Nieuws van politieke partijen in Nederland over PvdA inzichtelijk

5 documenten

“Kankerhomo. Achterlijke flikker. Vieze pisnicht.” Rob Jetten over homohaat

D66 D66 GroenLinks PvdA Nederland 17-05-2020 10:00

“Kankerhomo. Achterlijke flikker. Vieze pisnicht.” Rob Jetten over homohaat

“Kankerhomo. Achterlijke flikker. Vieze pisnicht.” Rob Jetten over homohaat

“Kankerhomo. Achterlijke flikker. Vieze pisnicht. Sommige mensen vragen zich of zo’n internationale dag tegen homofobie echt nodig is. Oordeel zelf.” Met deze tekst zette fractievoorzitter Rob Jetten een video online waarin hij homofobe haatreacties op sociale media voorlas.

De video maakte veel los in Nederland. Rob Jetten kreeg duizenden reacties binnen: “ Ik ben diep geraakt & overweldigd door alle reacties. Het zijn er zoveel dat ik niet op iedereen persoonlijk kan reageren, maar ik wil jullie enorm bedanken. Het maakt me strijdbaar. Homohaat, maar ook antisemitisme, moslimhaat of wat voor haat dan ook is lekker makkelijk te uiten vanaf je computer. Veel van dit soort (anonieme) reaguurders hebben geen idee wat de impact is van zulke berichten op mensen die bijvoorbeeld niet voor hun seksualiteit durven uit te komen. In ons land voeren we een debat op inhoud en scheld je niet iemand uit omdat zijn of haar geloof, geaardheid, geslacht of favoriete voetbalclub je niet aanstaat.”

De online haatreacties laten zien dat er iets moet gebeuren in Nederland. D66 wil een voorlichtingscampagne om scheldwoorden als “homo” en “flikker” op scholen of het voetbalveld te verdringen en dat er bij de politie aparte discriminatierechercheurs worden aangesteld. Daarnaast willen D66, GroenLinks en PvdA dat het ‘non-discriminatiebeginsel’ in de Grondwet wordt uitgebreid. Daar moet aan worden toegevoegd dat discriminatie vanwege “seksuele gerichtheid” niet is toegestaan. Jetten: “Gelukkig is het aantal mensen dat het beste voor elkaar wil in ons land nog altijd in de meerderheid. We moeten samen opstaan tegen discriminatie, in welke vorm dan ook. Ons altijd ertegen uitspreken. Ongeacht de dader, ongeacht het onderwerp.”

In ons land scheld je niet iemand uit omdat zijn of haar seksualiteit, geloof of favoriete voetbalclub je niet aanstaat. — Spreek je ook uit tegen discriminatie. Sluit je aan bij D66.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Laten we heel goed luisteren naar tramterrorist Gökmen Tanis

Forum voor Democratie Forum voor Democratie PvdA Nederland 07-03-2020 12:00

Eindelijk komt dan het proces tegen Gökmen Tanis (38) op stoom. Hij wordt verdacht van viervoudige moord en bedreiging met een terroristisch oogmerk. Hij schoot op 18 maart 2019 vier mensen dood in een tram in Utrecht. Twee jonge vrouwen raakten zwaargewond. De moeder van een van de slachtoffers, Roos (19), gaf het volgende commentaar: “Hij schiet mijn kind dood. Zo wreed en onmenselijk.’’ En dan gaat zij verder met het hartverscheurend commentaar: “Mijn kind. Mijn meisje van me afgepakt. Ik heb haar moeten wegdragen. Dat is ondraaglijk.’’ Volgens Roos’ moeder is er één ding dat Tanis niet kapot heeft kunnen maken: “Dat is mijn liefde voor Roos. Ze is bij me. Voor altijd.’’

Het gedrag van Gökmen tijdens de zitting is wanstaltig. Hij grijnst naar familieleden van de omgekomen slachtoffers. Hij steekt zijn vinger op naar de rechter. Hij maakt kusgebaren naar de officieren en bespuugt zijn advocaat. Niet een erg sympathieke persoonlijkheid. Hebben we te maken met een psychopaat?

