Nieuws van CDA in Lansingerland over Partij voor de Vrijheid inzichtelijk

7 documenten

Het CDA en zijn kernwaarden

CDA CDA GroenLinks VVD PvdA Partij voor de Vrijheid Lansingerland 09-09-2020 18:27

Het CDA en zijn kernwaarden Maakt het CDA zijn kernwaarden waar? Dat is de vraag toen de partij op 7 februari van dit jaar besloot met VVD en Forum voor Democratie het gesprek aan te gaan om te komen tot een nieuwe coalitie in Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Zij vonden in Lokaal Brabant een vierde partner. Er werd overeenstemming bereikt en een nieuwe cultuur van politiek bestuur gevonden. Het bestuursakkoord werd ingezet met de slogan Samen, Slagvaardig en Slim. Forum ziet de samenwerking met de VVD en het CDA in Noord-Brabant als een mijlpaal voor de partij. ‘Constructief samenwerken, verbinden’, liet hun partijleider weten. Strategische fout Een merkwaardige uitspraak voor iemand die CDA en VVD recent tot de linkse cultuur marxistische hoofdstroom rekende die uit is op de vernietiging van Nederland. Tien jaar geleden was er het geruchtmakende CDA-congres in de Rijnhal in Arnhem over het coalitieakkoord van het CDA en VVD met de PVV. Maxim Verhagen liet zich onlangs ontvallen dat hij niet aan het avontuur was begonnen, wanneer hij had geweten dat de gedoogcoalitie in de praktijk als een gewone coalitie zou worden uitgelegd. Hij blikt ook liever niet op deze episode terug. Dat is wel te begrijpen, want voor het CDA pakte de strategische fout van Verhagen rampzalig uit. Een electorale terugval naar dertien zetels en, nog veel erger, een zwaar verlies van politiek-morele geloofwaardigheid. Verhagen was niet de enige die weigerde om dit te zien. De partij moest deze geschiedenis verwerken, waardoor de episode een leerzame ervaring is geworden. Oud-premier Piet de Jong had op dat CDA-congres geen moeite de aard van de politicus Wilders te doorzien: ‘Laat die maar alleen marcheren’ werd een gevleugelde uitspraak. Verbindende middenpartij De faux pas veroorzaakt nog steeds bij de geringste beroering emoties en heeft het uitzetten van een bestendige koers in de weg gestaan. De partij heeft nog steeds de intentie de verbindende middenpartij te zijn die het was in de vorige eeuw en de verleiding mee te liften met populistisch rechts. Probleem van het eerste is dat het midden al lang niet meer het exclusieve domein is van de christendemocraten. Dat was het in de vorige eeuw, zolang VVD en PvdA elkaar uitsloten. Na de val van de Muur hebben deze partijen laten zien dat ze compromissen konden sluiten en het zonder CDA af konden. Het CDA maakt nu deel uit van een druk midden dat er, te midden van luidruchtige flanken, in slaagt het landbestuur draaiende te houden. Wat is gebleven is de Nolens-reflex: alleen in uiterste noodzaak samenwerking met links. De katholieke leider deed deze uitspraak in 1918 en had toen tot doel een opening naar samenwerking met niet-christelijke partijen (in die tijd links) te maken. Later is Nolens de sleutel geworden waarmee het CDA kabinetsformaties in ging: als het kan met rechts, als het moet met links. Het verklaart waarom Buma in de formatie van 2017 GroenLinks buiten werkte; het verklaart ook waarom het CDA in Brabant de voorkeur geeft aan samenwerking met Forum boven een college met GroenLinks. Het CDA is hiermee geen middenpartij, maar een partij rechts van het midden waarin zij moeten concurreren met de VVD, PVV en Forum. Verbindende rol Politiek-inhoudelijk heeft het CDA getracht een belangrijke rol te spelen in de splijtende sociale kwesties van deze eeuw: immigratie, integratie, duurzaamheid, energietransitie en de positie van de islam. Het CDA, een schoolvoorbeeld van culturele en religieuze integratie, had die kans in het eerste decennium van deze eeuw toen zij onder leiding van Balkenende de spilpositie in het krachtenveld heroverde. Oud-premier Lubbers, als katholiek geoefend in politiek bedrijven vanuit het midden, heeft daar een- en andermaal op aangedrongen, maar hij vond bij de gereformeerde Balkenende weinig of geen gehoor. Het CDA zal de komende tijd een offensieve koers moeten kiezen wil het zichzelf niet tot prooi maken van rivaliserende krachten. Het CDA gelooft in democratische waarden en laat zich inspireren en leiden door de Bijbelse boodschap van respect, liefde en omzien naar elkaar. Met de vier CDA-uitgangspunten: gespreide verantwoordelijkheid, gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap wordt daaraan inhoud gegeven. Deze Kernwaarden én een strategische politieke ambitie moeten de partij weer het eigen vertrouwde gezicht geven.

