“In een oorlog valt de waarheid als eerste
slachtoffer”. Feiten en meningen over het Covid-19 virus – over waar het
vandaan komt, hoe het zich verspreidt, welke impact het heeft op mens en
samenleving en wat we ertegen kunnen doen – is er in overvloed. Maar absolute
waarheid is er niet: deels spreken de feiten en meningen elkaar tegen. En toch
moet, op alle bestuurlijke niveaus, 100% van soms ingrijpende besluiten worden
genomen op basis van 50% beschikbare informatie – om met onze premier te
spreken. Het is aan de landelijke en plaatselijke politiek om te controleren of
de informatie die beschikbaar is, ook betrouwbaar is. Inwoners houden zich
beter aan de aanbevelingen en besluiten van de landelijke en de lokale overheid,
naarmate die zijn gebaseerd op gecontroleerde feiten. Wij zijn vóór Evidence-Based Practice – handelen
gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en
doeltreffendheid. Maar bij deze zakelijke benadering liggen nu enkele gevaren
op de loer.
·
Misbruik van
‘vrijheid van meningsuiting’. Het gaat om de volksgezondheid, om
mensenlevens. Wij vinden het onethisch om gemanipuleerde informatie te
verspreiden om politiek gewin, om commercieel belang of om verwarring te
stichten en paniek te veroorzaken. Zéker niet onder het mom van ‘vrijheid van
meningsuiting’.
·
Misbruik van ‘nood breekt wet’. Wij vinden het
onethisch om de grondwettelijk beschermde privacy en het grondwettelijke
discriminatieverbod ‘tijdelijk’ opzij te schuiven. Wij realiseren ons dat
daarmee een geest wordt losgelaten uit de fles die daar later niet gemakkelijk
meer in is terug te krijgen. Dat geldt ook voor het ‘tijdelijk’ maken van
inbreuk op (intellectuele) eigendomsrechten.
·
‘Nu even niet’. Misbruik van macht of
omstandigheden om andere besluitvorming dan besluitvorming over
corona-noodmaatregelen, er snel doorheen te drukken, of juist vooruit te
schuiven. Dat is verleidelijk, nu het politieke bedrijf niet op volle kracht
functioneert (hoewel een spoedwet ordelijke besluitvorming ook langs digitale
weg mogelijk maakt). Verwant hieraan is het gevaar dat in het snelle, digitale
besluitvormingsproces niet alle zorgvuldigheidseisen worden vervuld zodat het
later niet volledig kan worden gereconstrueerd en verantwoord.
Wij zijn ons van deze gevaren bewust. Er is
ook een leven na corona en dan moet de democratische rechtsstaat nog steeds
functioneren, op basis van grondrechten en betrouwbare informatie. We laten ons
leiden door informatie van
wetenschappelijke instituten, R&D-afdelingen van bedrijven, beroeps- en
belangenverenigingen. Dan nog moeten wij, en moet iedereen, kritisch kijken
naar de informatiebron. Is het een primaire bron met een goede reputatie of een
secundaire (‘van horen zeggen’; ‘ergens gehoord of gelezen’) Is het de enige
bron, of zijn er andere kwaliteitsbronnen die de informatie bevestigen. Is het
een relevante bron, of gelden de gegevens die worden gepresenteerd alleen in
een specifieke, onvergelijkbare situatie. Zo scheiden wij het kaf (loze
beweringen) van het koren (de feiten) en komen zo dicht mogelijk bij ‘de
waarheid’.