Nieuws van politieke partijen in Nederland inzichtelijk

29 documenten

Laat parlement beslissen over klimaatplannen

SP SP D66 PvdA Nederland 22-05-2019 17:37

De Klimaatwet van vier coalitie- en vier oppositie-fracties uit de Tweede Kamer, krijgt ook in de Eerste Kamer de steun van de SP-fractie. Dat zegt senator Geert Reuten. Tijdens het debat in de Senaat feliciteerde hij de initiatiefnemers die het wetsvoorstel kwamen verdedigen, onder wie SP’er Sandra Beckerman, Jesse Klaver (GL), Lodewijk Asscher (PvdA) en Rob Jetten (D66). Reuten wil in de toekomst wel een sterkere rol van het parlement bij het vaststellen van de klimaatplannen die volgens de wet vijfjaarlijks gemaakt moeten worden. En bij het beoordelen van die plannen zal, aldus Reuten, de verdeling van de kosten voor de SP in beide Kamers een kernpunt zijn.

Het wetsvoorstel legt klimaatdoelen voor 2030 en 2050 vast. Dat is volgens de SP-senator een stap in de goede richting en in lijn met het wereldwijde klimaatakkoord van Parijs. Reuten: ‘Van ons hadden die doelen nog best verder mogen gaan. Zo blijft de aanzienlijke uitstoot van broeikasgassen door de lucht- en zeevaart buiten het wetsvoorstel, terwijl die uitstoot wel een belangrijk deel van de klimaatverstoring veroorzaakt.’ Ook, zo zei Reuten, had Nederland, samen met de andere rijke landen van de wereld, scherpere doelen kunnen stellen, omdat die landen veel bijgedragen hebben aan het ontstaan van het klimaatprobleem. Maar, zo zei hij, ‘het voorstel is een compromis, waarin een brede meerderheid van de Tweede Kamer zich heeft kunnen vinden. Dat is belangrijk. Voor ons is in dit geval het betere niet de vijand van het goede’.

In de voorgestelde Klimaatwet staan geen specifieke klimaatmaatregelen. De indieners laten het aan de regering om hiervoor voorstellen te doen in een vijfjaarlijks klimaatplan. Daarin worden ook de maatschappelijke gevolgen en de verdeling van de kosten duidelijk. Deze plannen komen niet meer ter goedkeuring naar het parlement. Reuten wil het uiteindelijke oordeel over die plannen wel aan de Kamers laten. Daarover diende hij een motie in. ‘Als SP willen we ze met name kunnen beoordelen op de mate waarin de lasten ervan in Nederland gedragen gaan worden door degenen met de hoogste inkomens’.

D66 hertaalt Europees verkiezingsprogramma in eenvoudige taal

D66 D66 Nederland 16-05-2019 13:01

D66 hertaalt Europees verkiezingsprogramma in eenvoudige taal

D66 heeft haar programma voor de Europese Verkiezingen hertaald naar een versie in eenvoudige taal. In vijf pagina’s zien zo ook mensen die moeite hebben met lezen en de belangrijkste punten voor de verkiezingen. Ook voor kinderen is deze versie makkelijker te lezen.

Fractievoorzitter Rob Jetten: “Europa is van en voor ons allemaal. Als lezen en schrijven niet je sterkste kant is, kan Europa een enorm ingewikkeld verhaal zijn. Daarnaast bereiken politieke berichten kinderen natuurlijk niet, terwijl het wel over hun toekomst gaat.” Vandaag overhandigt Jetten het hertaalde verkiezingsprogramma aan de kinderen van groep 7 en 8 van basisschool. St. Willibrordus uit Deurne.

“D66 wil dat iedereen mee kan doen. Daarom hebben we een begrijpelijke versie van het verkiezingsprogramma gemaakt”, aldus Jetten.

Zo werd het punt ‘D66 wil dat er consequenties komen als landen de grondrechten, zoals rechtsstatelijkheid en democratie, niet nakomen. D66 wil dit ieder jaar toetsen, en als een land niet voldoet zijn er consequenties, zoals een boete’

veranderd in

‘D66 wil elk jaar bekijken of alle landen zich nog netjes aan de regels houden. Bijvoorbeeld dat er eerlijke verkiezingen worden gehouden. Als ze zich niet aan de regels houden, moet dat een gevolg hebben. Bijvoorbeeld een boete’.

In Nederland hebben maar liefst 2,5 miljoen mensen moeite met lezen, schrijven of rekenen. Laaggeletterden vinden gemiddeld minder snel een baan en hebben moeite met het bijhouden van inkomsten en uitgaven, wat tot schulden kan leiden. Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven, kunnen vaak bijvoorbeeld de bijsluiter van medicijnen niet lezen, hun kinderen voorlezen of een brief van de gemeente lezen. Daarom vindt D66 het goed dat het kabinet 60 miljoen euro per jaar investeert in het beter leren lezen.

Lees het verkiezingsprogramma in begrijpelijke taal hier.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Neem lidmaatschap EU op in de Grondwet

D66 D66 Nederland 09-05-2019 13:40

Neem lidmaatschap EU op in de Grondwet

D66 wil dat het lidmaatschap van de Europese Unie wordt verankerd in de Nederlandse Grondwet. Daartoe dienen fractievoorzitter Rob Jetten en Europa-woordvoerder Kees Verhoeven een Grondwetsvoorstel in.

Opname van het lidmaatschap in de Grondwet doet recht aan het grote belang dat de EU heeft voor Nederland. Zeventien andere EU-lidstaten, waaronder Duitsland en Frankrijk, gingen Nederland al voor.

Jetten: “Nederland en de Europese Unie gaan hand in hand. Dankzij de Europese samenwerking leven we al ruim zeventig jaar in vrede, veiligheid en voorspoed op ons continent. Heel veel Europese besluiten beïnvloeden de levens van miljoenen Nederlanders. En die nemen we samen met de andere EU-lidstaten. Nederland is verweven met de Europese Unie. Het is wat D66 betreft dan ook logisch om het EU-lidmaatschap in de Grondwet op te nemen.”

Als het EU-lidmaatschap zoals voorgesteld in Nederlandse de Grondwet wordt opgenomen, betekent het ook dat een Grondwetswijziging nodig is om eventueel uit de Unie te stappen. Dan moet het parlement er twee keer over stemmen, waarbij uiteindelijk een tweederde meerderheid nodig is.

Kees Verhoeven: “We zien bij Brexit wat voor chaos  en ellende het oplevert als je überhaupt aan uittreding begint – en al zeker ondoordacht en gebaseerd op leugens. Er is veel te makkelijk gedacht over wat het zou betekenen en wat de gevolgen zijn. Hiermee laten we zien dat we aan de Europese Unie net zo hechten als aan andere bepalingen in de Grondwet. Die verander je ook niet op een druilerige achternamiddag.”

Ook wil D66 dat er een wet komt die de betrokkenheid van het Nederlands parlement regelt bij het sluiten van nieuwe verdragen en Europese wetten. Op dit moment zijn er vooral losse afspraken over de manier waarop het Nederlandse parlement betrokken is bij EU-besluitvorming. Zo’n Europa-wet legt duidelijk vast welke informatie wanneer naar de Tweede Kamer gaat. Bovendien kan de wet ervoor zorgen dat de Kamer eerder betrokken wordt bij bijvoorbeeld overdracht van bevoegdheden aan de EU

Jetten: “Door het lidmaatschap in de Grondwet op deze manier op te nemen, krijgt het Nederlandse parlement een duidelijkere rol bij Europese besluiten en bij mogelijke uittreding. Bovendien doet het recht aan onze historische verbondenheid: Nederland is een van de zes grondleggers van de Europese samenwerking en drijvende kracht achter veel belangrijke Europese besluiten.”

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Voor een internationaal Natuurakkoord

D66 D66 Nederland 25-04-2019 06:20

Voor een internationaal Natuurakkoord

Voor een internationaal Natuurakkoord

Er is een internationaal Natuurakkoord nodig om de natuur te beschermen en het uitsterven van diersoorten tegen te gaan. D66-leider Rob Jetten wil dat de EU het voortouw neemt voor zo’n akkoord, bij de VN-natuurtop in Beijing volgend jaar.

