Nieuws van Haagse Stadspartij inzichtelijk

23 documenten

Vragen over oplopend lerarentekort, tijdelijke inhuur en wurgcontracten

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 08-07-2019 12:06

Opnieuw is het lerarentekort gegroeid, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van de landelijke PO-raad. Reden voor raadslid Joris Wijsmuller om het college om opheldering te vragen over de Haagse situatie. Wijsmuller vindt dat het college het lerarentekort in Den Haag beter moet registreren, en daarbij ook in beeld moet brengen of dit tot grotere verschillen tussen scholen leidt waardoor de kansenongelijkheid toeneemt. Ook stelt hij de rol van uitzendbureaus aan de kaak. Volgens Wijsmuller lekt door tijdelijke inhuur via uitzendbureaus veel geld weg dat eigenlijk bedoeld is voor de kwaliteit van het onderwijs. Tot slot stelt de Haagse Stadspartij grote vraagtekens over de raamovereenkomsten die schoolbesturen met uitzendbureaus hebben gesloten. Daarin hebben ze afgesproken dat ze geen leerkrachten bij uitzendbureaus wegkapen. Wijsmuller: “Dit is de omgekeerde wereld! Het belang van scholen om aan voldoende leerkrachten te komen moet centraal staan, en niet het verdienmodel van een uitzendbureau.”

Schriftelijke vragen: Lerarentekort, tijdelijke inhuur en wurgcontracten uitzendbureaus

Datum: 8 juli 2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Met bijna 3500 lege plekken is het lerarentekort in het primair onderwijs voor het komend schooljaar landelijk opnieuw met 5 % gegroeid, zo blijkt uit representatief onderzoek dat de PO-raad liet uitvoeren. De verwachting is dat de komende weken een deel van de plekken nog wel ingevuld gaan worden, maar gevreesd moet worden dat er komend jaar onbevoegden voor de klas worden gezet of misschien wel klassen naar huis gestuurd moeten worden. Een ander effect van het lerarentekort is dat de verschillen tussen basisscholen groter worden, zo blijkt ook uit het onderzoek. In de grote steden kiezen leraren bijvoorbeeld voor banen op ‘makkelijkere’ scholen qua populatie zodat de kinderen die het hardst goede leraren nodig hebben, het zwaarst worden getroffen. Een van de manieren om de lege plekken in te vullen is het aantrekken van tijdelijke leerkrachten via uitzendbureaus. Maar ook hier kleven nadelen aan, zo blijkt onder meer uit het artikel ‘Leraar waarschuwt voor wurgcontract van uitzendbureau’ dat op de site van de Algemene Onderwijsbond staat.

1. Kan het college aangeven hoe groot precies het lerarentekort op dit moment is bij de Haagse PO-scholen?

2. In de commissiebrief Voortgangsrapportage aanpak lerarentekort van 28 mei jl. staat: ‘Ramingen geven aan dat de onvervulde vraag naar leraren in het basisonderwijs (po) oploopt van 86 in 2019 tot 184 fte in 2024. Maar de signalen van de Haagse schoolbesturen zijn dat de tekorten sneller oplopen dan deze ramingen aangeven.’ Is het college bereid om samen met de schoolbesturen de problematiek van het Haagse lerarentekort in de praktijk in kaart te brengen door deze te registreren? Zo nee, waarom niet?

3. Kan het college aangeven hoe het lerarentekort in Den Haag verspreid is over de verschillende scholen? Klopt het dat de tekorten bij ‘makkelijkere’ scholen minder groot zijn en zo de verschillen tussen basisscholen groter worden? Zo nee, waarom niet?

4. Kan het college aangegeven hoeveel van de in Den Haag werkzame leerkrachten een tijdelijk contract via een uitzendbureau hebben?

5. Wat is voor een school gemiddeld het verschil in kosten tussen een leerkracht in vaste dienst en het inhuren van een leerkracht via een uitzendbureau voor een vergelijkbaar aantal uren?

6. In het artikel geeft een woordvoerder van de Haagse Scholen aan dat zij raamovereenkomsten met drie bureaus hebben gesloten waarin ze, simpel gesteld, afspreken dat ze geen kandidaten wegkapen. Zo heeft het arbeidsbemiddelingsbureau Brixs met schoolbesturen een clausule afgesloten waarin staat dat scholen een leerkracht die binnenkomt via een bureau daarna een bepaalde tijd – grofweg tussen een half en een heel jaar – alleen in vaste dienst mogen nemen als er een afkoopsom wordt betaald omdat dit anders het verdienmodel van het uitzendbureau zou schaden. Is het college met mij van mening dat dit de omgekeerde wereld is en het belang van scholen om aan voldoende leerkrachten te kunnen komen centraal dient te staan, en niet het belang van een uitzendbureau? Zo nee, waarom niet?

7. Door de inhuur van tijdelijke leerkrachten lekt er geld weg uit het onderwijs dat bedoeld is voor de kwaliteit van het onderwijs. Heeft het college dit fenomeen met de schoolbesturen besproken en ziet het college mogelijkheden voor schoolbesturen om dit tegen te gaan, bijvoorbeeld door het maken van onderlinge afspraken en het zelf organiseren van een poule voor leerkrachten die liever tijdelijke functies willen betrekken? Zo nee, waarom niet?

Joris Wijsmuller

Park Oostduin geen speeltuin van Shell

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 04-07-2019 11:08

In een artikel in de wijkkrant van het Benoordenhout roept Shell bewoners op om ideeën aan te dragen om Park Oostduin aan te passen. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller is hier niet van gediend en heeft het college van burgemeester en wethouder om opheldering gevraagd. Wijsmuller: “Den Haag staat toch niet in de uitverkoop, mag ik hopen? Park Oostduin is beschermd stadsgezicht en zeker niet van Shell. Ik vermoed dat dit bedrijf met wat centen wil strooien om haar bedenkelijke reputatie op te vijzelen, maar ik neem aan dat het college hier een stokje voor steekt.”

