-SGP dat het innovatiebudget van €375.000 onvoldoende wordt onderbouwd en de partij kon daarom niet instemmen met de voorgeschreven zienswijze. Wel is ingestemd met de zienswijze op de begroting van ROG-Plus, mede omdat er vast wordt gehouden aan beleid zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Hier werd wel  de juiste maat gehanteerd.

Over biomassa, biobrandstof en schone energie – als het brandt, is het NIET schoon! | Vlaardingen

GroenLinks GroenLinks PvdA Partij voor de Dieren Vlaardingen 14-05-2020 00:00

Er is de laatste tijd veel discussie over bio-massa. Wel of niet schoon? Wel of niet duurzaam? GroenLinks raadslid Neill Voorburg stelde al eerder vragen aan het college. Hij vindt dat de politieke koers moet veranderen. Om de veelomvattende materie te onderzoeken dook hij maar eens diep in deze materie. Dat resulteerde in onderhavig lijvig opiniestuk. Voor wie zich ook wil informeren.

  Het is niet schoon Zodra er sprake is van verbranding is het niet schoon! Biomassa, biobrandstoffen, aardgas – zowel CNG (Compressed Natural Gas) als LNG (Liquefied Natural Gas) – en ethanol zijn dan ook géén schone energiebronnen. Deze bronnen geven bij verbranding weliswaar niet de duidelijk zichtbare vervuiling zoals bijvoorbeeld de zwarte rook bij het verbranden van kolen of wanneer er olie lekt en in de natuur terecht komt. Maar vergis je niet: ze zijn niet de oplossing voor de lange termijn. Biomassa, biobrandstoffen en aardgas worden helaas vaak foutief voorgesteld als bronnen van schone en/of duurzame energie.

 Aardgas Aardgas wordt vaak ten onrechte als “schoon” aangemerkt, dit omdat er bij verbranding 50% minder CO2 vrijkomt in vergelijking met het verbranden van kolen. Maar bij de verbranding van gas komen wel degelijk broeikasgassen vrij. Namelijk in de vorm van methaan. Methaan houdt 34x zoveel warmte vast als CO2 over een periode van 100 jaar en zelfs 84x zoveel over een periode van 20 jaar. Daarnaast kan aardgas schadelijke stoffen bevatten zoals: benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen. Tevens is er wereldwijd veel lekkage van methaan tijdens het vervoer van aardgas. Zo komt ook op deze manier methaan in de natuur en atmosfeer terecht. Aardgas is alles bij elkaar genomen verre van schoon, het is en blijft een fossiele brandstof.

 Biomassa Laten we even uitgebreid stil staan bij biomassa, de “duurzame” en “schone” energiebron waarover de laatste jaren de meeste controverse is. Biomassa, de brandstof waar zoveel over onduidelijk is en waarover zoveel bullshit (excuus voor het taalgebruik)verspreidt wordt. Biomassa, de aanleiding tot het schrijven van dit, steeds langer wordende, opiniestuk.

Laten we beginnen bij wat biomassa daadwerkelijk is. Biomassa is een breed begrip. In dit stuk hebben we het over energie-opwekking, de economische toepassing van biomassa. In dit geval is biomassa de naam voor biologisch afbreekbare producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw, de bosbouw en de biologisch afbreekbare delen van industrieel en huishoudelijk afval, van waaruit energie wordt opgewekt. Daarbij wordt er van deze grondstoffen ook vaak zogenaamde biobrandstof gemaakt.

 Bronnenmateriaal biomassa en biobrandstof Er zijn veel vraagtekens te zetten bij het gebruik van biomassa en er zijn veel verschillende bronnen die als biomassa of biobrandstof worden aangemerkt. Sommige vormen zijn veel schadelijker dan anderen. Zo worden er voedselgewassen als soja en mais gebruikt om biobrandstof te winnen, gewassen die natuurlijk zouden kunnen voorzien in de voedselbehoefte van veel mensen. Onder het motto “geen voedsel in de tank” verzetten milieubewegingen en ontwikkelingsorganisaties zich al jaren tegen biobrandstoffen die gemaakt worden van voedselgewassen. Het kan daarnaast natuurlijk nooit de bedoeling, of duurzaam, zijn dat buitenlandse investeerders grond opkopen om er grondstoffen voor biobrandstoffen op te verbouwen in plaats van voedsel. Dit heeft de Nederlandse overheid er in 2012 toe gebracht om in te zetten op geavanceerde biobrandstoffen op basis van algen en bacteriën. Echter worden deze minder schadelijke vormen van biomassa hier in de praktijk nog weinig toegepast.

In 2019 heeft de EU, onder druk van actievoerders en groene partijen nieuwe duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen opgesteld. Zo is er bijvoorbeeld een verbod gekomen op het gebruik van biodiesel gemaakt van palmolie. Een goede stap, want palmolie is wereldwijd een van de drijvende krachten achter ontbossing en verlies aan biodiversiteit. Dit komt o.a. door ontbossing voor de aanleg van oliepalmplantages op o.a. Borneo en Sumatra.

Een andere vorm van biobrandstof is het zogenaamde “biogas”. Ook hiervoor zijn verschillende bronnen: er wordt bijvoorbeeld biogas gemaakt van rioolwaterzuivering of afgevangen van een vuilnisbelt. Dit zijn bronnen waar een stuk minder nadelen aan kleven dan wanneer we biogas verkrijgen door met subsidie mest te vergisten. Dit is namelijk een subsidie die mogelijk de intensieve veeteelt langer in stand houdt. En deze intensieve veeteelt is wereldwijd weer de grootste drijvende kracht achter ontbossing en verlies aan biodiversiteit. De intensieve veeteelt zorgt voor grootschalige ontbossing in o.a. het Amazonegebied, het Atlantisch Bos, Gran Chaco (een vlakte in Paraguay, Bolivia en Argentinië), Borneo, de Cerrado (centraal-west Brazilië), Choco-Darien (een ecoregio in Colombia en Panama), het Congobekken, Oost-Afrika, Oost-Australië, de Mekong, Nieuw Guinea en Sumatra.