Burenruzie

CDA CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 Lansingerland 04-07-2020 16:57

De discussie in de Tweede Kamer afgelopen woensdag over racisme, dat Nederlanders met een migratieachtergrond de weg verspert naar een goedbetaalde baan en een fatsoenlijk huis, had meer weg van een ordinaire burenruzie in plaats van een inhoudelijk politiek dispuut. Terwijl alle ingrediënten voorhanden waren voor een volgende stap in het nationale racismedebat mondde het Kamerdebat een week voor de zomerstop uit in ruzie en gescheld. Partijen vlogen vooral elkaar verbaal in de haren. Allerlei onderwerpen werden erbij gehaald en persoonlijke kwesties werden weer actueel. Oud zeer tussen de PvdA en de partij DENK, die werd opgericht door oud-PvdA-Kamerleden, werd uitgevochten en verschillende fractievoorzitters botsten hard met PVV-leider Geert Wilders wegens zijn felle betoog. Grof taalgebruik Gesterkt door de uitspraken van de premier, die erkende dat racisme in Nederland net zo goed een systemisch probleem is, vroegen D66, PvdA en GroenLinks een debat aan. Een hardere aanpak van discriminatie door uitzendbureaus, een verbod op etnisch profileren en excuses voor het eigen slavernijverleden: met minder zouden zij geen genoegen nemen. En dan was het ook nog Keti Koti, de viering van de afschaffing van de slavernij in 1863. Alle ingrediënten dus voor een goede gedachtenwisseling. Maar al binnen het half uur was duidelijk dat het debat niet aan de hoge verwachtingen ging voldoen. De discussie ontaardde in een aaneenschakeling van oprispingen van oud zeer, beledigingen en grof taalgebruik. Bij vlagen ging het geruzie over in triviaal gescheld. Klaver noemde Wilders een idioot. Andersom was de Groen Linkser een politieke hooligan, met partijgenoten die vroeger communistische massamoordenaars steunden. De scheldgrage PVV-leider liet vervolgens niet na te zeggen dat er na het coronavirus een hysterisch discriminatievirus over de wereld gaat. Beschonken komkommer Hoewel onaanvaardbaar en zelfs verwerpelijk, was het origineelst met de pretentieuze coterie in ’s lands vergaderzaal Farid Azarkan, de fractievoorzitter van DENK, die SP-leider Lilian Marijnissen een beschonken komkommer noemde. Benieuwd of dit aforisme in de Handelingen (woordelijke verslaglegging) blijft staan. Klaver bracht vervolgens in herinnering dat Asscher als minister geen excuses voor de slavernij had aangeboden. Farid Azarkan noemde het verhaal van Asscher een goedkope babbeltruc, omdat de PvdA enkele DENK-moties tegen discriminatie niet had gesteund. Hij haalde ook uitspraken uit het verleden aan van PvdA-kopstukken over Marokkanen. Het ontlokte een woedende tegenaanval van Asscher, die een tirade afstak over de video’s waarin DENK kritiek uitte op Kamerleden met een Turkse achtergrond. De inbreng van Kees van der Staaij (SGP) aan het Kamerdebat was nog het meest veelzeggend. Voor hem is het uitgangspunt helder: alle mensen zijn naar Gods evenbeeld geschapen. Racisme is daarom uit den boze. We zijn immers allemaal van dezelfde lap gescheurd. Het is maar dat u het weet. Geen excuses Vanwege de vrees voor polarisering zag de premier niets in het aanbieden van excuses voor de Nederlandse rol in de slavernij en de slavenhandel. Eerder betuigde de Nederlandse staat wel zijn diepe spijt en berouw. Dat gaat niet voor iedereen ver genoeg, erkende hij. Maar voor anderen zouden excuses juist weer te ver gaan. ‘Kun je mensen die vandaag leven verantwoordelijk houden voor het verre verleden?’, vroeg hij zich af. Volgens de premier zouden excuses meer polariseren, dan dat ze mensen zouden samenbrengen omdat het aanbieden daarvan ook op tegenstand stuit. ‘Als ik het zal doen, voor wie doe ik het dan, aan wie bied ik ze dan aan? En hoe ver moeten we dan teruggaan? Tegelijkertijd, erkennen dat dat niet usance is in de wereld om dat wel te doen. Om al die redenen hebben we het niet gedaan’, aldus de premier. Het kabinet-Rutte II betuigde eerder diepe spijt en berouw voor het slavernijverleden, en dat vindt de premier voldoende. Wel is hij voorstander van een herdenkingsjaar over slavernij in 2023. In dat jaar is het 150 jaar geleden dat Nederland een eind maakte aan slavernij. Voortdurend punt van discussie Slavernij gebeurde honderden jaren geleden. Niemand die nu leeft, heeft daar direct verantwoordelijkheid voor. Schaamte en schuld is totaal niet nodig Maar waar men als samenleving wel verantwoordelijkheid voor heeft, is je te informeren over wat zich heeft afgespeeld. Je kunt niet de glorieuze kant van de geschiedenis vieren zonder dat je er rekenschap van geeft dat die niet voor alle mensen gold. Zoals ook de nieuwe Canon weer aantoont, is de omgang met het Nederlands verleden een voortdurend punt van discussie, dat evenveel zegt over hoe wij over onze gezamenlijke identiteit denken als over het verleden. Het Rijksmuseum werd bij heropening in 2013 gemunt als museum van Nationale Geschiedenis en nam de beslissing om kunst en geschiedenis voor het eerst integraal te laten zien. Zeven jaar geleden was dat nog vanuit het perspectief van het glorieuze Holland, de koopmansgeest; nu is het tijd voor gedeeld verleden. Dat maakt de functie gevoelig: die moet zich constant verhouden tot de gepolariseerde actualiteit.

