Nieuws van politieke partijen in Reimerswaal over CDA inzichtelijk

20 documenten

CDA ziet geen toegevoegde waarde in spoeddebat kanaalwoningen

CDA CDA Reimerswaal 29-07-2020 10:45

Het CDA begrijpt de teleurstelling en frustratie van de vele bewoners langs het kanaal Almelo-De Haandrik die nog niet weten welke financiële regeling voor hen door de provincie wordt getroffen. Sommige bewoners hadden een andere uitkomst verwacht van de selectie die de provincie heeft gemaakt op basis van de onderzoeksresultaten. Ook dat heeft begrijpelijkerwijs weer tot teleurstelling geleid. Het CDA ziet echter geen toegevoegde waarde in het op korte termijn bijeenroepen van Provinciale Staten voor een spoeddebat. Afgelopen week is duidelijk geworden welke huizen schade hebben als gevolg van de werkzaamheden door de provincie aan het kanaal. De schade aan die huizen zal in zijn geheel door de provincie worden vergoed. Voor de andere huizen die wel schade hebben maar waarvan (nog) niet duidelijk is dat de oorzaak ligt bij de werkzaamheden van de provincie was eerder voorgesteld een lening te verstrekken. Dit voorstel is door alle partijen in de Statenvergadering op 1 juli afgewezen. Het CDA had voorgesteld deze groep bewoners tegemoet te komen met een vergoeding tot maximaal 200.000 euro per huis. Daar was echter onvoldoende steun voor en ook voor andere alternatieven was geen meerderheid. Om die reden hebben de Staten unaniem besloten het college opdracht te geven voor 1 oktober met een nieuw voorstel voor deze groep huiseigenaren te komen. Een debat op korte termijn in de staten hierover kan dat besluit niet meer veranderen en heeft dus wat het CDA geen toegevoegde waarde. Het CDA wil ook voorkomen dat er verwachtingen worden gewekt dat er met een nieuw debat op korte termijn er sneller duidelijkheid komt over de nieuwe regeling. Een debat brengt een nieuwe regeling niet dichterbij. Wel wil het CDA ook dat de regeling liever vandaag dan morgen wordt bekend gemaakt.

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

SGP SGP CDA Reimerswaal 29-06-2020 00:00

In de raadsvergaderingen van 3 december 2019 en van 9 juni 2020  bespraken we in de raad ook dit onderwerp. 23 juni 2020 was het onderwerp van bespreking in de besluitraad. Namens de SGP zijn diverse zaken naar voren gebracht. Zoals:

 

Artikel 2:29 Sluitingstijd horeca met name sluitingstijd terrassen

Het voorstel was om voor de terrassen de sluitingstijd van de horeca aan te houden. Dat zou betekenen dat terrassen tot 02.00 uur 's nachts open zouden mogen zijn. In de ‘oude’ situatie was geregeld dat ze tussen 0.00 uur en 9.00 uur gesloten moesten zijn. Als SGP wilden we dit zo houden en daarom hebben we een amendement ingediend. We kregen steun van alle fracties op de ChristenUnie na.

Overlast voorkomen is ons doel. Al is het misschien wat lastiger voor de handhaving doordat er verschillende tijden in de APV komen te staan, maar voor de inwoners van onze gemeente geeft dit meer rust. En we willen toch vooral onze inwoners bedienen.

Artikel 2:29 lid 1 Sluitingstijd

Openbare inrichtingen zijn gesloten op maandag tot en met zondag tussen 02:00 uur en 07:00 uur. Ook met betrekking tot de sluitingstijd van de horeca dienden we een amendement in waarbij het de bedoeling was om de sluitingstijd op 2.00 uur te handhaven in plaats van een afkoelmoment tot 3.00 uur in de APV op te nemen zoals voorgesteld werd. We kregen steun van Leefbaar Reimerswaal waardoor dit amendement met 10 stemmen voor en 9 tegen werd aangenomen.

Als SGP fractie staan wij op het standpunt dat de horeca op zondag gesloten moet zijn en dat de sluitingstijd op de andere dagen van de week maximaal op 24 uur gesteld zou moeten worden. Echter daar is geen politieke steun voor in de raad.  Daarom hebben we een amendement opgesteld waarin we voorstellen om als sluitingstijd 2 uur te hanteren. Geen afkoelmoment, in de praktijk blijkt dat dit ook veelal wordt gebruikt voor het oprekken van de openingstijden. We sluiten daarbij aan bij onze buurgemeenten Tholen, Borsele, Goes en Kapelle die ook een sluitingstijd van 2 uur (zonder afkoelmoment) hanteren.

Om overlast te voorkomen hebben we nog een onderwerp geamendeerd.

