Nieuws van D66 in Nederland inzichtelijk

15 documenten

‘John Rawls is geen sociaal-liberaal’

D66 D66 Nederland 05-07-2021 10:07

Voor sociaal-liberalen zullen John Stuart Mill en John Rawls ongetwijfeld behoren tot de meest inspirerende politiek filosofen. Waar Mill het liberalisme plaatste binnen de context van de negentiende eeuw, daar plaatste Rawls het liberalisme binnen de context van de twintigste eeuw tot en met het hiernumaals. Wat echter niet veel mensen weten, is dat Rawls op een voor sociaal-liberalen fundamenteel punt breekt met het liberalisme van Mill, en wel op het punt van het ideaal van persoonlijke autonomie. Iemand die dit ideaal van persoonlijke autonomie aanhangt, en dat zullen vele, zo niet alle sociaal-liberalen doen, vindt dat een goed leven bestaat uit een leven waarbij het individu zoveel mogelijk zelf invulling geeft aan zijn bestaan. Waar Mill vindt dat het ideaal van autonomie een noodzakelijk onderdeel vormt van een liberale samenleving, beschouwt Rawls het ideaal van autonomie slechts als een ‘sectarische doctrine’. Dit geschil tussen Mill en Rawls valt samen met het debat binnen de moderne politieke filosofie tussen ‘perfectionistisch liberalen’ en ‘politiek liberalen’. Zoals zal blijken zullen sociaal-liberalen veel sterker worden aangetrokken tot perfectionistische liberalen dan tot politiek liberalen. Door dit duidelijk te maken worden tegelijkertijd enkele bronnen van het sociaal-liberalisme in de politieke filosofie blootgelegd.

Het uitgangspunt voor politiek liberalen is dat onze overheid zo neutraal mogelijk moet staan tegenover morele levensbeschouwelijke visies. Iemand die vindt dat een goed leven bestaat uit het jezelf dienstbaar opstellen aan God, moet binnen een liberale samenleving deze vrijheid hebben, maar de overheid zou die visie niet moeten tegenwerken of bevorderen. In onze moderne samenlevingen zijn namelijk een veelvoud aan botsende levensbeschouwelijke visies. Aangezien politiek liberalen vinden dat onze overheid door iedereen omarmt moet kunnen worden, moeten we haar niet baseren op één van die levensbeschouwelijke visies.

Sociaal-liberalen zullen ook vinden dat onze overheid zo neutraal mogelijk moet staan tegenover iemands levensovertuiging. Rawls en andere politiek liberalen gaan echter nog een stap verder. Zij vinden namelijk dat het ideaal van autonomie zelf ook één van deze morele levensbeschouwelijke visies is waar onze overheid neutraal tegenover zou moeten staan.

Volgens aanhangers van dit ideaal moet een overheid niet slechts zoveel mogelijk mensen zelf laten bepalen hoe zij hun leven invullen, maar het getuigt ook nog eens van een expliciet goed leven als iemand zelf bepaalt hoe zij haar leven invult. Politiek liberalen vinden precies om deze reden, dat het ideaal van autonomie één van die morele levensbeschouwelijke visies is, waar onze overheid neutraal tegenover moet staan. Dit heeft politieke consequenties voor in hoeverre een overheid autonomie mag bevorderen. Het is immers een morele visie op hoe een goed leven te leiden, en daar heeft de staat verre van te blijven. De reden dat Rawls dit zegt, is dat hij wil voorkomen dat minderheidsgroepen zoals de Amish – die autonomie als ideaal afwijzen en actief tegengaan binnen hun eigen groep – worden uitgesloten van politieke deliberatie. Het ideaal van autonomie moet dus worden behandeld als elke andere levensbeschouwelijke visie. En daarmee moet onze overheid neutraal staan tegenover aanhangers van het ideaal van autonomie.

Wat vinden dan de zogenaamde perfectionistische liberalen? Een interessante politieke filosoof om naar te kijken is de Israëlische Joseph Raz.

In tegenstelling tot Rawls, streeft Raz niet naar een politiek die zo neutraal mogelijk staat ten opzichte van alle levensbeschouwelijke visies. Integendeel, volgens Raz is het de hoofdtaak van een overheid om individuen in staat te stellen een goed leven te leiden. Voor hem is het ideaal van autonomie – een levensbeschouwelijke visie – simpelweg een gegeven in onze moderne samenlevingen. Onze samenleving is volledig gericht op het maken van weloverwogen keuzes. Neem bijvoorbeeld het huwelijk. In tegenstelling tot sommige andere culturen, vindt men in liberale democratieën het huwelijk alleen van waarde als alle partijen in vrijheid voor elkaar kiezen. Dit geldt in liberale democratieën net zo goed voor haar andere sociale instituties, gebruiken en praktijken. Autonomie zit dus ingebakken in deze instituties, gebruiken en praktijken en daarmee in onze moderne samenlevingen.

Mensen hebben een belang in het leiden van een autonoom leven en hieruit volgt de verplichting voor de overheid om een omgeving te creëren waarbinnen mensen genoeg mogelijkheden hebben. Omdat het ideaal van autonomie onderdeel is van onze samenleving én omdat het de taak van de overheid is om mensen te helpen bij het leiden van een goed leven, moet de overheid het ideaal van autonomie stimuleren. Daarmee kan de overheid dus niet neutraal staan tegenover het ideaal van autonomie.