Schriftelijke vragen: Oproep ideeën voor Park Oostduin

Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij

Datum: 4 juli 2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Naar aanleiding van het artikel in de wijkkrant van het Benoorderhout juni 2019 “Investeren in Benoorderhout, creatief meedenken over Park Oostduin” (bijgevoegd) waar Shell bewoners oproept om ideeën aan te dragen voor aanpassingen in Park Oostduin.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij de volgende vragen:

1) Is het college bekend met de oproep van Shell aan bewoners om met ideeën te komen voor veranderingen aan park Oostduin?

2) Wie is eigenaar en/of beheerder van park Oostduin?

3) Park Oostduin is aangewezen tot beschermd stadsgezicht en heeft een beheersplan. Hoe verhoudt dit gegeven zich tot een oproep van een private organisatie om veranderingen aan te brengen zoals de suggestie voor een sportveld?

4) Is het college met mij van mening dat het niet aan private organisatie is, maar het aan de beheerder is voorbehouden om eventueel op te roepen voor ideeën die kunnen leiden tot veranderingen in het beschermd stadsgezicht? Zo nee, waarom niet?

5) Door wie wordt het ‘winnende’ idee gekozen, en welke status heeft dit dan?

6) Is het college bereid om Shell er op te wijzen dat zij geen rol spelen bij veranderingen in beschermd stadsgezicht, en dit ook via de wijkkrant te communiceren? Zo nee, waarom niet?

Joris Wijsmuller

Onderdeel Rotterdamsebaan valt duurder uit: HSP wil opheldering

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 02-07-2019 07:31

Het project Rotterdamsebaan werd vorig jaar met een ander project (een bediencentrale in de haven) uitgebreid, en nu blijkt juist dit onderdeel alweer uitgebreid te worden. De geraamde kosten zijn van 10,8 naar 14,65 mln. gestegen, een kostenoverschrijding van maar liefst 4 mln. Joris Wijsmuller vroeg om opheldering.

Het project Rotterdamsebaan is uitgebreid – dat heet een scopeuitbreiding -met de bouw van een nieuwe bediencentrale in de Scheveningse haven vanwaaruit de Rotterdamsebaan en ook andere tunnels en het havenverkeer aangestuurd gaan worden. De nieuwe bediencentrale zou 10,8 miljoen kosten. Maar uit de voortgangsrapportage blijkt nu dat deze scopeuitbreiding alweer wordt uitgebreid van 10,8 naar 14,65 mln. Dat is een kostenstijging van maar liefst 35%.

Op het totale budget van de Rotterdamsebaan van bijna 700 mln lijkt dit peanuts, maar een tegenvaller van bijna 4 miljoen – vergelijkbaar met de recente tegenvallers bij Busplatform en fietsenstalling KJ-plein – is niet niks. Dit is een majeure afwijking die expliciet gemeld moet worden, en die ook in het meerjaren investeringsplan MIP hoort te worden opgenomen. Reden voor Wijsmuller om de wethouder om uitleg te vragen: wat is er misgegaan?

In antwoord stelde wethouder Revis dat er geen probleem was. Volgens hem wordt de bediencentrale alleen groter en uitgebreider dan aanvankelijk gedacht, maar past dit makkelijk binnen het budget. Hoe het plan naast de visafslag op het Noordelijk havenhoofd precies gaat worden kon hij nog niet vertellen. Het voorlopig ontwerp wordt nu gemaakt, en hij zei toe om de raad in het najaar te informeren zodra het voorlopig ontwerp klaar is.

Wijsmuller vroeg Revis ook over een ander punt om opheldering: in de voortgangsrapportage staat namelijk dat – los van de werkzaamheden Rotterdamsebaan – de verkeersintensiteiten op de gemeten wegvakken nu al zijn toegenomen. Dit wordt verklaard met ‘autonome groei’, en ook de reistijden zijn hierdoor toegenomen. Kennelijk was deze groei van het aantal auto’s niet voorzien. Bekend is al wel dat de capaciteit van deze tunnel verkeerstechnisch zowel aan de rijkswegen-kant als aan de centrumring-kant problematisch is; de kruispunten aan beide kanten zullen met verkeerslichten moeten worden geregeld, wat wel een beetje gek is bij een tunnel die juist voor betere doorstroming bedoeld is. De wethouder antwoorde dat de toename het gevolg was van de economische groei en hij verwachtte niet dat dit in de toekomst tot capaciteitsproblemen met de tunnel zal gaan leiden. Wijsmuller plaatst hier vraagtekens bij: “We weten allemaal dat meer asfalt meer auto’s aantrekt. Loopt het bij de Rotterdamsebaan straks niet helemaal vast?”.

Zie ook het bericht op OmroepWest:

‘Auto moet juist minder ruimte krijgen’

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 03-06-2019 10:02

De hoofdroutes voor autoverkeer moeten juist wél worden versmald. Alleen zó kan het autoverkeer worden teruggedrongen, vindt Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij. Hij reageert hiermee op het commentaar ‘Verkeersinfarct in de maak’ in Den Haag Centraal van 23 mei.

‘Door de ligging aan zee is Den Haag voor de auto een doodlopende weg. In de gouden eeuw lag Den Haag nog aan de Hofvijver, en liep met de aanleg van verharde uitvalswegen naar iedere windrichting internationaal voorop. De beroemdste geplaveide weg is de Scheveningseweg uit 1665, maar ook de Rijswijkseweg (1663) en de Loosduinseweg (1693) stammen uit die tijd. In de eeuwen erna groeide Den Haag naar meer dan een half miljoen inwoners, en met de industrialisatie deden nieuwe vervoersmiddelen hun intrede.