Jetten: “Elke dag sterven diersoorten uit. Bossen verdwijnen, het natuurlijk evenwicht wordt verstoord. In navolging van het Klimaatakkoord van Parijs moeten alle landen de handen ineen slaan. En de EU kan daarin een belangrijke voortrekkersrol spelen.”

In zo’n akkoord komen niet alleen concrete doelen te staan, maar ook harde afspraken waar alle landen zich aan moeten houden. Die richten zich dan op bijvoorbeeld het tegengaan van ontbossing, opruimen van de plastic soep en bestrijden van vervuiling.

Iedere dag sterven tientallen diersoorten uit. In 50 jaar is de populatie wilde dieren met 60 procent afgenomen in de wereld. Eén van de laatste voorbeelden is het uitsterven van de witte neushoorn. In maart 2018 is het laatste mannetje op aarde doodgegaan. De voorpagina’s worden af en toe gehaald door deze stille, maar grote crisis. We schrikken van dit soort nieuws, maar gaan de volgende dag op dezelfde voet verder. Er moeten concrete doelen komen om de vernietiging van natuur te stoppen. Een soort kan maar één keer uitsterven. Het is definitief en onomkeerbaar.

De doorbraak van klimaatverandering op de politieke agenda is een feit, maar een andere grote bedreiging voor de aarde wordt vergeten: de vernietiging van de natuur. Er is een politiek akkoord tegen klimaatverandering, maar een ‘Parijs voor de natuur’ is in geen velden of wegen te bekennen. D66 wil dat tijdens de EU-top in Sibiu wordt afgesproken dat natuurbescherming een topprioriteit is. In 2020 wordt in Peking, China een wereldwijde natuurtop gehouden. Dit is het uitgelezen moment om een akkoord.

Onderstaande doelen voor natuur zijn al eerder wereldwijd vastgesteld, zonder daar concrete afspraken aan te verbinden. De doelen zijn inmiddels achterhaald, sinds de eerste natuurafspraken is nog niets veranderd.

Ontbossing moet in 2030 gehalveerd zijn, ten opzichte van nu. Per jaar verdwijnt bijna 7,9 miljoen hectare natuurlijk bos. Dat is ruim twee keer Nederland (!).

In 2030 moet de plastic soep opgeruimd zijn. Per jaar komt meer dan 8 miljoen ton plastic afval in zee terecht.

In 2030 mogen geen soorten meer uitsterven door menselijk handelen.

In 2030 moet vervuiling zodanig teruggebracht zijn, dat de aarde er niet meer onder lijdt.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Investeer meer in Europa

D66 D66 Nederland 25-04-2019 05:57

D66 wil meer investeren in Europa. Dat heeft fractievoorzitter Rob Jetten vanochtend aangekondigd.

Jetten: ‘De grote uitdagingen van onze tijd vragen om Europese oplossingen. Tegengaan van klimaatverandering, beschermen van de buitengrenzen en investeren in technologie kunnen we niet als Nederland alleen.’

Na het aanstaande vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, is er minder geld voor meer plannen en verantwoordelijkheden. ‘We beschouwen onze vrede, voorspoed en veiligheid als een gegeven. Maar om dat in stand te houden en verder te ontwikkelen, moeten we ook de portemonnee trekken.’

D66 wil niet dat er zomaar meer geld richting Brussel gaat. De partij pleit ook al langere tijd voor een herziening van de landbouwsubsidies. Daarnaast kan juist door meer samen te werken, ook veel geld worden bespaard. Bijvoorbeeld op het terrein van Defensie. Door in de EU meer gezamenlijk in te kopen, te trainen en afspraken te maken over zaken als wapensystemen, kunnen op termijn miljarden worden bespaard.

Reactie Jetten op doorrekening klimaatakkoord

D66 D66 Nederland 13-03-2019 20:55

Reactie Jetten op doorrekening klimaatakkoord

Vandaag presenteerden de planbureaus PBL en CPB de doorrekening van het klimaatakkoord. Lees hieronder de reactie van fractievoorzitter Rob Jetten.

Vandaag is een belangrijke dag voor onze toekomst. De knappe koppen van onze onafhankelijke planbureaus hebben de concrete plannen doorgerekend uit het concept-klimaatakkoord. En wat blijkt: Parijs is in zicht. Dit is waarom D66 regeert. Wij lopen nooit weg, wij lopen door. Al helemaal als de toekomst van onze leefomgeving op het spel staat.

Uit de cijfers blijkt dat de totale kosten van het akkoord meevallen, maar de lasten wel eerlijker verdeeld kunnen worden tussen huishoudens en bedrijven. De plannen van de industrietafel bleken ook onvoldoende hard om hun CO2-uitstoot te halveren. Daarom zitten we niet stil. Daarom zijn we met de coalitie direct in actie gekomen. En hebben we direct belangrijke verbeteringen aangekondigd. Samenwerken loont.

Minder energiebelasting mensen; betaald door industrie

Bedrijven gaan meer betalen voor hun energie zodat we de energiebelasting van mensen kunnen verlagen. Een eerlijke verdeling van de rekening is immers van groot belang.

Wij waren niet tevreden met de bijdrage van de industrie. Daarom heeft de coalitie besloten dat de industrie meer gaat betalen. Het boetesysteem voor de grote vervuilers bleek onvoldoende. Nu komt er alsnog een eerlijke CO2-heffing zodat ook de industrie de uitstoot voldoende terugdringt. De CO2-heffing gaan we zo vormgeven dat we voorkomen dat bedrijven naar het buitenland vertrekken.

D66 wil een échte transitie. Daarom besluiten we tot minder CO2-opslag onder de grond. De beschikbare subsidie wordt gemaximeerd en het aantal jaren waarin CO2-opslag is toegestaan beperkt. We gaan CO2 niet groenwassen, want we maken een nieuwe economie.  De landbouw kan tegen beperkte extra investeringen meer doen voor onze klimaatdoelen. We gaan daarom samen met de sector de omslag naar kringlooplandbouw versnellen.

De coalitie heeft nu grote, richtinggevende keuzes gemaakt. In april komt het kabinet met het hele pakket. Vanuit de Tweede Kamer blijven wij waakzaam. D66 kiest voor een schoon klimaat. D66 kiest voor de toekomst. Niet later. Nu.

Rob Jetten

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

De wereld verandert en daar ziet D66 kansen. Kansen voor mensen, om hun eigen energie op te wekken, of op slimme wijze hun energierekening te verlagen, kansen voor schone steden waar het gezond en prettig wonen is en kansen voor innovatieve bedrijven die hun concurrentiepositie versterken door tegen lagere kosten te produceren. Groei biedt uitdaging aan creativiteit en durf. Groei en innovatie zorgen voor oplossingen banen en welvaart. Mits die groei niet ten koste gaat van de kansen van volgende generaties. Duurzame, groene groei is de sleutel naar een welvarende toekomst.

Hoofdlijnen Klimaatakkoord goede eerste stap, nu doorpakken

Miljoenen voor klimaat in elke provincie: 48 voorbeelden van concrete plannen

D66 zal altijd blijven strijden voor een vrije en open samenleving. Waarin het niet uitmaakt waar je vandaan komt, van wie je houdt of waar je in gelooft. Wij vechten voor respect voor elkaar. Voor tolerantie. En dat zullen we altijd blijven doen. Dit is het moment, meer dan ooit, om je uit te spreken. Steun het optimisme.

Word nu lid

Vertrouw op de eigen kracht van mensen

Wij vertrouwen op de eigen kracht en ontwikkeling van mensen.

Streef naar een duurzame harmonieuze samenleving

Wij willen de wereld om ons heen tegemoet treden met respect en mededogen.

Samenlevingen zijn op steeds meer verschillende manieren met elkaar verbonden. Wij staan open voor de gehele wereld en sluiten niemand uit.

Beloon prestaties en deel de welvaart

Mensen zijn niet gelijk, wél gelijkwaardig. Mensen zijn verschillend en wij willen dat de overheid ruimte laat voor die verschillen.

