Poliflw

Vandaag debatteerde de gemeenteraad over de komst van deelfietsen en elektrische deelscooters naar de Hofstad. Free floating deelfietsen kun je met een app van het slot halen, gebruiken en achterlaten waar en wanneer je wilt. Reuze handig voor de laatste kilometers van bijvoorbeeld het station naar je werk. En op termijn kan het ervoor zorgen dat mensen hun eigen (tweede) niet meer nodig hebben. Maar, eerder leidde de deelfietsen tot chaos in Amsterdam en Rotterdam: uitpuilende fietsenrekken, stoepen die geblokkeerd werden en rondslingerende fietsen in bosjes. Den Haag start nu eerst een proef met twee aanbieders van deelfietsen en één aanbieder met elektrische scooters. Is de stad er klaar voor?

De PvdA vindt het goed dat er nu op een gecontroleerde manier gestart worden met drie aanbieders en een maximaal aantal fietsen en scooters, en dat na een half jaar gekeken wordt hoe de proef verloopt en afspraken worden nagekomen. Zo moeten kapotte fietsen snel van straat worden gehaald, en zijn de bedrijven verantwoordelijk voor het herverdelen van de fietsen over de stad – zodat niet alle fietsen op één plek belanden. Toch zijn er zorgen: zijn de afspraken hard genoeg? En welke mogelijkheden hebben we als gemeente om in de grijpen als het niet goed gaat, behalve de vergunning van de aanbieder intrekken?

Na de proef kijkt het stadsbestuur aan welke aanvullende voorwaarden de aanbieders moeten voldoen. Een minimum bezetting zou dan een goed idee zijn: de fietsen moeten daadwerkelijk meerdere keren per dag gebruikt worden, anders slingeren ze door de stad en is het duidelijk dat mensen door deelfietsen niet hun eigen (tweede) fiets de deur uit doen. Ook moeten we scherp in de gaten houden dat als te veel fietsen op één plek belanden, bijvoorbeeld in het centrum, deze gebieden worden uitgezonderd en fietsen hier niet geparkeerd mogen worden. Ook staat privacy voorop: in december was een van de aanbieders die in Den Haag aan de slag gaat in opspraak omdat ze privacywetgeving overtreden. Dat kan niet de bedoeling zijn.

Kortom: deelfietsen dragen bij aan betere bereikbaarheid in de stad, maar we houden een vinger aan de pols. De komende maanden zal moeten blijken of deelfietsen en Den Haag een goede tandem zijn.

Het bericht Deelfietsen: gaaf, maar chaos voorkomen verscheen eerst op PvdA Den Haag.

1). Bent u bekend met het artikel ’Facelift nodig in winkelstraat’ in De Telegraaf van 10 januari jl.? (1)

2). Ondernemers uit de Paul Krugerlaan uiten hun zorgen en vragen om een oppepper voor de straat. In het coalitieakkoord staat; ‘De gemeente Den Haag zal de Haagse Markt opnemen als volwaardig onderdeel van de Citymarketing, waarbij de Hoefkade en de Paul Krugerlaan als rode lopers richting de Haagse Markt zullen fungeren’. Kunt u al wat meer zeggen over de invulling en het tijdpad hiervan?

3). Om het toekomstige winkelaanbod beter aan te laten sluiten bij het karakter en diversiteit van de Paul Krugerlaan is het van belang dat er kritisch gekeken wordt naar de potentiële huurders van de panden. Teveel van hetzelfde is niet goed voor de straat. Bent u bereid om te onderzoeken of branchering in de Paul Krugerlaan een positief effect zou kunnen hebben? Zo nee, waarom niet?

4). Ben u bereid om het betegelde Paul Krugerplein groener en sfeervoller te maken, met een duidelijke entree? Zo nee, waarom niet?

5). De ondernemers geven aan dat de prullenbakken te vaak overlopen, is het mogelijk om deze vaker te laten legen? Zo nee, waarom niet?

6). Bent u bereid om de winkeliers te helpen bij het opzetten van een winkeliersvereniging, wellicht met behulp van een (tijdelijke) winkelstraatmanager? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Raadslid Ralf Sluijs: “Bruiloften, feesten en partijen voor de komende lente en zomer worden rond deze tijd geboekt!”

Het is onzeker of er komende zomer strandpaviljoens staan op het noordelijke deel van Scheveningen. De strandondernemers betwijfelen of de boulevard half mei klaar afgerond is. Deze datum is cruciaal. Als die niet wordt gehaald, kunnen zij geen lucratief seizoen draaien. “Ze staan voor een enorm dilemma”, schrijft AD Haagsche Courant. Hart voor Den Haag/Groep de Mos deelt de zorgen van de ondernemers.