Den Haag was de eerste stad in Nederland met een stoomtram (1879), en de eerste stad met een elektrische trein (1908). Met de opkomst van de auto werden nieuwe verkeersplannen bedacht: stadsbouwmeester Dudok tekende het wederopbouwplan (1949) met grote invalswegen die we nu kennen als de Utrechtsebaan en de Rotterdamsebaan. Het idee was om de verkeersdoorbraken door te trekken dwars door het centrum, maar buurtbewoners verenigd in actiegroep ‘Weg met de dwarsweg’ wisten in 1975 het oprukkende asfalt een halt toe te roepen. Deze belangrijke trendbreuk kreeg later vervolg met de Kern Gezond (1989) en het Verkeerscirculatieplan (2009). Inmiddels worden nu plannen gemaakt om het Prins Bernhardviaduct verder af te breken en is het Schenkviaduct bijna rijp voor de sloop.

Autoluwe stad

Het terugdringen van het autoverkeer uit het Haagse centrum staat niet op zichzelf. Iedere zichzelf respecterende Europese stad werkt aan vergaande plannen om autoluw te worden. Want het besef is alom doorgedrongen dat een auto – naast het voorzaken van vervuiling, lawaai en verkeersonveiligheid – vooral heel veel ruimte in beslag neemt. Zowel de rijdende als de geparkeerde auto is een ruimtevreter die moet worden teruggedrongen om ruimte te maken voor andere vervoerswijzen. Zo hou je de stad leefbaar en bereikbaar. “Als iedereen autorijdt, staat uiteindelijk iedereen stil. Dat is een eenvoudige wet van de mobiliteit, die al in 1930 is ontdekt. Ze heet ‘de veroorzaakte verkeersvraag.’ Hoe meer wegen je bouwt, hoe meer auto’s je krijgt.”, aldus planoloog en mobiliteitsexpert Brent Toderian. “Het is eenvoudig. Zet wandelen boven op je prioriteitenlijst en particulier autovervoer onderaan, met daartussenin fietsen en openbaar vervoer en richt je stad volgens die principes in. Mensen zullen wandelen, fietsen en de bus of tram nemen.”

Ik sluit me hier graag bij aan. Den Haag heeft de hoogste autodichtheid van het land, en het autoverkeer in onze stad kent de meeste vertraging van de G4-steden. Ook het OV-netwerk heeft hier last van met een toenemende ‘traagheid’ (nu nog maar 16 km/h terwijl de gewenste snelheid 25 km/h is).

De stad groeit naar verwachting door naar 600.000 inwoners in 2040 en verkeerswethouder Van Asten waarschuwt nu dat een verkeersinfarct dreigt als er niets veranderd. Parijs en Amsterdam willen auto’s met verbrandingsmotor verbieden vanaf 2030, Oslo wil een volledig autovrij centrum, en in Londen werd een opstoppingsheffing ingevoerd en met de opbrengsten worden fietspaden gebouwd en het openbaar vervoer verbeterd. En Den Haag? Ooit liep deze stad voorop met nieuw verkeersbeleid. Het is tijd dat we nieuwe stappen zetten om het ruimtebeslag van de auto terug te dringen en zo onze groeiende stad aantrekkelijk en leefbaar houden.’

Joris Wijsmuller is fractievoorzitter van de Haagse Stadspartij en oud-wethouder voor die partij

Nieuwe kadernota Duurzaamheid ongeloofwaardig

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij GroenLinks 's-Gravenhage 17-05-2019 10:28

Hoe geloofwaardig is een kadernota duurzaamheid die gebaseerd is op plannen voor klimaatneutraal in 2040 terwijl de ambitie 2030 is? Deze vraag stond centraal tijdens de behandeling in de gemeenteraad van misschien wel het belangrijkste voorstel in deze raadsperiode voor GroenLinks wethouder Liesbeth van Tongeren. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller: “De kadernota mist urgentie en heldere tussendoelen, en mist belangrijke uitgangspunten om de woonlasten van (sociale) huurders te bewaken, om prioriteit te geven aan lokale warmte, om voedselinitiatieven te stimuleren, en om aan de slag te gaan met circulaire economie.” Nadat eerder op de avond 9 insprekers uit de stad zich vanuit verschillende invalshoeken al kritisch over de nota hadden uitgelaten, deed de Haagse Stadspartij samen met andere oppositiepartijen verwoede pogingen en vele voorstellen om de kadernota aan te scherpen. Maar het mocht niet baten: alle amendementen (wijzigingsvoorstellen) liepen stuk op een negatief advies van de wethouder, en werden vervolgens weggestemd door de collegepartijen. Wel boekte de Haagse Stadspartij succesjes met twee aangenomen moties: er wordt een aanpak gemaakt om het beschikbare potentieel aan bodemenergie optimaal te benutten, en het college gaat onderzoeken of er een burgerplatform luchtkwaliteit kan worden opgezet om tot een fijnmazig en flexibel meetnet te komen. Maar dit was samen met andere aangenomen moties nog onvoldoende om het raadsvoorstel geloofwaardig te maken in relatie tot de doelstelling klimaatneutraal in 2030. De Haagse Stadspartij heeft daarom tegen de kadernota gestemd die door een ruime meerderheid (36 voor, 7 tegen) werd aangenomen.

Hieronder het betoog van Joris Wijsmuller:

“In de afgelopen 30 jaar heeft de mensheid meer broeikasgassen uitgestoten dan in de 250 jaar ervoor. Als gevolg hiervan warmt de wereld in ongekend tempo op, en door deze klimaatverandering worden 1 miljoen soorten met uitsterven bedreigt. Om de opwarming te beperken tot 1,5 graden moeten we de mondiale uitstoot in 2030 gehalveerd hebben, en in 2050 naar nul hebben gebracht. We hebben nog één generatie om het tij – letterlijk – te keren. Voorzitter, het is dit gevoel van urgentie dat ontbreekt aan het voorliggende raadsbesluit over de kadernota duurzaamheid.

