Nieuws van politieke partijen over D66 inzichtelijk

4 documenten

Niets doen is geen optie

ChristenUnie ChristenUnie D66 VVD CDA Nederland 10-09-2020 19:14

Door Joël Voordewind op 10 september 2020 om 21:11

Gisteren zagen we het inferno op Lesbos. We zagen de beelden van mensen in paniek, zwervend over het eiland, zonder eten en onderdak. De tragische situatie die er al veel langer is op Lesbos, is na de brand extra schrijnend geworden. U weet dat we al langer voor en achter de schermen aandringen op hulp voor de meest kwetsbaren op dat eiland. U weet dat we al langer kinderen in Nederland willen opvangen. U weet dat we hier binnen de coalitie veel gesprekken over voerden die tot afspraken over hulp ter plekke hebben geleid, maar tot nu toe niet tot opvang in Nederland.

Na de brand van gisteren zijn we opnieuw het gesprek aangegaan om kinderen ook hier hulp te bieden. Het geeft me een naar gevoel om zo over mensen, over ‘aantallen’ te onderhandelen, alsof het abstract is en geen kwestie van mensenlevens. Maar we voerden de strijd júist om een verschil te maken voor die kwetsbare mensen, die acuut hulp nodig hebben. Het valt me zwaar om te bedenken dat we maar een beperkte groep kunnen helpen. Jullie voelen dat ook zo, dat blijkt uit de vele reacties die we krijgen. Maar voor de mensen om wie het gaat is het een hemelsbreed verschil.

En dus was voor ons niets doen geen optie.

Vandaag hebben we met VVD, CDA en D66 afspraken kunnen maken over opvang in Nederland. Gisteravond heeft de Europese Unie al vierhonderd kwetsbare, alleenstaande kinderen van Lesbos naar het Griekse vasteland overgebracht. Nu hebben we afgesproken dat Nederland daar vijftig kinderen van op zal nemen. Bovendien neemt Nederland nog vijftig kwetsbare mensen op, voornamelijk vrouwen en kinderen.

Deze afspraken komen op de bestaande afspraken. We trekken 4 miljoen euro uit voor de opvang van alleenstaande kinderen op het Griekse vasteland. Deze maand komen de eerste kinderen in de opvanghuizen. Het eerste opvanghuis is al klaar. Nederland moet zo snel mogelijk 50 kinderen opnemen, wat in de loop van drie jaar oploopt tot 500 kinderen. Zij krijgen opvang, onderdak en voogdij. Daarnaast verandert er niets aan de 1 miljoen euro voor humanitaire hulp die het kabinet gisteren al had toegezegd.

Nederland neemt nu verantwoordelijkheid. Er is nu een acute crisis gaande en Nederland neemt nu toch een aandeel.

Maar laat ik er niet omheen draaien. Het is en blijft een compromis binnen de coalitie en dat soort afspraken kom altijd met stevige kanttekeningen. Met rauwe kanten, waar je kritisch op kunt zijn en waar ook wij kritisch op zijn.

De groep van 100 mensen die naar Nederland komt, valt onder de groep van 2000 vluchtelingen die we volgens bestaande afspraken in een periode van vier jaar een thuis zouden bieden in Nederland. Het cynisme van de politieke afspraken is dus dat de vluchtelingen die we helpen in deze crisissituatie, niet bovenop de aantallen vluchtelingen komen die we hadden toegezegd op te nemen. Ik zei het al: dat praten over aantallen, dat voelt sowieso cynisch.

Maar met de vlammen van Lesbos voor ogen, was niets doen geen optie.

Sommigen zullen zeggen: had het kabinet dan laten vallen. Maar dan hadden we helemaal niets kunnen betekenen voor deze mensen die komen uit de hel van Lesbos.

Ik vind dat Nederland barmhartiger kan zijn bij het opvangen van vluchtelingen. Onze inzet is daar dan ook steeds op gericht. We blijven ons inzetten voor een barmhartiger vluchtelingenbeleid. We zetten ons in voor een Europese aanpak waarin alle 13.000 vluchtelingen een dak boven hun hoofd hebben.

We zullen er scherp op toezien dat de uitvoering van de afspraken daadwerkelijk bijdraagt aan een rechtvaardiger asielbeleid. Mijn en onze inzet gaat door.