Koester de grondrechten en gedeelde waarden

De fundamentele waarden van onze samenleving zijn vrijheid voor en gelijkwaardigheid van ieder mens, ongeacht opvattingen, geloof, seksuele geaardheid, gerichtheid of herkomst.

Steun ons en help Nederland vooruit

Cookie voorkeuren Uw privacy Wijzigen lidmaatschap Responsible Disclosure Nieuws Agenda Contact

Regels nodig tegen schadelijke arbeidsmigratie

SP SP D66 Nederland 13-03-2019 07:30

Meer ongereguleerde arbeidsmigratie, dat wil Rob Jetten van D66. De partij propageert al tijden flexwerk en leent zich voor de lage-lonenlobby. Dit standpunt is symbolisch voor de blinde vlek van de elite voor de onzekerheden van heel veel mensen, hier én daar.

“We hoeven geen nieuwe wegen, we willen onze jongeren terug”, zei een inwoner van Letland in Nieuwsuur over de gevolgen van arbeidsmigratie in de EU. Een op de drie jongeren is vertrokken en dat levert grote problemen op voor de Letse samenleving. Van de volksverhuizing profiteert vooral het grootbedrijf in zijn honger naar lage lonen en hoge winsten. Oekraïners werken in Polen, Polen werken in West-Europa. En Nederlanders zonder werk of met een arbeidshandicap komen nauwelijks aan de bak. Zelfs niet met economisch hoogtij.

Daarnaast blijven de lonen in Nederland al jaren achter. En dat is verklaarbaar. De Nederlandsche Bank stelde vorig jaar dat het achterblijven van de lonen voor pakweg de helft te wijten is aan flexwerk. Niet alleen worden flexwerkers slechter betaald, ook durven mensen die wel een vaste baan hebben minder eisen te stellen uit angst hun werk te verliezen.

Flex is verdienmodel

Ongereguleerde arbeidsmigratie is precies dát: een extreme verschijningsvorm van onzekerheid en het verzwakken van de positie van werknemers. Het is niet voor niets dat de bedrijvenlobby pleit voor nog meer arbeidsmigratie. Flex is hun verdienmodel.

In een stuk  ‘Dertien oorzaken waarom de lonen niet stijgen en de winsten wel’ schrijft Mirjam de Rijk dat de vijver waaruit werkgevers hun werknemers kunnen kiezen de afgelopen decennia systematisch groter is geworden. Het bevorderen van de komst van arbeidskrachten uit de EU wijst ze als een van de oorzaken aan. Zo’n  grotere vijver betekent minder onderhandelingsmacht voor werknemers, zegt De Rijk, inmiddels hoofd van de cao-onderhandelaars bij de FNV.

Ook de Rabobank merkt in een publicatie van augustus 2018 het effect van mondialisering van productie en kapitaal op. De internationalisering kan ervoor zorgen dat werknemers in eigen land vaker wedijveren met buitenlandse krachten. “Het is goed mogelijk dat de arbeidsmarkt minder krap is dan de Nederlandse werkloosheidscijfers doen vermoeden, waardoor de cao-lonen minder hard stijgen dan bij dezelfde werkloosheid zegge tien jaar geleden.”

Onder de gordel

Wie zoals wij een kritisch geluid over dit systeem laat horen, moet rekening houden met stoten onder de gordel. Zoals het verwijt dat het kritiek is op migranten. Het zijn echter juist de kinderen van niet-westerse migranten die vaker flexcontracten en lagere lonen hebben. Oftewel: vooral migranten hebben last van nog meer ongereguleerde arbeidsmigratie.

Het Nederlandse bedrijfsleven lijkt vooral geïnteresseerd in het korte termijn economische belang: het vervullen van vacatures, lage lonen en hoge winst. Het arbeidsmarktbeleid overlaten aan de bedrijvenlobby zorgt ervoor dat de overheid geen regie meer heeft.

Zonder regulering van de arbeidsmigratie weten we niet waar en hoeveel arbeidsmigranten in Nederland wonen en werken. Dat maakt inspecteren op uitbuiting lastig en integratie van nieuwkomers nagenoeg onmogelijk. Ook daarom moet Nederland weer zeggenschap krijgen over wie hier komt werken en onder welke voorwaarden. Alleen dan kunnen we uitbuiting en druk op de lonen voorkomen.

Dit opiniesteuk verscheen op 13 maart 2019 in Trouw.

Speech Rob Jetten congres 109

D66 D66 CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid VVD Nederland 10-03-2019 11:53

Congres!

Het is een wonder. Dat ze jullie, volop in de campagnestand, een dag naar een congreszaal hebben weten te lokken. Want partijgenoten, wat heb ik jullie de afgelopen weken veel gezien. Overal in Nederland. Op straat, in onze groen-witte jassen. Flyerend, canvassend, en vastbesloten om in al die provincies een goede uitslag voor D66 neer te zetten.

Zodat D66’ers zich ook de komende jaren als bezetenen kunnen inzetten. Voor betaalbare huizen. Voor meer fietssnelwegen. En voor behoud van natuur!

D66’ers die kiezen voor de toekomst. Ik wens onze twaalf lijsttrekkers en hun teams heel veel succes toe! Zoals hier in Noord-Holland onze fantastische lijsttrekker Ilse Zaal!

Vrienden,

Voor mij persoonlijk stond de wereld de afgelopen vijf maanden even helemaal op z’n kop. Maar ik kan me voorstellen dat het ook voor jullie gek is. Na 12 jaar opeens een nieuwe fractievoorzitter.

Ik wil jullie graag vertellen waarom ik de politiek ben ingegaan. Wat me drijft. En waarom ik lid werd van D66.

Ik ben 31. Ik ben van de generatie die opgroeide met de verschrikkelijke aanslagen van 11 september en de oorlogen die volgden in Afghanistan en Irak. Ik zat uren aan de buis gekluisterd. Wilde al het politieke nieuws lezen. In eigen land werd de politiek opgeschrikt door opkomst van Fortuyn en de laffe moordaanslagen op hem én op Theo van Gogh. Dat maakte indruk.

De vrije wereld waarin ik opgroeide, waarin mijn generatie meer kansen had dan ooit, die wereld die alleen maar beter zou worden, bleek opeens minder vanzelfsprekend dan iedereen dacht. En de reactie van sommigen was: Groepen uitsluiten. Ophitsen. Grondrechten schenden.

Reacties die onze samenleving verdeelden. Reacties waardoor veel Nederlanders zich afvroegen: Ben ik hier nog welkom?

Op datzelfde moment worstelde ikzelf ook met mijn identiteit. Ik zat in het laatste jaar van de middelbare school. Toen ik durfde te erkennen: Ik ben homo. Dat was niet altijd gemakkelijk. Kan dat wel? Wat zullen anderen denken?

En toen ik steeds lekkerder in mijn vel zat, ook de vraag: Waar halen die types het lef vandaan om mij of anderen te vertellen dat we er niet bij horen omdat we niet in hun hokje passen?

Langzaamaan werd ik activistischer. Ik wilde me ergens bij aansluiten. Politiek actief worden.

Ik zocht een partij die pal stond voor de vrijheid jezelf te zijn. Die stelling nam tegen de rechts-populisten die alleen maar ophitsen en uitsluiten. En die wist dat Nederland beter af was, zonder verdeeldheid.

Die partij was D66. Toen nog geen partij, maar een ‘partijtje’. Nul zetels in de peilingen. Met leeuwenmoed hielden Alexander, Boris en Fatma en een handvol medewerkers zich staande in de Tweede Kamer.

En met succes. Toen CDA en PvdA in Balkende-IV waren vergeten dat regeren een werkwoord is, kwamen zij in opstand. Toen iedereen nog in een kramp lag na de afgewezen Grondwet van 2005, koos D66 als enige voor Europa.

En toen de PVV in de Tweede Kamer kwam, en niet alleen de Koran, maar ook de Grondwet wilde verscheuren, was D66 de enige die met hen de strijd aanbond. Die partij, met het lef om ergens vol voor te gaan, daar wilde ik bij horen.

Ik werd lid. Wat daarna kwam, herkennen vast veel leden. Een prachttijd bij de Jonge Democraten. Campagnevoeren voor elke verkiezing. Op een dag van wind en regen, een dag als vandaag, posters plakken. En uiteindelijk werd ik Raadslid in Nijmegen. Dus Menno: je hebt nog heel wat in te halen bij deze prachtige club.