De verleiding is groot dat te denken. En dat wordt dan ook gedacht: “Hij is geen terrorist, maar een psychopaat, 100 procent,” luidt een van de commentaren. Maar Tanis presenteert ook commentaren waaruit een klassiek salafistische en jihadistische gezindheid blijkt. Zo zegt hij: “Ik ken jullie wetten niet en ik erken deze rechtbank niet.” Voor salafisten is dat logisch. Je kan alleen de wetten van God erkennen. En dat betekent de sharia. Deze rechtbank en alle wetten die deze zegt toe te passen zijn lucht voor een rechtgeaarde jihadist. Op het briefje dat hij achterliet in de auto waarmee hij na de schietpartij vluchtte stond: “Ik doe dit voor mijn geloof, jullie maken moslims dood en willen ons geloof van ons afpakken.” Hoe psychopathisch ook, dit past helemaal in de wereldbeschouwing van de jihadist. Ook wat hij tegen de rechter-commissaris zei past in dit beeld, namelijk “dat hij niet met zijn geloof laat spotten.”

Dit zijn hetzelfde soort verklaringen zoals we die in Nederland konden optekenen uit de mond van Mohammed Bouyeri na de moord op Theo van Gogh (2004). En uit de mond van de gebroeders Kouachi nadat zij de redactie van Charlie Hebdo hadden uitgemoord (2015).

Met die ideologie is Europa nog niet klaar: Nederland niet, Frankrijk niet, Duitsland niet, maar ook de Verenigde Staten niet. Voor politici betekent dit dat men in wetgeving die in de maak is om de democratie te beschermen niet in eerste instantie zou moeten inzoomen op pedofielen verenigingen en motorclubs (zoals nu gebeurt), maar op de aanslagen die het jihadistisch terrorisme nog kan (en waarschijnlijk zal) plegen. We hebben gezien dat met name de minister van Justitie en Veiligheid meerdere keren heeft gewezen op het gevaar van ondermijnende criminaliteit en ook laten zien dat het beleid ter beteugeling daarvan tot nu toe te weinig effectief is geweest. Die “paradigmawisseling” in het denken ten aanzien van ondermijnende criminaliteit zouden wij ook graag zien ten aanzien van de aanpak van het jihadistisch terrorisme en de geestelijke grondslag daarvan, namelijk het salafisme. Misschien kan de regering inspiratie putten uit het rapport Asleep at the wheel in Amsterdam: Police and city ignore a terror problem (augustus 2019) van terrorisme-expert Ronald Sandee en op de position paper die door Sandee voor de parlementaire enquêtecommissie moskeefinanciering uit onvrije gebieden op 10 februari 2020 is gepresenteerd (Financiering moskeeën Nederland vanuit het buitenland, 18 januari 2020).

De parlementaire ondervragingscommissie zal in april haar rapportage presenteren en de fractie van FVD vindt dat dit ook gevolgen moet hebben voor de wetgevingstrajecten die op stapel staan in Den Haag (zoals onder andere de aanpassing van art. 2:20 BW).

FVD in Amsterdam wijst al jarenlang op de uit de hand gelopen radicaliseringsproblematiek en raadslid Annabel Nanninga deed dat al in haar vorige leven als journalist bij GeenStijl. Opeenvolgende PvdA-burgemeesters als Cohen en Van der Laan hebben de boel echter op hun beloop gelaten en nog steeds is de omslag in het beleid daar niet te zien. Tot overmaat van ramp dacht interim-burgemeester Jozias Van Aartsen dat men met salafisten moest samenwerken om de radicalisering te bestrijden. Hoe naïef kan je zijn? Nou, het kan nog altijd erger want D66-parlementariër Rob Jetten denkt dat dit soort aanslagen helemaal niets met de islam te maken hebben.

Laten we hopen dat men heel goed gaat luisteren naar Gökmen Tanis de komende dagen.

Rob Jetten – Bouwen aan het Nederland van de toekomst (APB 2019)

D66 D66 GroenLinks VVD CDA PvdA Nederland 18-09-2019 18:27

Rob Jetten – Bouwen aan het Nederland van de toekomst (APB 2019)

Lees hier de inbreng van D66-fractievoorzitter Rob Jetten tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen 2019.