Opvang op Lesbos moet beter, de Europese Commissie moet in actie komen. Turkije-deal werkt niet goed

ChristenUnie ChristenUnie D66 Nederland 18-02-2019 10:04

Door Joël Voordewind op 18 februari 2019 10:49

Opvang op Lesbos moet beter, de Europese Commissie moet in actie komen. Turkije-deal werkt niet goed

De EU moet meer doen om de opvang van mensen te verbeteren en de Griekse asielprocedures te versnellen, dat zeggen Maarten Groothuizen ( asielwoordvoerder D66) en ik na een bezoek aan Lesbos.

Op het Griekse eiland Lesbos spreken we Ali, die al jaren op de vlucht is voor de oorlog in zijn vaderland Syrië. Hij vreesde voor zijn leven door de dienstplicht in het leger van Assad, maar verwachtte niet dat hij moest overleven in de wintersneeuw en de onhygiënische omstandigheden in het opvangkamp Moria. Hij is slechts één van de vele vluchtelingen die ons vertelde over hun schrijnende omstandigheden.

Hier wordt elke dag duidelijk dat kwetsbare mensen de dupe zijn van trage procedures en een wijze van opvang die soms ver onder de maat is, terwijl er dagelijks nieuwe mensen bij komen. In 2018 kwamen, volgens het Europese grensagentschap Frontex, alleen al op Lesbos 18.000 vluchtelingen aan land.

De opvangfaciliteiten zijn hier niet op berekend. Waar slechts ruimte is voor ruim 3300 mensen, wonen er nu 5000. De overbevolking zorgt voor veel menselijk leed. Naast de wooncontainers staan ook nog veel tentjes binnen het kampterrein. Er zijn te weinig voorzieningen, zoals wc's en douches en mensen staan uren in de rij voor hun eten. Mensen ontvluchten het overbevolkte kamp door in een olijfbomengaard naast het kamp een tentje op te zetten. Via geïmproviseerde stroomkabels tappen ze stroom vanuit het hoofdkamp. Deze uitbreiding wordt 'de jungle' genoemd. Hier is weinig menselijke waardigheid te bekennen.

Terug in het echte kamp horen we over andere problemen. In Moria is er op dit moment slechts één arts Griekse arts werkzaam, terwijl de medische en psychische nood hoog is. Op de afdeling voor alleenstaande minderjarigen zitten jongeren letterlijk op elkaars lip. Hun trauma's leiden tot automutilatie en soms zelfmoordpogingen. Geweld en seksueel misbruik komen veelvuldig voor.

Een aantal NGO’s dicht het gat dat de autoriteiten laten vallen. De Stichting Bootvluchteling heeft bijvoorbeeld een aanvullende medische post opgezet en runt het enige schooltje in het kamp. Volgens hen zouden ook de al aanwezige wooncontainers in het kamp gestapeld kunnen worden waardoor er binnen het kamp uitbreiding kan komen.

De organisatie Movement on the Ground heeft een deel van de ‘jungle’ op de schop genomen, waardoor mensen op een verharde ondergrond en met voorzieningen in goede en veilig verwarmde tenten kunnen verblijven. Deze organisaties handelen waar Griekenland dat nalaat, maar ontvangen daarvoor geen EUgeld.

Het is beschamend om te zien hoe het drie jaar na de EU-Turkije verklaring nog steeds niet lukt om te voorzien in fatsoenlijke opvang. Dat kan en moet beter. De EU moet veel beter toezicht houden op de leefomstandigheden ter plekke en sancties overwegen als de situatie niet verbetert. Organisaties die verlichting bieden moeten door de EU worden ondersteund.

Daarnaast moeten de structurele tekortkomingen worden aangepakt. De Nederlandse vice- voorzitter Timmermans van de Europese commissie heeft de EU-Turkije verklaring bij herhaling verdedigd. Hij moet nu ook verantwoordelijkheid nemen voor een goede uitvoering. De trage Griekse asielprocedure zijn een belangrijke bottleneck. De EU moet Griekenland veel meer hulp bieden bij het ontwerpen en uitvoeren van goede en snelle asielprocedures . De EU moet er bij Turkije op aandringen dat de grenzen beter bewaakt worden, zodat de ongecontroleerde toestroom stopt. De EU-Turkije verklaring voorziet in een mechanisme om mensen die geen recht hebben op asiel terug te sturen naar Turkije en daarvoor mensen die dat recht wel hebben, te hervestigen in Europa. Dit gebeurt echter nauwelijks, terwijl dat dé manier is om het businessmodel van de mensensmokkelaars te doorbreken.

