Nieuws van CDA inzichtelijk

48 documenten

CDA Den Haag brengt ouderen een kerstgroet

CDA CDA 's-Gravenhage 13-12-2019 16:09

Het is al jarenlang een traditie bij CDA Den Haag: het brengen van een kerstgroet aan Haagse ouderen in deze donkere dagen voor kerstmis. Dit jaar werden maar liefst ruim duizend kerstplantjes uitgedeeld in verschillende verzorgingshuizen. Wilbert Stolte, interim-voorzitter van het Haagse CDA-bestuur, vindt dit een mooie traditie. “Juist in de dagen voor kerstmis zijn ouderen wel eens wat eenzaam. Wij willen hen graag een hart onder de riem steken”, meldt Stolte. Ook Tweede Kamerleden Chris van Dam en Wytske Postma en de kersverse kandidaat-wethouder voor het CDA Den Haag, Hilbert Bredemeijer, waren van de partij. Het CDA Den Haag gaat graag met de ouderen in gesprek om te kijken wat de partij voor hen kan betekenen. “Het is belangrijk voor ons om te weten hoe we onze ouderen beter kunnen ondersteunen”, meldt Bredemeijer.

Opinie: Kerk en Staat: naast scheiding past betrokkenheid en dialoog!

CDA CDA Zuid-Holland 08-11-2019 10:01

Gelooft u er nog in?Wie vertelt dat hij of zij geregeld op zondag naar de kerk gaat, wordt meewarig aangekeken. De bijbel is in de boekhandel te vinden op de esoterie-afdeling. Moslims rekenen we collectief af op de daden van een handvol extremisten. De muziek van de Mattheuspassion vinden we fantastisch, maar snapt iemand nog waar het verhaal over gaat? We mogen niet meer stemmen in een kerk, liever in een sporthal of op straat. Wie snapt nog waar boeken, poëzie, schilderijen, beelden naar verwijzen als de verhalen uit de Bijbel je vreemd zijn? Dit artikel gaat over de maatschappelijke meerwaarde van gelovig leven. Het is niet bedoeld als theologische of juridische verhandeling, de focus is gericht op de maatschappelijke betekenis van geloof en levensovertuiging. De afnemende kennis over en de verminderde tolerantie ten opzichte van gelovig leven hebben niet alleen betekenis voor kerken, synagogen, moskeeën en hun ‘inwoners’, ze doen afbreuk aan het functioneren van onze samenleving als geheel. De Nederlandse samenleving heeft groot belang bij het op waarde schatten van mensen met een levensovertuiging en ook van organisaties die op dat vlak actief zijn. Als we niet uitkijken dan gaat er door onkunde en desinteresse té veel verloren.Want er lijkt sprake van groot onbegrip, soms zelfs angst voor de rol van religie en geloof in onze tijd. Geloofsschaamte bij hen die tegen de tijdgeest van individualisme en rationaliteit in moeten uitleggen waarom zij ‘er nog in geloven’. Gelovigen die bovendien afgerekend worden op uitwassen, of op moeten opboksen tegen gedateerde beelden over kerk en religie. Beelden van hen die zich ‘bevrijd’ hebben van hun geloof en tegelijkertijd vast zijn blijven zitten in boosheid, in trauma’s die ze – soms goed te begrijpen – in hun verleden hebben opgelopen. Religiestress bij overheden, in het publieke en politieke debat. De vrijheid van onderwijs, voltooid leven, medisch-ethische zaken, de programmering van de publieke omroepen, moskee-bouw: we worstelen wat af met elkaar over de thema’s geloof en politiek. Steeds vaker klinkt het adagium dat ‘geloof enkel een privézaak is’, dat de scheiding van Kerk en Staat een absolute is. De groeiende onbekendheid met jodendom en christendom, de focus op de extremen in de islam, de verminderde vertrouwde omgang met geloof door grote groepen binnen onze samenleving dreigen geloof en levensovertuiging als rariteiten naar de buitenkant van de maatschappelijke discussie te drijven. We leven in een neo-liberale samenleving waar geloof tot een privézaak is gemaakt. Ten beste krijgt het geloof huisarrest, achter de voordeur. En dat is niet alleen jammer, het is volstrekt ongewenst en een ontkenning van de maatschappelijke werkelijkheid.Hoewel nog slechts 31% van de Nederlanders zichzelf duidt als ‘spiritueel’, durf ik te stellen dat ieder mens een natuurlijk kompas op zingeving, op betekenis heeft. Ieder mens komt in zijn leven momenten tegen die schreeuwen om een duiding of een concept waartoe het leven dient, waar het toe leidt, waarom het is. Een levensovertuiging – ook als die inhoudt dát er geen hogere macht is – geeft daarbij structuur en betekenis en moet daarom gezien worden als geestelijke zuurstof. Niet alleen in het persoonlijk leven van mensen, ook in de samenleving.Religie – in ons land van oudsher het Christendom – heeft in allerlei opzichten essentieel bijgedragen aan de ontwikkeling van onze samenleving. Niet alleen in kunst en cultuur, ook in de ontwikkeling van ons onderwijs, de zorg