Ook namens mijn fractie wil ik mijn medeleven betuigen aan de familie en nabestaanden van advocaat Wiersum die vanmorgen in Amsterdam op een hele laffe wijze is doodgeschoten. Als we de eerste berichten mogen geloven, is dit een aanval op onze rechtsstaat. Waarbij niet alleen kroongetuigen, maar ook advocaten die mensen bijstaan in strafzaken het leven niet meer zeker zijn. En ik dank de minister voor de eerste brief die hij vandaag naar de Kamer heeft gestuurd. Ik vertrouw erop dat alles op alles wordt gezet om de onderste steen boven te krijgen.

Voorzitter,

De Algemene Beschouwingen van een fractievoorzitter van een coalitiepartij kennen doorgaans een vast stramien. De behaalde resultaten van het kabinet worden met gepaste trots opgesomd. De oppositie voorgehouden dat er al veel voor elkaar is gekregen. De bewindspersonen krijgen eventueel een pluim op de hoed. Verwijzend naar een rapport wordt natuurlijk wel nog even benadrukt dat ‘we er nog lang niet zijn’.

Ga ik dat helemaal anders doen? Het is mijn eerste keer, dus ik ga het proberen. Maar of ik de verleiding kan weerstaan, dat kan ik niet beloven. Ik vind het wel comfortabel dat het hier een tikkeltje voorspelbaar is. Een oase van rust en orde.

Eerlijk is eerlijk: politieke kalmte past mijn radicale fractie normaal gesproken niet. Maar nu ben ik er blij mee. Want wij staan in Nederland in het oog van een wereldstorm. De Verenigde Staten en China voeren een roekeloze handelsoorlog. Rusland raast in onze Europese achtertuin. En de regisseur van Brexit verdient inmiddels een Oscar voor beste horrorfilm. Hier in Nederland, in het oog van de storm, kan ook wel eens een windje opsteken. Tussen partijen. Binnen partijen. Baudet heeft het over de ‘brokstukken van onze beschaving’. Maar kijk, voorzitter! Samen brengen we hier wel iets tot stand.

Ons pensioenstelsel is gered voor de toekomst. Mede dankzij de samenwerking tussen coalitie en de PvdA en GroenLinks. Nederland heeft nu het eerste concrete klimaatplan van de wereld. Mede dankzij de inzet van natuurorganisaties én bedrijven. Een kinderpardon: gevluchte, hier gewortelde kinderen mogen blijven. Mede dankzij een moedige stap van het CDA. Het bedrijfsleven gaat betalen voor de lastenverlichting van mensen. Mede dankzij een flexibele wending van de VVD. En grote bedrijven als Shell gaan voortaan gewoon winstbelasting betalen. Dankzij het initiatief van collega-Kamerlid Bart Snels.

U ziet, dames en heren in Vak K, nu heb ik het toch gedaan. Ik kon de verleiding om de successen van het afgelopen jaar op te sommen nu al niet weerstaan. Maar dat doe ik voor u! Want u moet weten: Volgens de laatste peilingen bent u populairder dan ooit. De kiezers van Asscher en Klaver worden almaar enthousiaster. Nu die van Thieme nog. Maar sinds vorige week weet u: daar wordt hard aan gewerkt door mijn fractie!

Voorzitter,

Ik ben nu bijna een jaar fractievoorzitter. Na een stevige inwerkperiode, sta ik hier vandaag voor mijn eerste Algemene Beschouwingen. Al een stukje minder zenuwachtig dan voor mijn eerste interview met Frits Wester.

Van alle dertigers in dit debat zit ik het nog het dichtst bij de twintig. Dat verklaart wellicht de energieke start van mijn fractie na de zomer. Die heeft —zo heb ik gemerkt—tot wat ongemak geleid. Maar voorzitter, dat vind ik een mooi compliment. Voor mij gaat politiek over meer dan de dagelijkse verontwaardiging. Of de gevatte tweet. Politiek is meer dan kalmpjes aan managen, een procentje bijplussen in beleidskaders en plaatjes met gemiddelde koopkracht. De politiek is er – in mijn ogen – om de grote vraagstukken niet uit de weg te gaan, maar om juist te durven agenderen. Vraagstukken over leven en dood. Zoals Pia Dijkstra doet met haar wet voltooid leven. Vraagstukken over emancipatie en gelijke kansen. Zoals Vera Bergkamp doet met een pleidooi voor een tijdelijk vrouwenquotum. Of de simpele erkenning dat voor internationale problemen geen nationale oplossingen bestaan. Dat Europese samenwerking ons niet verzwakt, maar versterkt.