De situatie in Lesbos toont aan dat gemeenschappelijk Europees asielbeleid waarin de EU lidstaten elkaar op solidaire wijze ondersteunen dringend noodzakelijk is. Het is aan Europa om de trauma's van nieuwe Ali's in de toekomst te voorkomen door hen met menselijke waardigheid te behandelen. En ja dit is mogelijk, nu de politieke wil nog.

Maarten Groothuizen (D66) en Joël Voordewind (ChristenUnie)

D66 en CU bezoeken vluchtelingenkampen op Lesbos

D66 D66 ChristenUnie Nederland 15-02-2019 07:47

D66 en CU bezoeken vluchtelingenkampen op Lesbos

Sinds de oorlog in Syrië uitbrak, zijn er ruim 3 miljoen mensen naar Europa gekomen, waarvan een aanzienlijk deel via Griekenland en de Griekse eilanden.Ondanks de hoop op een betere toekomst die deze mensen hadden toen ze naar Europa vertrokken, is een erbarmelijke situatie hun deel geworden.

Naar aanleiding van rapporten over de omstandigheden in vluchtelingenkampen op het Griekse eiland  Lesbos, besloten D66-Kamerlid Maarten Groothuizen (D66, asiel en migratie) en ChristenUnie-Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie, asiel en migratie) zelf te gaan kijken.

Afgelopen jaar kwamen er in Griekenland 34.335 vluchtelingen binnen volgens Frontex, het Europese grensagentschap. 18.000 daarvan arriveerden via Lesbos, gemiddeld nog altijd bijna 350 per week. Op het hoogtepunt kwamen er op het Lesbos maar liefst 140.000 vluchtelingen aan in één maand, terwijl het eiland 70.000 inwoners heeft.  Op Lesbos bezoeken we de twee aanwezige opvangkampen: Moria met momenteel ongeveer 5000 mensen terwijl er slechts capaciteit is voor 3300, en Kara Tepe, een kamp voor  de meest kwetsbare gezinnen. In dit kamp verblijven maximaal 1250 vluchtelingen.

Tijdens ons bezoek worden we begeleid door de organisatie Movement on the Ground, een Nederlandse organisatie die is opgericht in december 2015, middenin de vluchtelingencrisis. Met hun filosofie ‘van kamp naar campus’ proberen ze de vluchtelingen op het kamp hun waardigheid terug te geven. Op het kamp Kara Tepe, wat we de eerste dag bezoeken, kun je goed zien hoe hun filosofie in de praktijk uitwerkt. Als we rondlopen zien we kinderen met elkaar spelen, en geïmproviseerde schoollokaaltjes in containers. Er is een woman safe space waar vrouwen onderling bij elkaar kunnen komen en er zijn kleine keukenblokken, waar de bewoners met groente uit de groentetuin zelf kunnen koken. Het doel  is om het kamp steeds meer zelfvoorzienend te maken. Inwoners die van beroep bijvoorbeeld boer, kapper of kleermaker zijn kunnen in het kamp hun kennis inzetten en overbrengen op andere inwoners. Kennis die hun later nog van pas kan komen. En het geeft de bewoners wat te doen. Want ondertussen is onduidelijk wanneer hun asielprocedure start en  hoe lang ze nog in het kamp moeten blijven.

Waar dit kamp nog wat hoop gaf dat het mogelijk is een waardig vluchtelingenkamp neer te zetten, is de sfeer in kamp Moria heel anders. Moria is een oude gevangenis, en dat is nog goed te zien door het prikkeldraad dat op veel plekken hangt. We worden rondgeleid door Ali, een 22-jarige Syrische jongen die gevlucht is en terecht kwam in de slechte omstandigheden van Moria, maar ondertussen zelf werkt voor Movement on the Ground. We worden geconfronteerd met de Griekse asielprocedure: twee  kleine kantoortjes waar een paar mensen de duizenden vluchtelingen die jaarlijks aankomen moeten registreren. Het duurt gemiddeld een jaar voordat mensen hun eerste afspraak over hun asielprocedure hebben. Het is pijnlijk om te zien dat het Griekenland niet lukt een fatsoenlijk werkende procedure op gang te zetten. Geld is in deze niet het probleem. Onkunde en onwil des te meer.