Zoals we hebben gezien willen politiek liberalen neutraal zijn tegenover alle groepen uit de samenleving, ook tegenover die groepen die autonomie niet voorstaan. Perfectionistische liberalen daarentegen, stellen dat de overheid actief autonomie moet bevorderen. Dit betekent ook dat de overheid sentimenten die de autonomie bedreigen moet tegengaan. Concreet, in het geval van emancipatie van vrouwen uit streng religieuze groeperingen, zullen politiek liberalen voorzichtig zijn in het verbeteren van de positie van deze vrouwen. Het is namelijk niet de taak van de overheid om autonomie te stimuleren. Zij dient neutraal te staan tegenover de levensbeschouwelijke visies van religieuze groeperingen. Perfectionistische liberalen vinden juist dat het expliciet de taak is van de overheid om autonomie te stimuleren. Daarom zullen zij beleid omarmen om actief de positie van deze vrouwen te verbeteren. Bijvoorbeeld door gemeentes projecten te laten steunen die ervoor zorgen dat deze vrouwen deelnemen aan het sociale verkeer. Want zo kunnen deze vrouwen zich ontplooien en daarmee meer autonoom zijn. Hiermee is de overheid allesbehalve neutraal tegenover een levensbeschouwelijke visie, omdat zij expliciet autonomie bevordert. Veruit de meeste sociaal-liberalen zullen dit steunen omdat zij het een juiste invulling van het goede leven vinden als deze vrouwen meer autonoom zijn. Daarmee omarmen zij een perfectionistisch liberalisme: ook zij vinden dat het de taak is van de overheid om autonomie te bevorderen.

Dit sluit aan bij de actieve rol die sociaal-liberalen geven aan positieve vrijheid binnen het politieke denken. Het gaat immers niet alleen om de afwezigheid van dwang, het kan ook nodig zijn om als overheid actief mensen te helpen zodat ze zelf een beter leven kunnen gaan leiden. Perfectionistisch liberalen hebben positieve vrijheid nodig om die autonomie te kunnen bevorderen. Het gaat hierbij namelijk niet alleen om de afwezigheid van zaken die autonomie bedreigen, maar juist ook om de aanwezigheid van door de overheid actief aangeboden middelen waardoor vrouwen meer autonoom kunnen zijn. Hierom zegt Raz dat positieve vrijheid van intrinsieke waarde is, omdat het een essentieel ingrediënt is en een noodzakelijke voorwaarde voor een autonoom leven. Op dit punt van positieve vrijheid en autonomie trekken sociaal-liberalen en perfectionistische liberalen samen op.

Net als perfectionistische liberalen willen sociaal-liberalen actief autonomie bevorderen. Zij vinden het namelijk goed als bijvoorbeeld vrouwen zelf beslissen over hun leven, en dat niet overlaten aan hun partners of religieuze leiders. Sociaal-liberalen nemen hiermee duidelijk stelling in het debat tussen politiek liberalen en perfectionistische liberalen en kiezen de kant van perfectionistische liberalen. Hierdoor zullen zij in perfectionistische liberalen als Mill en Raz nuttigere bronnen vinden dan in politiek liberalen als Rawls.

Stage bij de Hans van Mierlo Stichting

D66 D66 DENK Nederland 08-06-2021 08:19

Als stagiair help je onze wetenschappelijk medewerkers bij projecten over bijvoorbeeld sociale zekerheid, digitalisering of Europa. Dit kan gaan om het zoeken van literatuur, het opzoeken van bepaalde verdragen of wetteksten, of het inventariseren van een leeslijst. Ook kan je gevraagd worden kleine of grote stukken te schrijven onder begeleiding van één van onze medewerkers.

Marketingcommunicatie

Onze publicaties en evenementen gaan pas leven als ze de mensen bereiken voor wie deze interessant zijn. Daarom denken we non-stop na over manieren om politiek-wetenschappelijk onderzoek op nieuwe wijzen te verspreiden. Als stagiair help je hierbij.

Overige taken

Tot slot zijn er organisatorische taken waarvoor je verantwoordelijk bent. Denk hierbij aan het zoveel mogelijk zelfstandig onderhouden van onze algemene e-mailbox en het coördineren van de aanvragen die wij krijgen voor het geven van trainingen. Daarnaast verwachten we dat je meehelpt bij D66-congressen en andere evenementen. Dit betekent dat je af en toe ook in het weekend of de avonduren werkt.

Maidenspeech Lisa van Ginneken: “Ik ben een overlever.”

D66 D66 Nederland 26-05-2021 09:31

Van lieve vrienden die er onvoorwaardelijk voor mij waren. Van transgender mensen die mij voorgingen. Van rolmodellen in de media, om te beginnen met de transvrouw die ik op tv zag toen ik acht was. Andere transgender mensen zien in mij nu een rolmodel. Dat is eervol, maar ik kwam hier dankzij een pad dat vele anderen voor mij gebaand hebben. Ik hoop met mijn werk hier in de Kamer dat pad weer net een beetje te verlengen. Transgender-zijn weer iets normaler en iets zichtbaarder te maken.

Voorzitter, ik ben een hoopvol mens. Het is mij gelukt, om met mijn transitie mezelf op de mores te heroveren. En nu sta ik hier: in de meest diverse Kamer in de geschiedenis van ons land – ook al is er nog genoeg te wensen op dat punt. Het moet ons met elkaar toch lukken om de normatieve samenleving te ontstijgen die we zelf geconstrueerd hebben? Het moet ons toch lukken om te snappen dat ruimte voor de één niet ten koste gaat van ruimte voor de ander? Het moet ons toch lukken om een samenleving te creëren waarin iedereen meetelt en iedereen meedoet?