De keiharde toezegging van wethouder Boudewijn Revis dat de noordelijke boulevard van Scheveningen op 15 mei wordt opgeleverd, wordt door de ondernemers in twijfel getrokken. “Er zijn gegronde twijfels over de haalbaarheid van die datum”, zegt Jon van den Ende, adviseur in onteigeningszaken, die vijf van de zes strandondernemers vertegenwoordigt. Zelfs als er al kan worden opgeleverd en de ruim twee maanden vertraging die aan het begin is opgelopen, wordt ingelopen, is de boulevard volgens hem verre van klaar om er badgasten, bezoekers en toeristen te kunnen ontvangen. Volgens Van den Ende zijn ‘zijn’ cliënten, onder wie de bekende strandondernemer Peter Ludovici, bij de complexe vernieuwing van de boulevard afhankelijk van de gemeente. “De verhouding met de gemeente is goed, iedereen is van goede wil. Maar er is grote verbazing over de stelligheid van de opleverdatum.”

Het stelt de strandondernemers voor een groot dilemma, zeggen ze in het AD. “Ondernemers moeten nú al voorbereidingen treffen voor het seizoen: personeel aannemen, opslagruimte van hun paviljoen opzeggen etc. Ook het aannemen van boekingen voor feesten en huwelijken zou nu in volle gang moeten zijn. Maar de ondernemers zijn huiverig, want je kunt het moreel niet maken om tegen 15 mei die mensen te moeten afzeggen, omdat de boulevard niet klaar is en jij als ondernemer niet kan draaien.”

Raadslid Ralf Sluijs van Hart voor Den Haag/Groep de Mos deelt de zorgen van de ondernemers. “Als voormalig horecaondernemer weet ik hoe belangrijk het is om bepaalde zekerheden te hebben. Bruiloften, feesten en partijen die komende lente en (na)zomer gaan plaatsvinden moeten nú ‘geboekt’ worden, maar dan moet je wel zekerheid hebben dat je ook kunt leveren. Niemand wil twijfels hebben of de mooiste dag van hun leven wel doorgaat of niet”, zegt Sluijs. In 2018 konden de paviljoenhouders hun strandtent al niet opbouwen. “Nog een jaar missen zou bijzonder pijnlijk zijn. Ze hebben allemaal keihard gewerkt aan hun bedrijf en willen doorgaan met de door hen eigenhandig opgebouwde reputatie. Een ondernemer wil ondernemen en niet in de wachtkamer zitten terwijl de zon schijnt”, aldus Sluijs.

1). Bent u bekend met het artikel ‘Boulevard verre van klaar in mei’ uit AD Haagsche Courant van zaterdag 12 januari jl. en klopt dit bericht? (1)

2). Ondernemers uiten hun twijfels over de door de wethouder gedane toezegging dat de noordelijke boulevard van Scheveningen op 15 mei wordt opgeleverd. Kunt u deze twijfels wegnemen? Zo nee, waarom niet?

3). De ondernemers zeggen het volgende: “De boulevard is dan nog (15 mei) werk in uitvoering, omdat onder meer de parkeergarage, winkels en kiosken nog niet klaar zijn, de toplaag nog niet op de boulevard ligt en er nog volop wordt gebouwd. Ook de tunnelbuis naar de parkeergarage moet nog worden aangelegd, waarvoor de boulevard voor een deel opnieuw op de schop gaat.” Is dit correct? Zo nee, wat is er niet correct?

4). Bent u het met Hart voor Den Haag/Groep de Mos eens dat nog een jaar moeten missen schadelijk is voor de reputatie, naamsbekendheid en opgebouwde reserves van de ondernemers? Zo nee, waarom niet?

5). De ondernemers moeten veel voorbereidingen treffen om hun bedrijf te kunnen laten starten; logistiek, personele bezetting, wel of niet aannemen van feesten en partijen etc. Welke zekerheden kunt u de ondernemers bieden?

Ralf Sluijs

Door de komst van woningen en hotels in de Haven kunnen ondernemers over steeds minder kaderuimte beschikken in de Scheveningse haven. De ruimte voor havengebonden ondernemingen wordt stukje bij beetje steeds verder ingeperkt. ChristenUnie/SGP-fractievoorzitter Pieter Grinwis maakt zich hier grote zorgen over:  “Het stadsbestuur staat erbij en kijkt ernaar. Waar is hun kloppende hart voor de Scheveningse haven gebleven? Ik roep het stadsbestuur op onomwonden voor de haven als maritieme banenmotor te kiezen en havengebonden bedrijven meer ruimte te bieden. Kostbare kaderuimte inleveren voor een hotel, zoals nu gebeurt aan de Dr. Lelykade, dat is toch niet te geloven? En ik ben bang dat de bouw van het hotel aan het Adriaan Maasplein ook weer voor ondernemers bruikbare kaderuimte gaat kosten. Dat mag niet gebeuren."