De staat van kamp Moria is niet iets wat je op Europees grondgebied zou verwachten. De overbevolking zorgt voor veel menselijk leed. Naast de wooncontainers staan ook veel tentjes binnen het kampterrein. De nauwe, donkere straatjes die dat creëert, zorgen in de avond en nacht voor onveiligheid. Er zijn te weinig wc’s en douches en mensen staan uren in de rij voor eten. Mensen ontvluchten het overbevolkte kamp door in een olijfboomgaard naast het kamp een tentje op te zetten. Via geïmproviseerde stroomkabels tappen ze stroom vanuit het hoofdkamp. Deze uitbreiding wordt ‘de jungle’ genoemd. Het is duidelijk dat met de zanderige, aflopende ondergrond deze plek met één regenbui in een modderpoel verandert. Hier is weinig menselijke waardigheid te bekennen.

Terug in het echte kamp horen we over andere problemen. In Moria is op dit moment slechts één Griekse arts werkzaam, terwijl de medische en psychische nood hoog is. Op de afdeling voor alleenstaande minderjarigen zitten jongeren letterlijk op elkaars lip. Hun trauma’s leiden tot  zelfverminking en soms zelfmoordpogingen. Geweld en seksueel misbruik komen veelvuldig voor. Meer medici aantrekken blijkt lastig. De werkomstandigheden zijn zwaar,  veel oud-medewerkers zijn bedreigd.

Een aantal NGO’s dicht het gat dat de autoriteiten laten vallen. De Stichting Bootvluchteling heeft een aanvullende medische post opgezet en runt het enige schooltje in het kamp. Movement on the Ground heeft een deel van de ‘jungle’ opgeknapt, waardoor mensen op een verharde ondergrond en met voorzieningen in goede en veilig verwarmde tenten kunnen verblijven. Deze organisaties handelen waar Griekenland dat nalaat, maar ontvangen daarvoor geen EU-geld.

Op de tweede dag vertrekken we naar het noorden van het eiland, naar de stranden waar de meeste vluchtelingen aankomen. Op het kortste stuk is de afstand tussen Lesbos en Turkije maar acht  kilometer. Je kunt de overkant makkelijk zien liggen. Het lijkt een onschuldig stukje, maar verteld wordt dat als het misgaat, dat meestal in de laatste honderden meters is. Mensen onderschatten vaak de zee, soms omdat ze deze überhaupt nog nooit hebben gezien. Ze kunnen niet of nauwelijks zwemmen, en als de rubberboot lek raakt ontstaat er paniek. De omvang van de problematiek zien we als we naar de Lifejacket Graveyard gaan. Op een afvaldump  tussen de heuvels van Lesbos ligt een stortvloed aan zwemvesten. Aan de kleur kun je zien hoe lang ze er al liggen. Een stuk of 10 fel oranje vesten liggen voor onze voeten. Waar je ook kijkt, zie je zwemvesten, kapotte rubberboten, en zelfs een kinderzwembandje.

De EU moet verantwoordelijkheid nemen

De toestanden in Lesbos laten duidelijk zien dat mensen de dupe zijn van slechte opvang en trage procedures. Er zijn een aantal zaken die snel verbeterd moeten worden. De  EU moet veel beter toezicht houden op de leefomstandigheden ter plekke en sancties overwegen als de situatie niet verbetert.  Ook moeten hulporganisaties ter plaatsen door de EU (financieel) worden ondersteund. Daarnaast moeten de structurele tekortkomingen worden aangepakt, zoals bijvoorbeeld het aantrekken van extra medisch personeel. Ook moet de EU Griekenland veel meer hulp bieden bij het ontwerpen en uitvoeren van goede en snelle asielprocedures. Tot slot moet de EU er bij Turkije op aandringen dat de grenzen beter bewaakt worden, zodat de ongecontroleerde toestroom stopt. De EU-Turkije verklaring voorziet in een mechanisme om mensen die geen recht hebben op asiel terug te sturen naar Turkije en daarvoor mensen die dat recht wel hebben, te hervestigen in Europa. Dit gebeurt echter nauwelijks, terwijl dat dé manier is om het businessmodel van de mensensmokkelaars te doorbreken. Druk vanuit de lidstaten en de Europese Commissie is en blijft nodig om de situatie te verbeteren

De situatie in Lesbos toont aan dat gemeenschappelijk Europees asielbeleid waarin de EU lidstaten elkaar op eerlijke wijze ondersteunen dringend noodzakelijk is. Het is in het belang van iedereen, óók van de Europese Unie, om samen tot een oplossing te komen en de vluchtelingen en  inwoners van Lesbos hun waardigheid terug te geven.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Door Gert-Jan Segers op 26 november ...