Ik werd actief aan de vooravond van een decennium waarin Nederland D66-groen zou kleuren. Want kijk waar we nu staan. Honderden volksvertegenwoordigers, wethouders en gedeputeerden door het hele land. Negentien zetels in de Tweede Kamer. Tien in de Eerste. En zes ijzersterke bewindspersonen.

Dat was allemaal nooit gebeurd, zonder één persoon. Alexander Pechtold. Alexander, ik heb je de afgelopen maanden ook wel eens vervloekt. Als ik in je grote schoenen stond en me afvroeg: Wat zou Alexander doen?

Ik ben ongelofelijk blij dat je na jouw vertrek niet achter de geraniums bent gaan zitten. Maar dat jij er vandaag alweer bij bent. Ik spreek niet alleen namens mijzelf, maar namens de hele fractie en alle leden: We bewonderen hoe je iedereen, op het vorige congres in Den Bosch, muisstil wist te krijgen met die prachtige, persoonlijke afscheidsspeech. Dat raakte ons allemaal.

Ik kan je niet genoeg bedanken voor wat jij hebt betekent voor onze partij. Je bent voor altijd mijn eerste politieke held. Heldhaftig, vastberaden, vol goede moed. Baken van redelijkheid in een steeds meer versplinterd politiek landschap. En altijd zingend aan het werk. Alexander, bedankt!

Congres,

De afgelopen jaren waren voor mij een politieke leerschool. Het leerde me dat Nederland D66 nodig heeft om vooruit te komen, door samen te werken. Er kwam pas beweging in Rutte-I toen Rutte ons nodig had na het weglopen van de PVV. Er gebeurde weer wat aan het Binnenhof, toen D66 een begrotingsakkoord sloot met Rutte en Samsom. En wat toen gold, geldt nu weer:

Een klimaatwet en een naderend klimaatakkoord. Een miljardeninvestering in onderwijs, 8% meer salaris voor docenten. Een kinderpardon, dat er eigenlijk al lang had moeten zijn. Maar ons nu toch gelukt is!

Een pro-Europese houding van onze premier. Een soepele draai, en dat zonder dat vaasje uit zijn handen te laten vallen. Was dit ooit mogelijk geweest, met D66 aan de zijlijn? Hadden we dit op z’n GroenLinks kunnen doen, vanuit de oppositie? Is er ook maar iemand die betwijfelt of dit gelukt was zónder ons?

Het simpele antwoord is nee. En dat is waarom ik trots ben dat we meedoen. Bouwen. En, even belangrijk: dankbaar voor het vertrouwen van iedereen hier.

Dankbaar voor de ruggengraat van deze volwassen, stabiele en onmisbare partij.

Congres,

Dat betekent niet dat ik tevreden achteroverleun. Ik zal mijn Kerdijklezing van maandag niet herhalen – dingen herhalen heb ik vrij snel afgeleerd. Maar wij hebben een agenda die verder reikt dan dit kabinet.

Ons liberalisme is sociaal. Het is radicaal. Wij weten dat echte vrijheid twee kanten heeft. Niet alleen de ‘vrijheid blijheid’ van de VVD. Nee, wij staan voor de vrijheid om iets van het leven te maken. Om je te kunnen ontwikkelen, te ontplooien.

Dat vraagt om kansengelijkheid, om emancipatie, om gelijkwaardigheid, om invloed en zeggenschap in een echte democratie. We staan er in Nederland ontzettend goed voor. We zijn welvarender, gezonder en gelukkiger dan ooit.

Maar er zijn ook nieuwe muren ontstaan. Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid. Muren tussen mensen met wortels in Nederlander en mensen met wortels elders. En muren tussen mensen met macht en mensen zonder macht. Dat is onverteerbaar. En daarom zetten we samen de sloophamer in de muren die ons verdelen.

De eerste stappen zetten we met deze coalitie. Ik accepteer geen treuzelende bewindspersonen. Ik beloof u vandaag: Zolang ik het voorrecht heb fractievoorzitter te zijn, zorg ik dat we het kabinet aansporen tot actie.

Kajsa weet dat wij haar niet met rust laten totdat mensen niet alleen mee kunnen praten maar ook mee kunnen doen. Wouter heeft het moeilijk genoeg met de polder, maar hij weet als geen ander dat D66 niet rust voor we rechtvaardige pensioenen en zekere banen hebben. Ingrid weet heel goed dat wij haar zullen afrekenen op de toegankelijkheid van het onderwijs. Als Sander Dekker treuzelt met het regenboog-stembusakkoord, weet hij dondersgoed dat hij ons op zijn dak krijgt. En vergeet niet hoe wij Ank Bijleveld dwingen haar middelen voor defensie daar te investeren waar het onze veiligheid het meest vergroot: in een sterke, eensgezinde Europese krijgsmacht.

Congres,

als nieuwkomer in het hart van de Haagse politiek valt me iets op. Een gevatte oneliner wordt meer gewaardeerd dan een doorwrocht verhaal. Twitter is de norm. We zitten vast in de loopgraven van het eigen gelijk.

Het bewijs stapelt zich op: de pensioenonderhandelingen waren nog niet geklapt, of de SP knalde al een verdacht professioneel filmpje online. Na de vorige verkiezingen was een historisch klein aantal zetels in de Tweede Kamer bereid verantwoordelijkheid te nemen.

De formatie werd daarom de langste in de Nederlandse geschiedenis. Iedereen leek voor het gemak te vergeten dat vooruitgang niet vanzelf gaat. Dat daar samenwerking voor nodig is.

“Stem het kabinet naar huis”, zeggen partijen van links tot rechts. “Een referendum over Rutte”, roept Lilian Marijnissen. “Alles wordt anders na 20 maart”, denkt Baudet.

Maar dan? Deze partijen zijn zo verliefd op zichzelf, dat de liefde voor samenwerking ver te zoeken is. Welke risico’s dat met zich meebrengt, zien we over de grens. Kijk naar Italië: elk jaar een nieuwe regering. Kijk naar België: jaren zónder regering. Waar partijen elkaar niet halverwege durven te vinden.

Juist Nederland zou hier de weg kunnen wijzen. Wij hebben al zo vaak laten zien dat we voorop kunnen lopen. Laten we dat ook nu doen. Met alleen ‘nee’ zeggen, met alleen mensen uitsluiten, met nooit aan de formatietafel zitten, of daar zonder reden van weglopen, kom je er niet.

De tijd van de smoesjespolitiek is voorbij. Er is geen tijd om te dromen. Het is tijd om te drammen. Niet weglopen, maar doorlopen. Niet leven bij de gedachte hoe de wereld is, maar bij de hoop hoe de wereld zou kunnen zijn. Niet elkaar afstoten, maar – en dat heb ik van onze Christelijke vrienden geleerd – het goede in elkaar zoeken.

Democraten,

Kiezen voor de toekomst is kiezen voor samenwerking.Dat geldt nu en dat geldt ook na de verkiezingen van 20 maart. En daar wil ik best een hand voor uitsteken. Zonder taboes van mijn kant. En hopelijk zonder smoesjes van de rest.

Voor een uitgestoken hand aan Lodewijk Asscher en Lilian Marijnissen – in de strijd voor radicale kansengelijkheid. Voor een uitgestoken hand aan Jesse Klaver – voor humaan migratiebeleid. En ja, voor een uitgestoken hand aan onze conservatieve partners van CDA en VVD. Voor hen is het ook niet makkelijk om al dat vooruitstrevende D66-beleid te dragen.

Democraten,

De verkiezingen van 20 maart ga ik vol vertrouwen tegemoet. En ik zal jullie zeggen waarom.

Onze continue inzet is die voor de vrijheid om jezelf te zijn. Voor kansengelijkheid. En voor meer investeringen in onderwijs. Maar deze verkiezingen, net als de vorige, gaan ook over klimaat.