Martijn van Helvert en Pieter Omtzigt kandidaten CDA-lijsttrekkerschap

CDA CDA Partij voor de Vrijheid Lansingerland 25-06-2020 18:52

Martijn van Helvert en Pieter Omtzigt kandidaten CDA-lijsttrekkerschap Het CDA heeft er onverwachts een derde én vierde kandidaat voor het lijsttrekkerschap bij: Tweede Kamerleden Martijn van Helvert en Pieter Omtzigt. Eerder stelden zich Hugo de Jonge en Mona Keijzer al kandidaat. Nieuwe wending Met de onverwachte kandidatuur van Limburger Martijn van Helvert heeft de strijd om het CDA-lijsttrekkerschap een nieuwe wending gekregen. De uitgesproken Van Helvert, Kamerlid sinds 2014, zal naar verwachting het koersdebat in de partij nog meer over eventuele samenwerking met Forum voor Democratie, en in iets mindere mate de PVV, laten gaan. In een interview met het Radio 1-programmaMet het oog op morgenzei Van Helvert landelijke regeringssamenwerking met FVD niet uit te sluiten. Van Helvert staat bekend als lid van de rechtervleugel in de Kamerfractie (negentien zetels) en profileert zich in de Kamer als zuidelijk, rooms-katholiek politicus. Hij haalde een Mariabeeld naar de Tweede Kamer, houdt geregeld spreekuur in Sittard en kan bogen op een regionale populariteit. In 2017 behaalde hij 19.106 voorkeursstemmen. Fel debater Van Helvert staat bekend als fel debater. Als woordvoerder voor Buitenlandse Zaken en Defensie valt hij vaak op met zijn uitspraken. Tijdens demoeizame Kamerdebattenmet minister en partijgenoot Ank Bijleveld (Defensie) over de zeventig burgerdoden in de Iraakse stad Hawija sprong hij keer op keer voor haar in de bres. Van Helvert heeft een persoonlijke geschiedenis met het rechts-populisme. Toen hij in 2011 fractievoorzitter was van het Limburgse CDA vormde zijn partij een coalitie met de PVV. Dat college klapte door zijn toedoen al in 2012. Door Van Helverts relatief welwillende houding ten opzichte van FVD, die hij deelt met Mona Keijzer, kan Hugo de Jonge bijna niet anders dan hier een belangrijk campagnethema van maken. De Jonge sloot, in steeds minder behoedzame bewoordingen, deze samenwerking recent uit. Strategisch komt het hem niet slecht uit dat hij nóg een tegenstander heeft: Van Helverts politieke profiel ligt dichter bij Mona Keijzer dan bij De Jonge, en hij zou dus stemmen bij haar weg kunnen halen. Pieter Omtzigt vierde CDA’er Kamerlid Pieter Omtzigt is de vierde CDA’er die zich verkiesbaar heeft gesteld. Met zijn kandidatuur zet hij de interne verkiezing nog meer op scherp. Omtzigt geniet veel steun onder CDA-leden. In 2012 was hij door het partijbestuur aanvankelijk niet op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen geplaatst. Door een actie van lokale partijbesturen kwam hij op een onverkiesbare plek 39 te staan. Uiteindelijk wist hij met 36.750 voorkeursstemmen alsnog in de Kamer te komen. Dat was ruim het dubbele van de voorkeursdrempel, het aantal stemmen dat nodig is om in aanmerking te komen voor een zetel. Toeslagenaffaire Omtzigt is vooral bekend vanwege zijn rol in de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Jarenlang heeft hij zich, samen met SP-Kamerlid Renske Leijten, vastgebeten in dat dossier. Inmiddels heeft het kabinet een financiële schadevergoeding toegezegd aan door de fiscus gedupeerde ouders. In een recent interview met NRC zegt Omtzigt: ‘Ik heb gezien hoe de overheid mensen volledig klem heeft gezet. Kijk naar de Belastingdienst en het UWV. Ook heb ik gezien hoe de Europese Unie te lijden heeft onder de erosie van de rechtsstaat en financiële soliditeit. Ik zie dingen misgaan, het moet anders.’ Omtzigt zegt dat hij een andere vorm van politiek wil bedrijven en zou willen dat de Kamer een wat lossere rol ten opzichte van de regering heeft. De eerste controle is volgens hem altijd de interne controle. ‘De coalitie moet niet zitten wachten tot de oppositie vindt dat iets niet goed gaat. Ook als coalitie-Kamerlid zie ik dat als mijn kerntaak.’ Eerste gesprekken gevoerd Het CDA-partijbestuur heeft inmiddels gesprekken gevoerd met de kandidaten. Op 26 juni doet het een voordracht. Daarna is er nog de mogelijkheid voor CDA’ers om zich als tegenkandidaat te melden. De eerste stemronde voor CDA-leden is op 6 juli. De partij organiseert op die dag hoogstwaarschijnlijk ook een debat tussen de kanshebbers.