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks D66 CDA PvdA Leerdam 26-11-2016 14:55

Door Gert-Jan Segers op 26 november 2016 Speech tijdens het verkiezingscongres Het is een jaar geleden dat ik hier ook stond, als kersverse, nieuwe fractievoorzitter en politiek leider. En het is bijzonder om hier te staan als lijsttrekker van een prachtig team, van een prachtige lijst die hier achter mij zit en een prachtige partij, zoals die om mij heen zit. Een jaar geleden heb ik mezelf voorgesteld als een hoopvolle realist en vandaag wil ik nadenken over wat het betekent om juist nu, in deze tijd, om een hoopvol realist te zijn. En ik wil het hebben over de urgentie. Waarom het meer dan ooit van belang is om als ChristenUnie actief te zijn in ons land. Toen ik hier stond, heb ik het aangekondigd. En ik heb het gedaan. Ik ben het land in getrokken, ik heb veel mensen ontmoet, mooie mensen, mooie plekken. Velen van u heb ik ook ontmoet. Ik heb gezien dat we een land hebben dat christelijke normen en waarden hoog houdt. Een land waar onze kinderen in veiligheid kunnen opgroeien. Ook mijn kinderen, Anne, Eline en Nora. Waar zij goed onderwijs hebben, waar ze schone lucht hebben die ze kunnen inademen. Ik ben daar hoopvol over. Ik ben hoopvol over een land waar iedereen mee telt, waar iedereen er mag zijn vanaf het allereerste begin, tot de laatste snik. Een land dat vrijheid heeft, vrijheid hoog houdt. Onderwijsvrijheid, godsdienstvrijheid; in wat ik meegemaakt en gezien heb, ben ik daar hoopvol over. Hoopvol is niet het enige dat ik ben. Ik ben ook een realist. Meer dan ooit ben ik een realist. Ik heb een tocht gemaakt langs breuklijnen, langs tegenstellingen die groter worden. Kloven die groter worden, kloven tussen jong en oud, hoog en laagopgeleid, gelovig en niet-gelovig. En ze worden eerder groter dan kleiner. Bittere tegenstellingen en een samenleving waar het zoveel vaker draait om ‘mij’ dan om ‘wij met elkaar’. En we voelen allemaal aan dat de wereld na de verkiezing van Trump en de wereld na de brexit nooit meer hetzelfde zal zijn.. Ik sprak met Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, over onze samenleving. Hij liet me zien dat de zorgen is onze samenleving niet zomaar een onderbuikgevoel zijn. Maar dat deze zorgen teruggaan naar hele reële problemen. Naar mensen die lager zijn opgeleid, daarom minder verdienen, daarom korter leven en vaak minder snel een vaste baan kunnen krijgen. Harder moeten werken om het hoofd boven water te houden, minder vertrouwen in de overheid en in de politici hebben,. Ik heb gesproken met Cornel Vader, hij staat aan het hoofd van het maatschappelijk werk van het Leger des Heils. Ik sprak met hem over armoede. Het Leger des Heils is bij uitstek een organisatie die zich uitstrekt naar mensen die door niemand anders bereikt worden. Mensen aan de rafelranden van de samenleving. Ik vroeg aan hem: wat doet armoede met mensen, wat betekent dat voor mensen? En hij vertelde me dat het natuurlijk te maken heeft met geld, met het feit dat je te weinig hebt aan het eind van de maand. Maar veel meer nog dat het te maken heeft met dat die ene mens niemand anders heeft. Dat er niemand is waar ze een beroep op kunnen doen, dat er niemand is om ze te helpen om uit de schulden te komen. Dat er niemand is die ze bij de hand neemt om ze door de bureaucratische regels van de overheid heen te helpen. Dat ze stik eenzaam zijn. Dat is de ergste armoede. Dat maakt mij realistisch. En ik heb gesproken met Henk Bouma. Een man met een groot hart voor de buurt waar in hij woont, Kanaleneiland, Utrecht, een ingewikkelde wijk. Waar een man met liefde voor zijn naaste optrekt met Marokkaanse Nederlanders, vriendschappen sticht met moslims. Hen in huis neemt. Henk heeft daar een kerkelijke gemeenschap, hij woont daar, leeft daar en heeft daar zijn vrienden. En tegelijkertijd stelt hij heel scherp: de islam brengt geen vrede. En hij verwoordt iets