Soms komen de grote vragen ongevraagd op ons af. Dat is nu het geval. Om de natuur te beschermen moeten we de uitstoot van stikstof drastisch naar beneden brengen. Maar hoe? Willen we minder huizen bouwen? Minder natuur? Minder treinen? Minder vee? Mijn fractie maakt een keuze. Wij willen de veestapel halveren, zodat we meer huizen kunnen bouwen voor jonge gezinnen. Van biggen naar bouwen. De overheid moet boeren helpen met afbouwen of doorgaan voor eerlijke prijzen. Wie het daar niet mee eens is daag ik uit een visie ernaast te leggen. Een keuze. Welke keuze dan ook! Daar begint het debat.

Waar het mij om gaat, bij al deze grote kwesties, is dat politici laten zien waar zij voor staan. Dat wij hier in de politieke arena maatschappelijke discussies aanjagen en durven te beslechten. En ja, als radicaal-liberaal én als dertiger ben ik ongeduldig. Ik ga de toekomst hopelijk nog een stuk langer meemaken dan sommigen van u in Vak K. Laat staan de jongste generatie die de straat op gaat voor de bescherming van onze planeet.

Van mij dus geen lezingen over stilstand en behoud. Wat mij betreft richten we onze blik niet op onze schoenen, maar op de horizon.  Laten we kijken naar de horizon. Hoeveel kinderen moeten nog astma krijgen voordat we serieus werk maken van schone lucht? Hoeveel kinderen moeten nog starten op school met een taalachterstand voordat we eindelijk een vuist maken voor eerlijke kansen? Hoeveel Amerikaanse bedrijven moeten onze privacy schenden voordat we de techreuzen gaan aanpakken? Hoeveel dieren moeten levend verbranden in een stal voordat we ons realiseren dat het zo niet langer kan met die bio-industrie? Hoe lang kunnen we nog wegkijken van racisme voordat we zeggen: samen zijn wij Nederland en dit is de eenentwintigste eeuw? En hoeveel mannelijke premiers moeten we nog zien langstrekken voordat er eindelijk een vrouw aan het roer staat van vak K?

De geschiedenis leert dat wij Nederlanders op het cruciale moment antwoord kunnen geven op de grote vragen. Na de Tweede Wereldoorlog stonden we aan de wieg van de Europese Unie. Toen de dijken braken bij de Watersnoodramp hebben we de Deltawerken gebouwd. En toen zich in de jaren zestig nieuwe energiebronnen aandienden, stapten we in slechts vijf jaar over van kolen naar gas. Nu is er weer zo’n cruciaal moment.

De economie van vroeger brokkelt af. Van Rotterdam tot de Tweede Maasvlakte ligt veertig kilometer petrochemie dat zichzelf opnieuw moet uitvinden. En de Groningse gaskraan gaat eindelijk dicht. We moeten dus op zoek naar nieuwe welvaart. Een nieuwe economie. De nieuwe generatie mag niet de dupe worden van het beleid van nu. Daarom stel ik met Gert-Jan Segers een generatietoets voor om bij alle toekomstige wetten na te gaan of ze wel eerlijk zijn voor jongeren.

Maar dat is lang niet genoeg. Het gaat er nu echt om spannen. Kiezen we voor behoud? Of voor optimisme en investeringen?

D66 wil investeren. Investeren in de nieuwsgierigheid van Eindhoven. In de biotechnologie van Delft. In de energie van Rotterdam. Het kweekvlees van Maastricht. De aardappelen van Wageningen. De ontdekkingen van Leiden. En de branie van Amsterdam. Nu is het moment om de daad bij het woord te voegen. Als we worden betaald om geld te lenen, moeten we investeren in de toekomst. Wij zijn geen samenleving van renteniers, maar van pioniers.

Het is goed dat dit kabinet dat nu ook ziet. Maar dan zeg ik wel tegen de ministers in Vak K: Het geld moet snel naar concrete projecten. Trek de Noord-Zuid lijn door naar Schiphol. Verbind de Randstad met lightrail. Investeer in vakonderwijs, wetenschap, kennis en innovatie voor de start-ups en scale-ups van morgen. En laat het denken daar niet ophouden. Laat elektrische vliegtuigen als eerste uit Nederland opstijgen. Laat kunstmatige intelligentie nieuwe deuren openen voor kankeronderzoek. En breng de gezondheid van onze planeet in kaart met ruimtesensoren.