Het ongrijpbare CDA

CDA CDA VVD Partij voor de Vrijheid Lansingerland 02-06-2020 06:48

Het ongrijpbare CDA Alexander van Kessel, senior onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het terrein van de parlementaire geschiedenis, schreef een interessant essay over het ongrijpbare CDA. Volgens hem blijft het CDA voor buitenstaanders een enigma, een raadsel. Zelfs de meest doorgewinterde politieke analist had een jaar geleden niet voorspeld dat de christendemocraten in Noord-Brabant een coalitie zouden aangaan metForum voor Democratie (FvD). Het flirten met het radicaal en polariserend gedachtegoed door de FvD-leider zou voor het CDA genoeg reden zijn om afstand te bewaren, zo was de veronderstelling. En anders zouden de ervaringen met de gedoogconstructie in het kabinet-Rutte I (2010-2012) het geheugen moeten opfrissen. De formatie van dat kabinet, waarinVVDen CDA gedoogsteun kregen van dePVV, zorgde voor hoog oplopende tegenstellingen in het CDA. Sterke clubgeest Nog wel eens wordt over het hoofd gezien dat de discussie over de gedoogconstructie ondanks hoog oplopende emoties op geen enkel moment leidde tot initiatieven de partij te scheuren. Het CDA bezit ook een sterke clubgeest. Op het befaamde partijcongres van 2 oktober 2010 in Arnhem, waar de kabinetsdeelname voorlag aan de leden, werd die het best verwoord doorHannie van Leeuwen.De moeder van het CDA verklaarde het principieel oneens te zijn met de verbintenis met de PVV, maar ze riep tegelijk haar partijgenoten op bijeen te blijven. De mastodonten Van Agt en Aantjes, ook al fel tegen samenwerking met de PVV, stemden vanuit hun kritiek op de partijkoers soms ondeugend op andere partijen, maar hebben hun lidmaatschap nooit opgezegd. Patriottisch-conservatief Een ding is volgens Alexander van Kessel zeker: het CDA blijft verrassen. Iedere keer als men meent enige zekerheid te hebben over de koers, maken de christendemocraten een manoeuvre dat het beeld doet kantelen. Onder leiding van Sybrand Buma was de partij na 2012 ogenschijnlijk in patriottisch-conservatief vaarwater geraakt. Dat paste geheel in de geest van de christelijk-historische bloedgroep waartoe Buma gerekend kan worden. In 2019, toen Buma naar Leeuwarden vertrok, leek het erop dat het CDA weer afstand nam van die lijn. Onder druk van de religieuze achterban wijzigde het begin van dat jaar zijn standpunt inzake het kinderpardon en in november verscheen het discussiestukZij aan zij – Toekomstperspectief voor Nederland in 2030van het Wetenschappelijk Instituut, dat een progressieve geest ademde. Boerenrevolte En dan kort erna, naar aanleiding van de boerenrevolte in Brabant, de flirt met FvD, die overduidelijk is