wat zoveel mensen hem nazeggen. Hij geeft woorden aan een angst die zoveel mensen aanvoelen. Wat als dit doorgaat zoals het nu gaat. En dat maakt mij een realist. Ik heb hoop en ik houd hoop en ik zie wat er gaande is in ons land. Dat plaatst mij met twee benen op de grond, een been van hoop en een been van realisme en zo sta ik vandaag voor u. Ik wil u meenemen langs vier ontmoetingen, mensen die een verhaal vertellen, vier indringende vraagstukken waaruit blijkt dat het belangrijker is dan ooit om als ChristenUnie geloof een stem te geven in de Tweede Kamer. De eerste ontmoeting is met Inge Krooswijk uit Rotterdam. Op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis stuurde ze een mail met haar zorgen over de komst van vluchtelingen en de komst van nog meer mensen uit het Midden-Oosten, met alle vragen van dien. Ze woont in Rotterdam, daar geboren en getogen in de Maasstad. En we nodigden haar uit, samen met 20 anderen, we zaten om de tafel, Joël Voordewind en ik, en we luisterden naar hun verhalen. En ze vertelde: ‘Ik ben de enige in de portiek die Nederlands spreekt, ik kan de buren niet verstaan en ik voel me een vreemdeling in mijn eigen stad, in mijn eigen portiek.’ Dat is een reëel probleem. We zien dat we de vruchten plukken van dat wat we hebben gezaaid: integratie die veel te lang veel te vrijblijvend is geweest. Nieuwkomers zijn veel te lang en veel te vaak aan hun lot overgelaten. We zijn veel te vrijblijvend geweest in het spreken over onze cultuur, over onze normen, over onze waarden, over de Joods-Christelijke cultuur die het fundament is van onze samenleving. Een land met wortels in het Evangelie. En in dat licht is het desastreus wat de D66 nu aan het doen is; consequent de wortels van onze Joods-Christelijke samenleving aan het doorhakken. Consequent alles weghalen wat ons herinnert aan de Christelijke cultuur, alles wat zichtbaar is van die cultuur, van die normen en waarden die ons dragen. En zo wordt per opbod door veilingmeester Pechtold de Christelijke cultuur bij het oud vuil neergezet. Het is desastreus en het is slecht voor ons land en het is slecht voor nieuwkomers die niet weten in welk land ze terecht komen. Zo hak je de Christelijke wortels door, die ons groot hebben gemaakt, waar we onze inspiratie elke keer uit halen, en je krijgt er niets voor terug. Dat moet anders. We zullen opnieuw moeten benoemen wie wij zijn. We zullen opnieuw onze waarden moeten onderstrepen en benoemen. Daarom willen wij onze waarden vastleggen in de grondwet. Naastenliefde, rechtvaardigheid, rentmeesterschap, godsdienstvrijheid, onderwijsvrijheid. We zetten er een grote streep onder. En bij de integratie van nieuwkomers moeten we de vrijblijvend voorbij. En het is precies om die reden dat we een verplicht leerwerktraject voor nieuwkomers hebben opgenomen in ons verkiezingsprogramma. Als mensen hier aankomen, staan ze veel te vaak naast de kant en blijven ze naast de kant staan. Ze komen in de bijstand en blijven in de bijstand. Naasten ben je altijd, maar medeburger moet je worden. En daarom investeren wij in een leerwerktraject. Zodra je een status hebt, ga je de taal leren, ga je werken en leer je de normen en waarden van het land waarin je in terecht bent gekomen. We zorgen voor een land met sterkere wortels, met een sterke cultuur en een land waar mensen niet met hun rug naar elkaar toestaan, maar elkaar in de ogen kijken. Laten we zo op 15 maart ook deze hoop een stem geven. De tweede ontmoeting Pim en Jaike Roza. Pim is dan wat is gaan heten de ‘eenverdiener’. Hij is in zijn gezin de enige met een betaalde baan en zijn vrouw kiest voor de zorg voor hun drie prachtige kinderen. Pim ken ik goed, omdat Pim bij de fractie werkt en een gewaardeerd lid is van ons team. Daar waar we spreken van het belang van sterkere gemeenschappen, dan moet dat beginnen bij het gezin. Bij die gemeenschap waar we allemaal vandaan komen. Liberalen denken dat ze alleen