 Bomen als grondstof Het is voor dit stuk natuurlijk onvermijdelijk om het over “bomen” te hebben. Ik vermoed zomaar eens dat de meeste lezers zich inmiddels al verbaasden dat ik zoveel woorden achter elkaar kon schrijven zonder het woord “boom” erin. Wees gerust, bij het komende stuk zal ik het woord boom zo vaak noemen dat we straks door de bomen, als we niet oppassen, het bos niet meer zien. Want dit is natuurlijk met afstand de reden tot de meeste controverse van de afgelopen jaren ten aanzien van biomassa: het verbranden van bomen om energie op te wekken. Mijn mening over het verbranden van bomen om energie op te wekken heb ik tijdens het bevragen van het college in Vlaardingen al eerder op papier en de website gezet. Het komt er in het kort op neer dat bomen verbranden noch schoon, noch duurzaam is, en daarnaast mogelijk zeer negatieve gevolgen heeft voor natuur en milieu.

Het bijstoken van hout als biomassa wordt door sommigen als duurzaam aangemerkt omdat voor elke gekapte boom een nieuwe terug groeit. Deze vlieger gaat echter niet op omdat bij verbranding de schadelijke stoffen direct vrij komen, in het nú: het moment dat het klimaat zijn breekpunt bereikt. Dat de vrijgekomen CO2 over een generatie of meer weer wordt opgenomen, daar heeft het klimaat op dit moment weinig aan. Daarbovenop komt dat bomen een essentiële rol spelen bij het opvangen en vasthouden van CO2; hout verbranden als biomassa belast het milieu dus mogelijk dubbel negatief. Het mag dan weliswaar de bedoeling zijn dat er zoveel mogelijk resthout verbrand wordt bij de opwekking van energie middels biomassa. Echter overstijgt momenteel, mede dankzij subsidieregelingen, de vraag het aanbod. Dit zorgt ervoor dat er een tekort is aan restmateriaal als snoeihout en er dus hoogwaardig hout of zelfs hele bomen worden gereduceerd tot biomassa. Een uiterst zorgelijke ontwikkeling omdat dit beleid dus ook weer bijdraagt aan wereldwijde ontbossing en het bijbehorende verlies aan biodiversiteit.

 Het gebruik Er is een groot verschil tussen landen wanneer het gaat om het gebruik van biomassa: zo is in Duitsland het gebruik relatief klein, zeker afgezet tegen wind-en zonne-energie:

- Biomassa: 45.48 TWh (terawattuur) - Wind: 127.23 TWh - Zon: 46.54 TWh

In totaal leveren zon- en windenergie zo’n 30% van de totale energiebehoefte in Duitsland.

Nederland laat bijvoorbeeld hele andere cijfers zien: - Biomassa: 27 TWh - Wind: 10 TWh - Zon: 3.6 TWh

In Nederland leveren zon- en windenergie ongeveer 6 % van de totale energiebehoefte.

Natuurlijk is Duitsland een veel groter land dan Nederland en wekt dus ook veel meer stroom op. Maar waar in Nederland biomassa bijna twee keer zoveel energie oplevert als zon- en windenergie tezamen is in Duitsland een heel andere trend zichtbaar. De Nederlandse vraag naar biomassa wordt omhoog gedreven door subsidieregelingen waardoor nu wereldwijd bomen gekapt worden. Deze belanden in Nederlandse biomassacentrales om te worden verbrand of bijgestookt in kolencentrales. Dit lijkt me niet de manier om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Het is dan ook terecht dat er vanuit verschillende natuur- en milieuorganisaties evenals politieke partijen zoals PvdD, SP, GroenLinks, PvdA en FvD gepleit wordt om een einde te maken aan deze subsidieregelingen.

Het moge duidelijk zijn dat er veel verschillende toepassingen zijn van biomassa als energiebron. Het wordt zowel gebruikt bij de opwekking van elektriciteit als bij het verkrijgen van biobrandstof of biogas. Daarbij moet opgemerkt worden dat sommige vormen van biomassa duidelijk schadelijker zijn voor natuur, milieu, gezondheid en het klimaat dan andere. Ze hebben echter allen één ding met elkaar gemeen: ze worden verbrand, zijn hierdoor geen van allen schoon en zijn dus geen van allen een echte oplossing voor de lange termijn. De minst schadelijke vormen van biomassa, zoals algen en bacteriën, zijn uiteindelijk dus ten hoogste bruikbaar als een overgangsfase naar echt schone energie. Ik zou dan ook graag zien dat investeringen en subsidies worden verlegd naar de echt schone bronnen. Elke euro die besteed wordt aan biomassa, biobrandstof of biogas, is er één die beter besteed had kunnen worden aan ontwikkelingen in schone energie-opwekking.

 Wat is dan wel schoon? Uiteindelijk komt het erop neer dat, hoe hard de mensheid ook nieuwe manieren verzint om energie op te wekken en vervolgens mensen hiervoor laat betalen: de zon en wind leveren meer energie. Het is hoogste tijd dat we dit feit omarmen. Maar, hoor ik sommigen van jullie denken: de bouw van windmolens en zonneparken heeft grote gevolgen voor het landschap en biodiversiteit. Dit klopt tot op zekere hoogte en die kritiek kan ik delen. Het lijkt mij dat de natuur niet het kind van de rekening mag worden. Sterker nog: we zouden de natuur als uitgangspunt moeten nemen. Dus eerst uitzoeken hoe we zo min mogelijk impact op de natuur hebben. En daar vervolgens onze economie en energievoorziening op afstemmen. Het is wel zo dat wereldwijd verreweg de meeste windparken en zonnepanelen worden geplaatst in grote, weidse open gebieden, zee, stedelijk gebied en op daken van woningen en bedrijven. Uiteraard hebben deze energiebronnen ook hun CO2 impact. Dat wordt ook door niemand ontkent. Echter, de techniek voor het opwekken en opslaan van schone energie ontwikkelt zich razendsnel. Voor het produceren van een zonnepaneel is uiteraard ook energie nodig. De tijd die het kost om deze energie terug te verdienen (de energetische terugverdientijd) is voor wind- en zonne-energie erg positief: één tot twee jaar. Gemiddelde zonnepanelen gaan inmiddels 20-30 jaar mee, verreweg het grootste deel van hun levensduur zijn ze dus uitstoot-neutraal. Ook kunnen ze inmiddels bijna volledig gerecycled worden. Voor silicium zonnepanelen is nu al een recyclingspercentage van 96% haalbaar. Daarnaast maken de grote windparken, op o.a. de Noordzee, het in de toekomst mogelijk om grote hoeveelheden waterstof te produceren. Waterstof, de uitzondering die de regel bevestigt: verbranding van waterstof is wél schoon. Je houdt dan namelijk water over. De combinatie van een energievoorziening gebaseerd op zon, wind en groene waterstof is de schoonste die we op basis van hetgeen we nu weten kunnen nastreven. Uiteraard gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ook zonne- en windenergie gevolgen hebben voor natuur, milieu en klimaat. Vergeet alleen niet dat de alternatieven zoals olie, gas en kolen veel en veel grotere natuur- en milieuschade opleveren.

