De coalitie bestaande uit NieuweLijn, CDA, PvdA, GroenLinks,
SGP-CU en GemeenteBelangen hebben in het bestemmingsplan buitengebied op 23
maart jl besloten om een 245 dagen commerciële verhuurplicht op te leggen aan
tweede vakantiewoning eigenaren. Dit zou de Raad eerder hebben besloten. Maar
klopt dat wel?
Bovendien voelt het college van burgemeester en wethouders
zich gedwongen om een #EenVandaag reportage hierover te bestempelen als een
tendentieus wijze van journalistiek.
EenVandaag zou volgens de woordvoerder van de gemeente niet duidelijk
hebben gemaakt wat het bestaande beleid is ten aanzien van vakantieparken a la
de Vliegden en de Beekhorst. Zoals blijkt uit een krantenbericht van 08 april.
1. Stelling: EenVandaag heeft een tendentieuze reportage van
het beleid van wethouder Scholten gemaakt.
Op basis van de Algemene wetbestuursrecht moet een besluit
door de gemeente bekend gemaakt worden aan een belanghebbende. Anders werkt een
besluit niet. Een besluit kan je dus niet even stiekem nemen, als gemeente.
In dit geval is vastgesteld dat de eigenaren nooit direct
geïnformeerd zijn over het beleid van de 245 commerciële verhuurdagen plicht.
EenVandaag vroeg aan wethouder Scholten waarom niet? Een dergelijke
verhuurplicht van 245 dagen raakt immers direct het eigendom van een
vakantiewoning eigenaar en dus wordt hij
of zij direct in het belang geraakt. De vakantiehuis eigenaren zijn daarmee
direct belanghebbenden in de zin van de
wet. Epe had direct de belanghebbende moeten informeren over de 245 dagen
verhuurplicht, dat doet ze ook bij de verhoging van de ozb belasting. De
feitelijke situatie dat je eigenaar bent van zo’n tweede vakantiewoning is
daarbij doorslaggevend. Een indirecte bekendmaking via de plaatselijke krant is
niet zorgvuldig geweest richting deze vakantiehuis eigenaren. Ze wonen elders
dus lezen ze niet standaard elke week de plaatselijke Epese krant. Dus is de
vraag van EenVandaag, waarom een ozb verhoging wel direct gemeld wordt aan de vakantiehuiseigenaar
en een commerciële verhuurplicht niet, op te vatten als een feitelijke vraag
naar de waarheid en daarmee te bestempelen als een logische vraag.
Deze stelling is niet waar!
2. Stelling: Het beleid van de 245 dagen commerciële verhuurplicht
voor particuliere tweede vakantiewoningen was in 2009, in 2010 en 2016 was
bekend en dus kon het onverkort in het bestemmingsplan buitengebied vastgelegd
worden!
In 2009 heeft de Raad de “Beleidsregel bedrijfsmatige
exploitatie recreatieverblijven (recreatiewoningen/stacaravans > 55m2)
gemeente Epe” vastgesteld.
De Raad heeft zich hierbij laten leiden door provinciaal
beleid. Zo gold de eis dat de bedrijfsexploitatie van een vakantiewoning alleen
toegestaan als er sprake is van een
bedrijf of van een stichting enz die daadwerkelijk logies aanbiedt. De Raad
heeft alleen voor die gevallen de 245 dagen regel verplicht gesteld. Deze
commerciële verhuur moet wel privaatrechtelijk verder afgesproken worden tussen
het verhuurbedrijf met de eigenaren van
vakantiehuizen. Over de resterende vrije periode van 120 dagen per jaar is de
eigenaar geheel vrij t.a.v. het eigen gebruik, onverminderd het verbod op
permanente bewoning. Hij houdt de beheerder/ het verhuurbedrijf hierover steeds
op de hoogte.
De Vliegden en Beekhorst zijn bestaande vakantieparken
zonder tussenpersoon of verhuurbedrijf. Het zijn dus individuele
vakantiewoningen zonder verhuurbedrijf. Kortom die beleidsregel van de 245
dagen commerciële regel is niet van toepassing op dit type bestaande particuliere
vakantiewoning. Niet in 2009, dus ook niet in 2010 en 2016.
Dat er een verschil was tussen commerciële
vakantiehuisparken en situaties a la de Vliegden heeft de Raad in 2009 zeer
goed begrepen. Daarover zegt ze heel duidelijk in diezelfde beleidsregel ;
“……niet-commerciële recreatiewoningen die niet op een
bedrijfsmatig geëxploiteerd recreatiecomplex/terrein staan is het gestelde
onder II.1 moeilijk handhaafbaar, zodat in beginsel niet zal worden gehandhaafd
op deze eis (lage prioriteit).
Zie ook de definitie “recreatiewoning” in het
bestemmingsplan “Buitengebied” waarbij de eis van permanente bedrijfsmatige
verhuur niet wordt geformuleerd…..”
Kortom de Raad heeft heel duidelijk geen commerciële verhuurplicht willen
opleggen aan vakantiehuiseigenaren zoals vb. van de Vliegden en Beekhorst. Het
beleid van 2010 en 2016 heeft geen enkele verandering teweeg gebracht tussen
commerciële bedrijven met een 245 dagen verhuurplicht en tweede
vakantiehuiseigenaren die een dergelijke plicht niet hebben.
Deze stelling is dus niet waar!
Gemakshalve wordt door de wethouders vergeten dat de
allerhoogste rechter er in het verleden ook als eens kristalhelder over
geoordeeld heeft. Het ging toen over de
commerciële verhuurplicht bij de vakantiewoningen op het park “Rabbit Hil”, een
bungalowpark gelegen aan de Soerelseweg te Epe. Ook toen wilde dezelfde
wethouder Van Nuijs de 245 dagen commerciële verhuurplicht via het
bestemmingsplan dicht timmeren. Dus overwoog de Rechter:
“… Onduidelijk is hoe de gemeente Epe zich thans de
verwezenlijking van de bedrijfsmatige exploitatie van bungalows, die in
particulier eigendom zijn en die thans niet bedrijfsmatig worden geëxploiteerd,
hebben voorgesteld…..”
Daar waar de gemeente onduidelijk is, levert dat meteen een
gerechtelijke streep door de rekening. De Rechter heeft nog terecht
overwogen:
“In het licht van het voorgaande is het onbegrijpelijk dat
een zodanige regeling wederom in het voorliggende plan is opgenomen.”
Beide stellingen zijn niet volstrekt waar.
Tot slot, vind ik het schandalig dat de Raad zich heeft
laten inpakken door de PvdA en NieuweLijn. En straks beginnen ze doodleuk met
de handhaving van dit alles. Dan zal het daarbij moeten gaan of de vakantiehuis
eigenaren zich voldoende hebben ingespannen om hun huis te verhuren. Hoe gaat
wethouder Scholten dat controleren? Hij heeft er geen antwoord op willen geven
toen ik hem dat tijdens het debat van 23 maart vroeg. Als het moeilijk wordt, geeft
hij geen antwoord maar duikt deze wethouder in de brede steun van NieuweLijn
CDA PvdA GroenLinks SGP-CU en GemeenteBelangen. Hij is immers van plan om
€800.000,- handhavingskosten uit te gaan geven onder meer aan dit project dat
niet te controleren valt. Het geluid van de applausmachine hoor ik al aan staan
aan.
Dat vind ik met recht een tendentieuze wijze van besturen,
en dat roept terecht emoties op.
De beleidsregel:
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Epe/120270/120270_1.html