Voorzitter, wij spreken vandaag over het identiteitsbewijs. En op een praktisch niveau gaat dit over een naam, over een geslachtsaanduiding – waar ik hier hopelijk op een later moment nog over zal spreken -, en vandaag over een vingerafdruk en over een vlag. Maar het diepere bewijs van identiteit ligt in het vermogen om te zien dat we allemaal hetzelfde verlangen delen. Het verlangen om gezien te worden als wie we zijn.

Sidney Smeets treedt terug als Kamerlid

D66 D66 Nederland 15-04-2021 16:01

“De afgelopen dagen zijn er berichten naar buiten gekomen. Meerdere mensen verklaren contact met mij als ongewenst te hebben ervaren. Zoals ik ook gisteren al zei, ben ik daar erg van geschrokken, omdat het nooit mijn intentie is geweest.

Na de rollercoaster van gisteren staat vandaag voor mij voorop dat ik wil voorkomen dat het aanzien van de Kamer en het belang van de partij schade wordt toegebracht. Daarom heb ik, na overleg met Sigrid Kaag, de Kamervoorzitter laten weten dat ik per direct mijn zetel ter beschikking stel en terugtreed als Kamerlid.

Deze stap doet mij pijn. Ik vond het ongelooflijk eervol om Kamerlid te mogen zijn. Het was helaas maar van korte duur.

De gebeurtenissen van de afgelopen dagen hebben veel impact. De komende periode heb ik nodig om tot rust te komen. Ik vraag iedereen om dat te respecteren.”

Wanneer komt de wet tegen sollicitatiediscriminatie?

D66 D66 Nederland 16-09-2020 17:41

De afgelopen maanden gingen duizenden Nederlanders de straat op. Zoveel mensen, van jong tot oud, hebben op een waardige manier hun woede geuit. Over het onrecht van diepgeworteld en institutioneel racisme waar zij elke dag mee te maken hebben. Racisme waardoor zij zich niet altijd onderdeel van ons land voelen. Racisme dat hen beperkt in kansen om wat van het leven te maken.

Uitrol 6 Holland Houses van start

D66 D66 Nederland 22-06-2020 14:43

Begin 2016 nam de jonge ondernemer Tobias Rijnsdorp de stap om naar Colombia te vertrekken om daar echte Goudse kaas te gaan maken. Mede dankzij het Holland House (HH) in Bogota is die wens werkelijkheid geworden. Rijnsdorp: “Ik had veel vertrouwen in mijn idee maar had wel wat twijfels;  hoe ga ik die kaasapparatuur van Nederland naar Colombia krijgen, hoe ga ik hier een joint venture opzetten met een boerencoöperatie? Dankzij de hulp en het brede netwerk van het Holland House is het mij toch gelukt deze hobbels te nemen. Met de import van de hardware kreeg ik een contact van het Holland House en binnen vier maanden stond mijn kaasmakerij op de rails.”

Nederlanders in het buitenland

D66 D66 Nederland 17-03-2020 13:49

Nederlanders die op dit moment buiten de Europese Unie zijn, verkeren door de pandemie in een onzekere situatie.

Studenten, toeristen en zakenreizigers zitten ver weg van familie en vrienden in onzekerheid of zij nog terug kunnen. Zij weten niet of er nog wel vluchten gaan, hoe zij terug naar huis kunnen, of maken zich zorgen over de gezondheidszorg in het land waar zij op dit moment zijn. D66 wil dat Nederlanders die naar Nederland terug willen maar dat niet kunnen, zoveel mogelijk opgehaald worden. D66 roept het kabinet daarom op dit samen met andere EU-landen te organiseren.

Wat doen we voor Nederlanders in het buitenland?

De Europese Unie moet gezamenlijk Europese burgers ophalen uit onveilige landen. Deze samenwerking is eerder ook al in gang gezet om mensen op te halen uit Wuhan. Dit werd via de crisisregeling ‘Union Civil Protection Mechanism’ van de Europese Unie geregeld en moet vanaf nu ook gelden voor Europeanen die elders in de wereld in nood zitten.

Lees hier onze Kamervragen over Nederlanders in het buitenland.

Wat doen we voor diplomaten in het buitenland?

Ook de gezondheid van iedereen die voor Nederland in het buitenland werkt, zoals onze diplomaten, moet beschermd worden. Zij zetten zich onvermoeid in voor iedere Nederlander die op dit moment in onzekerheid in het buitenland verkeert, terwijl ook zij zelf ver weg van vrienden en familie dit belangrijke werk doen. Zij verdienen dezelfde ondersteuning en hulp. D66 roept minister Blok op om dit adequaat te regelen, zo veel als mogelijk samen met zijn EU-collega’s.

Lees hier onze Kamervragen over Nederlandse diplomaten in het buitenland.

Een veilige jaarwisseling voor iedereen

D66 D66 ChristenUnie Nederland 02-01-2020 15:23

Een vrolijke en veilige jaarwisseling is essentieel voor iedereen in Nederland. Iedereen moet er van kunnen genieten. Helaas is dat nu niet zo.

Veel plekken zijn dit jaar weer opgeschrikt door geweld, agressie, schade en menselijk leed. Auto’s, containers en fietsen gingen in vlammen op; lantaarnpalen vielen om als luciferhoutjes. De tragische dood van een vader en zijn zoon, waarschijnlijk als indirect gevolg van vuurwerk, is een nieuw dieptepunt.

Het kabinet moet nu stappen zetten. De handhavers en hulpverleners die vaak het eerste slachtoffer zijn van de huidige situatie vragen om steun van de politiek. Die moet er komen.