en bovenal onze democratische rechtsstaat. Een voorbeeld: de notie dat er geen onderscheid is tussen mensen, dat je je naaste moet lief hebben als jezelf, dat ieder mens ertoe doet, is een direct fundament voor de ontwikkeling van de grondrechten zoals wij die hede ten dagen kennen. Wie zich verdiept in het werk van Alexis de Tocqueville begrijpt welke belangrijke rol religie niet alleen in ons land en in onze tijd maar meer in algemene zin heeft: als hoeder van de zeden, als vrijheid om te doen wat goed en rechtvaardig is, tegen de tirannie van de rationaliteit in. De Staat heeft ook anno 2019 een groot belang bij het koesteren van gemeenschappen waar waarden en normen geleerd worden, geoefend worden, door gegeven worden. Dat zijn natuurlijk niet alleen kerken, moskeeën, tempels: er zijn heel veel organisaties en verbanden die daar een rol in hebben. Maar gelovigen hoeven zich niet weg te cijferen. Integendeel, ze mogen in de traditie van allen die hen daarin voorgingen hun trotse bijdrage leveren en hun betekenisvolle plek opeisen. En verwachten dat de overheid hun bijdrage waardeert, met hen respectvol omgaat.De meerwaarde die kerkgenootschappen en andere levensbeschouwelijke organisaties hebben doet er toe en is maatschappelijk van essentiële betekenis. Dan denken we niet alleen aan economische baten (her en der berekend en aangetoond) maar ook aan de maatschappelijke baten van pastoraat, diaconaat, geestelijke verzorging in de gevangenis en in het leger, van omzien naar elkaar. En bovenal over het inhoud geven aan de waarden waar onze samenleving op gegrondvest is. Die maatschappelijke meerwaarde rechtvaardigt dat kerk en synagoge niet weggeschoven worden naar de rand van het denken, maar juist betrokken worden bij het beter en rechtvaardiger maken van ons land, bij het versterken van de werking van de samenleving, van de rechtsstaat.De scheiding van kerk en staat – sinds de wijziging van de Grondwet in 1848 een vast (ongeschreven) onderdeel van onze staatsinrichting – blijft voor zowel de overheid als de kerken een leidend principe. Maar in onze huidige samenleving lijkt die scheiding steeds vaker uitgelegd te worden als een argument voor afstand, voor isolatie, voor het ‘met de rug naar de kerken staan’. Door dit te doen wordt de behoefte en de oriëntatie van grote delen van onze samenleving niet alleen miskend, maar ook niet benut. En dat mag je met recht een doodzonde noemen! Respecteer de scheiding van kerk en staat, maar investeer tegelijkertijd in een grotere onderlinge betrokkenheid, in dialoog. Laat leidend zijn welke bijdrage ‘de kerk’ (in alle verscheidenheid) levert aan onze samenleving. Dat kan alleen met bezielde, verantwoordelijke burgers en dat is juist waar geloofsgemeenschappen een zeer wezenlijke bijdrage aan kunnen leveren, waar ze goed in zijn.Door de verhouding van Kerk en Staat meer te betrekken op onze democratische rechtsstaat ontstaat de mogelijkheid om werkelijk onderscheid te maken tussen gemeenschappen die een bijdrage leveren aan die rechtsstaat, of er juist afbreuk aan doen. Dat zal in voorkomende gevallen een ingewikkeld debat opleveren, maar dat debat zal aanzienlijk meer bijdragen aan de ontwikkeling van ons land, dan het houden van zoveel mogelijk afstand zoals dat nu gebeurt.Er is hoop! Er is een toenemende belangstelling voor religie en geloof in onze samenleving. Het Rebible-project van Inez van Oord, de aandacht en warmte die The Passion weet op te roepen, het boek Ongelofelijk van Yvonne Zonderop (‘over de verrassende comeback van religie’), nieuwe kerkgenootschappen die ontstaan, de aandacht voor de duurzaamheidsboodschap van de Paus. Nederland gaat misschien minder naar de kerk, maar de zucht naar betekenis en zingeving kan geen mens loslaten. Ik hoop dat op de vleugels van die toenemende interesse ook de maatschappelijke waardering voor geloof en religie toeneemt. Daarbij past een moderne relatie tussen Kerk en Staat. Een relatie die recht doet aan de verschillende verantwoordelijkheden van Kerk en Staat en de scheiding die dat met zich meebrengt in ere houdt. Een relatie die tegelijkertijd geïnspireerd wordt door de woorden van het tweede Vaticaans Concilie, namelijk dat kerk en staat beide in dienst staan van de belangen van dezelfde mensen. En dat alleen al rechtvaardigt een relatie die gekenmerkt wordt door dialoog en betrokkenheid. Gelovigen en hun organisaties spelen een meer dan wezenlijke rol in het functioneren van onze samenleving. Een waardevolle rol! Voor de overheid is er geen enkele reden om daaraan voorbij te gaan. Tweede Kamerlid Chris van Dam