Kan de premier toezeggen dat het investeringsfonds concreet zal worden gebruikt voor wetenschap en innovatie? En kan hij beloven dat het kabinet uiterlijk eind dit jaar een concrete investeringsagenda naar de Kamer stuurt, zodat het geld volgend jaar kan gaan rollen?

Ja, er zijn grenzen aan de groei. De stikstofcrisis heeft dat nog eens duidelijk gemaakt. Maar soms is slim sterker dan groot. David versloeg Goliath. Ajax klopte Juventus. Én Real Madrid. Het kan. Als we een begin maken.

Als we die nieuwe economie tot stand brengen, dan moet het kansen bieden voor iedereen. We hebben te lang gedacht dat het met meer welvaart wel goed zou komen. Maar de vruchten van de economische groei komen niet bij iedereen terecht. De ongelijkheid groeit. Ik zie dat om mij heen gebeuren.

Zelf had ik geluk. Als jonge leidinggevende bij ProRail kreeg ik kansen en zekerheid met een vast contract. Tegelijkertijd zag ik hoe mijn zusje, die in de zorg werkte, flexcontract na flexcontract afliep. Voor haar was een hypotheek lang ver weg. Zij hoort tot een groeiende groep jonge mensen—theoretisch- of praktisch opgeleid—die druk ervaart. Prestatiedruk, bindende studieadviezen en onnodige selectiecriteria in het onderwijs. Onzekere banen, torenhoge huren en een heftige combinatie van werk en privé. Hoe geven we die nieuwe generatie weer kansen en zekerheid in de 21ste eeuw? Dat doen we in de eerste plaats door de ramp op de woningmarkt het hoofd te bieden. De zekerheid van een dak boven je hoofd is geen voorrecht. Het is een recht. De maatregelen die het kabinet gisteren heeft aangekondigd zijn een goede stap. Twee miljard investeringen om de woningmarkt aan te jagen. Speculanten en beleggers aanpakken; starters helpen. En natuurlijk vooral: bouwen, bouwen, bouwen.

Als een huis weer bereikbaar is, moeten mensen ook weer zeker zijn dat werken loont. Het dreigement van de minister-president aan de grote bedrijven om hun belastingverlaging te schrappen als de lonen niet stijgen, bleek geen lege huls. Dat is vast voor ons allemaal een beetje wennen. Mijn fractie gaat er vanuit dat zijn waarschuwing ook voor 2021 geldt. Is de premier het met mij eens dat een loonstijging van 2.5% veel te laag is?

Als werken gaat lonen, dan moet de arbeidsmarkt ook weer in balans. Mensen moeten kunnen kiezen of ze mét of zonder baas willen werken. Vrijheid als keuze, en niet als toevlucht. Maar dan moet die vrijheid wel blijven lonen. Het kabinet verkleint nu het fiscale verschil tussen zelfstandigen en werknemers. Mijn fractie wil een garantie van het kabinet dat de opbrengst van die maatregel ook bij zelfstandigen blijft. Kan de premier die geven?

Zonder goed onderwijs geen gelijke kansen. Het onderwijs is een paspoort voor de toekomst. En het lerarentekort dat we nu zien, is een maatschappelijke crisis. Dat heeft in de eerste plaats met geld te maken en de onderhandelingen over de cao tussen scholen en vakbondsbesturen. Ik wil het kabinet oproepen om nog eens heel goed te kijken naar welke rol het kan nemen bij het vlottrekken van deze cao-onderhandelingen. En daarbij is wat mij betreft alle creativiteit nodig. Ik ben heel blij om te horen dat zo’n oproep vandaag eigenlijk door alle partijen wordt gedaan. Naast de onderhandelingen over de cao, moeten we ook kijken hoe de inzet voor de verlaging van de werkdruk uitpakt en hoe we dat verder kunnen continueren.

Ik was met een aantal collega’s afgelopen voorjaar bij de manifestatie op het Malieveld en sprak daar met heel veel leraren die blij waren met de inzet voor werkdrukverlaging. Omdat ze bijvoorbeeld op school voor het eerst in jaren weer een conciërge konden aanstellen, die allerlei nuttige klusjes in het schoolgebouw doet zodat leerkrachten zich kunnen focussen op het voorbereiden en geven van lessen. Wat kan het kabinet nog meer doen om de werkdruk te verlagen en meer mensen te verleiden om misschien hun tijdelijke contracten om te zetten in vaste contracten en hun deeltijdcontacten om te zetten in voltijdcontracten? Want we hebben al die creativiteit nodig om dat lerarentekort op te lossen.