En aan de kadernota ontbreekt meer:

Energietransitie is een verdelingsvraagstuk, maar er is geen visie op solidariteit;

Het ontbreekt aan prioriteit voor lokale duurzame warmte zoals bodemenergie en laagtemperatuursystemen, en er is geen visie op de toepassing van Haagse restwarmte waarmee nu nog het stadsverwarmingsnet wordt gevoed;

Circulaire economie en voedsel worden allebei niet benoemd als belangrijke pijlers voor het Haagse duurzaamheidsbeleid en ontbreken als uitgangspunten in het raadsbesluit;

Concrete maatregelen voor schone lucht zijn ver te zoeken;

Er zijn geen heldere en meetbare tussendoelen.

Den Haag heeft sinds vorig jaar de ambitie nog hoger gesteld met klimaatneutraal in 2030, en dit wordt internationaal gewaardeerd. Den Haag staat hiermee op een A-lijst van steden, maar hoe geloofwaardig is deze hoge ambitie wanneer het onderliggende beleid niet meer bevat dan het staande beleid voor klimaatneutraal in 2040? Er zijn zelfs onderdelen waarop waar we achteruitploegen ten opzichte van het staande beleid. Maar voorzitter, vanavond richt ik liever mijn energie op het geloofwaardig maken van deze kadernota in relatie tot de ambitie van klimaatneutraal in 2030. De Haagse Stadspartij heeft moties en amendementen van andere partijen mee getekend voor o.a.:

Heldere doelen en tussendoelen

Kies voor lokale duurzame warmte en stimuleer laagtemperatuursystemen

De rol van de STEG aan het De Constant Rebequeplein

Betaalbaarheid, en met name de positie van hun huurders

Energieopslag

Milieuzone en concrete maatregelen schone lucht

Aanpak fossiele bedrijven

En zelf dien ik nog de volgende amendementen en moties in:

Amendement Stimuleer Voedselinitiatieven, waarmee voedselbeleid als uitgangspunt wordt toegevoegd.

Amendement Actieprogramma Circulair Den Haag, waarmee ook de inzet op circulaire economie een van de uitgangspunten wordt.

Motie Raadsbesluit Leiding door het Midden; het college werkt aan een uitvoeringsplan om de huidige Haagse restwarmte van de Electriciteitcentrale aan De Constant Rebequeplein in te ruilen voor vuile restwarmte uit Rotterdam door een dure pijplijn naar de fossiele industrie in de Rotterdamse haven aan te leggen. Met deze motie spreekt de raad uit dat dit niet zomaar kan, en er in ieder geval eerst nog een raadsbesluit moet worden voorgelegd waarin inzichtelijk wordt gemaakt onder welke voorwaarden, met welke temperatuur, aan welke bronnen precies dit gaat gebeuren, en hoe de financiele risico’s voor klanten en/of de overheid worden afgedekt.

Motie Ondersteuning Energiecoöperaties, om bewonersinitiatieven financieel te ondersteunen bij de benodigde kennis en capaciteit om tot realisatie te komen.

Motie Bodemenergiebeleid, om het beschikbare potentieel aan bodemenergie optimaal te benutten.

Motie Burgerplatform luchtkwaliteit, om tot een fijnmazig en flexibel meetnet te komen.

Voorzitter, tot slot: in de kadernota zelf staan heel veel zaken waar je niet tegen kunt zijn, zeker niet als je zelf voor het leeuwendeel verantwoordelijk bent geweest. Maar zoals ik al zei gaat het om de geloofwaardigheid van de kadernota afgezet tegen de ambitie om al in 2030 klimaatneutraal te zijn. Je kunt niet de lat/ambitie 10 jaar hoger leggen, zonder extra en betekenisvol beleid. Je kunt niet wachten totdat er volgend jaar misschien een beetje geld uit de verkoop van Eneco komt, en zo een paar jaar verspillen in de wetenschap dat alles waar je nu mee wacht de opgave alleen nog maar veel moeilijker en veel duurder maakt. Over de financiële kant het verhaal komen we zeker nog te spreken bij de komende begroting. Of de Haagse Stadspartij vanavond uiteindelijk met de kadernota kan instemmen, hangt af van de vraag of de vele noodzakelijke moties en amendementen vanavond worden aangenomen.”

“Wees wijs en kijk naar de Domstad ‘’

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 10-04-2019 14:33

De prachtige kastanjes aan de Noordwal worden als het aan wethouder De Mos ligt allemaal gekapt. De kades zouden mede door het gewicht van de bomen sneller verzakken dan eerst werd aangenomen. De Haagse Stadspartij vindt dit een voorbarige en onzorgvuldige conclusie, en ook in strijd met het coalitieakkoord waarin staat: ‘Bomen worden alleen gekapt als het aantoonbaar niet anders kan.’ In de brief van de wethouder wordt niet aangetoond dat het echt niet anders kan, en ook ontbreekt het aan het gebruikelijke onderzoek: er is geen boominventarisatie, en er is ook geen bomen-effect-analyse opgesteld. Daarnaast is niet onderzocht of er alternatieve methoden zijn om de kademuur te herstellen zonder de bomen te kappen, zoals ‘de buispalenmethode’ die nu bij het herstel van de kademuren in Utrecht wordt toegepast.