Tweede kamerlid Chris van Dam stelt vragen over cellensluiting

CDA CDA ChristenUnie Winterswijk 30-10-2019 07:28

Naar aanleiding van de brief die CDA Achterhoek vorige week naar hun Tweede Kamerlid Chris van Dam stuurde, heeft hij vandaag samen met zijn collega van de ChristenUnie schriftelijke vragen gesteld. De beantwoording van die vragen zal 3 tot 6 weken duren is de verwachting. Betreft de volgende vragen: Aanvullende vragen van de leden Van der Graaf (ChristenUnie) en Van Dam (CDA) aan de minister van Justitie en Veiligheid over het voornemen van de Nationale Politie tot sluiting van de arrestantencomplexen van de politiebureaus van Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel. Heeft de minister kennisgenomen van het voornemen van de Nationale Politie om de arrestantencomplexen van de politiebureaus in Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel te sluiten?[1] Is de minister bekend met de zorgen van de burgemeesters in de regio Oost-Nederland aangaande de nadelige gevolgen van een dergelijke sluiting van arrestantencomplexen voor onder andere de beschikbare politiecapaciteit, aangezien agenten soms meer dan een uur onderweg zullen zijn om een arrestant naar een arrestantencel te brengen? Erkent de minister dat hierdoor te weinig politiecapaciteit in de regio beschikbaar zal zijn? Hoe verhoudt dit zich tot de aangenomen Kamermotie Van Toorenburg/Kooiman waarin expliciet werd opgeroepen de korpsleiding opdracht te geven niet over te gaan tot sluiting van het cellencomplex in Deventer? Kan de minister aangeven hoe het besluitvormingsproces rondom een besluit, zoals het onderhavige besluit tot sluiting van de arrestantencomplexen van diverse politiebureaus, plaatsvindt? Deelt de minister de waarneming dat een besluit als het besluit tot sluiting van de arrestantencomplexen van de politiebureaus van Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel genomen wordt door de Nationale Politie en dat de lokale bestuurders pas in het eindstadium van de besluitvorming betrokken worden? Waar eindigt de verantwoordelijkheid van de politie voor de eigen bedrijfsvoering en waar begint het gezag op de openbare orde en veiligheid van de burgemeester? En hoe is bij dergelijke besluiten de beslisbevoegdheid tussen politie enerzijds en lokale besturen anderzijds verdeeld? Is de minister op de hoogte van de mogelijke nadelige gevolgen van een dergelijke sluiting vanwege de te verwachten extra reistijd van rechercheurs, advocaten, hulpverleners en forensisch artsen? In hoeverre is in de besluitvormingsprocedure omtrent de voorgenomen sluiting van arrestantencomplexen onderzoek gedaan naar de mogelijke nadelige gevolgen van dit besluit? In hoeverre zijn hierbij mogelijke alternatieve oplossingen voor de problematiek rond de arrestantencellen afgewogen? Is de minister bereid te zoeken naar een oplossing die ervoor zorgt dat de basispolitiezorg in de hele regio Oost-Nederland op orde blijft? Is de minister op de hoogte van alternatieven voor de sluiting van de arrestantencomplexen zoals de oplossing van een arrestantencomplex ‘light’ in Deventer, waar gewerkt wordt met beperktere openingstijden en minder personeel? Is de minister bereid te onderzoeken of het mogelijk is om dit alternatief niet slechts als tijdelijke oplossing tot de sluiting van de arrestantencomplexen in 2022, maar ook op permanente basis mogelijk te maken? Is de minister op de hoogte van mogelijke alternatieven voor het voorgestelde arrestantenvervoer, zoals het arrestantenvervoer als opgezet door het politieteam Maas en Leijgraaf, actief in de driehoek tussen Boxmeer, Cuijk en Uden? Hoe denkt de minister over het genoemde alternatief? Is de minister bekend met de oproep van de burgemeesters van de Achterhoek om een aparte vervoerdienst op te richten om het arrestantenvervoer uit te voeren? Hoe denkt de minister over deze oproep? Is de minister bereid om in te gaan op verschillende mogelijkheden om een aparte arrestantenvervoersdienst gestalte te geven, zoals een vervoersdienst vormgegeven naar het idee van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) van de Dienst Justitiële Inrichtingen of de optie om de werkzaamheden van de DV&O uit te breiden met het arrestantenvervoer? Is de minister bereid om samen met politie en lokale bestuurders naar genoemde en andere mogelijkheden te kijken om sluiting van de arrestantencomplexen van de politiebureaus in Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel te voorkomen en de Kamer hierover te informeren?

CDA Doetinchem ondertekenaar brief over arrestantencellen

CDA CDA Doetinchem 24-10-2019 05:59

Bron: Omroep Gelderland De fracties van het CDA in de Achterhoek hebben in Den Haag hun zorgen geuit over de voorgenomen sluiting van arrestantencellen in de Achterhoek. De partij wil dat er een oplossing komt. De Nationale Politie wil arrestantencomplexen sluiten. Dit betekent dat agenten in de Achterhoek, en dan met met name vanuit Winterswijk, vermoeten gaan rijden. De beoogde nieuwe locatie waar zijarrestanten naartoe kunnen brengen is Elst.Complexen in Ede, Tiel en Doetinchem moeten mogelijk sluiten vanwege een tekort aan agenten. Minder veilig 'Vanuit Winterswijk zijn politieagenten straks uren onderweg', zegt Thomas de Roos van CDA Winterswijk. 'Dit zorgt logischerwijs voor beperking van middelen (zoals voertuigen) en de personele capaciteit tijdens dit vervoer. Daarmee ontstaat een minder veilige situatie in het werkgebied van de agent en voor zijn/haar collega’s.' Het CDAwil dat er eerst een oplossing komtvoordat cellencomplexen gesloten worden. Daarom is contact gezocht in Den Haag met Chris van Dam, Tweede Kamerlid namens het CDA.