Voorzitter,

Ik groeide op in een modern, vrolijk en veelkleurig Nederland. Een open en tolerant land van mensen met alle soorten achtergronden, paspoorten, dromen en ambities. Een land van iedereen. Maar gaandeweg is die openheid onder druk komen te staan. Transgenders die bij Uber worden geweigerd ervaren uitsluiting. Joden die horen dat de ruiten van hun ontmoetingsplaats zijn ingegooid, herkennen de donkere patronen van de geschiedenis. Geboren en getogen Nederlanders die te horen krijgen dat ze zich moeten invechten, herkennen die patronen evengoed.

Conservatieve politici hebben van het uitbuiten en aanjagen van alle soorten onbehagen hun verdienmodel gemaakt. Al bijna twintig jaar is het bij elk probleem alle ballen op elke moslim. Niet alleen nieuwkomers, maar ook de derde en vierde generatie. Nederlanders die hier wonen die worden gewantrouwd. Wie liefde of loyaliteit voelt voor het land van haar voorouders zou geen volwaardige Nederlander kunnen zijn. Maar dat miskent de essentie van identiteit. Die is altijd meervoudig en gelaagd. Ik ben Brabander, Nederlander, Europeaan, politicus, homo, zoon én Feyenoorder. Allemaal tegelijkertijd.

Het miskent óók de essentie van Nederlanderschap. Dat staat niet vast. Het is een gedeelde zoektocht die continue aan de gang is. Eigenlijk had ik gedacht dat het een andere kant op zou gaan in de conservatieve hoek. Vijf jaar geleden las ik over een jonge, veelbelovende CDA’er die een wat meer liberale opvatting leek te hebben over identiteit. Hij zei in het buitenland getroffen te zijn door de kracht van diversiteit. Maar wat is er gebeurd met die verlichte ziel? Nu diezelfde verlichte ziel wordt getipt als CDA-leider drukt hij zich uit in luie sombermans-anekdotes over onaangepaste migranten. Dat soort woorden hebben gevolgen in de echte wereld.

Ik denk aan een hier geboren vriend die bij een sollicitatie het compliment kreeg dat hij wel “heel goed Nederlands sprak”. Een voorbeeld uit duizenden. Wie in dit land met een Arabische achternaam solliciteert maakt drie keer minder kans op het krijgen van een baan als iemand met een Nederlandse achternaam die zich met een strafblad. Laat dat even op u inwerken. Drie keer zo weinig kans.

We hebben nu dus een duidelijke opdracht. Een beschaafd alternatief bieden. Dat alternatief bestaat in een nieuwe houding. De politiek moet het hele verhaal vertellen. Dat het onacceptabel is als religieuze extremisten kinderen indoctrineren met haat. Dat we hard moeten optreden tegen radicalisering. Maar ook dat alle migrantengroepen een hoger onderwijsniveau halen dan ooit. Dat nieuwe Nederlanders niet alleen naar de huisarts gaan, maar steeds vaker zelf huisarts worden. En bovendien dat Nederlanders, van welke generatie dan ook, hier thuis zijn.

Kan de premier hier daarom morgen verschijnen als premier van alle Nederlanders? Wil hij zijn vertrouwen uitspreken in de mensen die van Nederland hun thuis hebben gemaakt? En wil hij dan namens zijn kabinet vertellen wat het gaat doen om de laatste grote drempels weg te nemen voor Nederlanders met een migratieachtergrond die keer op keer worden geweigerd als ze solliciteren voor een stage of baan?

Voorzitter,

De politiek is er om de grote vragen te stellen en te beantwoorden —vragen van vrijheid, gelijkheid, tolerantie, leven en dood. Maar die vragen gaan ook over vertrouwen in de overheid, toegang tot het recht en de kwaliteit van onze democratie.