D66 en de ChristenUnie hebben eerder al samen een lokaal vuurwerkverbod mogelijk gemaakt. D66 is bovendien voorstander van het uitvoeren van de landelijke aanbevelingen van de politie en de veiligheidsexperts van de OVV, waaronder een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen.

Ander siervuurwerk, zoals fonteinen en grondbloemen, blijft dan voor mensen beschikbaar.

Hier past ook realiteitszin. Enkel het uitbreiden van het verbod zal het probleem niet verhelpen. Handhaving is minstens zo belangrijk. En het breken van een cultuur waarin mensen zich zomaar boven de wet verheffen en anderen in gevaar brengen is niet makkelijk gedaan.

Laten we daarom vooral ook goed kijken naar alternatieven. Vuurwerkshows die we samen organiseren, samen betalen en waar we samen van genieten. Voor een jaarwisseling die niet beangstigt, maar verbindt.

Tweede Kamer neemt Brexit-noodwet aan

D66 D66 GroenLinks VVD PvdA Nederland 05-11-2019 14:30

Tweede Kamer neemt Brexit-noodwet aan

Met een ruime meerderheid is de Brexit-noodwet aangenomen door de Tweede Kamer. Dankzij de noodwet kunnen Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen de Britse nationaliteit aannemen zonder de Nederlandse te verliezen. De wet is ingediend door D66, VVD, GroenLinks, PvdA en 50PLUS. 106 Kamerleden stemden voor het wetsvoorstel.

Mede-initiatiefnemer Sjoerd Sjoerdsma: “dit is goed nieuws voor alle Nederlanders die aan de overkant van de Noordzee in onzekerheid zitten. Doordat ze hun Nederlandse nationaliteit mogen behouden, komen zij niet onverhoopt in de problemen door het politieke gedoe in het Verenigd Koninkrijk. Daar laat de politiek het afweten, dus ik ben blij dat de partijen hier in Nederland juist de handen ineen slaan.”

De wet is een vangnet voor Nederlanders in het VK en beschermt ze tegen de negatieve gevolgen van No Deal-Brexit of een Brexit waarin de burgerrechten niet geregeld zijn. Dankzij de noodwet worden zij niet gedwongen op stel en sprong te kiezen tussen een Nederlands of Brits paspoort met alle negatieve gevolgen van dien. De enige manier waarop de Nederlandse regering deze mensen kan helpen is door hen de dubbele nationaliteit toe te staan.

Deze uitzonderlijke maatregel is nodig vanwege de unieke situatie die de Brexit is. Nederlanders in het VK verkeren in grote onzekerheid, met name als het gaat om hun recht op verblijf in het VK. Ondertussen kunnen ze niets doen om zichzelf te beschermen. Een Nederlander die al jaren in Londen woont, kan straks een Brits paspoort aanvragen zonder zijn Nederlandse staatsburgerschap te verliezen. Op die manier is er geen twijfel over verblijfsrecht, recht op onderwijs of sociale zekerheid. Normaal verlies je automatisch de Nederlandse nationaliteit, zodra je vrijwillig een tweede nationaliteit aanneemt. Dat wijzigt nu alleen in deze uitzonderlijke situatie van de Brexit.

De Brexit-noodwet gaat nu naar de Eerste Kamer, die er naar verwachting binnen enkele weken over stemt.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

D66 vindt dat Nederland deelt in de collectieve verantwoordelijkheid voor een veilige wereld. Een wereld waarin er voortdurend aandacht moet zijn voor mensenrechten, de internationale rechtsorde en mensen in kwetsbare posities. Internationale samenwerking is dé kracht achter veiligheid en welvaart. D66 ziet in die internationale samenwerking een leidende rol voor Europa.

Tolerantietoespraak van minister Sigrid Kaag

D66 D66 Nederland 28-09-2019 14:13

Tolerantietoespraak van minister Sigrid Kaag

Vandaag hield minister Sigrid Kaag haar tolerantietoespraak in het Rijksmuseum in Amsterdam. Lees haar toespraak hier terug.

Dames en heren,

U heeft er vast veel van meegekregen: twee weken geleden is het politieke jaar begonnen met de Algemene Politieke Beschouwingen. Die twee dagen zijn een hele zit, maar er is veel om van te genieten. Twee dagen lang discussie over fundamentele en principiële keuzes voor de toekomst van Nederland. Het is ook verantwoording afleggen. Een “botsing” van de grote politieke bewegingen en van belangrijke ideeën.

Het was dit jaar heel anders dan vorig jaar. Vorig jaar begonnen de beschouwingen met een fractievoorzitter die tegen een collega zei dat hij “zelf lekker op moest rotten.” En ze eindigden met een fractievoorzitter die zei dat meedoen aan het parlementaire debat “beneden zijn waardigheid” was. Dit jaar was de sfeer: niet de voorspelbare politiek van de verkettering, maar de verrassing van de verbinding.

Partijen waren welwillend. Waren bereid naar elkaar te luisteren. In die omstandigheid werd tussen conservatief en progressief zowaar consensus gevonden. In ieder geval over de toon van het debat. En daarna over de rol van de overheid in de samenleving, en de grenzen van de vrije markt.

U begrijpt dat het mij dit jaar heel wat beter beviel. Zo hoort het in Nederland.

Al blijft het een onverteerbare, on-Nederlandse dissonant, wanneer wordt gesproken over “een Marokkanengif dat door de straten van Nederland stroomt.” Onverteerbaar om een hele bevolkingsgroep op die manier weg te zetten. En on-Nederlands, omdat die extreme mate van intolerantie niet te is rijmen met de lessen van de vaderlandse geschiedenis.