CDA wil oplossing voor sluiting arrestantencellen

CDA CDA Winterswijk 23-10-2019 21:11

De voorgenomen sluiting van de arrestantencellen in o.a. Doetinchem, zorgt er voor dat agenten in de Achterhoek straks onnodig veel tijd kwijt zijn met het vervoeren van arrestanten. Winterswijks raadslid Thomas de Roos (CDA) heeft daarom namens de Achterhoekse CDA fracties (Aalten, Bronckhorst, Berkelland, Doetinchem, Oost-Gelre, Oude-IJsselstreek en Winterswijk) zijn zorgen geuit aan Tweede Kamerlid Chris van Dam (CDA) met het verzoek om te komen tot een oplossing voor dit probleem. “Vanuit bijvoorbeeld Winterswijk zijn politieagenten straks uren onderweg. Dit zorgt logischerwijs voor beperking van middelen (zoals voertuigen) en de personele capaciteit tijdens dit vervoer. Daarmee ontstaat een minder veilige situatie in het werkgebied van de agent en voor zijn/haar collega’s.” geeft De Roos aan. De Achterhoekse CDA fracties ondersteunen de eis van de burgemeesters uit de regio voor het invoeren van een vervoersdienst voor arrestanten. Volgens De Roos is dit een nodige stap om agenten te laten doen waar ze voor aangenomen zijn, waarbij ook aangegeven wordt dat er landelijk al werkende voorbeelden zijn: “Dit zou bijvoorbeeld uitgevoerd kunnen worden naar het idee van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) van Dienst Justitiële Inrichtingen.”. Voorop staat dat er volgens de CDA fracties een oplossing moet komen vóór er een eventuele sluiting plaats gaat vinden. De politietop van Oost-Nederland legt de sluiting van de arrestantencellen op 19 november voor tijdens het halfjaarlijks overleg met de burgemeesters van de regio, het uiteindelijke besluit wordt echter genomen door de Nationale Politie. Via een interview met Omroep Gelderland licht Thomas de Roos zijn actie toe: luister interview