Joris Wijsmuller, fractievoorzitter van de Haagse Stadspartij; “Laat wethouder De Mos een kijkje gaan nemen in Utrecht daar staat het behoud van zoveel mogelijk bomen voorop. Sterker nog, laten we dat met de hele raadscommissie gaan doen. Het behoud van de karakteristieke boombeplanting aan de gracht verdient veel meer inzet van de gemeente. Wat de wethouder nu laat zien is een aanfluiting. Hij moet eerst maar eens zijn stinkende best gaan doen om de mooie woorden over bomen in het coalitieakkoord waar te maken.” Inmiddels zijn er aan de Noordwal al maatregelen getroffen om de kademuren te stabiliseren, zodat er nog tijd is. Wijsmuller zal dan ook bij wethouder De Mos aandringen om die tijd te benutten voor nader onderzoek. De toekomst van de bomen van de Noordwal staat donderdag a.s. op de agenda van de raadscommissie Leefomgeving.​

Veiligheidsbeleid: ‘Goede prioriteiten, maar aanpak etnisch profileren schiet tekort’

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij GroenLinks D66 VVD Partij voor de Vrijheid 's-Gravenhage 08-04-2019 12:41

De gemeenteraad stelde op 4 april jl. het integrale veiligheidsbeleid vast voor de periode 2019-2022. De Haagse Stadspartij kan zich vinden in de gestelde prioriteiten, maar blijft kritisch op de aanpak van huiselijk geweld, het demonstratiebeleid en op het tegengaan van etnisch profileren. Raadslid Fatima Faïd: “Vertrouwen in de politie is essentieel in onze superdiverse samenleving, en daarom moet etnisch profileren daadwerkelijk worden aangepakt.”

De motie van de Stadspartij werd evenwel door een meerderheid verworpen. Hieronder de inbreng van de HSP in de gemeenteraad.

“Vorig jaar is in Den Haag het aantal inbraken, autokraken, straatroof, mishandelingen, zakkenrollen en autodiefstal allemaal afgenomen. Cijfermatig lijkt de veiligheid in Den Haag het afgelopen jaar dus ietsje toegenomen, maar voor de veiligheid kunnen we natuurlijk nooit genoeg doen. Daarom is het goed om dit veiligheidsplan vast te stellen, met heldere en logische prioriteiten voor de aanpak van huiselijk geweld, de aanpak van radicalisering en polarisering, de aanpak van ondermijning en de aanpak van overlast en geweld door verwarde personen. Vooral de focus op huiselijk geweld in het veiligheidsbeleid is wat de Haagse  Stadspartij betreft een goed en belangrijk punt, waarbij het de inzet er gericht op moet zijn om alle mogelijke drempels te slechten voor vrouwen die aangifte willen doen.

Vertrouwen is bij veiligheid cruciaal, en daarom is het belangrijk om het vertrouwen in de politie in onze superdiverse samenleving waar mogelijk te vergroten, en om etnisch profileren tegen te gaan. Het is goed dat de politie in dit verband nu werkt met een nieuw handelingskader, maar zolang de reden voor staandehouding niet in dit handelingskader (MEOS) wordt opgenomen, ontbreekt het aan inzicht om etnisch profileren ook echt aan te pakken. Daarom dien ik samen met Nida en PvdA een motie in met het verzoek aan het college om te onderzoeken op welke manier ‘de reden van staandehouding’ opgenomen kan worden in de MEOS.

Tot slot is de Haagse Stadspartij kritisch op het demonstratiebeleid in Den Haag, wat in de praktijk met de meldplicht en soms vergaande beperkingen onnodig restrictief is. Den Haag dient als demonstratiestad nummer 1 en als stad van Vrede en Recht juist het goede voorbeeld te geven, en daarom kunt u van de Haagse Stadspartij voorstellen verwachten om het demonstratiebeleid te verbeteren. Maar om dit onderwerp recht te doen, willen we dit apart agenderen dus dat houdt u nog van ons tegoed.”

De motie over etnisch profileren werd met tegenstemmen van coalitiepartijen Groep de Mos, VVD, D66, GroenLinks en van PVV en 50plus verworpen.

Motie MEOS pilot etnisch profileren

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 4 april 2019, ter bespreking van het Voorstel van het college inzake Integraal Veiligheidsbeleid 2019-2022 Den Haag, een veilige thuisbasis.

Constaterende dat:

▪ Dat etnisch profilering onwenselijk is voor het vertrouwen in de politie en schadelijk is voor de mensen die dit overkomt.

▪ De politie al een aantal jaren op verschillende manieren aan de slag is gegaan met het tegen gaan van etnisch profilering.

Overwegende dat:

▪ Het belangrijk is om te kunnen beoordelen of het de politie lukt om etnisch profileren terug te dringen.

▪ De MEOS-pilot die momenteel loopt in Den Haag erop is gericht om inzicht te krijgen in de effectiviteit van politiecontroles en hoe vaak burgers gestopt worden.

▪ De pilot helaas niet expliciet gericht is om inzicht te geven in de omvang van etnisch profileren.

▪ De pilot niet de reden van staandehouding noteert.

▪ Op deze manier is het onmogelijk voor de politie om aan te tonen dat etnisch profilering af neemt.

Verzoekt het college om te onderzoeken op welke manier ‘de reden van staandehouding’ opgenomen kan worden in de MEOS, en de raad over de uitkomsten te rapporteren.

En gaat over tot de orde van de dag.

Nieuw duurzaamheidskader: waar blijven de betekenisvolle stappen?

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij GroenLinks VVD PvdA Partij voor de Dieren 's-Gravenhage 03-04-2019 12:12

Den Haag was in 2017 de eerste gemeente in Nederland met een ambitieus en breedgedragen klimaatpact. Dit heeft na de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 geleid tot een aangescherpt gemeentelijk doel: klimaatneutraal in 2030. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen: waar zou de nieuwe wethouder Duurzaamheid en Energietransitie mee komen? De nieuwe kadernota Duurzaamheid ligt er nu, maar is met teleurstelling ontvangen: het ontbreekt aan nieuw beleid en nieuwe betekenisvolle stappen.

Hieronder de inbreng van de Haagse Stadspartij tijdens de commissiebehandeling.