Vertrouwen in de overheid begint met de kwaliteit van de dienstverlening. Ik zou eigenlijk een vraag willen stellen aan iedereen in vak K. Wie van u heeft GEEN problemen met een uitvoeringsorganisatie? Dat zijn er inderdaad maar heel weinig, zelfs niemand. En voorzitter, dat is wederom iets waar we gelukkig om kunnen lachen, maar ook heel pijnlijk. Dat dus heel veel Nederlanders, of ze nu een rijbewijs of toeslag aanvragen, niet de dienstverlening krijgen die wij van de overheid verwachten. En dan moeten we heel terecht een spiegel voor onszelf houden, want dat ligt niet aan de hardwerkende mensen achter een servicebalie, maar aan de manier waarop wij die uitvoeringsorganisaties met allerlei wetgeving opzadelen. Gisteren heeft de Koning daar bij de troonrede hele mooie woorden aan gewijd. Ik vraag het kabinet: welke daden voegt het bij de mooie woorden van onze Koning?

Wie ook zitten te wachten op daadkracht van het kabinet, zijn mensen die moeite hebben met de toegang tot het recht, de mensen die hulp nodig hebben en zijn aangewezen op de sociale advocatuur. Daar zijn grote tekorten. De gezondheid van de rechtsstaat staat onder druk, er zijn heel veel sociale advocaten die overwegen te stoppen met hun werk. Wat gaat het kabinet doen om dit zo snel mogelijk op te lossen? De versterking van de rechtsstaat moet hand in hand gaan met de versterking van onze democratie. Ik zie uit naar de wetsvoorstellen van minister Ollongren volgend op het belangrijke werk van de staatscommissie parlementair stelsel. Maar de Kamer hoeft nu niet op z’n handen te zitten. We kunnen hier zelf iets doen.

Want kijk nu even naar de realiteit van dit debat. Honderden, zo niet duizenden hardwerkende ambtenaren hebben maanden gewerkt aan de voorbereiding van de begrotingen. Afgelopen weekend hebben we dat onder embargo ontvangen en hebben de medewerkers en Kamerleden van onze fracties zo’n hele begroting moeten doorspitten. En vandaag al hebben we een debat. Vandaag al moesten oppositiepartijen een tegenbegroting inbrengen. Dat laat zien hoe ongelijk de strijd tussen kabinet en Kamer in de afgelopen jaren is geworden. We zetten onszelf als democratie op achterstand. En bang voor de publieke opinie hebben we ons daar de afgelopen jaren niet over durven uit te spreken. Mijn oproep aan de Kamer is: laten we kritisch kijken naar de manier waarop wij debatten aanvragen en moties indienen, maar laten we ook kijken naar hoe we de financiering van de staten-generaal kunnen versterken zodat wij onze controlerende taak ook goed kunnen uitvoeren.

Voorzitter, tot slot:

Mijn partij ging als de progressieve motor het kabinet in. In het eerste jaar leek het motortje een beetje te pruttelen. Nu houden we vaart en koers. Vanaf nu is het tijd om te bouwen aan het Nederland van over 30 jaar. Als het aan mij ligt, is Nederland dan een soort Berlijn aan de Rijn. Een plek waar creativiteit in de lucht hangt. Waar radicale, nieuwe ideeën worden omarmd. Waar culturen elkaar vinden. Waar de geur van optimisme de straten vult.

In 2050 is Nederland wat het hoort te zijn. Berlijn aan de Rijn. Divers, open, dynamisch, tolerant, energiek en vrij. Een land waar hijskranen de wolken doorboren. Waar de windmolens draaien. Een land met kansen, huizen en nieuwe zekerheden voor iedereen. Of je nu Kajsa, Carola, Khadija of Mark heet.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

SP: laat parlement beslissen over klimaatplannen

SP SP PvdA Nederland 22-05-2019 17:37

De Klimaatwet van vier coalitie- en vier oppositie-fracties uit de Tweede Kamer, krijgt ook in de Eerste Kamer de steun van de SP-fractie. Dat zegt senator Geert Reuten. Tijdens het debat in de Senaat feliciteerde hij de initiatiefnemers die het wetsvoorstel kwamen verdedigen, onder wie SP’er Sandra Beckerman, Jesse Klaver (GL), Lodewijk Asscher (PvdA) en Rob Jetten (D66). Reuten wil in de toekomst wel een sterkere rol van het parlement bij het vaststellen van de klimaatplannen die volgens de wet vijfjaarlijks gemaakt moeten worden. En bij het beoordelen van die plannen zal, aldus Reuten, de verdeling van de kosten voor de SP in beide Kamers een kernpunt zijn.