 De situatie in Vlaardingen Naar aanleiding van de zorgen en maatschappelijke discussie omtrent het gebruik van biomassa heb ik recentelijk het college van Vlaardingen bevraagd naar het huidige gebruik binnen onze stad en de te voorziene ontwikkelingen in de toekomst. De meest in het oog springende ontwikkeling w.b. het gebruik van biomassa zijn de ketels van Waterweg Wonen. Zij verwarmt namelijk woningen aan de Koninginnelaan, Zwaluwenlaan en het Mendelssohnplein door middel van biomassaketels. Voor de verwarming van deze complexen wordt gebruik gemaakt van houtsnippers die vrijkomen uit (bos)onderhoud en snoeiafval. Deze biomassa komt uit Nederland en wordt dus niet geïmporteerd. Voor deze biomassa verdwijnen gelukkig geen hele bomen. Waterweg Wonen streeft ernaar om meer snoeiafval lokaal te verkrijgen. De specificaties van de verschillende biomassaketels zijn als volgt:

- Koninginnelaan 1x 540 kW biomassaketel - Zwaluwenlaan 1x 720 kW biomassaketel - Mendelssohnplein 1x 510 kW biomassaketel

Voor kleinere ketels zoals de door Waterweg Wonen gebruikte ketels, gelden de volgende emissiewaarden, daarbij zijn er ook metingen verricht:

Norm meting: - Stikstofoxiden (NOx) (mg per kubieke meter) 300 210 - Zwaveldioxide (SO2) (mg per kubieke meter) 200 3,5 - Totaal stof (mg per kubieke meter) 40 20

Naast het bovenstaande zijn ook metingen gedaan van Buteen (C4H8), Hexaan (C2H6) en Benzeen (C6H6). Allen zijn gemeten op 0 mg/m3. Hieruit kunnen we de conclusie trekken dat de verstookte biomassa op basis van snoeihout in Vlaardingse ketels ruim binnen de gestelde normen vallen. De vraag blijft echter: omdat het binnen de norm valt, moeten we er dan ook maar gebruik van maken?

De verwarming van deze woningen middels biomassa zit vooralsnog in een proeffase. Waterweg Wonen heeft nog geen definitief besluit genomen om al dan niet door te gaan. Waterweg Wonen onderzoekt ook de mogelijkheden van biokool voor de (nabije)toekomst. Biokool wordt gemaakt uit nattige biomassa zoals grassen en afval uit de akkerbouw. Hiervan zijn in Nederland grote overschotten die voor andere toepassingen onbruikbaar zijn. Daarnaast vraagt biokool minder ruimte voor opslag omdat het meer energie bevat dan snippers of pellets. Het feit dat Waterweg Wonen zoekt naar manieren om biomassa zo goed mogelijk in te zetten is op zichzelf een prima ontwikkeling. Het past ook binnen de door de overheid gesteld duurzaamheidsdoelstellingen. Wanneer we de uitstoot van deze vorm van biomassa afzetten t.o.v. kolen of gas dan is de natuur- en milieuschade, zoals al eerder betoogt, uiteraard kleiner. Zo komen er significant minder giftige stoffen vrij bij verbranding van snoeiafval. De gevolgen voor natuur en biodiversiteit bij het winnen en vervoer van gas of kolen zijn een stuk groter dan bij snoeiafval het geval is. Dat gezegd hebbende: ook deze biomassa levert energie door middel van een verbrandingsproces en is dus niet echt schoon.

 Reactie college Het college van B&W in Vlaardingen schaart zich in hun reactie op mijn vragen achter het geldende overheidsbeleid. Namelijk dat biomassa nodig is om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Ik had graag gezien dat het college zich hierin kritischer op had gesteld. Dat biomassa duurzaam zou zijn betreft immers vooral een papieren werkelijkheid.

    Zoals ik in alle bovenstaande informatie heb aan willen tonen is het begrip biomassa diffuus, breed en staat het huidige (subsidie)beleid investeringen in echt schone energie in de weg. Biomassa is een makkelijke manier om je “groen”, “eco” en “duurzaam” voor te doen. Ook wanneer je dit niet bent. We zien dat door marktwerking ook energie het speelterrein is geworden van het grote bedrijfsleven. Ik vind daarom dat de politiek, in zijn rol als beleidsbepaler, de koers moet uitzetten. Daarbij de kaders schetsen waaraan bedrijven en instellingen zich moeten houden. Om dit goed te kunnen doen is een duidelijk standpunt nodig over wat werkelijk groen, schoon en toekomstbestendig is. Uiteraard moeten overheden hierbij zelf het goede voorbeeld geven door te kiezen voor investeringen in zon, wind en waterstof - onze beste kansen op schone energie voor de toekomst.

Vlaardingen zou in zijn regionale energiestrategie dan ook vol in moeten spelen op de lange termijn mogelijkheden van zon- en windenergie.

Daarnaast zijn er steeds meer lokale energiecoöperaties in handen van burgers en ook in Vlaardingen komt hier gelukkig steeds meer schot in. Zo heeft recentelijk het Vlaardings Energie Collectief (VEC) op het dak van de Koninginnelaan 220 zonnepanelen geplaatst. Hierdoor zijn 39 Vlaardingers collectief eigenaar van deze panelen en vangen hierdoor een deel van hun energiebelasting terug en delen zo in de verkoop van de energie door het VEC. Burgerinitiatieven zoals deze zorgen voor groter draagvlak en gebruik van schone energie. Daarnaast is dit ook een manier waarop je zelf, als burger, de macht van het grootkapitaal kan ondermijnen.