op de wereld zijn, liberalen nemen het individu als uitgangspunt. Maar iedereen is ooit begonnen in een gezin. Maar dit kabinet is een vijand van gezinnen. Mark Rutte is een vijand van gezinnen. Ons belastingstelsel is een boete op opvoeden, is een boete op mantelzorg. Want als een van de partners besluit om even niet te gaan werken, besluit te gaan zorgen voor hun kinderen, om te zorgen voor hun zieke vader of moeder, dan betaal je vele malen meer belasting dan mensen met eenzelfde inkomen maar dan met twee werkenden. Aan het begin van deze kabinetsperiode moest een gezin met één kostwinner twee keer zoveel belasting betalen als tweeverdieners. Nu is dat opgelopen tot zes keer zoveel. Een enorme boete op eigen keuzes in de combinatie van arbeid en zorg. En daarom is het van het grootste belang dat we inzetten op een nieuw, eerlijker belastingstelsel. Voor de ChristenUnie is het gezin niet alleen de hoeksteen van de samenleving, maar ook de toetssteen van een nieuw belastingstelsel. . De derde ontmoeting is een hele speciale ontmoeting, met mijn moeder. Ze is 76 jaar en ze ligt in de armen van mijn jongste dochter Nora. Ze woont nog zelfstandig. Natuurlijk is ook het gesprek in ons gezin, hoe zorgen we straks voor onze moeder? Kan ze nog zelfstandig wonen, hoe lang? Dat is het vraagstuk van waardig oud worden in een samenleving waar iedereen mee telt, waar iedereen waardig is. Die samenleving staat onder druk. Het kabinet heeft een commissie gevraagd om na te denken over levensbeëindiging bij voltooid leven, heeft een commissie onder leiding van D66-senator Paul Schnabel na te denken over de vraag: wat als iemand het gevoel heeft dat zijn leven ten einde is, moeten we mogelijk maken dat hij een pil krijgt of niet? De commissie is gaan nadenken, is zeer indringend gaan nadenken en ze kwamen met een indringend advies: doe dit niet, dit is een onbegaanbare weg. En je moet iets anders wel doen: zorgen voor oudere mensen, om hen heen staan, duidelijk maken dat hun leven waardevol is, dat is onze opdracht. Dat is de opdracht die commissie Schnabel aan de samenleving gaf. Dit advies werd ter zijde geschoven door dit kabinet. Ze willen het mogelijk maken om een leven te beëindigen bij zogeheten voltooid leven. Dat grijpt me aan, dat vind ik huiveringwekkend. Dat dat het antwoord is op vragen rond eenzaamheid, rond je te veel voelen. Het schokkende is dat GroenLinks hier nog verder lijkt te gaan dan D66. Daar waar D66 al zo libertarisch is, vraagt GroenLinks zich af of het sterfsysteem van het kabinet niet te veel begrensd is en noemt GroenLinks een laatstewilpil de ultieme vorm van zelfbeschikking. Ik vind het belangrijk dat iedereen die overweegt op GroenLinks te stemmen, weet dat dit óók GroenLinks is. Er zijn mensen weleens twijfelen tussen de ChristenUnie en GroenLinks vanwege de groene agenda. Voor hen heb ik goed nieuws: dat hoeft niet meer. Vorige week zijn beide verkiezingsprogramma’s naast elkaar gelegd. Daar waar GroenLinks een 8 kreeg, kregen wij een 8,5. Dus kies voor groen én kies voor de waarde van het leven: kies ChristenUnie. Terug naar de beschermwaardigheid van het leven. Ook als het leven naar het einde komt, daar waar mensen ouder worden en met vragen zitten: doe ik er nog wel toe, tel ik nog wel mee, hoor ik er nog wel bij? Dan is het cruciaal dat we een duidelijke boodschap voor hen hebben: elk leven is waardevol, iedereen telt mee. En het is precies om deze reden dat we samen met Jan Slagter en ouderenbonden onze handen ineen hebben geslagen en het initiatief hebben genomen voor een manifest ‘waardig ouder worden’. Daarin zeggen we dat we geen stervensbegeleiders willen, maar levensbegeleiders. Dat we een mantelzorgerfonds willen, zodat mantelzorgers ook in staat zullen zijn om te zorgen voor ouderen. We willen dat jong en oud elkaar weer in de ogen kijken, en alleen daarom al is die maatschappelijke dienstplicht zo belangrijk, om jongeren daartoe