bedoeld om de agrarische achterban te bedienen. De wijze waarop de christendemocraten in Brabant (samen met de VVD overigens) tussentijds overstapten van een coalitie met VVD,GroenLinks,PvdAenD66doet enigszins denken aan de coalitiewisseling op landelijk niveau in het voorjaar van 1965. Toen strandde de tot dan tamelijk succesvolle samenwerking van de christendemocraten met de VVD op een principieel en levensbeschouwelijk punt (de publieke omroep), waarnaKVPenARPzonder tussentijdse verkiezingen -en met achterlating van deCHU- overschakelden op een kabinet met de PvdA. Het was de meest opvallende illustratie van de ‘lood om oud ijzer’-politiek waarvan de confessionelen door hun politieke tegenstanders (meestal: voormalige coalitiepartners) werden beschuldigd. Die verwijten van principeloosheid en opportunisme gingen (en gaan) echter voorbij aan de geschiedenis en het karakter van het CDA als brede volkspartij. Het CDA is daarbij in belangrijke mate de erfopvolger van de Katholieke Volkspartij, dat het politieke tehuis was voor zowel de roomse arbeider als zijn katholieke werkgever. De katholieke sociale leer, dat het fundament vormde onder de politieke uitgangspunten van de KVP, was weinig politiek-concreet en daardoor nogal multi-interpretabel. Die katholieke eenheidspartij bestaat uiteraard allang niet meer, evenmin het electoraat dat daarbij hoorde. Het volkspartij-DNA is echter nog steeds aanwezig in het CDA. De door Piet Steenkamp begin jaren zeventig uitgedachte antwoordfilosofie en de later geformuleerde vier grondbeginselen: rentmeesterschap, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid en solidariteit maken de christendemocratie tot een huis met vele kamers. Christendemocratische politici van zowel progressieve als conservatievere snit kunnen zich hierin thuis voelen. Het maakt het CDA vaak ongrijpbaar voor andere partijen. Politiek leider Het is de vraag of de aanwijzing van een nieuwe politiek leider daarin structureel verandering gaat brengen, al zal deze zeker zijn of haar stempel drukken.Pieter Heermais nadrukkelijk slechts voorzitter van de Tweede Kamerfractie, zijn afzijdigheid in de Brabantse kwestie onderstreept zijn beperkte politieke ambitie. Als opvolgers lopen zich de ministersWopke HoekstraenHugo de Jongewarm. Over de uitkomst van de leidersverkiezing valt nog weinig te zeggen; de coronacrisis kan beiden nog maken of breken. Geen van beiden heeft nog een scherp inhoudelijk profiel. Onze partij heeft ook nog even de tijd: de volgende Kamerverkiezingen zijn pas op 17 maart 2021. Hoe dan ook: het CDA zal een pluriforme partij blijven. Toekomstige politieke verrassingen zijn daarbij uiteraard niet uit te sluiten.