Komt dat even goed uit. Want vandaag is hier bijeen de enige serieuze klimaatpartij van Nederland. Jesse Klaver wil ons doen geloven dat de aandacht voor klimaat zijn verdienste is. Maar ver, ver voor Jesse… was er Jan. De allereerste klimaatdrammer van Nederland. En ik ben blij dat hij hier vandaag bij ons is. Als stem van onze nieuwe campagnespot. Als lijstduwer bij de Europese Verkiezingen. En als inspiratie voor ons allemaal. Dames en heren, Jan Terlouw!

Congres,

De politieke erfenis van Jan, is vandaag actueler dan ooit. We kennen de doorrekeningen van het klimaatakkoord nog niet, maar laat het volgende glashelder zijn: Wij gaan naar Parijs!

En ik zal eerlijk zijn: dat is geen sinecure. De vorige kabinetten hebben zulke steken laten vallen dat we van ver moeten komen. Maar we zijn op weg. In de zonneauto van het hoge noorden naar het Île de France.

Bij Groningen kregen we de klimaatwet. Ter hoogte van Zwolle sloten we een klimaatakkoord. Bij Almere kregen we van Menno een vliegtaks en een vrachtwagentaks, en van Stientje fikse investeringen in de fiets.

En wat zien we nu? Een gigant van een poster langs de A10, pal naast die grote, vervuilende Hemweg-kolencentrale. De tekst doet mijn hart zingen. WIJ HALEN HEM WEG! Met de groeten van D66!

Vrienden,

Niet alleen Nederland, ook Europa kan meer samenwerking gebruiken. Elke dag opnieuw, zien we aan de overkant van het kanaal wat het alternatief is. Britse boeren slaan alarm over voedseltekorten. Patiënten zijn medicijnen aan het hamsteren. Duizenden mensen raken hun baan kwijt in de auto-industrie. En de politiek is hopeloos verstrikt geraakt.

Dat allemaal door die knoop die Brexit heet. Een knoop die werd gelegd door liegende politici. En door al die jonge mensen die wegbleven van de stembus.

Wij krijgen een nieuwe kans. Een kans om het beter te doen. Voor de politici is het een simpele opdracht. Wél het echte verhaal te vertellen. Staan voor onze zaak. Zonder angst of twijfel.

Voor de jonge kiezer is het net zo simpel. Wél stemmen. Vechten voor de toekomst. Op 23 mei zijn de verkiezingen. Dan kiezen wij voor de toekomst van Europa.

Willen we een Unie die langzaamaan, land voor land, uit elkaar valt? In een deel mét rechtsstaat en een deel zonder? Waar economische groei en welvaart in het Noorden wel en in het Zuiden niet voor handen is? Waar het ene land honderdduizenden vluchtelingen opvangt en het andere land hekken bouwt?

Of kiezen we voor hechte samenwerking? Waarin landen hun macht niet inleveren, zoals de complotdenkers roepen, maar hun macht versterken door naast elkaar te staan. Daarom ben ik zo blij dat onze kandidaten onvermoeibaar strijden voor iedere stem vóór Europa.

Bij de vorige Europese verkiezingen gingen minder dan twee op de tien jongeren naar de stembus. Zij hebben nu een duidelijke keuze. Tussen de Nexit-nationalisten van de firma Baudet. En de Europese democraten van D66. Of is voor Baudet de Nexit toch pas ‘later aan de orde’? Ik weet het even niet meer.

Hoe dan ook, democraten, zegt het voort: Alle jonge Nederlandse Europeanen horen thuis bij de enige partij die sinds haar oprichting met geduldige toewijding werkt aan een Europese toekomst.

Congres,

De gruwelen van 9/11, de moorden op Fortuyn en Van Gogh en mijn zoektocht naar mijn eigen identiteit trokken mij naar de politiek. Naar D66. Een club van open mensen.Waar generositeit het altijd wint van bekrompenheid.

In de afgelopen 12 jaar heb ik me hier altijd thuis gevoeld. Laten we die partij blijven. Een partij die staat voor vooruitgang. Een partij met het lef om radicale voorstellen te doen. Maar vooral een partij die het lef heeft om samen te werken,  Om onze idealen dichterbij te brengen. Ook als dat moeilijk is.

In het RTL-debat afgelopen donderdag verraste Klaas Dijkhoff mij. Opeens kreeg ik het laatste woord. Een sympathiek gebaar, dat laat zien dat je verder komt als je elkaar ook eens iets gunt. Dat is de gedachte waarmee ik het de komende jaar in de Tweede Kamer aan de slag wil. Dat is de gedachte die ik jullie mee wil geven, als jullie de komende anderhalve week massaal de straat op gaan om campagne te voeren.

En als jullie na de verkiezingen op 20 maart in alle provincies onderhandelen over een akkoord voor Fryslan, voor Gelderland, voor Zuid-Holland en in al die andere provincies waar het spannend wordt: denk aan elkaar. Kies altijd voor de toekomst. En zet hem op!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Kerdijklezing door Rob Jetten

D66 D66 Nederland 04-03-2019 17:06

Rob Jetten hield vandaag de Kerdijklezing, zijn eerste grote binnenlandse toespraak als fractievoorzitter. Lees zijn toespraak ‘De Nederlandse belofte, een vrij en waardig bestaan voor iedereen’.

Dames en heren,

Op maandag 16 februari 1874 dromde een mensenmassa samen aan de Goudsesingel in Rotterdam. In de ruime zaal van een handelsgebouw, grenzend aan de markt, hadden de leden van het ‘Comité ter bespreking van de sociale kwestie’ een bijeenkomst belegd over kinderarbeid.

Uit het hele land waren geïnteresseerden naar Rotterdam gekomen. Politici en intellectuelen, maar ook veel mensen uit wat toen ‘de stand der werklieden’ werd genoemd.  Arbeiders, die nog geen stemrecht hadden, maar hier wél hun stem konden laten horen.

Het was die maandag een koude dag, maar binnen liep de temperatuur snel op. Niet omdat de aanwezigen het oneens waren. Wel omdat het in de zaal bijna voelbaar was ‘dat het zo niet langer kon’. Aan het onrecht dat kinderarbeid heette, moest een einde komen. Een wettelijk verbod was noodzakelijk. Na elke spreker klonk gejoel en geklap.

Ergens in die zaal zat een netjes uitziende, bebrilde jongeman. Die jongeman was Arnold Kerdijk. De jonge Kerdijk is niet stilletjes in een hoek blijven zitten. Een motie sprak uit dat een verbod op kinderarbeid ook betekende dat de overheid moest zorgen voor goed onderwijs. Die motie werd slechts afgedaan met een matig applaus.

Kerdijk nam het woord en eiste dat zo’n belangrijke uitspraak meer steun verdiende. Iedereen die tegen was, moest zich kenbaar maken en opstaan. Tot tevredenheid van de jonge Kerdijk bleef iedereen zitten. Dat vervulde hem met optimisme en hoop voor de toekomst.

Erfgenamen Kerdijk

Ik hoor u denken: met die netheid en bril zit het wel goed. Maar of die Rob ook vooruitstrevende ideeën heeft, moet hij nog maar bewijzen.  Dat ik vandaag daarvoor de kans krijg, is een genoegen.De strijd tegen sociaal onrecht, tegen ongelijke kansen en tegen de donkere kanten van de industriële revolutie, beschouwde Kerdijk als de zijne. Het ideaal van een vrij en waardig bestaan voor alle mensen.

Hij richtte een school op voor maatschappelijk werk om armoede in Nederland  te  bestrijden. Hij ijverde al vroeg voor het algemeen kiesrecht. En hij gaf als medeoprichter van het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen steun en  advies aan arbeidersverenigingen, vaak schouder aan schouder met de sociaaldemocraten.

‘Het is te vroeg, het gaat te snel’, verzuchtten Kerdijk ’s liberale geestverwanten dan vaak. Keer op keer kozen al die tevreden liberalen op het moment suprême voor het comfort van de behoudzucht.

Voor Kerdijk betekende liberalisme iets anders. Het was sociaal. Het was waar nodig radicaal. Sociaalliberalen zoals hij wisten heel goed dat echte vrijheid twee kanten heeft. Om echt vrij te zijn, moeten mensen vrij zijn van dwang, van onderdrukking, van beklemmende regels.