 Conclusie Het mag inmiddels duidelijk zijn dat grote bedrijven, corporaties en overheden graag gebruik maken van prettig klinkende modewoorden als “duurzaam”, “eco” en “groen”; we zien deze woorden overal terug, te pas en te onpas. Zo proberen bedrijven hun producten van een groen sausje te voorzien en aan de man te brengen, zelfs wanneer deze bedrijven alles behalve groen, ecologisch of duurzaam zijn. Het is van het grootste belang dat we eerlijk zijn over de producten die we verkopen en de energie die hiervoor gebruikt of opgewekt moet worden. Natuur- en milieuorganisaties én groene politici moeten daarom een stevig, ondubbelzinnig standpunt innemen tégen biomassa, biobrandstoffen, (bio)gas en alle andere zogenaamde alternatieve energiebronnen geen oplossingen bieden voor de lange termijn. Schone energiebronnen als zon, wind en waterstof bieden die oplossing wel! De bestaande biomassacentrales zouden enkel gebruik moeten maken van de minst vervuilende vormen van biomassa, zoals algen. De bouw van nieuwe biomassacentrales is contraproductief voor luchtkwaliteit en trekt een grote wissel op ecologie en biodiversiteit. Op grond van al het bovenstaande moeten er dus geen nieuwe centrales bijkomen. Door het verstrekken van subsidie op biomassa – want ten onrechte wordt biomassa steeds vaker gezien als dé manier om duurzaamheids-doelstellingen te behalen – dreigt momenteel een wildgroei aan centrales. Het is aan de politiek, waarvan ik een klein onderdeel ben, om beleid en koers vooral voor de lange termijn bij te sturen.

  Werk aan de winkel Ter afsluiting rest mij nog om een belangrijke overweging met jullie te delen: hoewel ik duidelijk inzet op gebruik van schone energiebronnen als zon, wind en waterstof, zie ik ook dat dit niet de enige manieren zijn om natuur te beschermen en de ecologische- en klimaatcrisis het hoofd te bieden. Zo lang we blijven geloven in oneindige economische groei op een eindige planeet, blijven we interen op de reserves die onze planeet heeft. De mate van consumeren zal moeten normaliseren; door minder vlees te eten en minder te vliegen zijn grote stappen bij het herstellen van ecologie en biodiversiteit te zetten. Het huidige economische model kost de planeet gewoonweg te veel en levert het grootste deel van de bevolking te weinig op. Het plunderen van het natuurschoon van de aarde levert grote welvaart voor een steeds kleiner wordende groep mensen. Terwijl de negatieve effecten van klimaatverandering en ecologische teruggang vooral gevoeld worden door de mensen die hierin het kleinste aandeel hebben en hieraan ook nog eens het minste geld verdienen. Hierdoor is de ecologische crisis waarin we zitten en de zoektocht naar schone energiebronnen ook een zaak geworden van rechtvaardigheid. Het roer kan om: we kunnen kapitaal zwaarder belasten en welvaart eerlijker verdelen. We kunnen een einde maken aan oneindige groei. De natuur leert ons veel over groei. Groei is hierin iets moois, iets noodzakelijks en gebeurt in harmonie met haar omgeving; totdat het volwassen is geworden. Dan stopt groei. We voelen allemaal instinctief aan dat eeuwige groei niet kan en uiteindelijk het systeem waarbinnen het zich bevindt kan vernietigen. Wanneer je van je dokter hoort dat je cellen in je lichaam hebt die maar door blijven groeien, dan krijgt groei ineens een hele andere lading. Eeuwige groei is ongezond. Onze economie is hierop geen uitzondering. De wereld is in de afgelopen 100 jaar uit balans geraakt, we kunnen het ons echter niet veroorloven om er nog eens 100 jaar over te doen om haar weer gezond te maken. Laten we de mouwen opstropen, er is werk aan de winkel.

  Vlaardingen, 14 mei 2020Neill Voorburg

 

Over biomassa, biobrandstof en schone energie – als het brand, is het NIET schoon! | Vlaardingen

GroenLinks GroenLinks PvdA Partij voor de Dieren Vlaardingen 14-05-2020 00:00

Er is de laatste tijd veel discussie over bio-massa. Wel of niet schoon? Wel of niet duurzaam? GroenLinks raadslid Neill Voorburg stelde al eerder vragen aan het college. Hij vindt dat de politieke koers moet veranderen. Om de veelomvattende materie te onderzoeken dook hij maar eens diep in deze materie. Dat resulteerde in onderhavig lijvig opiniestuk. Voor wie zich ook wil informeren.

  Het is niet schoon Zodra er sprake is van verbranding is het niet schoon! Biomassa, biobrandstoffen, aardgas – zowel CNG (Compressed Natural Gas) als LNG (Liquefied Natural Gas) – en ethanol zijn dan ook géén schone energiebronnen. Deze bronnen geven bij verbranding weliswaar niet de duidelijk zichtbare vervuiling zoals bijvoorbeeld de zwarte rook bij het verbranden van kolen of wanneer er olie lekt en in de natuur terecht komt. Maar vergis je niet: ze zijn niet de oplossing voor de lange termijn. Biomassa, biobrandstoffen en aardgas worden helaas vaak foutief voorgesteld als bronnen van schone en/of duurzame energie.

 Aardgas Aardgas wordt vaak ten onrechte als “schoon” aangemerkt, dit omdat er bij verbranding 50% minder CO2 vrijkomt in vergelijking met het verbranden van kolen. Maar bij de verbranding van gas komen wel degelijk broeikasgassen vrij. Namelijk in de vorm van methaan. Methaan houdt 34x zoveel warmte vast als CO2 over een periode van 100 jaar en zelfs 84x zoveel over een periode van 20 jaar. Daarnaast kan aardgas schadelijke stoffen bevatten zoals: benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen. Tevens is er wereldwijd veel lekkage van methaan tijdens het vervoer van aardgas. Zo komt ook op deze manier methaan in de natuur en atmosfeer terecht. Aardgas is alles bij elkaar genomen verre van schoon, het is en blijft een fossiele brandstof.

 Biomassa Laten we even uitgebreid stil staan bij biomassa, de “duurzame” en “schone” energiebron waarover de laatste jaren de meeste controverse is. Biomassa, de brandstof waar zoveel over onduidelijk is en waarover zoveel bullshit (excuus voor het taalgebruik)verspreidt wordt. Biomassa, de aanleiding tot het schrijven van dit, steeds langer wordende, opiniestuk.

Laten we beginnen bij wat biomassa daadwerkelijk is. Biomassa is een breed begrip. In dit stuk hebben we het over energie-opwekking, de economische toepassing van biomassa. In dit geval is biomassa de naam voor biologisch afbreekbare producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw, de bosbouw en de biologisch afbreekbare delen van industrieel en huishoudelijk afval, van waaruit energie wordt opgewekt. Daarbij wordt er van deze grondstoffen ook vaak zogenaamde biobrandstof gemaakt.