Pieter Grinwis vervolgt: "Het college lijkt te vergeten dat de haven in de eerste plaats een plek is om te werken. De meest recente cijfers die we hebben, laten zien dat 1.330 mensen voor hun brood afhankelijk zijn van havengeboden banen. En we willen toch dat dat aantal groeit in plaats van krimpt? Het is helaas exemplarisch dat de ontwikkeling van het Noordelijk Havenhoofd is begonnen met de bouw van een hotel en niet met de broodnodige renovatie van de visafslag, waar de gemeente tot op heden weigert om financieel over de brug te komen."

De ChristenUnie/SGP heeft vanwege genoemde zorgen schriftelijke vragen gesteld over het verdwijnen van kaderuimte. En deze fractie heeft ook een voorstel gedaan om de haven voortaan beter te beschermen, namelijk door een Haventoets. Grinwis: “Naast de overmatige woning- en hotelbouw, organiseert de gemeente Den Haag graag grote publieksevenementen als de Volvo Ocean Race en Sail. Maar bij dit soort grootschalige evenementen, bouwontwikkelingen en andere veranderingen, zoals bij parkeerbeleid en verkeersingrepen op bijvoorbeeld de Westduinweg, moet het belang van de haven voorop staan en ten minste expliciet worden meegewogen. Daarom ons pleidooi voor een Haventoets, waarbij we kijken wat de invloed van maatregelen is op de bedrijvigheid en kaderuimte in de haven. Dat zorgt ervoor dat er ambtelijk voortaan altijd ten minste één bondgenoot van maritieme ondernemers en Scheveningse vissers is die dwars voor voor de haven slechte ontwikkelingen gaat liggen. Zo kunnen we in de toekomst fiasco’s als woningbouw veel te dicht op de kade en de bouw van een hotel ten koste van ligplaatsen voorkomen.”

20181116 Schriftelijke vragen betreffende zorgen over vitaliteit haven.pdf

Door de komst van woningen en hotels in de Haven kunnen ondernemers over steeds minder kaderuimte beschikken in de Scheveningse haven. De ruimte voor havengebonden ondernemingen wordt stukje bij beetje steeds verder ingeperkt. ChristenUnie/SGP-fractievoorzitter Pieter Grinwis maakt zich hier grote zorgen over:  “Het stadsbestuur staat erbij en kijkt ernaar. Waar is hun kloppende hart voor de Scheveningse haven gebleven? Ik roep het stadsbestuur op onomwonden voor de haven als maritieme banenmotor te kiezen en havengebonden bedrijven meer ruimte te bieden. Kostbare kaderuimte inleveren voor een hotel, zoals nu gebeurt aan de Dr. Lelykade, dat is toch niet te geloven? En ik ben bang dat de bouw van het hotel aan het Adriaan Maasplein ook weer voor ondernemers bruikbare kaderuimte gaat kosten. Dat mag niet gebeuren." 

Pieter Grinwis vervolgt: "Het college lijkt te vergeten dat de haven in de eerste plaats een plek is om te werken. De meest recente cijfers die we hebben, laten zien dat 1.330 mensen voor hun brood afhankelijk zijn van havengeboden banen. En we willen toch dat dat aantal groeit in plaats van krimpt? Het is helaas exemplarisch dat de ontwikkeling van het Noordelijk Havenhoofd is begonnen met de bouw van een hotel en niet met de broodnodige renovatie van de visafslag, waar de gemeente tot op heden weigert om financieel over de brug te komen."

De ChristenUnie/SGP heeft vanwege genoemde zorgen schriftelijke vragen gesteld over het verdwijnen van kaderuimte. En deze fractie heeft ook een voorstel gedaan om de haven voortaan beter te beschermen, namelijk door een Haventoets. Grinwis: “Naast de overmatige woning- en hotelbouw, organiseert de gemeente Den Haag graag grote publieksevenementen als de Volvo Ocean Race en Sail. Maar bij dit soort grootschalige evenementen, bouwontwikkelingen en andere veranderingen, zoals bij parkeerbeleid en verkeersingrepen op bijvoorbeeld de Westduinweg, moet het belang van de haven voorop staan en ten minste expliciet worden meegewogen. Daarom ons pleidooi voor een Haventoets, waarbij we kijken wat de invloed van maatregelen is op de bedrijvigheid en kaderuimte in de haven. Dat zorgt ervoor dat er ambtelijk voortaan altijd ten minste één bondgenoot van maritieme ondernemers en Scheveningse vissers is die dwars voor voor de haven slechte ontwikkelingen gaat liggen. Zo kunnen we in de toekomst fiasco’s als woningbouw veel te dicht op de kade en de bouw van een hotel ten koste van ligplaatsen voorkomen.”