Artikel 4.2 extra muziek boven de geluidsnorm

Wat de SGP-fractie betreft zijn we terughoudend met muziek in de openbare ruimte en zeker in de nachtelijke uren. Daarom dienden wij een amendement in om het ten gehore brengen van extra muziek boven de geluidsnorm qua tijd te reguleren en te stellen op 24.00 uur en niet zoals in het voorstel was opgenomen tot 02.00 uur. Na een schorsing waarin overleg plaatsvond en het amendement wat werd gewijzigd kregen we de steun van het CDA en Leefbaar Reimerswaal en werd ook dit gewijzigde amendement aangenomen. Daarmee werden drie door ons geïnitieerde amendementen op dit onderwerp aangenomen.

In het evenementenbeleid is er veel geregeld rondom zaken als geluidsoverlast en tijden tot wanneer evenementen mogen duren. Dit beleid is de komende maanden onderwerp van gesprek.

Het CDA heeft een amendement ingediend wat wij mee hebben ondertekend.

2.34 Paracommerciële rechtspersonen (bijv. sportkantines)

Ook wij vinden dat de horeca ontzien moet worden en dat sportkantines niet te lang open mogen zijn om de horeca niet te benadelen. Daarom gaven wij onze steun voor openingstijden van de 1

sportkantines tot maximaal 2 uur voor en na een activiteit en niet eerder dan 12 en niet later dan 24.00 uur. Dit amendement werd verworpen.

Ten slotte

In de vergadering van 3 december 2019 was Maarten Both onze woordvoerder. In de vergadering van 9 juni 2020 mocht ik mijn eerste bijdrage leveren aan het politieke debat in de gemeente Reimerswaal. Op 23 juni 2020 hebben we namens de fractie geprobeerd om het beleid in de APV bij te stellen. Dat is gelukt met steun van de andere partijen. Daar zijn we hen dankbaar voor. Het was een pittig onderwerp om het raadswerk mee te starten. De volledige materie beheersen vraagt veel. Maar met de uiteindelijke uitkomst van de stemming zijn we als SGP fractie heel tevreden.

Tonnie Bliek

 

Regenboogvlag

SGP SGP ChristenUnie VVD CDA PvdA Reimerswaal 10-11-2018 00:00

In de raadsvergadering van 30 oktober jl. diende de VVD een motie in waarin zij opriep om vanaf volgend jaar de regenboogvlag te hijsen op 11 oktober in het kader van Coming-Outdag. Op deze dag wordt aandacht besteed aan het moment dat een homo, lesbienne, biseksueel of transgender (LHBT) openlijk voor zijn of haar seksuele voorkeur uitkomt. Helaas is deze motie met 10 tegen 9 stemmen aangenomen. Als SGP-fractie zijn we daar zeer teleurgesteld over.

In de vergadering hebben we aangegeven dat we de regenboog zien als symbool van Gods trouw na de zondvloed. De regenboog wordt op 11 oktober misbruikt bij het propageren van alternatieve relaties en een vrije seksuele moraal die rechtstreeks ingaat tegen de normen en waarden die de Bijbel ons voorhoudt. Vanzelfsprekend zijn wij ook tegen elke vorm van discriminatie. We hebben gewezen op artikel 1 van de Grondwet die prominent in de hal van het gemeentehuis op de muur staat. Daar staan wij met z’n allen voor. En daar hebben we al een vlag voor: onze nationale driekleur.

Eén lid van Leefbaar Reimerswaal, VVD (2), PvdA (2), CDA (2) en ChristenUnie (3) stemden voor de motie. Vooral de opstelling van de CU heeft ons verrast en verbaasd. Zij steunde deze motie! De regenboog wordt door hen, naast teken van Gods trouw na de zondvloed, ook gezien als teken van hoop voor lhbt’ers, daklozen, vluchtelingen en kansarme mensen. Alsof dat de bedoeling is van de lhbt-lobby met deze vlag! Uiterst teleurstellend dat zij door hun stemgedrag het hijsen van deze vlag in Reimerswaal mogelijk hebben gemaakt…

Verklaring Wethouder de Kunder

CDA CDA Reimerswaal 28-03-2018 06:52

De gemeenteraadsverkiezingen zijn voor het CDA-Reimerswaal uitgelopen op een teleurstellend slecht resultaat. Als lijsttrekker trek ik me dit aan en neem ik hiervoor de verantwoordelijkheid. Daarom stel ik me niet meer beschikbaar als wethouder van de gemeente Reimerswaal in een nieuw te vormen College van Burgemeester en Wethouders. Ook zal ik geen zitting nemen in de gemeenteraad. Ik heb mij gedurende een periode van ruim twaalf jaar van wethouderschap met passie, plezier en naar mijn volle vermogen ingezet voor de gemeente Reimerswaal en haar inwoners. Ik kijk met dankbaarheid en voldoening terug op deze bestuurlijke periode. De contacten met de inwoners en de intentie om iets voor hen te kunnen betekenen hebben mij veel werkplezier gebracht. Vooral bij de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn heb ik mij zeer betrokken gevoeld. Dit kreeg voor mij een extra dimensie toen met ingang van 1 januari 2015 de gemeente verantwoordelijk werd voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning , de Jeugdwet en de Participatiewet. Als wethouder financiën heb ik in de periode 2005 - heden veel energie gestoken in de opdracht om de gemeentelijke middelen op orde te houden. In de achter ons liggende crisisjaren was dit een hele uitdaging, maar Reimerswaal is anno 2018 een gemeente met een gezonde financiële huishouding. Totdat er een nieuw College van Burgemeester en Wethouders gevormd is, zal ik me als demissionair wethouder bezig houden met de lopende zaken. Ik wens alle betrokkenen wijsheid toe bij de vorming van een nieuw College van Burgemeester en Wethouders. Zelf zie ik met vertrouwen en enthousiasme uit naar nieuwe kansen die in het verschiet liggen.