Voor wie met historisch besef kijkt, zijn onze vrijheden en verworvenheden helemaal niet vanzelfsprekend. Integendeel. De geschiedenis leert ons dat vrijheid en verdraagzaamheid iets vraagt iets  ons allemaal. Continu.

Dankzij deze coalitie krijgen alle kinderen in Nederland de kans om diezelfde lessen hier te leren, in het Rijksmuseum. Lessen over de essentie van onze  Nederlandse en Europese identiteit. Over vrijheid en verdraagzaamheid. Want leren is nodig. De waarden “vrijheid’ en “verdraagzaamheid” zijn makkelijk uitgesproken.

Maar wie wil leren moet doorgronden. En wie wil doorgronden moet vragen stellen. Wat is vrijheid. Wat is verdraagzaamheid? Wat moet je er voor doen? Hoe kom je er aan? Is het typerend voor Nederland, voor Europa? Hoort het bij onze Nederlandse en Europese identiteit?

Een begin van het antwoord kunnen wij vinden in de geboorte en opkomst van de Remonstranten in de 17

eeuw. In een jonge Republiek die vergeleken met de rest van de wereld grote vrijheid kende. De periode en de namen waar wij nog steeds naar verwijzen als ons wordt gevraagd wat Nederland nu écht Nederland maakt.

Het land van Rembrandt, van Vermeer, van Vondel, van Spinoza, van Huygens, van Grotius, van De Ruyter en van de gebroeders De Witt en De La Court. De Zeven Verenigde Nederlanden waren het toevluchtsoord voor vrijdenkers uit alle uithoeken van Europa.

Tolerantie werd er gekoesterd, al was het maar om pragmatische redenen: een einde brengen aan religieus conflict. In de Unie van Utrecht in 1579 werd de persoonlijke vrijheid van godsdienst gegarandeerd. De Unie stelde dat “een yder particulier in sijn religie vrij sal mogen blijven ende dat men nyemant ter cause van de religie sal mogen achterhaelen ofte ondersoucken.”

Twee jaar na de Unie zworen “we” – als ik zo naar onszelf als verre nazaten van die periode mag verwijzen – met het Plakkaat van Verlatinghe de Spaanse Koning Filips II af, onder andere vanwege zijn tirannieke religieuze opvattingen. Een triomf voor de tolerantie, zou je denken. Maar een generatie later zag het er weer heel anders uit.

Remonstranten en contra-remonstranten stonden tegenover elkaar in een heftige theologische discussie over predestinatie.Dit theologische conflict werd een politiek conflict, dat uiteindelijk leidde tot de onthoofding van Van Oldenbarnevelt in 1619 en een verbod op de Arminiaanse visie na de Synode van Dordrecht.

Johann Uytdenbogaert was gevlucht naar Antwerpen. “Zal men dan ene nieuwe secte oprichten?”, schreef hij naar medestanders. En zo geschiedde.

De Remonstrantse gemeenschap was een feit, maar zij leefde in ballingschap en bleef officieel verboden tot de stichting van de Bataafse Republiek in 1795. De vestiging van de Remonstranten en de godsdienstvrijheid in de 17e en de 18e eeuw waren niet het resultaat van een onafgebroken overwinningsmars naar vrijheid en burgerrechten.

Het was een kronkelpad. De geschiedenis meanderde. Vrijheid, burgerschap en natiebesef werden in de Republiek zwaar bevochten, voor sommigen tot aan het graf. De Republiek verkeerde in constant conflict met buitenstaanders, maar was ook intern doorlopend in conflict, in constante strijd.

De pragmatische tolerantie had weinig te maken met integratie of acceptatie. De Amsterdamse protestanten tolereerden Amsterdamse katholieken. Maar ze moesten hun geloof wel verhuld belijden. Zoals op een zolder, hier zo’n beetje om de hoek.

Vandaag de dag beschrijven historici dan ook steeds minder een romantische strijd voor meer vrijheid, en steeds meer een machtsstrijd dóór de Republiek en ín de Republiek zelf. Minder Erasmus, meer Machiavelli.

Hoe gaat het met ons – en met onze tolerantie – in Nederland anno 2019? Het antwoord zal natuurlijk verschillen met degene aan wie de vraag wordt gesteld. Ik kan u alleen mijn antwoord geven.

Wat mij betreft zijn we in Nederland de fase van louter nuchter pragmatische tolerantie al lang voorbij. Nederland is niet het langer het verzuilde land van de twintigste eeuw toen we de laatste na-ijlende effecten van de tolerantie van de Republiek hebben meegemaakt.

In de 21ste eeuw zijn onze verschillen in achtergrond, voorkeur, seksuele geaardheid, levensovertuiging, godsdienst -en ga zo maar door- er niet langer om door een homogene meerderheid of elite al dan niet oogluikend en schoorvoetend te worden geaccepteerd. Ze zijn er nu om gevierd te worden. Ze zijn essentieel onderdeel van onze gezamenlijke identiteit geworden.

We willen met al onze verschillen bij elkaar horen. We willen onze verschillen inbrengen als bouwstenen voor het beschermende huis van onze samenleving. We zijn hier samen thuis. En zijn daar samen trots op. En met dat thuis zijn en erbij horen gaat het steeds beter.

Iedereen zou het inmiddels moeten weten: in het onderwijs gaat het met de grootste migrantengroepen – Marokkaans, Turks, Surinaams en Antilliaans – de goede kant op. Eén op de drie kinderen met een Marokkaanse achtergrond gaat inmiddels naar de havo of het vwo. In 2005 was dat één op de vijf. Bij kinderen van Afghaanse en Irakese vluchtelingen is het aandeel nog hoger.