Inbreng raadslid Joris Wijsmuller 1e termijn:

“Dankzij het klimaatpact met ruim 300 ondertekenaars heeft het stadsbestuur een enorme sprong in ambitie gemaakt: van klimaatneutraal in 2040 naar 2030. Daar zijn wel grote nieuwe stappen voor nodig, en dat kan nooit zonder aanvullend beleid. Maar waar blijven nu de betekenisvolle stappen die ons door dit college zijn beloofd????

Wethouder Van Tongeren heeft een vage kadernota zonder concrete tussendoelen gepresenteerd. Wanneer je de besluiten van het raadsvoorstel bekijkt, moet je vaststellen dat bijna alles al staand beleid is. Met geothermie en circulaire economie worden zelfs stappen terug gedaan, de rem gaat er op. En voedsel, een van de belangrijkste oorzaken van CO2 uitstoot, ontbreekt zelfs geheel. De enige twee nieuwe punten zijn het tegengaan van ‘single use plastics’ en de focus op duurzame daken met een groen of een wit dak. Maar alleen met het tegengaan van wegwerpplastic en witte daken wordt Den Haag echt niet 10 jaar eerder klimaatneutraal.

Rol van de raad

De wethouder heeft energiedemocratie hoog in het vaandal staan, maar biedt met deze vage nota zonder concrete tussendoelen – een van de belangrijkste uitgangspunten uit het klimaatpact – de raad geen sturing. We wachten nu al een tijd op concrete stappen in de wetenschap dat alles wat nu wordt uitgesteld de opgave alleen maar moeilijker en duurder maakt. Maar als het aan de wethouder ligt moeten we opnieuw een half jaar wachten op een programmabrief die we dan slechts voor kennisgeving krijgen toegestuurd. Zo kan de raad niet sturen; dit moet minstens jaarlijks een raadsvoorstel zijn. En in de kadernota moeten concrete (tussen)doelen worden opgenomen.

Als je meters wilt maken gaan de kosten voor de baat, maar dat zie je financieel niet terug. Met het dividend van Eneco kan nu al heel goedkoop heel veel geld geleend worden. Waarom doet dit college dat niet? Het college wacht en hoopt op geld volgend jaar uit de opbrengst van Eneco-aandelen. Eneco is groot geworden met fossiel, dus wat de HSP betreft moeten de opbrengsten van Eneco worden gebruikt voor de energietransitie. Te beginnen met de inzet van het dividend om incidentele kosten te slechten, want de kosten gaan voor de baat. Belangrijk is ook om waar mogelijk aan te sluiten bij natuurlijke momenten. Bij iedere verhuizing, iedere verbouwing en iedere investering moeten bewoners en ondernemers hun kansen kunnen benutten, en daarom moet er al snel geld beschikbaar komen voor subsidieregelingen. De bestaande regelingen lopen nu echter af zonder dat duidelijk is hoe het nu verder gaat. Dit kan zo niet, wethouder!

Solidariteit

Bij alle veranderingen die nodig zijn is de betaalbaarheid het grote vraagstuk. Wie gaat nu de rekening betalen, en wie gaat er nu van profiteren? Dat geldt voor isolatie, voor de kosten die worden doorberekend in de energierekening, voor de introductie van het electrisch- of inductiekoken, voor de betaalbaarheid van schone mobiliteiteit, voor de tarieven voor het openbaar vervoer, en ga zo verder. Dit is een cruciaal vraagstuk wat de overheid moet oplossen, en dit vraagstuk heeft bij de laatste verkiezingen voor velen de doorlag gegeven in het stemhokje. Waarom staat er in het dictum van het raadsvoorstel dan niets over het organiseren van solidariteit en betaalbaarheid? De Haagse Stadspartij wil hiervoor in ieder geval heldere uitgangspunten opnemen. En wij stellen voor dat de gemeente energiecoöperaties actief en financieel gaat ondersteunen.

(Rest)Warmte

Bij de energietransitie ligt de focus terecht bij warmte. De huidige gasgestookte Electriciteitsfabriek (STEG) aan het De Constant Rebequeplein heeft een belangrijk bijproduct: restwarmte, waarmee al sinds jaar en dag het zeer rendabele Haagse stadsverwarming wordt gevoed. Hierop zijn momenteel zo’n 18.000 huishoudens op aangesloten. Maar het warmtecontract met de STEG loopt af in 2023, en Eneco wil dit nu vervangen door een hele dure pijp aan te leggen voor restwarmte van de fossiele industrie uit Rotterdam. De wethouder kondigt hiervoor al een uitvoeringsplan aan. De Haagse restwarmte wordt zo dus ingeruild voor de restwarmte van 30 kilometer verderop; moeten wij nu dan de Haagse restwarmte op zee lozen? Hoe kan het dat de vieze restwarmte van de olieindustrie als ‘hernieuwbare energie’ wordt gedefinieerd, en onze restwarmte botweg wordt afgeschreven? En waarom worden er tientallen kilometers pijpleidingen vanuit de Botlek naar Den Haag (en naar Leiden) aangelegd, terwijl de warmtevraag in de regio Rotterdam veel groter is met ook gemeentes als Spijkenisse, Ridderkerk en Capelle die ook ook energieplannen willen maken? In wiens belang is het om uitgerekend deze restewarmte naar Den Haag en Leiden te leggen?

Lokale warmte krijgt geen voorrang

Een andere grote zorg is dat de pijpleiding naar de Botlek Haagse lokale warmte wegconcurreert. Geothermie wordt door dit college met extra voorwaarden vertraagd, terwijl men al wel uitgaat van een uitvoeringsplan voor de Botlekpijk (ook wel Leiding door het Midden genoemd) waarvoor de stad wordt opengegooid. Zo’n ingrijpend besluit met grote nadelige gevolgen mag er niet zomaar doorheen worden gerommeld. Is de wethouder in ieder geval bereid om de raad eerst een raadsbesluit voor te leggen alvorens er met een uitvoeringsplan wordt gestart? Hoe staat het met de procedures voor vergunningsaanvragen voor geothermie? En waarom wordt er niet begonnen met het ontwikkelen van bodembeleid?