Verkiezingsuitslag Reimerswaal

ChristenUnie ChristenUnie SGP VVD PvdA CDA Reimerswaal 23-03-2018 08:00

https://reimerswaal.christenunie.nl/k/n22748/news/view/1206576/373217/foto verkiezingsuitslag_20180321_224739Dank aan alle stemmers voor een fantastische verkiezingsuitslag!

  2018   2014 SGP       4.186 36,2% 7   4051 34,8% 7 Leefbaar Reimerswaal       2.027 17,5% 3   1892 16,3% 3 CDA       1.051 9,1% 2   1796 15,4% 3 VVD       1.424 12,3% 2   1381 11,9% 2 PvdA       1.148 9,9% 2   1273 10,9% 2 ChristenUnie       1.720 14,9% 3   1241 10,7% 2

Tam verkiezingsdebat tussen 4 wethouders-kandidaten

ChristenUnie ChristenUnie SGP VVD PvdA CDA Reimerswaal 19-03-2018 13:38

https://reimerswaal.christenunie.nl/k/n22748/news/view/1205428/373217/JRNJ-CUreimerswaal-13

KRABBENDIJKE - Het werd een tam lijsttrekkersdebat in Krabbendijke jl. donderdag. Ook de PZC kon er, in haar verslaggeving, niets beters van maken (zie link onderaan dit artikel).

De ChristenUnie had besloten niet deel te nemen aan het lijsttrekkersdebat van de gemeente Reimerswaal. De redenen om af te zien van deelname werden op deze avond zondermeer bevestigd.

In plaats van te gaan voor een eigen onderscheidend programma en de kwaliteit van de gemeenteraad in het oog te houden, was het een slappe vertoning met 4 kandidaat-wethouders die elkaar niet voor het hoofd wilden stoten om hun kansen op een lucratieve wethouders post niet te verspelen.

Precies het omgekeerde van wat ChristenUnie voorstaat. We willen een open sollicitatieprocedure voor de wethoudersposten zodat daar de meest geschikte mensen komen om de beslissingen van de gemeenteraad  uit te voeren.

De vraag is of het de lijsttrekkers van SGP, CDA, VVD en PvdA gaat om de gemeenteraad, of om de wethouderszetels. De interessante vraag wat gaat u doen, als u onverhoopt geen wethouder gaat worden werd helaas niet gesteld door de debatleider...

Er was ChristenUnie voorgesteld een korte presentatie/debatje, van 1½ minuut…., te houden over de ChristenUnie ideeën over het gezond maken van de lokale politiek, maar daar zou het bij moeten blijven….

In de campagne heeft de ChristenUnie zich sterk gemaakt voor deze noodzakelijke verandering in de lokale politiek, luisteren naar de inwoners, uitslagen enquêtes respecteren, geen coalitievorming maar open debat van alle partijen in de raad, kortom eerst het politieke proces met elkaar gezond maken en als tweede komt het eigen verkiezingsprogramma waarin ChristenUnie o.a. pleit voor het gebruik van WMO gelden waar het voor bedoeld is, namelijk zorg en ondersteuning (…en niet voor een bushalte, de reconstructie van een plein etc.) (voor meer informatie zie <website>).

Daarnaast heeft de ChristenUnie gepleit om de bestaande afvalinzamelingsmethode te handhaven, overeenkomstig de wens van 49% van de +/- 3.000 inwoners die een enquête hierover invulden (voor meer informatie zie <website>).

Verrassend genoeg ging het ook nog uitgebreid over de afvalinzamelingsmethode gedurende het debat. Wethouder Jaap Sinke kon niet uitleggen waarom hij vond dat 42% meer is dan 49%. Het college had immers de diftar-methode doorgedrukt omdat 42% van de geënquêteerden daar geen bezwaren tegen had en “dat toch ook een hoog percentage is”. Daarbij werd volledig voorbijgegaan aan de 49% van de inwoners die het liever bij het huidige systeem houden.

Ter vergelijking, het Brexit referendum in Engeland gaf een uitslag van 52% voor en 48% tegen en de Britten gaan de EU daarom verlaten…..