Maar ook moeten ze vrij zijn om iets van hun leven te maken, om zich te kunnen ontwikkelen, zich te ontplooien. Kerdijk wist dat dit vroeg om kansengelijkheid, om emancipatie, om gelijkwaardigheid. Om, kortom, sociaalliberalen met ambitie.

Dames en heren, Ik beschouw mijn partij als voortzetter van die politieke erfenis. Wij willen muren neerhalen. Muren die in de weg staan van wat ik de Nederlandse belofte noem: Een vrij en waardig bestaan voor iedereen. In de tijd van Kerdijk liepen die muren dwars door de samenleving.  Ze waren hoog en leken gemaakt van het dikste beton.

Muren tussen mensen die mochten stemmen, en zij die dat recht werd onthouden.

Muren tussen mensen met goed betaald werk en goede woningen, en zij die dat ontbeerden.

En muren tussen mensen wier kinderen goed onderwijs konden genieten, en zij die het aan die kans ontbrak.

Die ambitie om muren neer te halen, leidde ook tot de oprichting van mijn partij in 1966.

De muren tussen regenten en burgers.

Tussen mannen en vrouwen.

En tussen het rijke Westen en landen die nog vochten tegen armoede.

In het revoltejaar 1968 sprak Hans van Mierlo op een partijcongres van een “steeds hogere steeds, ondoordringbaarder muur tussen machthebbers aan de ene kant en de gewone mensen aan de andere.” Er moesten bressen komen in die muur. Niet door er een kanon op te richten. Dat zou wanhopig zijn. Nee, Van Mierlo wilde “een revolutie maken voordat die uitbreekt, een stille revolutie, die kanalen graaft van de burgers en hun frustraties naar de centra van de macht.”

Nieuwe muren

Als ik onze samenleving vergelijk met die van 1874 en 1966, zie ik dat veel muren zijn geslecht. De werkloosheidscijfers zijn lager dan ooit. De economische groei is bescheiden, maar gestaag. En veruit de meeste Nederlanders zijn gelukkig.

Ik weet niet wat u denkt als u zoiets hoort, maar deze wereld van cijfers en gemiddelden is niet altijd de mijne. Het wijzen op ranglijstjes en percentages ruikt mij teveel naar geestdodende tevredenheid met de status-quo. Wie goed kijkt, ziet dat de Nederlandse belofte, van een bestaan in vrijheid en waardigheid, lang niet voor iedereen is vervuld.

De afgelopen decennia zijn nieuwe muren gebouwd.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

En daar wil ik het vandaag met u over hebben. Drie muren – en hoe we ze kunnen slopen.

Die eerste muur – tussen mensen met en mensen zonder zekerheid – ontstaat langs lijnen van opleiding. De hoogopgeleiden plukken de vruchten van globalisering. Voor hen is de wereld kleiner geworden. Met minder grenzen en meer kansen. Flexwerk staat voor hen voor vrijheid.

Aan de andere kant van de muur staan praktisch of middelbaar opgeleiden. Zij ervaren globalisering als een bedreiging.  Perspectief op vast werk is voor hen een zeldzaamheid. Een koopwoning buiten bereik.  En een huurwoning te duur. Deze groep ziet hun lonen nauwelijks stijgen, ondanks economische groei. Het besteedbaar inkomen van huishoudens is sinds 1977 nauwelijks toegenomen. En al sinds 2003 bestaat de banengroei in Nederland vrijwel alleen uit tijdelijke krachten, nul-urencontracten en ZZP’ers.

Die ongelijkheid is ook te zien bij vermogens in ons land. De rijkste 10% bezit 66% van het vermogen. Zekerheid wordt erfbaar. De ene groep blijft achter, de andere vermeerdert de welvaart en geeft het door. Er ontstaat, zo zegt de Franse geograaf Christophe Guilluy, een bovenkant mét en een onderkant zónder zekerheid. Met heel weinig daar tussenin. En met weinig mogelijkheden en kansen om je lot in eigen hand te nemen. Om je levenspad te beïnvloeden door hard te werken, door een stap extra te doen.

Een wereld waarin eigen initiatief niet meer beloond wordt, daar word ik als liberaal niet enthousiast van. Guilluy heeft dan ook een indringende vraag voor de winnaars: heeft u wel door dat de status quo in uw voordeel werkt, maar ten koste gaat van anderen? Het is niet zo dat mensen die in pak naar hun werk gaan, deze tweedeling niet zien.

Ook in mijn eigen omgeving, zie ik muren hoger worden. Mijn grootouders van beide kanten waren kleine, hardwerkende Brabantse ondernemers. De ene opa zat in de electro-installatietechniek. De ander had een slijterij en tabakszaak, samen met mijn onvermoeibare oma.  Ze werkten zes dagen per week, gesterkt door één simpele overtuiging: ‘Onze kinderen krijgen het beter dan wij.’

En dat gebeurde ook. Mijn ouders, ooms en tantes kwamen goed terecht. Ze werkten hard en werden voor hun initiatief beloond. Mijn neefjes, nichtjes en ikzelf waren de eerste generatie die massaal ging studeren.

Dat geloof – de onwrikbare overtuiging dat de volgende generatie het beter krijgt – is aan het verdwijnen. Terwijl ik kansen én zekerheid kreeg als jonge manager bij ProRail,  zag ik hoe familieleden en vrienden onzeker werden. Geen vast contract. Geen hypotheek. En soms zelfs geen huurhuis.

En dan kom ik nog uit een typisch middenklasse gezin. Ik ben de race van het leven meters voorbij de startlijn begonnen. Generatiegenoten met een minder stabiele thuisbasis begonnen de race meters achter de startlijn.

Onderwijs

Het begin van een antwoord ligt in beter en toegankelijker onderwijs. Maar om de emancipatiemotor van het onderwijs weer op volle toeren te laten draaien, moeten we radicale gelijke behandeling afdwingen. Voor ieder kind. Altijd en overal.

Hoe? Door af te rekenen met de ongelijkheid die buiten de klas ontstaat. Tienduizend kinderen per jaar stromen nu het basisonderwijs in met een taalachterstand. Dat is onverteerbaar. Daarom zeg ik: investeer in kinderopvang als instrument van ontwikkeling.

Zo komen kinderen op het vroegst mogelijke moment met elkaar in aanraking en krijgen ze dezelfde kansen. Maar ook als kinderen naar school gaan, slaat de ongelijkheid toe. Kinderen zonder huiswerkbegeleiding, pianoles en ouders met een museumkaart raken achterop bij kinderen die dat wel hebben.

Laten we die privileges toegankelijk maken voor iedereen. Laat ik het de nieuwe Nederlandse school noemen. Met sportvelden, theaters, muziekhallen, studieruimtes mét begeleiding en een gezonde maaltijd voor wie dat thuis niet krijgt.

Niemand wordt uitgesloten op basis van postcode of achtergrond. De nieuwe Nederlandse school is van en voor iedereen. Vrij toegankelijk. Een tweede thuis voor ieder kind.

Arbeid

Dames en heren, het kan niet blijven bij onderwijs alleen. De afgelopen jaren is een leger aan flexwerkers ontstaan dat armer, ongezonder en slechter verzekerd is dan mensen met een vast contract. We moeten daarom breken met business as usual. We moeten een vaste baan weer bereikbaar maken voor werknemer én werkgever. En we moeten mensen die ongewild als zelfstandige werken bescherming bieden.

Ik pleit ervoor een bodem af te spreken. Een minimumtarief waaronder je niet als zogenaamde ‘ondernemer’ mag werken. Omdat het onder dat tarief simpelweg onmogelijk is om je te verzekeren,  een pensioen op te bouwen of te sparen.

Tegelijkertijd moet het voor échte kleine ondernemers makkelijker worden tegenmacht te organiseren. Zoals beroepsfotografen die afspraken willen maken over tarieven.  Het probleem in Nederland is niet een gebrek aan werk.  Het is een gebrek aan goedbetaald werk.

De overheid én werkgevers moeten zich daarom tot het uiterste inspannen voor fatsoenlijke lonen. Onze bedrijven hebben zelf de grootste verantwoordelijkheid. In periodes van voorspoed moeten de salarissen stijgen. Niet alleen in de bestuurskamer, maar ook in de postkamer. Dat gebeurt nu onvoldoende.