Ja: de ‘klassieke’ migrantengroepen hebben een hogere bijstandsafhankelijkheid dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. Maar: voor de tweede generatie ligt deze afhankelijkheid lager dan bij hun ouders. En het verschil is het – zoals in alle domeinen – het kleinst bij de jongste geboortecohorten. Dat wil zeggen: het gaat de goede kant op. En snel ook.

Ja het is waar: in de criminaliteit zijn Nederlanders met een migrantenachtergrond relatief oververtegenwoordigd. Maar het aandeel personen dat als verdachte van een misdrijf wordt geregistreerd, is de afgelopen dertien jaar in alle groepen met ongeveer de helft afgenomen. Dit geldt voor Nederlanders met een autochtone achtergrond, en voor de vier grootste niet-westerse herkomstgroepen.

Ook hier doet de tweede generatie het beter dan de eerste generatie. Dus ook hier is de ontwikkeling positief. Het gaat dus eigenlijk goed met migranten in Nederland.

Het is verleidelijk om hier te wijzen op enkele wel heel opvallende “successen”. Maar ik vind het ongemakkelijk als mensen zeggen: “In Nederland kun je als Marokkaanse-Nederlander als je je best doet burgemeester van Rotterdam worden, of voorzitter van de Tweede Kamer.” Alsof je pas meetelt of goed geïntegreerd bent als je iets bereikt hebt dat zo uitzonderlijk is dat het maar door een paar mensen ieder decennium in heel Nederland wordt bereikt. Dat kan niet de maatstaf zijn.

Naast opvallende successen, kijkt men – en ik snap goed waarom – ook naar de uitschieters naar beneden. Naar gewetenloze Marokkaans-Nederlandse drugscriminelen die de samenleving ondermijnen. Een onacceptabele groep waarbij niets anders past dan te bestrijden met alle autoriteit die de Staat bezit. En ja: die uitschieters omhoog en omlaag zijn interessant. Maar de grote middengroepen zijn interessanter.

Ik sta hier wat langer bij stil, omdat feiten belangrijk zijn. En uiteraard niet alleen als deze ‘in mijn straatje’ passen. Ik zie ook scherp wat er fout gaat. Goed fout. We moeten ingrijpen als intolerantie de overhand dreigt te nemen.

Karl Popper beschrijft de tolerantie-paradox: als een samenleving grenzeloos tolerant is, zal de mogelijkheid om tolerant te blijven worden weggenomen door intolerantie. Om tolerant te blijven kan een samenleving intolerantie dus niet tolereren. Maar Popper bedoelde hier niet mee dat onwenselijke ideeën of gedragingen moesten worden verboden. Pas als er een concrete aantasting is van de vrijheid van anderen, kan daar sprake van zijn.

Als kinderen op salafistische moskeescholen te horen krijgen dat mensen met een ander geloof of levensovertuiging de doodstraf verdienen, is  dat onder geen enkel beding acceptabel. We moeten hier doortastend handelen, al betwijfel ik of we om die reden de Grondwet moeten wijzigen. Duidelijk is dat we hier de grens hebben bereikt die Popper trok.

Als honderden Nederlanders met een buitenlandse vlag demonstreren op de Erasmusbrug en volmondig een buitenlandse leider aanmoedigen, dan vind ik dat verontrustend. Het is een symptoom van een relatieve zwakte in de wil er onvoorwaardelijk bij te willen horen. Daar moeten we waakzaam voor zijn. Maar in dit voorbeeld bevinden we ons verder van Popper’s grens.

Als een niet-westers migrantenstel in de spreekkamer van een huisarts komt, weigert een hand te geven, en de echtgenoot per se het woord wil doen voor zijn vrouw, dan vind ik dat op zijn minst ongemakkelijk omdat het fundamenteel botst met mijn eigen levensovertuiging en wereldbeeld. Maar ik zal het niet gebruiken als het bewijs dat het met de wens van de hele groep erbij te horen niet goed gaat. Hier zou ik ook niet willen dat de Staat ingrijpt.

Het is belangrijk om de principiële verschillen tussen die voorbeelden te erkennen. En om te kijken hoe het met de grotere bewegingen gaat.

Dat de extremen in de politiek—de politici die het moeten hebben van ophitsen van angst—dit niet doen, dat snap ik. Hoe verdrietig het ook is. Maar dat de nuance soms ook in het midden verdwenen lijkt, baart mij zorgen. Want ook vanuit het politieke midden horen we dat veel te veel op het gebied van migratie en integratie niet goed gaat. En dat de wederkerigheid bij nieuwe Nederlanders ontbreekt.

Hier wordt mijns inziens met een te brede kwast geschilderd. De feiten logenstraffen de stelling dat “veel te veel niet goed gaat”. En met die wederkerigheid zie ik het ook niet zo somber in. Kijk naar een groep Marokkaanse-Nederlanders die deze week steun vraagt bij hun strijd tegen de dwang van hun dubbele nationaliteit. Zij zijn Nederlanders, en vragen – en verdienen – onze steun.

Natuurlijk, we kunnen wijzen op de Klassieke Oudheid, het Christendom en de Verlichting. Meerdere politici doen dat. Ze zeggen dat “de waarden” uit die tijd onder druk staan. Dat wij onze identiteit, die zo vanzelfsprekend is dat we het er nooit over hadden, de laatste decennia stukje bij beetje kwijtraken. Maar ik zie dat toch echt anders. Identiteit is niet een statisch, monolithisch gegeven.