 Bronnenmateriaal biomassa en biobrandstof Er zijn veel vraagtekens te zetten bij het gebruik van biomassa en er zijn veel verschillende bronnen die als biomassa of biobrandstof worden aangemerkt. Sommige vormen zijn veel schadelijker dan anderen. Zo worden er voedselgewassen als soja en mais gebruikt om biobrandstof te winnen, gewassen die natuurlijk zouden kunnen voorzien in de voedselbehoefte van veel mensen. Onder het motto “geen voedsel in de tank” verzetten milieubewegingen en ontwikkelingsorganisaties zich al jaren tegen biobrandstoffen die gemaakt worden van voedselgewassen. Het kan daarnaast natuurlijk nooit de bedoeling, of duurzaam, zijn dat buitenlandse investeerders grond opkopen om er grondstoffen voor biobrandstoffen op te verbouwen in plaats van voedsel. Dit heeft de Nederlandse overheid er in 2012 toe gebracht om in te zetten op geavanceerde biobrandstoffen op basis van algen en bacteriën. Echter worden deze minder schadelijke vormen van biomassa hier in de praktijk nog weinig toegepast.

In 2019 heeft de EU, onder druk van actievoerders en groene partijen nieuwe duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen opgesteld. Zo is er bijvoorbeeld een verbod gekomen op het gebruik van biodiesel gemaakt van palmolie. Een goede stap, want palmolie is wereldwijd een van de drijvende krachten achter ontbossing en verlies aan biodiversiteit. Dit komt o.a. door ontbossing voor de aanleg van oliepalmplantages op o.a. Borneo en Sumatra.

Een andere vorm van biobrandstof is het zogenaamde “biogas”. Ook hiervoor zijn verschillende bronnen: er wordt bijvoorbeeld biogas gemaakt van rioolwaterzuivering of afgevangen van een vuilnisbelt. Dit zijn bronnen waar een stuk minder nadelen aan kleven dan wanneer we biogas verkrijgen door met subsidie mest te vergisten. Dit is namelijk een subsidie die mogelijk de intensieve veeteelt langer in stand houdt. En deze intensieve veeteelt is wereldwijd weer de grootste drijvende kracht achter ontbossing en verlies aan biodiversiteit. De intensieve veeteelt zorgt voor grootschalige ontbossing in o.a. het Amazonegebied, het Atlantisch Bos, Gran Chaco (een vlakte in Paraguay, Bolivia en Argentinië), Borneo, de Cerrado (centraal-west Brazilië), Choco-Darien (een ecoregio in Colombia en Panama), het Congobekken, Oost-Afrika, Oost-Australië, de Mekong, Nieuw Guinea en Sumatra.

 Bomen als grondstof Het is voor dit stuk natuurlijk onvermijdelijk om het over “bomen” te hebben. Ik vermoed zomaar eens dat de meeste lezers zich inmiddels al verbaasden dat ik zoveel woorden achter elkaar kon schrijven zonder het woord “boom” erin. Wees gerust, bij het komende stuk zal ik het woord boom zo vaak noemen dat we straks door de bomen, als we niet oppassen, het bos niet meer zien. Want dit is natuurlijk met afstand de reden tot de meeste controverse van de afgelopen jaren ten aanzien van biomassa: het verbranden van bomen om energie op te wekken. Mijn mening over het verbranden van bomen om energie op te wekken heb ik tijdens het bevragen van het college in Vlaardingen al eerder op papier en de website gezet. Het komt er in het kort op neer dat bomen verbranden noch schoon, noch duurzaam is, en daarnaast mogelijk zeer negatieve gevolgen heeft voor natuur en milieu.

Het bijstoken van hout als biomassa wordt door sommigen als duurzaam aangemerkt omdat voor elke gekapte boom een nieuwe terug groeit. Deze vlieger gaat echter niet op omdat bij verbranding de schadelijke stoffen direct vrij komen, in het nú: het moment dat het klimaat zijn breekpunt bereikt. Dat de vrijgekomen CO2 over een generatie of meer weer wordt opgenomen, daar heeft het klimaat op dit moment weinig aan. Daarbovenop komt dat bomen een essentiële rol spelen bij het opvangen en vasthouden van CO2; hout verbranden als biomassa belast het milieu dus mogelijk dubbel negatief. Het mag dan weliswaar de bedoeling zijn dat er zoveel mogelijk resthout verbrand wordt bij de opwekking van energie middels biomassa. Echter overstijgt momenteel, mede dankzij subsidieregelingen, de vraag het aanbod. Dit zorgt ervoor dat er een tekort is aan restmateriaal als snoeihout en er dus hoogwaardig hout of zelfs hele bomen worden gereduceerd tot biomassa. Een uiterst zorgelijke ontwikkeling omdat dit beleid dus ook weer bijdraagt aan wereldwijde ontbossing en het bijbehorende verlies aan biodiversiteit.

 Het gebruik Er is een groot verschil tussen landen wanneer het gaat om het gebruik van biomassa: zo is in Duitsland het gebruik relatief klein, zeker afgezet tegen wind-en zonne-energie:

- Biomassa: 45.48 TWh (terawattuur) - Wind: 127.23 TWh - Zon: 46.54 TWh

In totaal leveren zon- en windenergie zo’n 30% van de totale energiebehoefte in Duitsland.

Nederland laat bijvoorbeeld hele andere cijfers zien: - Biomassa: 27 TWh - Wind: 10 TWh - Zon: 3.6 TWh

In Nederland leveren zon- en windenergie ongeveer 6 % van de totale energiebehoefte.

Natuurlijk is Duitsland een veel groter land dan Nederland en wekt dus ook veel meer stroom op. Maar waar in Nederland biomassa bijna twee keer zoveel energie oplevert als zon- en windenergie tezamen is in Duitsland een heel andere trend zichtbaar. De Nederlandse vraag naar biomassa wordt omhoog gedreven door subsidieregelingen waardoor nu wereldwijd bomen gekapt worden. Deze belanden in Nederlandse biomassacentrales om te worden verbrand of bijgestookt in kolencentrales. Dit lijkt me niet de manier om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Het is dan ook terecht dat er vanuit verschillende natuur- en milieuorganisaties evenals politieke partijen zoals PvdD, SP, GroenLinks, PvdA en FvD gepleit wordt om een einde te maken aan deze subsidieregelingen.