in staat te stellen om ouderen te helpen. We willen een bewindspersoon voor ouderenzorg. Zodat er een duidelijke boodschap is: elk mens telt, iedereen hoort erbij, elk leven is waardevol. Er moet me van het hart dat rond de discussie over het voltooid leven het CDA stil was en dat vond ik pijnlijk. We hoorden ze niet, we zagen ze niet en het blijft onduidelijk waar ze voor staan. Mijn oproep vandaag is: Sybrand van Haersma Buma, beken kleur, kom uit jullie winterslaap, laten we schouder aan schouder staan voor de beschermwaardigheid van het leven en laten we zo richting 15 maart ook deze hoop een stem geven. De vierde en laatste ontmoeting is met Mattias Koning. Hij staat hier voor de Horizon, een school in Hoogland. De gereformeerde basisschool waar ook mijn dochters naar toe zijn gegaan. Een school die kan bestaan omdat er onderwijsvrijheid is, vanwege de ruimte die ons land is voor ouders de school te kiezen die past bij hun overtuiging, de school waarvan zij willen dat hun kinderen naar toe gaan. Het geeft ruimte voor leerkrachten om hun met hart en ziel in te zetten voor de toekomst van kinderen. Om vanuit hun geloofsovertuiging sterk te maken voor goed onderwijs. En we weten dat deze vrijheid onder druk staat: van SP tot D66, van JOVD tot VNL, je hoort oproepen om een einde te maken aan gelijke bekostiging van bijzonder en openbaar onderwijs. Het was Diederik Samson, die in de Schilderswijk het debat aanging met Lodewijk Asscher. Ze waren met hun dienstauto met chauffeur de wijk ingereden, ze stonden daar op het podium en het ging over onderwijs. En het was daar dat Diederik Samson zei: we moeten die onderwijsvrijheid maar wat gaan inperken, en dat Lodewijk Asscher het roerend met hem eens was. Het was daar dat hij in zijn kaarten liet kijken dat ook bij de PvdA de onderwijsvrijheid niet veilig is. En ik vond dat pijnlijk. Het was buitengewoon pijnlijk dat Diederik Samson refereerde aan de Beatrixschool, een uitgesproken christelijke school waar leerkrachten zich met hart en ziel inzetten voor de wijk en voor de kinderen van de wijk. Waar de deur openstaan voor alle kinderen van de hele wijk. Schandalig dat uitgerekend die school wordt opgevoerd als reden om onderwijsvrijheid in te perken. En ik vind dat pijnlijk want diezelfde avond zijn Diederik Samson en Lodewijk Asscher in dienstauto de wijk uitgereden. Maar de meesters en juffen van de Beatrixschool blijven achter. De school die er al 125 jaar staat, die al 125 jaar de hand reikt naar kinderen in soms hele lastige omstandigheden, in een lastige wijk. Niet ondanks hun geloof, maar dankzij hun geloof. Die school wordt onterecht in een kwaad daglicht gesteld. . Daarom zal de ChristenUnie blijven knokken voor vrijheid van onderwijs. Daarom willen we niet minder vrijheid, maar meer vrijheid. Als de ChristenUnie nog niet had bestaan, zou ik hem vandaag oprichten om te strijden voor die vrijheid van ouders om een school te kiezen die bij hun overtuiging past. Dat is de hoop waar wij voor staan, en laten we die hoop een stem geven op 15 maart. Mensen, meer dan ooit doen de verkiezingen er toe. Meer dan ooit doet uw stem ertoe. En meer dan ooit kan de ChristenUnie het verschil maken. Voor een land met een goede toekomst voor onze kinderen, voor een land waar iedereen mee telt en voor een land wat vrijheid heeft om te geloven. We zien de angst, maar we willen geen angst zaaien. We zien de zorgen, maar wij zaaien hoop. Of zoals Paulus zegt: onze hoop zal niet beschaamd worden omdat Gods liefde in ons hart is uitgestort. Onze hoop is het sterkste fundament dat denkbaar is. En zo gaan we richting 15 maart, als een Gideonsbende, deze mensen hier en ik, met elkaar gaan we richting 15 maart. Het zal aankomen op de mensen hier achter mij, maar ik doe ook een beroep op u: strijd met ons mee, geef uw tijd, bid mee, werk mee. Geef hoop een stem, geef geloof een stem.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.