The Fake News Seminar has been a success thanks to the contribution of our wonderful speakers Jasper Zuure, Medeni Sungur, Tamar Giorgobiani, Amer Tikveša and our moderator Desiree Hoving! Hosted by D66 Internationaal, welcoming speech by Coen Brummer.

De Haagse oud-wethouder Karsten Klein gaat aan de slag voor een programma van de rijksoverheid om aanbestedingen beter te laten verlopen. Als 'aanjager' van het programma Beter Aanbesteden begeleidt de oud-wethouder mkb-ondernemers om aanbestedingen binnen te slepen. Het gaat om een deeltijdbaan. Klein blijft actief als CDA-fractievoorzitter in de Haagse gemeenteraad. Klein noemt het een eer dat hij hiervoor is gevraagd. 'Ik kan mijn ervaring om partijen bij elkaar te brengen hiervoor goed gebruiken', zegt de oud-wethouder van Economische Zaken. 'Het bedrijfsleven is bij dit programma gebaat', aldus Klein, die vorige week aan zijn nieuwe baan begonnen is. Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken kondigde 'de nieuwe aanjager' aan in een brief aan de Tweede Kamer. 'Hij heeft zich in Den Haag sterk gemaakt voor het midden- en kleinbedrijf. Ik heb er alle vertrouwen in dat hij overheden en ondernemers weet te verbinden om de aanbestedingspraktijk te verbeteren', aldus de staatssecretaris. @OmroepWest

“Ondernemers moeten ondersteund worden zodat klanten kunnen komen en moeten makkelijker hun winkels bevoorraden” De CDA-fractie heeft onlangs weer een bezoek gebracht aan de Schilderswijk. Tijdens dit bezoek hebben Karsten Klein en Ismet Bingöl gesproken met verschillende ondernemers, de winkeliersvereniging en bewoners uit de wijk. Naar aanleiding van dit bezoek pleit de fractie voor de invoering van de zogeheten groengele zone op de Hobbemastraat; kortparkeren voor 10 cent per uur. Uit de gesprekken op de Hobbemastraat blijkt dat veel ondernemers problemen ondervinden doordat er onvoldoende parkeergelegenheid is voor klanten en leveranciers. Er geldt namelijk geen winkelstraatregeling, wat inhoudt dat er geen limiet zit aan de parkeertijden voor auto’s met een bewonersvergunning. In de praktijk betekent dit dat de parkeervakken altijd bezet zijn en er geen parkeerplek is voor de winkeliers en hun klanten. Daarom pleit het CDA ook hier voor het invoeren van de zogeheten groengele zone; bezoekers betalen voor de eerste twee uur slechts 10 cent per uur voor het parkeren van hun auto. Karsten Klein: “De ondernemers staan te popelen om de Hobbemastraat nog meer op de kaart te zetten als volwaardige winkelstraat. Het invoeren van een groengele zone zoals dat eerder op CDA-initiatief in verschillende winkelstraten is gebeurd, is ook hier een goede eerste stap voor de winkeliers en maakt het aantrekkelijker voor bezoekers om hun inkopen te doen in de Hobbemastraat.” Ook geven ondernemers aan moeite te hebben met laden en lossen. Er zijn op het moment slechts twee laad- en losplaatsen. De afstand tussen de laad- en losplaats en de winkel is voor veel ondernemers te groot. “We moeten het ondernemers van de Hobbemastraat makkelijker maken om te laden en te lossen. In de huidige situatie moeten ze de halve straat doorlopen met soms hele zware of omvangrijke producten voor hun winkels. Als we meer laad- en losplaatsen creëren kunnen ze dichterbij hun winkel laden en lossen, wat een hoop werk scheelt,” aldus CDA’er Ismet Bingöl.

CDA'ers Kavish Partiman en Ismet Bingöl brachten een bezoek aan Winkelcentrum Leyweg. Uit gesprekken met bewoners en ondernemers blijkt dat er wens is naar meer handhavers en meer cameratoezicht. Meerdere ondernemers klagen over diefstal, hangjongeren en gebrek aan normen en waarden bij bezoekers van dit winkelcentrum. Dit uit zich in troep op straat en bedreigingen naar de ondernemers. Naar aanleiding van dit bezoek stelt het CDA Den Haag het college de vraag of ze bereid zijn om meer handhavers en cameratoezicht te regelen om de veiligheid te waarborgen en het winkelplezier te vergroten in de Leyweg. Ook vraagt het CDA naar de voortgang van de herontwikkeling van dit gebied. Wilt u ook dat het CDA bij u langs komt? Neem dan contact op via cda@denhaag.nl.