CDA: Helderheid over handhaving verbod gezichtsbedekkende kleding

CDA CDA Zuid-Holland 01-08-2019 12:07

Vanaf 1 augustus is de wet Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding, ook wel het ‘boerkaverbod’ genoemd, ingegaan. Dat betekent dat het nu voor iedereen verboden is om gezichtsbedekkende kleding (zoals een boerka, bivakmuts of helm) te dragen in gemeentehuizen, het openbaar vervoer, ziekenhuizen en scholen. Het CDA vindt dat iedereen in Nederland op deze plekken herkenbaar moet zijn en zich moet kunnen identificeren. Ondanks dat er jarenlang over deze wet gesproken is in de Tweede Kamer, is er in aanloop naar de invoerdatum verwarring en discussie ontstaan over de handhaving van het gedeeltelijk verbod. De Nationale Politie heeft aangegeven geen prioriteit te geven aan de uitvoering ervan, openbaar vervoersbedrijven wijzen naar de vervoersplicht en ook ziekenhuizen zeggen niet te willen handhaven. CDA-Kamerleden Harry van der Molen en Chris van Dam vinden het onacceptabel dat verschillende instanties weigeren de wet uit te voeren, en hebben daarom Kamervragen gesteld aan het kabinet om opheldering te bieden over de handhaving. Harry van der Molen: “Op deze plekken draait het om persoonlijk contact tussen mensen en een gevoel van sociale veiligheid. Het bedekken van je gezicht staat daar haaks op. Het is belangrijk dat de afspraken die daarover zijn gemaakt voor iedereen helder zijn, en de instanties deze afspraken handhaven.” Zie ook het fragment van Harry van der Molen in de uitzending van EenVandaag (d.d. 31 juli 2019):https://www.youtube.com/watch?v=eIXA3zVQWZI -- Vragen van de leden Van der Molen en Van Dam (beiden CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten ‘Verkeerde afslag politie’ en ‘Ov-bedrijven gaan boerkaverbod niet handhaven: Nieuwe wet voor ons niet werkbaar’ 1 Bent u bekend met de berichten ‘Verkeerde afslag politie’ 1) en ‘Ov-bedrijven gaan boerkaverbod niet handhaven: Nieuwe wet voor ons niet werkbaar’ 2)? 2 Bent u op de hoogte van de reactie die de Nationale Politie online heeft gegeven op de handhaving van het boerkaverbod op politiebureau’s, namelijk: ‘niet in de wet staat dat mensen die een boerka dragen geen aangifte mogen doen. De wet zegt dat ze met een boerka niet in een politiebureau mogen komen. Dus helpen we ze daarbuiten.’? 3 Deelt het kabinet met het CDA de opvatting dat het niet zo kan zijn dat een wet de facto niet tot uitvoering komt, of dreigt te komen, omdat de partijen die deze wet dienen te handhaven hier geen prioriteit aan willen geven? Heeft de nationale politie eventuele veiligheidsrisico’s, wanneer personen vanwege gezichtsbedekkende kleding niet geïdentificeerd kunnen worden, betrokken in haar afweging? 4 Heeft de door de politie aangegeven omgang met het verbod op gezichtsbedekkende kleding de steun van het kabinet? Is dit wat het kabinet betreft in lijn met het oogmerk van de wet om gezichtsbedekkende kleding in openbare gelegenheden te ontmoedigen, ook gezien het antwoord van een woordvoerder namens de Minister van Binnenlandse Zaken op de vraag of de door de politie aangegeven werkwijze conform de wet is: “Dat denk ik niet helemaal.”? 