Politici en integriteit: Spijt hoor je niet vaak

CDA CDA VVD PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 Lansingerland 06-03-2020 14:33

Politici en integriteit: Spijt hoor je niet vaak Politieke integriteit is een goede karaktereigenschap. Een integere politicus houdt vast aannormen en waarden, ook als deze van buitenaf onder druk staan. Eerlijk en betrouwbaar, niet laten omkopen en over eigen gedrag en keuzestransparant verantwoording afleggen. Integer handelen houdt ook in dat men een openbare functie goed en zorgvuldig uitoefent, met inachtneming van de beroepscode en de op dat moment geldende normen en waarden van de organisatie. In de meeste gevallen zijn deze uitgewerkt ingedragscodesdie concreet aangeven wat wel en niet toelaatbaar is. Niet-integer gedrag komt helaas veel voor, zoals bijvoorbeeld fraude en misbruik van bevoegdheden; belangenverstrengeling; het zich laten beïnvloeden door een persoonlijke relatie of sociale status, of familieleden en kennissen anders behandelen dan anderen. Politieke Integriteitsindex De Politieke Integriteitsindex (PII) meet sinds 2013 jaarlijks integriteitsschendingen door Nederlandse politici. In het overzicht van politieke schandalen van het afgelopen jaar had de VVD traditioneel weer de meeste affaires.Dat is vaste prik sinds het begin van de jaarlijkse meting. D66en de PVV telden ieder vijf affaires, de SGP, CDA en FvD ieder drie, GroenLinks twee en PvdA een. Lokale partijen scoorden samen acht. Het totaal aantal affaires kwam vorig jaar op ruim veertig schendingen. Van alle soorten integriteitsschendingen door Nederlandse politici komen misdragingen in de vrije tijd het meest voor. Ook vorig jaar was dat opnieuw het geval. Het gaat hier om misdragingen als dronkenschap en vechtpartijen maar ook bijvoorbeeld fraude in een nevenfunctie. VVD de meeste integriteitsaffaires De VVD blijft de partij met de meeste integriteitsaffaires, zo blijkt uit het overzicht van politieke schandalen van het afgelopen jaar. Dat zij de meeste brokken maken wijten zij zelf graag aan het feit dat hun partij nu eenmaal al jaren de grootste van Nederland is, en daarom ook meer kans loopt op integriteitsschendingen. Die redenering klopt deels, maar dat verklaart niet waarom het CDA, dat jarenlang de grootste was en nog steeds veel lokale bestuurders heeft, relatief weinig affaires heeft. Oud VVD-minister Frank de Grave kwam in zijn politieke memoires in 2018 met een andere verklaring: de VVD is een bestuurderspartij, met veel Machers uit de zakenwereld die in hun dadendrang niet altijd beseffen dat er in het openbaar bestuur andere regels gelden dan in het bedrijfsleven. Zij krijgen intern ook onvoldoende tegenspraak. Opmerkelijkste politieke affaire De opmerkelijkste politieke affaire van 2019 staat op naam van een GroenLinks-wethouder in Diemen. Hij maakte op 20 juni amok in een café bij de Stopera in Amsterdam. Op het terras ging hij flink tekeer tegen de inmiddels gearriveerde agenten, die hem arresteerden en met de nodige moeite in een arrestantenbusje wisten te werken. De beelden van zijn arrestatie gingen direct viraal en zijn aftreden was onvermijdelijk. De politie meldde daarna dat ze GHB (gamma-hydroxyboterzuur) in zijn tas hadden gevonden en dat hij agenten had bespuugd. GHB werd vroeger gebruikt als narcosemiddel en als middel voor slaapstoornissen. De val van de wethouder kan worden toegevoegd aan een lange lijst van politici die door een affaire in de privésfeer in de problemen zijn gekomen. Het is ieder jaar een van de opvallendste conclusies van de Politieke Integriteitsindex. De Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) is recht in de leer en veroorzaakt doorgaans weinig affaires, maar vorig jaar ging het toch een paar keer mis. De voorzitter moest aftreden omdat er binnen de partij discussie ontstond over wachtgeld dat hij nog ontving als oud-wethouder van Alblasserdam. Bij D66 bleek een Europarlementariër te veel gedeclareerd te hebben, een Rotterdamse wethouder moest aftreden omdat hij een vertrouwelijk rapport had gelekt en een Hilversumse wethouder kwam in opspraak wegens belangenverstrengeling en trad af. De partijleider van Forum voor Democratie (FvD) verzuimde, in strijd met de regels, een vlucht met een