Voedsel

Voedsel is met stip de belangrijkste oorzaak voor (oa CO2) vervuiling, maar het ontbreekt volledig in de kadernota. Terwijl er al het nodige op het gebied van voedsel in gang was gezet. Is de Haagse voedselstrategie een stille dood gestorven? Gebeurt er nog iets met het Voedselthemapark? Wat gebeurt er met The New Farm? Nederland wil in 5 tot 10 jaar wereldwijd koploper zijn in gezond en duurzaam voedsel, en het startschot hiervoor werd 2 jaar geleden op de nationale voedsel top gegeven – niet toevalig hier in Den Haag in The New Farm. En nu laat dit college het volledig afweten?  Kringlooplandbouw is al onderdeel van Rijksbeleid, en juist hier ligt een belangrijke taak voor de stad, om nabijheid te organiseren, de verbinding met de ommelanden te stimuleren en vooral te faciliteren. Waarom is voedsel geen onderdeel meer van het duurzaamheidsbeleid?”

Naschrift:

De eerste termijn duurde uiteindelijk 5 uur en de wethouder gaf nauwelijks antwoord (zie artikel AD onderaan). En ook onze vragen in tweede termijn een week later werden slechts sporadisch beantwoord (zie hieronder, met de antwoorden in vette letter). Het raadsvoorstel komt nu ongewijzigd op de agenda in de gemeenteraad van 16 mei, en de Haagse Stadspartij zal met de nodige voorstellen komen om de kadernota aan te scherpen.

Vragen 2e termijn:

Welke instrumenten worden ingezet om duurzame daken groen of wit te realiseren? Komt in commissiebrief in mei.

Hoe staat het met vergunningsaanvragen voor Geothermie, bv in Ypenburg? Heeft het college al een besluit genomen over de opsporingsvergunning? Komt schriftelijk zsm.

Waar blijft het plan van aanpak om de energiecentrale aan het Constant Rebequeplein te verduurzamen? Komt in brief mei over de planning 2019.

De wethouder gaf aan niet te geloven in sturing door tussendoelen te stellen. Maar hoe dan wel? Hoe kan de raad dan wel sturen om de ambities te realiseren? Komt in programmabrief in sept.

Is de wethouder bereid om de raad voor een verstrekkende stap als Leiding door het Midden eerst een raadsvoorstel aan te bieden voordat er aan een uitvoeringsplan begonnen wordt? Hoe staat het met het streven om het stadsverwarmingnetwerk terug te brengen naar lagere temperatuur? Hoe open is een stadsverwarmingsnet van 90 graden? Waarom is het uitgangspunt ‘Lokale duurzame initiatieven krijgen altijd voorrang’ afgezwakt? Er is wel een raadsvoorstel nodig, naar verwachting komt in het 3e kwartaal uitvoeringsplan en ook de samenwerkingsovereenkomst waarin de afspraken met Eneco over de voorwaarden komen te staan.De antwoorden op de overige vragen volgen later.

Hoe staat dit college tegenover biomassa? Krijgt dat in Den Haag een kans? Voor de helderheid: de HSP is tegen biomassa, maar wat vindt het college? Geen standpunt.

Waarom staat er helemaal niets over de ambitie om meer bomen toe te voegen, wat toch echt hard nodig is vanwege het beleid voor klimaatadaptatie? Wethouder is voorstander van bomen en verwijst door naar andere wethouder.

Hoe staat de wethouder tegenover visie minister duurzame kringlooplandbouw, en welke rol ziet zij hierin voor de stad Den Haag? Geen standpunt.

Is de wethouder bereid tot een vervolgstudie over laag temperatuur netwerken? En waar ziet u kansen voor snelle pilots? Er komt een schriftelijke reactie en verwijst naar de te organiseren conferentie met bewoners in mei.

Voor bv warmtekoude-opslag en lokale netten is er hard bodembeleid nodig, want als iedereen dat individueel. Wethouder is het eens dat bodembeleid nodig is, maar blijft doorverwijzen naar nota grondbeleid met andere portefeuillehouder.

Haags ‘Duurzaam’ debat is vooral frustrerend

Door Malou Seijdel, AD 29-03-19, 13:35

Een gevoel van teleurstelling. Dat is wat Haagse politici gisteren overhielden aan de raadsvergadering, waarin ze wethouder Van Tongeren urenlang het hemd van het lijf vroegen over de nieuwste duurzaamheidsplannen voor de stad. ,,We willen actie, maar die zien we niet.”

HSP-raadslid Joris Wijsmuller windt er geen doekjes om. ,,De nieuwe nota Duurzaamheid blinkt uit in vaagheid”, zegt hij na de bijna vijf uur durende vergadering over de plannen die Van Tongeren (GroenLinks) onlangs presenteerde. ,,Antwoorden op de vele vragen heeft ze vandaag niet gegeven. Dat is vermoeiend en frustrerend.”

Bijna alle Haagse partijen waren het er gisteren over eens: er moeten stappen worden gezet als Den Haag in 2030 klimaatneutraal wil zijn, maar concrete plannen ontbreken. ‘Hoeveel gaat de energietransitie Hagenaars kosten?’ ‘Hoe worden ze geholpen als ze hun woning willen isoleren?’ En: ‘Waarom staat er nergens iets over het onderwerp voedsel?’ Deze en andere vragen keerden gisteren telkens terug, maar de wethouder kon ze niet beantwoorden.

Teleurgesteld

Robert Barker van de Partij voor de Dieren: ,,Ik was al teleurgesteld over de nota en dat ben ik nu nog méér. Wat zijn nu precies de budgetten en hoe gaan ze verdeeld worden? De wethouder geeft geen duidelijkheid over doelen, keuzes en acties.”