5 Wat vindt u van de verwarring die is ontstaan over de handhaving van het verbod op gezichtsbedekkende kleding, door de standpuntbepaling van de politie? Welke handhaving mag van de instellingen in openbare gebouwen verwacht worden? Welke van buitengewone opsporingsambtenaren? Welke handhavende taken zijn uitsluitend voorbehouden aan de politie? 6 Biedt naar de mening van het kabinet, gezien de verwarring die over de handhaving is ontstaan, de ‘kan’ bepaling in de wet (met betrekking tot het inschakelen van politie) voldoende helderheid voor de uitvoeringspraktijk? Zo nee, is het kabinet bereid nadere informatie te verstrekken over de verwachting die het kabinet heeft van de handhaving? Of is zij bereid de wet aan te passen? 7 Welke afspraken heeft het kabinet gemaakt met de Nationale Politie over de handhaving van het verbod op gezichtsbedekkende kleding wanneer derden een beroep op hen doen? Is het juist dat het kabinet ervoor gekozen heeft betrokken instanties, bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs, mede-overheden en vervoersbedrijven afzonderlijk afspraken te laten maken met de politie? 8 Wat vindt u van de uitleg van de woordvoerder van de politie, die in de Telegraaf aangeeft dat de ruimhartige omgang met het verbod specifiek bedoeld is voor personen die een boerka of nikab dragen en dragers van een integraalhelm of bivakmuts niet worden tegemoetgekomen? Hoe verhoudt wat het kabinet betreft deze opstelling zich tot de wet, die nu juist niet uitsluitend een verbod op religieuze kleding beoogt? Maakt de politie hier een gerechtvaardigd onderscheid? 9 Heeft de politie wat het kabinet betreft de ruimte om het verbod op gezichtsbedekkende kleding niet te prioriteren? Is het kabinet bereid de politie ermee te confronteren dat handhaving van het verbod door anderen, waaronder de openbaar vervoersbedrijven, ook mede afhangt van een toezegging van de politie om binnen afzienbare tijd ter plaatse te kunnen zijn om een boete uit te delen of handelend op te treden, zoals de woordvoerder namens de ov-bedrijven aangeeft in het AD: ,,Politie zegt: het heeft niet onze prioriteit. Dit betekent dat zij bij een melding vanuit het openbaar vervoer niet binnen een half uur bij de bewuste tram, trein, metro of bus is. Nou dat gaat dus bij ons niet werken. De rit moet immers door.”? 10 Bent u bereid om met de politie en het Openbaar Ministerie in overleg te gaan om ervoor te zorgen dat handhaving prioriteit krijgt? Deelt de mening dat indien er gehandhaafd wordt, er ook weinig overtredingen en dus weinig inzet nodig is? Bent u bereid om te overleggen met de politie om aan te geven in welke situatie zij wel bereid is om andere uitvoerders te hulp te schieten? 11 Is wat het kabinet betreft een beroep op de wettelijke vervoersplicht door openbaar vervoersbedrijven van toepassing bij het niet weigeren van passagiers met gezichtsbedekkende kleding, aangezien het verbod op gezichtsbedekkende kleding van recentere datum is? 12 Welke lessen heeft u voorafgaand aan de invoering van de wet getrokken uit de ervaringen in andere (Europese) landen met een soortgelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding? 13 Ziet u in de aangegeven omstandigheden genoeg aanleiding om met de betrokken partijen nogmaals te overleggen en de Kamer over de uitkomst daarvan nader te informeren? — 1) De Telegraaf, d.d. 25 juli 2019 2) Algemeen Dagblad, d.d. 25 juli 2019