Het zou helpen als de vakbonden, die zich vastbijten in de dossiers van het verleden, ook eindelijk onversneden gaan pleiten voor de hogere lonen van de toekomst.

En het zou óók helpen als de top van ons bedrijfsleven met beide benen op de grond ging staan. De groeiende kloof tussen het inkomen van de gemiddelde CEO en de gemiddelde medewerker knaagt aan het vertrouwen dat de essentiële voorwaarde is voor de geloofwaardigheid van ons sociaal contract.

Eerlijk is eerlijk: we hebben nog geen Amerikaanse toestanden. Maar de loonkloof is ook in Nederland flink gestegen. De CEO’s van de 21 grootste Nederlandse beursfondsen verdienen ondertussen 83 keer zo veel als een gemiddelde werknemer. Van onze CEO’s mogen wij meer rekenschap verwachten van hun voorbeeldfunctie. Meer oog voor de uitstraling van hun gedrag. Waar is de zelfbeheersing gebleven?

Vermogen

Dames en heren, als we de muur tussen de zekeren en de onzekeren willen aanpakken, moeten we het óók hebben over vermogens. Onze belasting op vermogen, vermogenswinst en vermogensoverdracht is de afgelopen decennia steeds verder verlaagd.

Mensen die met veel pijn en moeite iets opzij zetten krijgen nauwelijks rente. Terwijl mensen met veel vermogen makkelijker risico’s nemen. Meer beleggen. En zo een hoger rendement halen. Met alle maatschappelijke gevolgen van dien. Deze groep mensen schenkt hun kinderen belastingvrij een ton om een huis te kopen. En daarmee een nieuwe voorsprong in het leven.

Begrijp me niet verkeerd. Het is die trotse ouders en hun blije kinderen van harte gegund. Maar met het belonen van prestaties – iets wat ik als liberaal belangrijk vindt – heeft het weinig te maken. Daarom ben ik voorstander van een progressieve vermogensbelasting. Waarbij we grote vermogens boven de 1 miljoen zwaarder belasten. Zodat we kleine spaarders meer kunnen ontzien.

Dames en heren, de tweede muur die ik zie is die tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders. Wie mensen op straat naar hun maatschappelijke zorgen vraagt, hoort vaak: migratie en integratie.

In het rapport “De nieuwe verscheidenheid” stelde de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid onlangs dat er een overeenkomst is tussen diversiteit enerzijds en een thuisgevoel en buurtcohesie anderzijds. Hoe groter de diversiteit, hoe minder mensen zich thuis voelen. Dat is het recept voor een nieuwe muur.

Aan één kant van de muur staan mensen met wortels in Nederland die onbehagen ervaren over migratie en de ‘culturele kwetsbaarheid’ die dat met zich mee zou brengen. Dat onbehagen voel ik zelf soms ook. Ik ben bezorgd over de emancipatie van de LHBTI-gemeenschap. Die lijkt soms, onder druk van culturele spanningen, een stapje terug te doen.

Toen ik afgelopen zomer met mijn vriend door Madrid liep, viel me op hoe gemakkelijk het daar is voor twee mannen of twee vrouwen om hand in hand te lopen. Met trots, zonder enige bedenking. Vrijheid zoals het moet zijn. Misschien kan niet iedereen in de zaal het zich voorstellen, maar homo’s in Nederland – in het land waar het huwelijk als eerst werd opengesteld – denken wel twee keer na voor ze dat doen. Uit angst voor negatieve reacties. Uit angst voor negatieve reacties. Soms uit angst voor agressie. Die angst wordt vaak geprojecteerd op mensen met een migratieachtergrond.

Mensen – en dat is de ironie – die juist vaak zélf worstelen met miskenning en uitsluiting. Zij staan aan de andere kant van de muur en krijgen het idee dat ze nooit echt bij Nederland zullen horen. Ook niet als ze hier geboren en getogen zijn. En ook niet als ze hun stinkende best doen op school of werk.

Neem in gedachten een opgroeiende jongen, Marokkaanse komaf. Zijn ouders kunnen hem niet helpen met huiswerk, maar hij doet z’n best. En elk jaar ziet hij wel ergens een nieuwsbericht op over een winkel die een vacature plaatst met de toevoeging: “Geen Marokkanen.” Of tientallen uitzendbureaus die op de vraag of ze alsjeblieft geen Surinamers of Turken willen sturen zegt: “Tuurlijk, gaan we regelen.”

Ik denk aan een vriendin met een hoofddoek die werd afgewezen voor een baan omdat ze — zo werd gezegd — “tijdens haar studietijd geen bestuursjaar had gedaan”. Dat ze als enige uit een gezin met vijf broers was gaan studeren, tegen de wil van haar vader op kamers was gegaan en daarmee waarschijnlijk meer levenservaring had opgedaan dan alle bestuursleden bij elkaar van welke vereniging dan ook, deed blijkbaar niet ter zake.

Ik was daarom nog nauwelijks verbaasd toen ik kennis nam van dit afschuwelijke feit: een autochtone sollicitant met een strafblad wordt in Nederland drie keer vaker uitgenodigd dan een sollicitant zonder strafblad, maar met een Arabisch klinkende naam.

De nieuwe Nederlandse burger

Wie die muur wil doorbreken, zal op zoek moeten naar een nieuwe opvatting van wat ons Nederlanders maakt.  Die zoektocht kan uitmonden in een Nederlands variatie op de Franse ‘citoyen’ of het Amerikaanse ‘citizen’. De nieuwe Nederlandse burger.

Een nieuwe opvatting van Nederlanderschap heeft als basis dát wat dit land altijd  heeft gekend: openheid, tolerantie, verdraagzaamheid. Een Grondwet die opent met het fundamentele uitgangspunt van de gelijkwaardigheid van alle mensen. En een land met een Canon waarin Europa het laatste venster vormt. Stuk voor stuk ernstig onhip. Net als ik. Maar stuk voor stuk belangrijker dan ooit.

Voor een nieuwe opvatting van burgerschap moeten we ons vooral de vraag stellen wat voor land we willen worden. “We have the opportunity to move not only toward the rich society and the powerful society, but upward to a great society”, zei Lyndon Johnson, de president die zwarte Amerikanen burgerrechten gaf.

We zijn pas groots als we niet alleen rijk en machtig zijn, maar als we er allemaal bij horen.   Als we iets kunnen leren van de Amerikanen, en ik begrijp dat leren van Amerikanen wat onwennig aanvoelt in deze woelige tijd, is het dit: Dat we mensen niet moeten bevragen op hun afkomst, maar op hun bijdrage aan de toekomst.

Dus wat te doen? Eerst zetten we de logische, voor de hand liggende stappen. Bedrijven die mensen uitsluiten op basis van hun naam of voorkomen, krijgen zwaardere straffen opgelegd van de wetgever.

Die uitzendbureaus gaan we als overheid zélf bellen om te kijken of ze mensen selecteren op kleur, of seksuele geaardheid. En wie discrimineert, krijgt geen werk meer van de overheid. Dat doen we als sanctie, maar óók om duidelijk te maken dat Nederland geen ruimte laat voor discriminatie.

De nieuwe opvatting van burgerschap verankeren we ook op de nieuwe Nederlandse school. Niet als een apart vak, niet iets dat wordt weggestopt in het rooster tussen Nederlands en wiskunde. Maar als rode draad in het verhaal van al ons onderwijs. Van kleuterklas tot eindexamen.

Gemeenschapszin en broederschap dwing je niet af.  Maar we kunnen onze kinderen wél voorbereiden op onze vrije samenleving. Op de nieuwe Nederlandse school is plek voor iedereen. Dit begint wat mij betreft met het wettelijk vastleggen van het leerrecht en een acceptatieplicht die scholen verplicht alle kinderen aan te nemen. Laten we ons inzetten voor scholen waar kinderen leren elkaar de vrijheid te gunnen zichzelf te zijn.  Laten we, kortom, Kerdijk’s karwei afmaken.