Meest verrassend tijdens het debat was dat de fractievoorzitster van de VVD voorstelde om de enquête nog eens over te doen en vooraf dan de burgers beter te informeren over de kosten van de diverse opties. Dit is precies wat ChristenUnie voorstelde gedurende de laatste raadvergadering, maar daar waren SGP, CDA, VVD en PvdA toen tegen. Nu kwam de fractievoorzitster van de VVD met het voorstel, waarop zowel de verantwoordelijk wethouder Sinke als de VVD wethouder Vogelaar met verbazing reageerden.

Kortom als de prijskaartjes straks aan de diverse opties gehangen worden, zou ondanks het genomen principebesluit deze kwestie nog wel eens de ChristenUnie kant op kunnen kantelen!!

De lijsttrekkers(/ kandidaat wethouders) van SGP, CDA, VVD en PvdA wisselden nog wat standpunten betreffende de bouwmogelijkheden in het buitengebied, over de nieuwbouw van twee scholen in Krabbendijke en over zwembad Den Inkel en hopen vooral dat alles blijft zoals het was…..

Als u net als ChristenUnie denkt dat het  belangrijk is dat er serieus  zaken gaan veranderen in de Reimerswaalse politiek, geef ons dan uw stem op 21 maart!!

 

Zie verslag in de PZC: https://www.pzc.nl/bevelanden/vuurwerk-blijft-uit-bij-tam-verkiezingsdebat-in-krabbendijke~a8ecc736/

Schriftelijk vragen inzake 'Verlengde Pleegzorg'

CDA CDA Reimerswaal 09-02-2018 09:03

De CDA-fractie heeft op donderdag 8 februari 2018 schriftelijke vragen gesteld. Daarin wordt het college van B&amp;Wbevraagt inzake de zogenaamde verlengde pleegzorg. De afgelopen weken is er, mede naar aanleiding van een toezegging van de minister, veel aandacht geweest in de media voor het gegeven dat de zorg voor jongeren in het kader van pleegzorg stopt zodra de betreffende jongere 18 jaar wordt. Gemeente mogen, in het kader van hun jeugdzorgtaken, deze opvang al verlengen, maar inmiddels blijkt er een breed maatschappelijk draagvlak voor een structurele verlenging. De CDA-fractie informeert naar de ervaringen in Reimerswaal en de verwachting voor de toekomst. Daarnaast informeert de fractie naar mogelijke problemen rondom de bestaande contracten en vergoeding voor pleegzorgaanbieders en pleegouders. Geacht college, De overgang van 18- naar 18+ in de jeugdzorg vindt het CDA al langere tijd voor verbetering vatbaar. Dat geldt zeker ook voor de pleegzorg. Pleegkinderen verdienen een veilig en stabiel thuis, ook na hun 18e verjaardag. Immers, ondanks dat zij vanaf die dag voor de wet volwassen zijn, betekent dit niet altijd dat ze zonder hulp allerlei volwassen keuzes kunnen maken, die wel van hen worden verwacht. Keuzes over wonen, opleiding, inkomen, werk, zorg en ondersteuning. Tot op heden is wettelijk bepaald dat de pleegzorg en de pleegzorgvergoeding na de 18e verjaardag van het pleegkind ophoudt. Voor sommige jongeren betekent dat zij het pleeggezin verlaten en veel jongeren raken in de kwetsbare periode die dan volgt in de problemen. Dit staat in schril contrast met het (gelukkig) overgrote deel van de jongeren die nog jaren na hun 18e verjaardag terug kunnen vallen op hun ouders.Sinds de decentralisatie van de Jeugdwet hebben gemeenten de mogelijkheid om de pleegzorg te verlengen. Daarnaast heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport recent bekendgemaakt dat hij ook de wettelijk looptijd van pleegzorg wil verruimen tot 21 jaar. De CDA-fractie heeft hierover de volgende vragen:1. Hoe vaak heeft de gemeente sinds de decentralisatie van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de pleegzorg te verlengen na de 18e verjaardag?2. Welke ervaring is hiermee opgedaan?3. Hoe veel jongeren van 17 jaar verblijven er momenteel in onze gemeente in een pleeggezin of zijn vanuit een gezin in onze gemeente geplaatst in een pleeggezin elders? Het CDA ondersteunt het voornemen van de minister dat pleegzorg tot het 21e jaar de regel wordt, en bij uitzondering - als het in het pleeggezin niet langer gaat of als jongeren echt toe zijn aan zelfstandigheid - eerder de stap wordt gemaakt om pleegzorg af te sluiten en op eigen benen gaan staan.4. Deelt het college dit uitgangspunt? Zo nee, waarom niet?5. Zo ja, bent u bereid de mogelijkheden, gevolgen en kosten hiervan voor onze gemeente inzichtelijk te maken en de raad hierover te informeren? Landelijk zijn signalen opgevangen dat pleegouders moeite hebben om alle kosten voor hun pleegkind te kunnen voldoen met de pleegzorgvergoeding die zij ontvangen. Hierbij blijft er vaak te weinig budget over voor goede begeleiding van het kind.6. Is het college bekend met of bereid navraag te doen naar klachten of meldingen bij de gemeente, bij de Gecertificeerde Instellingen, bij aanbieders van Pleegzorg of bij Pleegouder Support Zeeland omtrent:a. de geldende vergoedingen voor pleegouders?b. de mogelijkheden voor vergoedingen van bijzondere onkosten voor pleegouders?c. de door de gemeente hanteerde tarieven voor de pleegzorgaanbieders en gecertificeerde instellingen?7. Het ministerie is een onderzoek gestart naar de vergoeding en de toereikendheid van de pleegzorgvergoeding. Gaat u het ministerie informeren over de ervaringen in onze gemeente? C. Hoogerland - VeermanFractie CDA Reimerswaal