Het wetsvoorstel legt klimaatdoelen voor 2030 en 2050 vast. Dat is volgens de SP-senator een stap in de goede richting en in lijn met het wereldwijde klimaatakkoord van Parijs. Reuten: ‘Van ons hadden die doelen nog best verder mogen gaan. Zo blijft de aanzienlijke uitstoot van broeikasgassen door de lucht- en zeevaart buiten het wetsvoorstel, terwijl die uitstoot wel een belangrijk deel van de klimaatverstoring veroorzaakt.’ Ook, zo zei Reuten, had Nederland, samen met de andere rijke landen van de wereld, scherpere doelen kunnen stellen, omdat die landen veel bijgedragen hebben aan het ontstaan van het klimaatprobleem. Maar, zo zei hij, ‘het voorstel is een compromis, waarin een brede meerderheid van de Tweede Kamer zich heeft kunnen vinden. Dat is belangrijk. Voor ons is in dit geval het betere niet de vijand van het goede’.

In de voorgestelde Klimaatwet staan geen specifieke klimaatmaatregelen. De indieners laten het aan de regering om hiervoor voorstellen te doen in een vijfjaarlijks klimaatplan. Daarin worden ook de maatschappelijke gevolgen en de verdeling van de kosten duidelijk. Deze plannen komen niet meer ter goedkeuring naar het parlement. Reuten wil het uiteindelijke oordeel over die plannen wel aan de Kamers laten. Daarover diende hij een motie in. ‘Als SP willen we ze met name kunnen beoordelen op de mate waarin de lasten ervan in Nederland gedragen gaan worden door degenen met de hoogste inkomens’.

Laat parlement beslissen over klimaatplannen

SP SP D66 PvdA Nederland 22-05-2019 17:37

De Klimaatwet van vier coalitie- en vier oppositie-fracties uit de Tweede Kamer, krijgt ook in de Eerste Kamer de steun van de SP-fractie. Dat zegt senator Geert Reuten. Tijdens het debat in de Senaat feliciteerde hij de initiatiefnemers die het wetsvoorstel kwamen verdedigen, onder wie SP’er Sandra Beckerman, Jesse Klaver (GL), Lodewijk Asscher (PvdA) en Rob Jetten (D66). Reuten wil in de toekomst wel een sterkere rol van het parlement bij het vaststellen van de klimaatplannen die volgens de wet vijfjaarlijks gemaakt moeten worden. En bij het beoordelen van die plannen zal, aldus Reuten, de verdeling van de kosten voor de SP in beide Kamers een kernpunt zijn.

Het wetsvoorstel legt klimaatdoelen voor 2030 en 2050 vast. Dat is volgens de SP-senator een stap in de goede richting en in lijn met het wereldwijde klimaatakkoord van Parijs. Reuten: ‘Van ons hadden die doelen nog best verder mogen gaan. Zo blijft de aanzienlijke uitstoot van broeikasgassen door de lucht- en zeevaart buiten het wetsvoorstel, terwijl die uitstoot wel een belangrijk deel van de klimaatverstoring veroorzaakt.’ Ook, zo zei Reuten, had Nederland, samen met de andere rijke landen van de wereld, scherpere doelen kunnen stellen, omdat die landen veel bijgedragen hebben aan het ontstaan van het klimaatprobleem. Maar, zo zei hij, ‘het voorstel is een compromis, waarin een brede meerderheid van de Tweede Kamer zich heeft kunnen vinden. Dat is belangrijk. Voor ons is in dit geval het betere niet de vijand van het goede’.

In de voorgestelde Klimaatwet staan geen specifieke klimaatmaatregelen. De indieners laten het aan de regering om hiervoor voorstellen te doen in een vijfjaarlijks klimaatplan. Daarin worden ook de maatschappelijke gevolgen en de verdeling van de kosten duidelijk. Deze plannen komen niet meer ter goedkeuring naar het parlement. Reuten wil het uiteindelijke oordeel over die plannen wel aan de Kamers laten. Daarover diende hij een motie in. ‘Als SP willen we ze met name kunnen beoordelen op de mate waarin de lasten ervan in Nederland gedragen gaan worden door degenen met de hoogste inkomens’.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.