Dames en heren, de derde muur is er een waar mijn partij al lang tegenaan schopt. Die tussen mensen met macht en mensen zonder macht. Denk om te beginnen aan ‘Den Haag’ Aan die vierkante kilometer waar wij ons nu bevinden. Macht die met een das en pak aan live op NPO Politiek verschijnt.

Voor het Vragenuurtje, of voor een chique jaarlijkse lezing in een dure sociëteit. Macht die voor steeds meer Nederlanders een ‘ver van je bed show’ is, die je als toeschouwer kunt gadeslaan, maar waar je geen wezenlijke invloed op kunt uitoefenen.

Dat gevoel is zo sterk dat een derde dreigt af te haken bij ons democratisch bestel. Alle reden dus om nog altijd ongerust te zijn over de ernstige devaluatie van onze democratie.  Besluitvorming is vaak besloten, controle op de macht schimmig.

Veel beslissingen – ik kan het weten! – worden weggeorganiseerd naar regionale samenwerkingsverbanden, overlegtafels, kabinetsformaties en dichtgetimmerde regeerakkoorden. Hoe kunnen mensen meedoen en meebeslissen als de macht het licht van de openbaarheid schuwt? Om te beginnen moeten we het debat terugbrengen in de Tweede Kamer.

De formatie van het huidige kabinet was een lastig proces. Het duurde oneindig lang en het regeerakkoord is…hoe zal ik het noemen…niet bepaald een stuk op hoofdlijnen. Ik betwijfel sterk of dat een geschikte vorm is voor de toekomst. Ik zou het liefst af willen van te gedetailleerde coalitieakkoorden,  die geen ruimte laten voor nieuwe inzichten en gezond debat in het parlement.

Laten we niet te bang zijn voor een politieke praktijk van wisselende meerderheden. D66 heeft zich decennia gericht op het veranderen van de instituties van onze democratie. Dat is onverminderd actueel. Maar laten we niet vergeten dat politieke cultuur – de manier waarop mijn collega’s en ik omgaan met de rol die ons gegeven is – ook van grote invloed is op het vertrouwen dat mensen hebben in onze democratie. Het is een dure plicht niet alleen onze instituties, maar ook onze politiek cultuur te democratiseren.

Laten we om te beginnen de voorstellen van de Staatscommissie Parlementair Stelsel serieus nemen. Wij kennen in Nederland een traditie van staatscommissies die hard werken. Mooie voorstellen doen. Een dik rapport uitbrengen. Om die vervolgens in diepe lades te zien verdwijnen. Dat is nou een traditie om mee te breken. De commissie Remkes heeft weloverwogen voorstellen gedaan. Laten we daar iets mee doen.

Wat spreekt mij aan? Ik denk dan als eerste aan het nieuwe kiesstelsel, waarin volksvertegenwoordigers een echt mandaat van de kiezer hebben. Een stelsel met een lagere voorkeursdrempel en een sterkere band tussen kiezer en gekozene. Met goede ondersteuning van Kamerleden, zodat wij onze wetgevende én controlerende rol kunnen versterken.

Ik denk ook aan een gekozen formateur, zodat de kiezer richting kan geven aan de totstandkoming van een kabinet. Zo’n gekozen formateur moet op termijn leiden tot het eindelijk in vervulling laten gaan van een langgekoesterde wens van het merendeel van de Nederlandse kiezers: de direct gekozen minister-president.

En laten we ook zorgen voor wat de commissie Remkes “een vorm van tegendruk” noemt. Een noodrem die met name tegemoet komt aan de behoefte van de mensen die afhaken bij het systeem: een correctief bindend referendum over concrete binnenlandse wetgeving.

Zijn we er dan? Nog lang niet. Want over politiek Den Haag valt de schaduw van een andere stille macht. De macht die zich sms’jes aan de premier denkt te kunnen permitteren. Marktmacht.

Ik sta voor een échte vrije markt.  Een markt met duidelijke spelregels en een strenge marktmeester die hard durft op te treden.  Dat is de overheid. Dat zijn wij. Want, zoals Jan Terlouw zei: ‘Een markt die niet aan zeer strikte randvoorwaarden is gebonden […] streeft ernaar om zo gauw mogelijk niet meer een vrije markt te zijn’.

Waar hebben we het dan over?  Grote bedrijven—waaronder techreuzen als Facebook, Google en Amazon—hebben nu meer macht dan sommige staten. Ze ontwijken belasting, vermijden democratische verantwoording, weigeren realistische arbeidsvoorwaarden te hanteren voor hun personeel, spelen met uw en mijn data, en offeren kostbare reserves van de aarde op, om nog meer winst te kunnen maken.

Dit soort bedrijven heeft een plekje aan de ene kant van de muur gekocht en wordt onvoldoende aangesproken. Het kapitalisme met dit soort schaduwzijden, moeten we van zichzelf redden. Daarom: tijd voor democratische tegenmacht! Net als iedereen, moeten ook bedrijven een eerlijke belasting betalen.

Dat dwingen we alleen af als we eensgezind optreden met de Europese Unie. Ik ben voorstander van een Europese digitax en één Europees tarief voor de dividendbelasting.  Zodat grote, machtige bedrijven niet de kans krijgen om landen tegen elkaar uit te spelen en een aanhoudende race naar lagere belastingtarieven kunnen afdwingen. Alleen zo kunnen we de gezondheid van onze democratie en rechtsstaat, en dus de belangen van mensen, beschermen.

De Nederlandse belofte

Dames en heren, een vrij en waardig bestaan voor alle Nederlanders.  Dat was het doel van Arnold Kerdijk. Dat was het doel van generaties aan sociaal-liberalen na hem. En dat is ons doel, hier, vandaag.  Terwijl de Amerikaanse droom in duigen valt,  strijden wij met hernieuwde energie voor de Nederlandse belofte.

De belofte van een land waarin mensen echt vrij zijn. Niemand klein wordt gehouden, niemand wordt betutteld. Waarin mensen écht zeker zijn van hun kansen.  De belofte van een samenleving waarin iedereen zich gelijkwaardig Nederlander weet en iedereen thuis is die kiest hier te wonen.  De belofte van een liberale democratie waarin mensen zelf het laatste woord hebben.

Het is aan ons allen de muren te doorbreken die het inlossen van die belofte nu in de weg staan. Omdat mensen niet leven bij de gedachte hoe de wereld is, maar bij de hoop hoe die zou kunnen zijn.

Omdat wij ons succes meten in ons welzijn. In ons geluk. Daarvoor hebben we een gevoel van zekerheid nodig. Van vrijheid. Van geaccepteerd zijn. Gewaardeerd en erkend worden. Van erbij horen. Van samen zijn.

We zijn op een basaal niveau met elkaar verbonden. Ons levensgeluk, onze eigen ontplooiing en verwezenlijking als mens is afhankelijk van het geluk en de ontplooiing van de ander. Dat is wat ons ten diepste beweegt. Wat ons vooruit drijft naar de toekomst. De toekomst die we altijd beter willen maken.

Met het oog op de toekomst moeten wij iedere dag de vraag beantwoorden: wat moet ik doen, hoe moet ik handelen? Wat is goed? Dat maakt ons tot mens.  En in de politiek zou het niet anders moeten zijn.

Het is aan de politiek de muren te slopen die ons verdelen.  Met hetzelfde gevoel als dat heerste in die zaal aan de Goudsesingel in Rotterdam.  Het gevoel dat ‘het zo niet langer kan’.  Want juist het geloof dat het anders kan, beweegt mensen ertoe naar de stembus te gaan. Te protesteren. Hun mening te delen. Lid te worden van een politieke partij. En in mijn geval volksvertegenwoordiger te worden.

Een vorige generatie politici verkondigde geregeld de gewoontewijsheid dat de politiek kan bijsturen, kan managen, maar vooral haar eigen grenzen in het oog moet houden.  Laten we ons van die benauwdheid  bevrijden.  Laten we de sloophamer pakken en die muren te lijf gaan.

Voor mijn generatie moet politiek weer de plek zijn waar grote idealen de drijvende kracht zijn van het debat. De plek waar verandering tot stand komt.

Dat was het in de tijd van Kerdijk. Dat moet het nu weer worden, eens te meer.

Gesproken tekst geldt.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.