CDA Reimerswaal is bezorgd over vernieuwing in de jeugdzorg.

CDA CDA Reimerswaal 25-10-2017 12:55

Wanneer een kind hulp nodig heeft, omdat er bijvoorbeeld problemen zijn in het gezin, kan door de gemeente jeugdhulp worden ingezet. Om ervoor te zorgen dat kinderen/jeugdigen nog beter worden geholpen en de zorg betaalbaar blijft, heeft jeugdhulpaanbieder Juvent een nieuwe behandelmethode ontwikkeld. Met deze methode wordt een combinatie gemaakt van intensieve ambulante begeleiding (dat is wanneer de hulpverlener naar het kind toekomt) en residentiële behandeling (voor behandeling verblijft het kind in een instelling). De tijd die een kind in een instelling verblijft, kan hiermee worden verkort. Dit klinkt op zich positief! Dit is ook wat we willen in de jeugdzorg: betere zorg voor minder geld. Juvent trekt twee jaar uit voor het realiseren van dit project. Echter na 1 ½ jaar wil de jeugdhulpaanbieder een behandelgroep (bestaande uit negen plaatsen) al opheffen, terwijl het dan nog niet zeker is of de nieuwe methode aanslaat. En stel nu dat deze methode niet goed aanslaat, is sluiting van deze groep dan nog wel tegen te houden? De CDA-fractie maakt zich zorgen hierover en heeft het college schriftelijk gevraagd zich sterk te maken voor het openhouden van de behandelgroep tot het moment dat gebleken is dat dit project succesvol is. Het college geeft in haar beantwoording aan dat de nieuwe werkwijze niet zondermeer is bedacht, &quot;er is niet over één nacht ijs&quot; gegaan. Specialisten zijn ervan overtuigd dat de nieuwe manier van werken juist de hulp en zorg verbetert en daarbij ook minder kostbaar is. Omdat de praktijk wel weerbarstig kan zijn is er ook voor gekozen om het project op gezette tijden te monitoren/ te volgen en hierover ook met elkaar in gesprek te blijven. Op het moment dat blijkt dat de gewenste resultaten uitblijven of als onvoldoende beoordeeld worden zal het college er zeker op aandringen de behandelgroep te behouden. De CDA-fractie is blij met deze toezegging. Van verdere ontwikkelingen wordt de gemeenteraad op de hoogte gehouden. De schriftelijke vragen en beantwoording ervan: In reactie op uw schriftelijke vragen van 21 september 2017 betreffende innovatie jeugdzorg treft u in deze brief onze antwoorden aan. 1. Is het college bekend met voornoemd innovatieplan van Juvent, inclusief de voorgenomen sluiting van de bestaande behandelgroep, en wat is het standpunt van het college in deze? Het college is bekend met het voornoemd innovatieplan van Juvent, ook met de voorgenomen sluiting van de bestaande behandelgroep per medio 2019. Zowel ambtelijk als bestuurlijk, onder andere in het portefeuillehoudersoverleg Jeugd Zeeland, is het plan uitvoerig besproken. Het standpunt van het college is dat een voorstel wat aansluit op de bestuurlijke en maatschappelijke wens om tot meer extramuralisering te komen (afbouw van bedden) in principe ondersteund moet worden. Uiteraard dient zo'n voorstel met zorg voorbereid te zijn en moet bij partijen de overtuiging bestaan dat het niet alleen een kans van slagen heeft en een goedkopere manier van werken is, maar vooral bijdraagt aan nog betere hulp/zorgverlening. Wij zijn van mening dat het voorstel zoals gepresenteerd door Juvent daaraan voldoet. 2. Zijn er op dit moment wachtlijsten in de Jeugdzorg in het algemeen en meer specifiek voor opname van jeugdigen in een behandelgroep? Er bestaan wachtlijsten in de jeugdzorg, ook in Zeeland. Juvent heeft op dit moment echter geen wachtlijst (informatie van het management Juvent/Andrea Klap op 3 oktober 2017). Binnen onze toegang Jeugdhulp hebben de procesregisseurs volledig zicht op de Reimerswaalse jeugdigen die eventueel op een wachtlijst staan (Intervence/Emergis) om te bewaken dat zij tijdig hulp krijgen. Als er een veiligheidsrisico bestaat is er altijd onmiddellijke inzet! 3. Erkent het college dat dit project een risico (aanbod residentiële hulpverlening kan onder druk komen te staan) met zich meebrengt en deelt zij de zorgen van de CDA fractie? Het college erkent dat bij het veranderen van een beproefde werkmethode er immer een risico bestaat dat de gewenste ontwikkeling minder succesvol is, in die zin delen wij ook de zorgen van de CDA fractie. Echter het college wenst te benadrukken dat de nieuwe werkwijze niet zondermeer is bedacht, &quot;er is niet over één nacht ijs&quot; gegaan. Specialisten zijn ervan overtuigd dat de nieuwe manier van werken juist de hulp en zorg verbetert en daarbij ook minder kostbaar is. Omdat de praktijk wel weerbarstig kan zijn is er ook voor gekozen om het project op gezette tijden te monitoren/ te volgen en hierover ook met elkaar in gesprek te blijven. Als zaken niet het gewenste resultaat opleveren is ingrijpen of bijstellen van de plannen noodzakelijk, als wettelijk verantwoordelijken zullen gemeenten daar dan ook op aandringen. 4. Is het college bereid om zich binnen de inkooporganisatie in te spannen voor het openhouden van de behandelgroep tot het moment dat gebleken is dat dit project succesvol is waardoor er geen druk op het aanbod van residentiële hulpverlening is te verwachten? Het college is van mening dat de meetbare resultaten binnen het project de maatstaf moeten vormen om te bepalen of het verantwoord is de behandelgroep af te bouwen. Met andere woorden als de nieuwe methode niet of niet voldoende succesvol is dienen de 9 plaatsen te worden behouden. Het college is van mening dat binnen de voortgang van het proces het mogelijk moet zijn om een goede inschatting te maken of afbouw wel of niet verstandig is. Op het moment dat blijkt dat de gewenste resultaten uitblijven of als onvoldoende beoordeeld worden zal het college er zeker op aandringen de behandelgroep te behouden. 5. De gemeenteraad wordt van de verdere ontwikkeling op dit onderwerp graag op de hoogte gehouden. Graag een toezegging op dit punt. Het college zegt toe de gemeenteraad pro actief op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen ten aanzien van dit onderwerp: 'innovatie jeugdzorg'.