Het moge duidelijk zijn dat er veel verschillende toepassingen zijn van biomassa als energiebron. Het wordt zowel gebruikt bij de opwekking van elektriciteit als bij het verkrijgen van biobrandstof of biogas. Daarbij moet opgemerkt worden dat sommige vormen van biomassa duidelijk schadelijker zijn voor natuur, milieu, gezondheid en het klimaat dan andere. Ze hebben echter allen één ding met elkaar gemeen: ze worden verbrand, zijn hierdoor geen van allen schoon en zijn dus geen van allen een echte oplossing voor de lange termijn. De minst schadelijke vormen van biomassa, zoals algen en bacteriën, zijn uiteindelijk dus ten hoogste bruikbaar als een overgangsfase naar echt schone energie. Ik zou dan ook graag zien dat investeringen en subsidies worden verlegd naar de echt schone bronnen. Elke euro die besteed wordt aan biomassa, biobrandstof of biogas, is er één die beter besteed had kunnen worden aan ontwikkelingen in schone energie-opwekking.

 Wat is dan wel schoon? Uiteindelijk komt het erop neer dat, hoe hard de mensheid ook nieuwe manieren verzint om energie op te wekken en vervolgens mensen hiervoor laat betalen: de zon en wind leveren meer energie. Het is hoogste tijd dat we dit feit omarmen. Maar, hoor ik sommigen van jullie denken: de bouw van windmolens en zonneparken heeft grote gevolgen voor het landschap en biodiversiteit. Dit klopt tot op zekere hoogte en die kritiek kan ik delen. Het lijkt mij dat de natuur niet het kind van de rekening mag worden. Sterker nog: we zouden de natuur als uitgangspunt moeten nemen. Dus eerst uitzoeken hoe we zo min mogelijk impact op de natuur hebben. En daar vervolgens onze economie en energievoorziening op afstemmen. Het is wel zo dat wereldwijd verreweg de meeste windparken en zonnepanelen worden geplaatst in grote, weidse open gebieden, zee, stedelijk gebied en op daken van woningen en bedrijven. Uiteraard hebben deze energiebronnen ook hun CO2 impact. Dat wordt ook door niemand ontkent. Echter, de techniek voor het opwekken en opslaan van schone energie ontwikkelt zich razendsnel. Voor het produceren van een zonnepaneel is uiteraard ook energie nodig. De tijd die het kost om deze energie terug te verdienen (de energetische terugverdientijd) is voor wind- en zonne-energie erg positief: één tot twee jaar. Gemiddelde zonnepanelen gaan inmiddels 20-30 jaar mee, verreweg het grootste deel van hun levensduur zijn ze dus uitstoot-neutraal. Ook kunnen ze inmiddels bijna volledig gerecycled worden. Voor silicium zonnepanelen is nu al een recyclingspercentage van 96% haalbaar. Daarnaast maken de grote windparken, op o.a. de Noordzee, het in de toekomst mogelijk om grote hoeveelheden waterstof te produceren. Waterstof, de uitzondering die de regel bevestigt: verbranding van waterstof is wél schoon. Je houdt dan namelijk water over. De combinatie van een energievoorziening gebaseerd op zon, wind en groene waterstof is de schoonste die we op basis van hetgeen we nu weten kunnen nastreven. Uiteraard gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ook zonne- en windenergie gevolgen hebben voor natuur, milieu en klimaat. Vergeet alleen niet dat de alternatieven zoals olie, gas en kolen veel en veel grotere natuur- en milieuschade opleveren.

 De situatie in Vlaardingen Naar aanleiding van de zorgen en maatschappelijke discussie omtrent het gebruik van biomassa heb ik recentelijk het college van Vlaardingen bevraagd naar het huidige gebruik binnen onze stad en de te voorziene ontwikkelingen in de toekomst. De meest in het oog springende ontwikkeling w.b. het gebruik van biomassa zijn de ketels van Waterweg Wonen. Zij verwarmt namelijk woningen aan de Koninginnelaan, Zwaluwenlaan en het Mendelssohnplein door middel van biomassaketels. Voor de verwarming van deze complexen wordt gebruik gemaakt van houtsnippers die vrijkomen uit (bos)onderhoud en snoeiafval. Deze biomassa komt uit Nederland en wordt dus niet geïmporteerd. Voor deze biomassa verdwijnen gelukkig geen hele bomen. Waterweg Wonen streeft ernaar om meer snoeiafval lokaal te verkrijgen. De specificaties van de verschillende biomassaketels zijn als volgt:

- Koninginnelaan 1x 540 kW biomassaketel - Zwaluwenlaan 1x 720 kW biomassaketel - Mendelssohnplein 1x 510 kW biomassaketel

Voor kleinere ketels zoals de door Waterweg Wonen gebruikte ketels, gelden de volgende emissiewaarden, daarbij zijn er ook metingen verricht:

Norm meting: - Stikstofoxiden (NOx) (mg per kubieke meter) 300 210 - Zwaveldioxide (SO2) (mg per kubieke meter) 200 3,5 - Totaal stof (mg per kubieke meter) 40 20

Naast het bovenstaande zijn ook metingen gedaan van Buteen (C4H8), Hexaan (C2H6) en Benzeen (C6H6). Allen zijn gemeten op 0 mg/m3. Hieruit kunnen we de conclusie trekken dat de verstookte biomassa op basis van snoeihout in Vlaardingse ketels ruim binnen de gestelde normen vallen. De vraag blijft echter: omdat het binnen de norm valt, moeten we er dan ook maar gebruik van maken?

De verwarming van deze woningen middels biomassa zit vooralsnog in een proeffase. Waterweg Wonen heeft nog geen definitief besluit genomen om al dan niet door te gaan. Waterweg Wonen onderzoekt ook de mogelijkheden van biokool voor de (nabije)toekomst. Biokool wordt gemaakt uit nattige biomassa zoals grassen en afval uit de akkerbouw. Hiervan zijn in Nederland grote overschotten die voor andere toepassingen onbruikbaar zijn. Daarnaast vraagt biokool minder ruimte voor opslag omdat het meer energie bevat dan snippers of pellets. Het feit dat Waterweg Wonen zoekt naar manieren om biomassa zo goed mogelijk in te zetten is op zichzelf een prima ontwikkeling. Het past ook binnen de door de overheid gesteld duurzaamheidsdoelstellingen. Wanneer we de uitstoot van deze vorm van biomassa afzetten t.o.v. kolen of gas dan is de natuur- en milieuschade, zoals al eerder betoogt, uiteraard kleiner. Zo komen er significant minder giftige stoffen vrij bij verbranding van snoeiafval. De gevolgen voor natuur en biodiversiteit bij het winnen en vervoer van gas of kolen zijn een stuk groter dan bij snoeiafval het geval is. Dat gezegd hebbende: ook deze biomassa levert energie door middel van een verbrandingsproces en is dus niet echt schoon.