CDA: geef politieveteranen een plek op Veteranendag

CDA CDA Nissewaard 28-06-2019 04:53

Aankomende zaterdag 29 juni a.s. is het Veteranendag. Naast militairen, worden ook met grote regelmaat politiemensen op buitenlandse vredesmissies gestuurd. Het CDA pleit ervoor om bij de aankomende Veteranendag, tijdens het defilé, ook ruimte te maken voor veteranen van de politie. CDA woordvoerder Chris van Dam: “het zou mooi zijn als ze zouden mogen meelopen in het defilé, zodat wij ook deze veteranen kunnen bedanken.” Bij Veteranendag bedankt heel Nederland haar meer dan 111.000 veteranen. Zij zijn ingezet in dienst van de vrede, nu en in het verleden. Een belangrijk onderdeel van deze dag is het defilé. Dan marcheren er meer dan 4000 veteranen en militairen, gevolgd door historisch en moderne legervoertuigen, rond de Hofvijfer. Het CDA zou graag zien dat ook de politieveteranen hier in mee mogen marcheren. Van Dam: “ ik heb enorm veel waardering voor onze veteranen. En ook voor onze politiemensen die zijn uitgezonden. Daarom wil ik een overzicht voor welke missies Nederlandse politiemensen zijn uitgezonden en hoe hun veiligheid is geborgd. Daarnaast verzoek ik om tijdens Veteranendag een plekje vrij te maken in de defilé voor deze groep.’

Tweede Kamerlid Chris van Dam roept ...

CDA CDA Nederland 27-06-2019 09:06

Tweede Kamerlid Chris van Dam roept de minister vandaag op om ook de veteranen van de politie te laten meelopen tijdens Veteranendag. Ook zij verdienen die waardering en erkenning.

CDA: geef politieveteranen een plek op Veteranendag

CDA CDA Zuid-Holland 27-06-2019 07:52

Aankomende zaterdag is het Veteranendag. Naast militairen, worden ook met grote regelmaat politiemensen op buitenlandse vredesmissies gestuurd. Het CDA pleit ervoor om bij de aankomende Veteranendag, tijdens het defilé, ook ruimte te maken voor veteranen van de politie. CDA woordvoerder Chris van Dam: “het zou mooi zijn als ze zouden mogen meelopen in het defilé, zodat wij ook deze veteranen kunnen bedanken.” Bij Veteranendag bedankt heel Nederland haar meer dan 111.000 veteranen. Zij zijn ingezet in dienst van de vrede, nu en in het verleden. Een belangrijk onderdeel van deze dag is het defilé. Dan marcheren er meer dan 4000 veteranen en militairen, gevolgd door historisch en moderne legervoertuigen, rond de Hofvijfer. Het CDA zou graag zien dat ook de politieveteranen hier in mee mogen marcheren. Van Dam: “ ik heb enorm veel waardering voor onze veteranen. En ook voor onze politiemensen die zijn uitgezonden. Daarom wil ik een overzicht voor welke missies Nederlandse politiemensen zijn uitgezonden en hoe hun veiligheid is geborgd. Daarnaast verzoek ik om tijdens Veteranendag een plekje vrij te maken in de delifé voor deze groep.’