Ook vanuit de coalitie klinkt kritiek. ,,Onze partij is blij dat er plannen liggen voor verduurzaming, maar met name over de kosten is nog te veel onduidelijk”, zegt VVD-raadslid Chris van der Helm. ,,Hagenaars willen weten of de energietransitie hen geld gaat kosten, en zo ja hoeveel.”

Volgens de PvdA is het ‘moeilijk groen doen als je rood staat’. Zo heet dan ook het plan dat PvdA-raadslid Janneke Holman gisteren presenteerde. ,,We moeten zorgen dat subsidiegeld voor de energietransitie niet alleen terecht komen bij mensen in de betere wijken, die de weg naar de geldpotjes al weten te vinden”, legt ze uit. ,,Dat geld moet juist naar wijken die nog achterblijven.” Ook mensen met een kleine koopwoning en weinig spaargeld moeten meer financiële mogelijkheden krijgen om te verduurzamen, vindt de PvdA. ,,Want die mensen kunnen zelf niet investeren in goede isolatie, een warmtepomp of zonnepanelen”, aldus Holman.

Eindelijk nieuwe bomen langs het Schenkviaduct

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 19-03-2019 07:20

Het bomenbestand langs het Schenkviaduct aan de Weteringkade verkeerde al enige jaren in deplorabele staat. Er stonden vijf dikke wegrottende boomstronken, zeven ongezonde boompjes (zwarte takjes en al jaren stagnerende groei) en slechts twee gezonde bomen. Raadslid Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij wilde weten waarom de omwonenden zo karig bedeeld waren met groen sinds er in het voorjaar van 2015 ’s nachts vijf grote bomen (populieren) gekapt zijn op de Weteringkade tussen het Weteringplein en de Pletterijstraat. Hij heeft het college om opheldering gevraagd, en naar nu al blijkt met succes. Op de valreep van het plantseizoen zijn de boomstronken en doodse zwarte boompjes verwijderd, en in plaats daarvoor 12 jonge scheuten gepland. De vragen van Wijsmuller moeten formeel nog beantwoord worden.

De Mos wil bewoners het bos insturen

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 11-02-2019 14:29

Wethouder Richard de Mos profileerde zich in het AD van donderdag 7 februari (‘Ik ben geen houthakker.’) als groene wethouder ondanks dat de kastanjes op de Noordwal volgens hem gekapt moeten worden.  Dit college zou zorgen dat er in het Haagse Bos 8000 bomen bij komen, was zijn stelling. Maar het Haagse Bos valt onder Staatbosbeheer; daar gaat de wethouder helemaal niet over. En bosbeheer is iets heel anders dan het beheer van straatbomen. Bij bosbeheer worden namelijk altijd veel meer bomen aangeplant dan dat er na natuurlijke selectie en dunning overblijven. “De wethouder beroept zich dus op een fictief aantal bosbomen waar hij helemaal niet over gaat, terwijl hij wordt aangesproken op het kappen van een concreet aantal straatbomen waar hij wel over gaat.”, aldus fractievoorzitter Joris Wijsmuller die hierover schriftelijke vragen heeft gesteld.

Kritiek op Staatsbosbeheer

Staatsbosbeheer ligt momenteel onder vuur vanwege haar gewijzigde bosbeleid. Door teruglopende subsidies de afgelopen jaren worden er steeds meer bomen geplant voor de houtkap: het hout en de biomassa worden verkocht. De Haagse Stadspartij wil weten van het  college hoeveel hectare bos Staatsbosbeheer in Den Haag beheert, hoeveel bomen Staatsbosbeheer het afgelopen jaar en dit jaar in Den haag in totaal wil kappen, en wat er gebeurt met al het hout dat Staatsbosbeheer jaarlijks afvoert. Wijsmuller wil ook weten wie er nu eigenlijk toezicht houdt op Staatsbosbeheer, en wat de rol van de gemeente hierbij is.

Hieronder de schriftelijke vragen aan het college.

Schriftelijke vragen: Staatsbosbeheer en ‘Ik ben geen houthakker’

Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij

Datum: 7 februari 2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

1) Is het college bekend met beide artikelen?

2) Aanplant in bosverband is volgens het college (RIS 29891) niet vergelijkbaar met de aanplant van straatbomen. Het aantal lijkt snel hoog, maar dit is gebruikelijk om te komen tot een gevarieerd volwassen bos waarbij de beste exemplaren na natuurlijke selectie en dunning overblijven. Het totale saldo van dunning, aanplant en selectie is dus niet aan te geven. Waarom beroept de wethouder zich op een fictief aantal bosbomen als hij wordt aangesproken op het kappen van een concreet aantal straatbomen?

3) Is het beheer van het Haagse Bos überhaupt een verdienste van de wethouder, zoals hij in het artikel suggereert, of valt dit volledig onder verantwoordelijkheid van Staatsbosbeheer?

4) Staatsbosbeheer krijgt veel kritiek op haar gewijzigde bosbeleid. Dit wordt verklaard doordat natuurbeheerorganisaties van de rijksoverheid onder de laatste kabinetten veel minder subsidie krijgen, en vanwege de financiële drijfveer de houtkap is toegenomen: het hout en de biomassa worden verkocht. Staatsbosbeheer is zo productie gedreven geworden, het ombouwen van natuurbos naar productiebos is een gevolg van de opgelegde marktwerking. Kan het college aangeven hoeveel hectare bos Staatsbosbeheer in Den Haag beheert, hoeveel bomen Staatsbosbeheer het afgelopen jaar en dit jaar in Den haag in totaal wil kappen, en wat er gebeurt met al het hout dat Staatsbosbeheer jaarlijks afvoert?

5) Wie houdt er toezicht op het bosbeleid van Staatsbosbeheer in Den Haag? En welke rol heeft de gemeente hierbij?

Joris Wijsmuller

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.