 Reactie college Het college van B&W in Vlaardingen schaart zich in hun reactie op mijn vragen achter het geldende overheidsbeleid. Namelijk dat biomassa nodig is om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Ik had graag gezien dat het college zich hierin kritischer op had gesteld. Dat biomassa duurzaam zou zijn betreft immers vooral een papieren werkelijkheid.

    Zoals ik in alle bovenstaande informatie heb aan willen tonen is het begrip biomassa diffuus, breed en staat het huidige (subsidie)beleid investeringen in echt schone energie in de weg. Biomassa is een makkelijke manier om je “groen”, “eco” en “duurzaam” voor te doen. Ook wanneer je dit niet bent. We zien dat door marktwerking ook energie het speelterrein is geworden van het grote bedrijfsleven. Ik vind daarom dat de politiek, in zijn rol als beleidsbepaler, de koers moet uitzetten. Daarbij de kaders schetsen waaraan bedrijven en instellingen zich moeten houden. Om dit goed te kunnen doen is een duidelijk standpunt nodig over wat werkelijk groen, schoon en toekomstbestendig is. Uiteraard moeten overheden hierbij zelf het goede voorbeeld geven door te kiezen voor investeringen in zon, wind en waterstof - onze beste kansen op schone energie voor de toekomst.

Vlaardingen zou in zijn regionale energiestrategie dan ook vol in moeten spelen op de lange termijn mogelijkheden van zon- en windenergie.

Daarnaast zijn er steeds meer lokale energiecoöperaties in handen van burgers en ook in Vlaardingen komt hier gelukkig steeds meer schot in. Zo heeft recentelijk het Vlaardings Energie Collectief (VEC) op het dak van de Koninginnelaan 220 zonnepanelen geplaatst. Hierdoor zijn 39 Vlaardingers collectief eigenaar van deze panelen en vangen hierdoor een deel van hun energiebelasting terug en delen zo in de verkoop van de energie door het VEC. Burgerinitiatieven zoals deze zorgen voor groter draagvlak en gebruik van schone energie. Daarnaast is dit ook een manier waarop je zelf, als burger, de macht van het grootkapitaal kan ondermijnen.

 Conclusie Het mag inmiddels duidelijk zijn dat grote bedrijven, corporaties en overheden graag gebruik maken van prettig klinkende modewoorden als “duurzaam”, “eco” en “groen”; we zien deze woorden overal terug, te pas en te onpas. Zo proberen bedrijven hun producten van een groen sausje te voorzien en aan de man te brengen, zelfs wanneer deze bedrijven alles behalve groen, ecologisch of duurzaam zijn. Het is van het grootste belang dat we eerlijk zijn over de producten die we verkopen en de energie die hiervoor gebruikt of opgewekt moet worden. Natuur- en milieuorganisaties én groene politici moeten daarom een stevig, ondubbelzinnig standpunt innemen tégen biomassa, biobrandstoffen, (bio)gas en alle andere zogenaamde alternatieve energiebronnen geen oplossingen bieden voor de lange termijn. Schone energiebronnen als zon, wind en waterstof bieden die oplossing wel! De bestaande biomassacentrales zouden enkel gebruik moeten maken van de minst vervuilende vormen van biomassa, zoals algen. De bouw van nieuwe biomassacentrales is contraproductief voor luchtkwaliteit en trekt een grote wissel op ecologie en biodiversiteit. Op grond van al het bovenstaande moeten er dus geen nieuwe centrales bijkomen. Door het verstrekken van subsidie op biomassa – want ten onrechte wordt biomassa steeds vaker gezien als dé manier om duurzaamheids-doelstellingen te behalen – dreigt momenteel een wildgroei aan centrales. Het is aan de politiek, waarvan ik een klein onderdeel ben, om beleid en koers vooral voor de lange termijn bij te sturen.

  Werk aan de winkel Ter afsluiting rest mij nog om een belangrijke overweging met jullie te delen: hoewel ik duidelijk inzet op gebruik van schone energiebronnen als zon, wind en waterstof, zie ik ook dat dit niet de enige manieren zijn om natuur te beschermen en de ecologische- en klimaatcrisis het hoofd te bieden. Zo lang we blijven geloven in oneindige economische groei op een eindige planeet, blijven we interen op de reserves die onze planeet heeft. De mate van consumeren zal moeten normaliseren; door minder vlees te eten en minder te vliegen zijn grote stappen bij het herstellen van ecologie en biodiversiteit te zetten. Het huidige economische model kost de planeet gewoonweg te veel en levert het grootste deel van de bevolking te weinig op. Het plunderen van het natuurschoon van de aarde levert grote welvaart voor een steeds kleiner wordende groep mensen. Terwijl de negatieve effecten van klimaatverandering en ecologische teruggang vooral gevoeld worden door de mensen die hierin het kleinste aandeel hebben en hieraan ook nog eens het minste geld verdienen. Hierdoor is de ecologische crisis waarin we zitten en de zoektocht naar schone energiebronnen ook een zaak geworden van rechtvaardigheid. Het roer kan om: we kunnen kapitaal zwaarder belasten en welvaart eerlijker verdelen. We kunnen een einde maken aan oneindige groei. De natuur leert ons veel over groei. Groei is hierin iets moois, iets noodzakelijks en gebeurt in harmonie met haar omgeving; totdat het volwassen is geworden. Dan stopt groei. We voelen allemaal instinctief aan dat eeuwige groei niet kan en uiteindelijk het systeem waarbinnen het zich bevindt kan vernietigen. Wanneer je van je dokter hoort dat je cellen in je lichaam hebt die maar door blijven groeien, dan krijgt groei ineens een hele andere lading. Eeuwige groei is ongezond. Onze economie is hierop geen uitzondering. De wereld is in de afgelopen 100 jaar uit balans geraakt, we kunnen het ons echter niet veroorloven om er nog eens 100 jaar over te doen om haar weer gezond te maken. Laten we de mouwen opstropen, er is werk aan de winkel.

  Vlaardingen, 14 mei 2020Neill Voorburg

 

Houden of doen.

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks SGP Vlaardingen 02-05-2020 20:42

https://christenunie-sgpvlaardingen.nl/content/houden-doen

Van een pakketbezorger krijg ik op mijn werk elke dag als groet “jongens, afstand!”.  Een leuke groet, die ik ook overgenomen heb. Het herinnert je elke dag op een mooie manier aan de afstand en de situatie waarin wij zitten.