Beantwoording Schriftelijke vragen over Zak- en Kleedgeld Jeugdzorg

CDA CDA Reimerswaal 25-10-2017 12:37

Naar aanleiding van het rapport van de Kinderombudsman over de problematiek rondom het zak- en kleedgeld in de jeugdzorg stelde de CDA-fractie op 21 september jl. schriftelijke vragen aan het college van de gemeente Reimerswaal. Raadslid Carla Hoogerland stelde dat op veel plaatsen tussen gemeenten en jeugdzorginstellingen geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over de aanvraag en betaling van het zak- en kleedgeld. Gevolg daarvan is dat jongeren dit zakgeld vaak niet krijgen, terwijl dit wel van belang is voor hun ontwikkeling én dat instellingen vaak veel tijd kwijt zijn om ervoor te zorgen dat het geld er alsnog komt. Het college geeft in haar antwoord aan dat de gemeente wel financiële afspraken heeft gemaakt, maar instellingen zich hier niet altijd van bewust zijn (geweest). Inmiddels is er contact geweest tussen de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland (deze organisatie regelt de inkoop van alle jeugdhulp voor de 13 Zeeuwse gemeenten) en de instellingen om de afspraken op te frissen. Verder neemt het college de aanbeveling van de Kinderombudsman over om vóór 1 januari 2018 nog duidelijkere afspraken met de instellingen te maken over de aanvraag en betaling van het zak- en kleedgeld. Dit zal wel in Zeeuws verband geregeld moeten worden. De gemeenteraad wordt op hoogte gehouden van de verdere ontwikkelingen. De schriftelijke vragen en beantwoording ervan: In reactie op uw schriftelijke vragen van 21 september 2017 betreffende Zak- en Kleedgeld binnen de Jeugdzorg treft u in deze brief onze antwoorden aan. Vraag 1: Herkent het college zich in de situatie die het rapport van de Kinderombudsman beschrijft?Het college is zich ervan bewust dat zolang er geen sprake is van een rechtelijke maatregel, de ouders de wettelijke verantwoordelijkheid hebben voor het onderhoud van hun kinderen. De ouders ontvangen voor dat onderhoud ook nog steeds kinderbijslag. Dit geldt ook als er sprake is van een Onder Toezicht Stelling (OTS). In de praktijk levert dat soms problemen op omdat de jeugdzorgaanbieders geen wettelijke mogelijkheden hebben om ouders te dwingen voor het onderhoud van hun kinderen te betalen. Als ouders niet bijdragen in het onderhoud van hun kind(eren) proberen de jeugdzorgaanbieders dit vanuit de eigen middelen op te lossen. Door de ontstane financiële krapte hebben zij hiervoor echter steeds minder mogelijkheden waardoor het voor kan komen dat kinderen verstoken blijven van zak en kleedgeld. De gemeenten hebben echter vanuit de Jeugdwet (artikel 2.3.) de zorgplicht om in zo'n situatie een financiële vergoeding beschikbaar te stellen. Kinderen met een voogdijmaatregel vallen onder verantwoordelijkheid van de voogdij-instelling. In 2015 bestond nog een eigenbijdrage van ouders voor de residentiële jeugdhulp. Deze was mede bedoeld om te voorzien in zak- en kleedgeld. Mede door druk vanuit de jeugdzorgregio's heeft de staatssecretaris deze eigen bijdrage geschrapt en vragen instellingen nu aan ouders een bijdrage. Lukt dit niet of weigeren de ouders, dan wordt gezocht naar een nnaatwerkoplossing. Op basis van bovenstaande redeneren wij dat de gemeente niet als eerste wettelijk (formeel) verantwoordelijk is. Er ontstaat pas een wettelijke verantwoordelijkheid als het onmogelijk blijkt zak en kleedgeld via de ouders te