Opinie: De politie moet dienstbaar, dichtbij en direct zijn

CDA CDA Zuid-Holland 21-06-2019 10:35

De politie experimenteert veel. Zo hebben we twitterende agenten, agenten die vlogs maken, er zijn pop-up-bureaus of coffee-with-a-cop. Een heel scala aan mogelijkheden om de burgers meer te betrekken bij wat de politie doet. Deze transparantie is positief en past ook bij hoe onze samenleving verandert. Maar het leidt wel tot een verbrokkeld beeld. Zo helder als het 112-concept is, zo onduidelijk is het als je aangifte wilt doen. Is het bureau in de buurt altijd open, of alleen een dagdeel in de week? Kan ik meteen aangifte doen, of moet dat via internet of op afspraak? Mensen moeten uiteindelijk gewoon weten waar ze terecht kunnen, zodra dat nodig is, en dat is nu niet het geval. Het CDA vindt daarom dat de politie moet komen tot één landelijk serviceconcept. Veiligheid begint bij mensen thuis. Verantwoordelijke mensen die zich gedragen op basis van fatsoen, die rekening houden met anderen, die anderen durven aan te spreken. Maar pal daarachter staat de overheid, de politie. Alleen als burgers het vertrouwen hebben dat de politie nabij is, dán kunnen zij hun eigen rol oppakken. De wijkagent in de wijk, surveillerende agenten op straat, noodhulp als je 112 belt. Maar ook: een plek waar je naartoe kunt om aangifte te doen, om advies te vragen, om een misstand te melden. Een ankerpunt: het politiebureau. Juist de nabijheid van politiebureaus is zo belangrijk. Het is zelfs een essentieel onderdeel van kwaliteit. Dienstverlening die dichtbij, dienstbaar en direct is. En dat is niet alleen een belang van burgers, maar ook van politiemensen zélf. De schaalvergroting, het sluiten van diverse politiebureaus en zeker de forse personele krapte van dit moment leidt ertoe dat ook politiemensen zelf met lede ogen aanzien hoe hun normale, dagelijkse contact met burgers minder wordt. Ook zij willen dicht bij, dienstbaar aan, direct opkomen voor burgers. Ook als er (nog) geen incident is. Dát is de basis van onze Nederlandse politie. Het CDA heeft 70 lokale afdelingen gevraagd onderzoek te doen naar de nabijheid van en aangifte-mogelijkheden bij de politie in hun eigen gemeente. Daaruit blijkt dat er een grote verscheidenheid is. In sommige steden kun je zonder afspraak aangifte doen, in andere steden moet je juist wél een afspraak maken. In sommige dorpen houdt de wijkagent elke maandagavond een spreekuur. In een volgende gemeente op donderdagavond en in veel gemeenten zijn helemaal geen spreekuren met de wijkagent te vinden. We zien dat de politie de laatste jaren minder aanwezig is in wijken en dorpen. Politiebureaus worden gesloten, wijkagenten komen niet toe aan hun eigenlijke werk, en alleen na het maken van een afspraak kan er aangifte worden gedaan. Vaak zijn niet de behoeften van burgers, maar de processen en de efficiëntie van de politie hierin leidend. Zeker in de meer landelijke gebieden zien we een grote afstand tussen buurten en dorpen en het dichtstbijzijnde politiebureau. Ik vind dat ook hier de service op orde moet blijven. Bijvoorbeeld door bij mensen thuis aangiftes op te nemen, ouderen of mensen die minder goed ter been zijn worden zo geholpen. Maar ook gezien de huidige personele krapte is het nodig te komen tot één herkenbaar serviceconcept. Veiligheid begint bij burgers zelf. Maar daar moet de politie pal achter staan. Dichtbij, dienstbaar en direct. Alleen dan kan de samenleving veiligheid creëren. En dat is iets wat wij allemaal willen. Dat de politie mee gaat met haar tijd, met pop-up bureaus, twitterende wijkagenten en vlogs, daar is niks mis mee. Maar er is ook werk aan de winkel als het gaat om de benaderbaarheid en toegankelijkheid van de politie voor burgers, zeker als ze aangifte willen doen. Dat kan stukken duidelijker en daarmee beter. Door CDA Tweede Kamerlid Chris van Dam, woordvoerder politie en oud politieagent

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.