Ik ben vrouw, Katholiek, progressief liberaal, democraat en Nederlander. Ik was een diplomate en ben nu politica. Ik ben echtgenote en moeder van vier kinderen. Er zijn situaties waarin ik specifiek één van die elementen ben, en soms ben ik alles tegelijkertijd.

Identiteit is niet gegraveerd in graniet. Het wordt gevormd in ons hart, ons brein, onze ziel, en onze ervaring. Het is de ontwikkelende, altijd boeiende vorm van ons mens-zijn.

Er bestaat natuurlijk ook geen eenduidig pad van de Klassieke Oudheid naar het Christendom, naar de Verlichting, naar de moderne rechtsstaat, met een rechte lijn naar steeds meer vrijheid en gelijkheid. Wij stellen die waarden nu centraal, maar wij geven ze zelf vorm en inhoud.

We zijn schatplichtig aan onze voorgangers en de denkers die onze samenleving hebben gevormd. Maar onze idealen van vrijheid en gelijkheid zijn anderen dan dat van de slaveneigenaren Jefferson of Washington en de guillotine-gebruikers Marat en Robespierre.

Veel principes uit die verschillende perioden waar sommigen de mond van vol hebben stonden op gespannen voet met elkaar.

Wat we nu zien als ‘typisch Nederlands’, is in het verleden bevochten op de conservatieve krachten van het moment. Ook in het verleden werkten er nu eenmaal meer lobbyisten voor de status quo, dan voor de verandering. Ook toen was de status quo nu eenmaal wat gemakkelijker, want het bestond al. Mensen kenden het al.

Wij vinden het homohuwelijk – of liever, het huwelijk voor iedereen – een typisch Nederlands verschijnsel. Maar dat was het eeuwenlang niet, omdat het eeuwenlang niet bestond. De LHBTI-gemeenschap in Nederland kan pas twintig jaar trouwen.

Ik ben er trots op dat Nederland het eerste land was dat het huwelijk voor iedereen openstelde. U kunt er trots op zijn dat de Remonstranten dit bij de invoering ook volmondig steunden. Maar het is niet zo dat dit een vaststaand gegeven is, dat het een rechtstreeks gevolg is van onze cultuur en geschiedenis. Er is jarenlang vóór en jarenlang tegen gestreden.

De gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen vinden we ook een typisch Nederlandse verworvenheid. Maar tot ver in de negentiende eeuw was de ondergeschikte positie van vrouwen zo “logisch”, dat nergens expliciet stond vermeld dat ze niet in aanmerking kwamen voor bestuursfuncties.

In de Grondwet van 1848 stond niet dat vrouwen waren uitgesloten van het actieve en passieve kiesrecht. Volgens de letter van de wet konden vrouwen dus volledig deelnemen. U snapt wat er gebeurde: de geest van de wet werd leidend! Men vond het “vanzelfsprekend” dat als de grondwet sprak over “Nederlanders”, het uiteraard over mannen ging.

Pas in de jaren ’50 werd de ondergeschikte positie van vrouwen afgeschaft, en werden ze volledig handelingsbekwaam. En het duurde tot 1975 dat mannen en vrouwen voor de wet gelijk moeten worden beloond. Dit ging niet vanzelf.

Ook de godsdienstvrijheid zelf is een beginsel dat een lang pad heeft afgelegd. Het processieverbod werd pas in 1983 uit de wet gehaald. Die vrijheden en verworvenheden zijn bereikt door – vreedzame – strijd.

We hebben nu een nieuwe strijd te voeren. Ver verleden en recent verleden bewijzen dat onze vrijheden en verworvenheden niet vanzelfsprekend zijn. Verdraagzaamheid staat zelfs onder druk. Het gaat me dan om het verlies van een cultureel zelfbewustzijn, het verlies van een zeker optimisme. De huidige cultuur is doordrenkt van het gevoel dat we iets aan het kwijtraken zijn.

Michel Houellebecq schrijft in zijn laatste werk “Serotonine” over een samenleving die op zijn laatste benen loopt, en op ontploffen staat. “Niemand zal meer gelukkig zijn in het Westen, het geluk is een oude droom, de historische voorwaarden ervoor zijn gewoon niet meer voorhanden’, zegt hij.

Ilja Leonard Pfeijffer zegt in “Grand Hotel Europa”: “Wat Europa de wereld te bieden heeft, is zijn verleden…Ik wil niet net als het hotel waar ik verblijf en het continent waar het naar is vernoemd tot de conclusie komen dat de beste tijd achter mij ligt.”

Twee schrijvers. Twee radicaal verschillende wereldbeelden. Eén gedeelde opvatting: we raken iets kwijt.

Politici en maatschappijcritici laten zich meevoeren op de golven van het pessimisme en spreken met een zwaar gemoed over “het Avondland”, waar de zon langzaam op neerdaalt. Alleen een totale omslag zou ons nog van de ondergang kunnen redden, zo wordt beweerd. Ik deel deze wanhoop niet.

Ja, we bevinden ons in Nederland en in Europa in een overgangstijd. De transatlantische relatie staat onder druk. Onze Europese Unie hangt een chaotische Brexit boven het hoofd. Ongeveer 68 miljoen mensen zijn wereldwijd op de vlucht of intern ontheemd.  Onze levens worden in toenemende mate beïnvloed door de invloed van grote tech-reuzen.

In 2050 zullen er bijna 10 miljard mensen op aarde wonen. Economische groei en de opwarming van de aarde zorgen voor een enorme druk op het ecosysteem.

In mondiale zin is de ongelijkheid sterk gestegen sinds 1980. De armste helft van de wereldbevolking is rijker geworden, maar tegelijkertijd is het vermogen van de rijkste 1 procent twee keer zo snel gestegen dan dat van de onderste 50 procent.