verkrijgen. Vraag 2: Welke afspraken zijn er namens de gemeenten) met de Gecertificeerde Instellingen (Gis) gemaakt over de bijzondere kosten in het algemeen en het zak- en kleedgeld in het bijzonder? In de tarieven welke zijn afgestemd en vastgelegd door de Inkoop Jeugdhulp Zeeland (IJZ = inkoopbureau Jeugdzorg) is een bijdrage voor zak- en kleedgeld opgenomen. De vergoeding voor hulp of zorg is een zogenaamd integraal tarief. Naar aanleiding van het rapport van de kinderombudsman en de vragen die daarop gesteld zijn door uw CDA fractie is wel duidelijk geworden dat instellingen zich daarvan niet altijd bewust zijn (geweest). Inmiddels is daarover contact geweest tussen contractbeheerders van Inkoop Jeugdhulp Zeeland en de zorgaanbieders. Vraag 3: Is het college bekend met de afspraken die door de gecertificeerde instelling met de residentiële instellingen zijn gemaakt over de verstrekking van zak en kleedgeld? Omdat de inkoop en vergoeding/betaal-systematiek via Inkoop Jeugdhulp Zeeland (IJZ) verloopt is het college niet inhoudelijk van alle afspraken op de hoogte. Verwacht mag worden dat betrokken uitvoerders (ambtenaren) en instellingen wel op de hoogte zijn van e.e.a. Zoals gemeld zijn de afspraken met betrekking tot zak en kleedgeld nog eens opgefrist. Vraag 4: Is het college bereid om, conform de aanbevelingen van de Kinderombudsman, voor 1 januari 2018 duidelijke afspraken met de betrokken instellingen te maken over de aanvraag en betaling van zak- en kleedgeld? Uit het rapport van de Kinderombudsman blijkt nadrukkelijk dat ten aanzien van dit onderwerp verdere afstemming en afspraken noodzakelijk zijn. Het college van Reimerswaal is zeker bereid om gebruikmakend van de aanbevelingen van de Kinderombudsman nog duidelijkere afspraken te maken voor 1 januari 2018 en zal daar ook aandacht voor vragen. Wel wijst het college erop dat om tot Zeeuws-brede afspraken te komen zij niet zelfstandig kan opereren en e.e.a. derhalve binnen Zeeuws verband geregeld dient te worden. Inmiddels zijn gesprekken daarover gaande. Vraag 5: De Kinderombudsman constateert dat er veel onduidelijkheid is ten aanzien van deze specifieke vorm van bijzondere kosten in de jeugdbescherming. Er zijn er echter veel meer geformuleerd. Kan het college de gemeenteraad in beeld brengen welke afspraken met de gecertificeerde instellingen zijn gemaakt ten aanzien van andere bijzondere kosten en in hoeverre pleeggezinnen en residentiële instellingen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van vergoedingen? De bijzondere kosten waaraan in deze vraag wordt gerefereerd zijn genoemd in de factsheet bijzondere kosten Jeugdbescherming april 2016 van de VNG. Er worden in die factsheet 3 categorieën bijzondere kosten genoemd te weten: algemene bijzondere kosten, ziektekosten en kosten forensische diagnostiek. Op basis van wetgeving (art. 303 BW) heeft de met voogdij belaste stichting dezelfde bevoegdheden en plichten als ieder andere voogd. Die verplichting brengt met zich mee dat binnen de tariefafspraken met die zorgaanbieders deze kosten zijn opgenomen (doorgerekend). Er is dan ook sprake van een integraal tarief waarin deze kosten zijn verwerkt. Vraag 6: De gemeenteraad wordt van de verdere ontwikkelingen op dit onderwerp graag op de hoogte gehouden. Wij zeggen bij deze toe de ontwikkelingen met betrekking tot bijzondere kosten binnen de jeugdhulp/jeugdzorg duidelijk te communiceren richting de raad.