 

Wanneer het woord ‘afstand’ vaker op een dag gebruikt wordt, ga je er ook anders naar luisteren en ga je het ook beter verstaan. Het is goed om nu afstand te houden. Een bewuste actie, die zelfs het veiligst is en laat zien dat je om je medemens geeft. We moeten er niet aan denken dat we nog maanden afstand van elkaar moeten houden. Wie mist al die contacten niet? Elkaar ontmoeten in de kerk, een vereniging of gewoon op visite bij familie of vrienden.

 

Het afstand houden zorgt ervoor dat we juist heel betrokken raken op onze omgeving en de ontwikkelingen in ons eigen land. Het lijkt zelfs of het leed van de hele wereld wat meer op afstand is komen te staan. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er geen oog meer is voor het leed van anderen in de wereld.

Zo diende GroenLinks afgelopen raadsvergadering een motie in om juist in deze tijd weeskinderen uit kampen op Griekse eilanden op te vangen in Vlaardingen. Kinderen op grote en zorgelijke afstand van normale levensbehoeften. Als CU-SGP fractie hebben wij besloten om niet met deze motie in te stemmen, omdat de staatssecretaris heeft aangegeven miljoenen euro’s beschikbaar te stellen om juist hulp op afstand te kunnen bieden.

 

Jammer dat de collega’s van GroenLinks niet wilde luisteren naar deze argumentatie en juist de christelijke partijen in een column heeft verweten afstand te doen van naastenliefde. Het ligt er maar aan hoe je kijkt naar hulp of omzien naar elkaar. Sinds wanneer is hulp op afstand geen hulp of naastenliefde meer? Van hun uitspraak neem ik daarom afstand.

Wij zien nu in onze maatschappij dat afstand houden juist uit naastenliefde en bescherming wordt gedaan.

Voorlopig een goede gedachte zolang we maar geen afstand van elkaar doen.

 

Geen afstandelijke groet, maar met  vriendelijke groet op afstand,

 

Erik van Pienbroek

Stop de huurverhoging

SP SP Vlaardingen 01-05-2020 07:54

Video of Stop de huurverhoging. 0% is genoeg.

Video: RonBieMedia

Zie ook: Wonen

Bijdrage van de ChristenUnie-SGP over het Herstelplan

ChristenUnie ChristenUnie SGP Vlaardingen 30-04-2020 17:40

Zoals uitgesproken door raadslid Erik van Pienbroek op de vergadering van donderdag 23 april 2020.

Voorzitter, Iedere fractie heeft 3 minuten de tijd om zijn mening over het Herstelplan te geven. Met de opdracht om niet te interrumperen, amenderen of ‘grote’ wijzigingen aan te brengen. De CU-SGP is niet blij met deze situatie, omdat dit naar onze mening niet bijdraagt aan de democratische behandeling van een belangrijk stuk als het Herstelplan. In de voorgestelde drie minuten kunnen wij niet al onze punten uitwerken.

 

Toch doen we ons best om de meeste van onze punten kort, maar duidelijk toe te lichten. Voorzitter, allereerst zijn we van mening dat het Herstelplan geactualiseerd moet worden. De financiële en sociale situatie van de gemeente Vlaardingen verandert door de coronacrisis. Veel andere gemeenten wachten dan ook de gevolgen van deze crisis af en proberen rekening te houden met te verwachten tekorten. Omdat dit Herstelplan niet up-to- date is, weten we niet of de voorgestelde maatregelen daadwerkelijk van invloed zijn. Voorzitter, daarmee maken we gelijk een bruggetje naar het tweede punt.

 

Het Herstelplan is gebaseerd op aannames. Het is niet duidelijk of deze aannames gebouwd zijn op drijfzand of een stevig fundament. Iedere vorm van toelichting ontbreekt en daarom lijkt het Herstelplan gebouwd op drijfzand; harde cijfers ontbreken en de reserves worden leeggehaald. Vorige week hebben wij een memo van het college ontvangen. Hierin werd ons medegedeeld dat het tekort met drie miljoen is toegenomen zonder dat het college dit zag aankomen. We willen voorbereid zijn op het ergste, maar zijn we dat ook als er zomaar een tekort van drie miljoen euro uit de hoge hoed komt? Verder geeft het college aan dat de realiteit weerbarstiger kan zijn dan verwacht. Zijn we dan wel klaar voor extra kosten die gemaakt moeten worden door de coronacrisis? Zeker nu de reserves leeg worden gehaald!

 

Worden er dan helemaal geen harde cijfers genoemd? Jawel, de enige maatregel waarvan zeker is hoeveel geld er binnenkomt, is de verhoging van de OZB. Dit betekent dat pandeigenaren en gebruikers meer moeten gaan betalen zonder daar enige verbetering van de voorzieningen voor terug te zien.

Voorzitter onze spreektijd zit er bijna op, maar we hebben niet over alle dingen uit het Herstelplan ons licht laten schijnen, bijvoorbeeld : de samenwerkingsverbanden van onze stad met de naburige gemeenten, het bestedingsplafond en de gevolgen voor alle Vlaardingers? Had het Herstelplan niet uitermate interessant geweest voor een generatietoets?

 

Voorzitter, nu rest alleen nog onze conclusie. Wij zijn als fractie bij de verschillende bijeenkomsten over het Herstelplan geweest en hebben zo geprobeerd te delen in de verantwoordelijkheid. Het is onze intentie geweest constructief te handelen ondanks de turbulente tijd die wij als raad achter de rug hebben. Wij hebben goed overwogen wat het wel of niet goedkeuren van het Herstelplan door de gemeenteraad of provincie voor gevolgen kan hebben. Helaas loopt het Herstelplan door de coronacrisis achter de feiten aan. De manier van behandelen laat te wensen over. Er worden, op de OZB na, geen harde cijfers en conclusies gedeeld. Als gemeenteraad kunnen wij ons, om van het provinciaal toezicht af te komen, rijk rekenen met dit Herstelplan, maar het lijkt de CU-SGP beter dat dit plan eerst geactualiseerd en goed onderbouwd wordt, waarna we het bij de volgende begrotingsronde aan de provincie aanleveren en tot die tijd nog onder toezicht zullen staan.

Wij zijn van mening dat het Herstelplan niet realistisch en haalbaar is. Wij zien daarom zonder vertrouwen het oordeel van de provincie tegemoet.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.