In Nederland zelf zien we dat het besteedbaar inkomen van huishoudens sinds 1980 nauwelijks is toegenomen – een gegeven dat we uiteraard moeten adresseren. Al deze ontwikkelingen zijn niet het resultaat van “destructieprocessen” of “auto-immuunziektes” of van “elites” die zich tegen de samenleving hebben gekeerd.

Het heeft te maken met ontwikkelingen die 17 miljoen Nederlanders maar beperkt kunnen beïnvloeden. Technologische ontwikkelingen houden we niet tegen. Demografische veranderingen zorgen ervoor dat er in 2050 bijna 10 miljard mensen op aarde wonen. Uitputting van de aarde zorgt ervoor dat we naar een nieuwe economie moeten.

Het is de taak van politici mensen in staat te stellen die ontwikkelingen aan te kunnen. De verdeling van middelen, het verzoenen van verschillende ambities en verlangens, het beschermen van zwakkeren. Het bieden van mechanismen voor het oplossen van onze conflicten, en het ontplooien van allen die tot de samenleving behoren.

Politici zijn niet altijd in staat de problemen snel genoeg op te lossen. Dan ontstaan gevaren. Maar het is ook de taak van politici om weerwoord te bieden aan populistische wolven in het bos, die proberen zondebokken aan te wijzen voor de onzekerheden van nu en die in de toekomst.

De geschiedenis rolt niet over ons heen. Wij bepalen zelf hoe het hier verder gaat. Vooruitgang is een kronkelig pad dat we zelf bewandelen. Nederland en Nederland als lidstaat van Europa is een verhaal dat we nog altijd aan het schrijven zijn.

We kunnen hier trots zijn op hoe we universele rechten en waarden hebben verankerd. In relatieve zin hebben we dat altijd goed gedaan. Niet in de laatste plaats dankzij de inzet van de Remonstranten.

Maar ik wil hier niet het verleden idealiseren. Het is tijd om nieuwe stappen te zetten. De geschiedenis te gebruiken als dienaar van de toekomst. Daarbij is het sleutelwoord wat mij betreft strijdbaarheid.

Vrijheid en tolerantie zijn nobele doelen om na te streven. En ja, ze behoren ook tot ons cultureel erfgoed. Maar wie de geschiedenis overziet, kan niet anders dan concluderen dat ze weinig betekenen zonder onze inzet. Ze zijn geen rustig bezit. Een standbeeld waar we kalm omheen kunnen lopen, onszelf schouderklopjes gevend uit trots over het resultaat.

Integendeel, vrijheid en tolerantie vormen voor mij vooral een appèl. Een handelingsperspectief voor de toekomst. Het gaat mij nu en voor de toekomst om daadwerkelijke, oprechte verdraagzaamheid tegenover mensen die anders denken en tegenover mensen die zich “anders” gedragen.

Ook als iemand een mening is toegedaan, die anderen pijn doet. Zelfs dan – juíst dan – is het niet alleen van belang om andersdenkenden te ‘tolereren’, maar ook te begrijpen.

Die diversiteit is de zuurstof van onze democratie. En ja, diversiteit betekent ook conflict. Maar juist daarin schuilt vrijheid. Ik hoop dus dat we dat vertellen aan onze kinderen als zij dit museum bezoeken. Ik hoop dat we onze kinderen een indruk geven van hoe sterk de gemeenschap is waar ze toe behoren. Ik hoop dat we ze kunnen vertellen dat Nederland een bijzondere rol heeft gespeeld in het denken en handelen over “vrijheid”, en “tolerantie” en “openheid”, al zijn dat niet unieke Nederlandse termen.

Wat hier ontegenzeggelijk is gelukt, is om die begrippen levend te maken. Betekenis te geven voor ons eigen handelen. Niet omdat iedereen ze direct omarmde. Maar omdat mensen ervoor hebben gestreden.

Onze kinderen kunnen trots zijn op dat verhaal – ook als hun ouders niet in Nederland zijn geboren, en ook als ze zélf niet in Nederland zijn geboren -, omdat ze kunnen meeschrijven aan dat verhaal. Ik hoop verder dat wij tegen hen zeggen dat het belangrijk is om te weten “wie wij waren.” Maar dat het nog belangrijker is om te bepalen wie wij zijn. Daarom ben ik vol overtuiging teruggekomen na 25 jaar in het buitenland, om een klein beetje bij te dragen aan dat open en veelkleurige Nederland.

Het is een eer om in dit land minister te mogen zijn. Het is een eer om tijdens de Algemene Beschouwingen de fundamentele tegenstellingen in onze politiek respectvol te zien botsen. En het is een eer om achter een Nederlandse en Europese vlag op het internationale toneel te verschijnen, en te merken dat andere landen nog altijd weten wat een rijke geschiedenis en wat een enorme ambitie dat kleine Europese land te bieden heeft.

Dat komt ook door onze openheid, verscheidenheid en diversiteit. Laten we die verscheidenheid, openheid en diversiteit koesteren. Laten we dat met kracht beschermen. Laten we onze energie niet besteden aan een focus op onze verschillen. Laat ons concentreren op waar we nu samen zijn. Op hoe we samen verder gaan. Op hoe we samen verder komen in onze bonte verscheidenheid.

Vrijheid, diversiteit en respect vormen en blijven de zuurstof van onze samenleving. Zonder is er geen toekomst. Met hebben we de kans te leven, te ontwikkelen, en een betere toekomst tegemoet te gaan.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.