CDA Reimerswaal wil duidelijkheid over zak- en kleedgeld in de jeugdzorg

CDA CDA Reimerswaal 22-09-2017 11:46

In het rapport ‘Mag ik mijn zakgeld?’ vraagt de Kinderombudsman aandacht voor kinderen en jongeren die met een ondertoezichtstelling of een voogdijmaatregel in een instelling verblijven. De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat deze jongeren zak- en kleedgeld krijgen. Op veel plaatsen zijn hier echter geen afspraken over gemaakt, zo stelt de Kinderombudsman. De CDA-fractie van de gemeente Reimerswaal wil weten hoe dit in haar gemeente is geregeld en heeft het college om opheldering gevraagd. CDA-raadslid Carla Hoogerland: “met dit zak- en kleedgeld kunnen jongeren noodzakelijke spullen als kleding, schoenen en schoolspullen aanschaffen. Om toch zakgeld op te halen steken begeleiders nu veel tijd in het aanschrijven van fondsen. De tijd die hier in gaat kan niet aan begeleiding of andere taken worden besteed.” Wanneer er voor de kinderen waarvoor de gemeente Reimerswaal verantwoordelijk is geen afspraken zijn gemaakt, pleit de CDA-fractie dat dit alsnog spoedig wordt gedaan. Er zijn naast het zak- en kleedgeld nog meer bijzondere kosten, bijvoorbeeld bepaalde ziektekosten, die voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. De CDA-fractie wil ook weten welke afspraken hierover zijn gemaakt en of pleeggezinnen of instellingen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van vergoedingen. In het rapport ‘Mag ik mijn zakgeld?’, dat 1 augustus jl.verscheen, vraagt de Kinderombudsman aandacht voor kinderen en jongeren in jeugdinstellingen. Het rapport maakt een analyse van de problematiek rondom het zak- en kleedgeld voor kinderen en jongeren die met een ondertoezichtstellingofeen voogdijmaatregel in een residentiële instellingverblijven. Op grond van de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het zak-en-kleedgeld voor deze kinderen.Ze vallen onder de zogenoemde bijzondere kosten binnen de jeugdbescherming.Hierover moeten ze afspraken maken met de gecertificeerde instelling.Daarnaast is het van belang dat de gecertificeerde instelling afspraken maakt met de residentiële instellingen waar jeugdigen verblijven. Op veel plaatsen zijner tussen de genoemde partijen geen duidelijke afspraken gemaakt omtrent het zak-enkleedgeld, zo stelt het rapport. Hierdoor krijgen deze jongeren vaak geen zak- en kleedgeld, terwijl dit wel van belang is voor hun ontwikkeling. Om toch zakgeld op te halen steken begeleiders veel tijd in het aanschrijven van fondsen. De tijd die hier in gaat kan niet aan begeleiding of andere taken worden besteed. De vraag is ofvoornoemdeafspraken door onze gemeente zijn gemaakt. Daarom heeft de CDA-fractie de volgende vragen. Wij verzoeken het college, voor zover mogelijk, haar antwoorden te motiveren:1. Herkent het college zich in de situatie die het rapport van de Kinderombudsman beschrijft?2. Welke afspraken zijn er namens de gemeente met de gecertificeerde instellingen gemaakt over de bijzondere kosten in het algemeen enhet zak- en kleedgeldin het bijzonder? 3. Is het college bekend met de afsprakendie door degecertificeerde instellingen met de residentiëleinstellingen zijn gemaakt over de verstrekking van zak- en kleedgeld?Is het college bereidde huidige praktijk in beeld te brengenen de gemeenteraad hierover te informeren.4. Is het college bereid om, conform de aanbevelingen van de Kinderombudsman,vóór 1 januari 2018 duidelijke afspraken met de betrokken instellingen te maken over de aanvraag en betaling van zak- en kleedgeld?5. De Kinderombudsman constateert dat er veel onduidelijkheid is ten aanzien van deze specifieke vorm vanbijzondere kosten in de jeugdbescherming. Er zijn er echter veel meer geformuleerd. Kan het college voor de gemeenteraad in beeld brengen welke afspraken met de gecertificeerde instellingenzijn gemaakt tenaanzien van de andere bijzondere kosten en in hoeverrepleeggezinnenenresidentiële instellingen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van vergoedingen? 6. De gemeenteraad wordt van de verdere ontwikkelingen op dit onderwerp graag op de hoogte gehouden. Graag een toezegging op dit punt

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.