privévliegtuig in het geschenkenregister te melden en een FvD Tweede Kamerlid ontving een te hoge onkostenvergoeding, net als een PVV'er die opgaf in Maastricht te wonen, maar in werkelijkheid in Den Haag verbleef. Ernstigste affaire De ernstigste affaire speelde bij de gemeente Den Haag. Daar viel de Rijksrecherche binnen bij twee wethouders van Groep De Mos/Hart voor Den Haag. Zij zouden zijn omgekocht door bevriende horecaondernemers en in ruil daarvoor vergunningen hebben geregeld. Beiden ontkennen, maar moesten wel aftreden. Het zal nog wel even onrustig blijven in Den Haag. Richard de Mos en de zijnen verdedigen zich te vuur en te zwaard tegen de aanklachten. Er loopt daarnaast een intern onderzoek bij de gemeente naar mogelijke ambtelijke corruptie bij de bouw van het Spuiforum. De gemeenteraad heeft bovendien nog veel vragen over de verkoop van een monumentaal pand naast paleis Noordeinde aan tassenmaker Omar Munie voor het ogenschijnlijk lage bedrag van 1,7 miljoen euro, een pand dat hij bovendien binnen een paar maanden weer voor hetzelfde bedrag doorverkocht aan een vastgoedinvesteerder. Waarnemend burgemeester Johan Remkes heeft een groot integriteitsonderzoek binnen de gemeente aangekondigd, plus een aanscherping van de regels. Vastgoedbedrijf Een VVD Tweede Kamerlid was in voorgaande jaren al meerdere keren in opspraak geraakt omdat hij zich met zijn vastgoedbedrijf niet aan de regels had gehouden. In 2019 zette hij maar liefst drie nieuwe rellen op zijn naam: hij 'vergat' neveninkomsten op te geven, werd gepakt met drank achter het stuur (0,6 promille, de grens is 0,5) en hij bleek, tegen de afspraken met de partij in, toch nog betrokken te zijn bij zijn vastgoedbedrijf. Dat was voor de VVD de druppel: hij werd in september uit de fractie gezet. Hij ging ‘na enkele dagen van bezinning’ als eenmansfractie door. Een VVD-ster moest van het partijbestuur de Eerste Kamerfractie verlaten omdat ze zich als senator schuldig had gemaakt aan belangenverstrengeling met haar commerciële adviesbureau.Zij verschool zich achter haar man, toen ze in opspraak kwam door de vermenging van haar Eerste Kamerlidmaatschap en commerciële advieswerk. Bovendien bleek dat haar bedrijven zich schuldig maakten aan wanbetaling. Tegen haar partijgenoten had zij steeds gezegd dat haar man de zeggenschap had over de bedrijven. Zij zou slechts als advocaat optreden voor deze firma's. Maar volgens Quote was zij medeverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en voor de wanbetaling. Ze spande een kort geding aan tegen het tijdschrift, waarbij ze zich opwond over het feit dat er journalisten in de zaal zaten. Zij verloor het kort geding en was daarna boos omdat de VVD het besluit om haar uit de fractie te zetten, baseerde op het oordeel van de rechter. Dubbele reiskostenvergoeding De huidige VVD fractievoorzitter in de Tweede Kamer maakte het nog bonter.Hij bleek, haaks op de integriteitsregels van de partij, ten onrechte een dubbele reiskostenvergoeding te ontvangen. Bovendien liet hij zichzelf wachtgeld uitkeren, boven op zijn salaris als fractievoorzitter. Toen bekend werd dat hij ten onrechte ieder jaar 4.900 euro reiskostenvergoeding kreeg, reageerde hij laconiek: 'Ik kijk nooit op mijn loonstrookje'. Een klassieke uitvlucht in de categorie 'Ik wist het niet.' Dat is vrijwel nooit een sterk verweer, zeker niet bij hoogopgeleide en slimme politici. In zijn geval was het misschien nog wel minder overtuigend. Als een burger die verdacht wordt van fraude tegen de rechter zegt dat hij niet eens wist dat er geld op zijn rekening binnenkwam, zal hij niet op veel begrip hoeven te rekenen. Daarnaast beschadigde de VVD fractievoorzitter het zorgvuldige gecultiveerde VVD-imago als kampioen van de gewone hardwerkende Nederlander. Hoeveel gewone hardwerkende Nederlanders kunnen het zich veroorloven om nooit op hun loonstrook te kijken? Of zijn zo rijk dat 4.900 extra, ongevraagde euro's niet eens opvallen? Strafrecht Net als in voorgaande jaren liepen er in 2019 weer VVD'ers tegen het strafrecht aan. Sinds 2008 zijn er 31 VVD'ers strafrechtelijk vervolgd, terwijl partijen als CDA, D66 en PvdA ieder slechts een handjevol strafzaken kenden. De fractievoorzitter van de VVD in Emmen, werd aangehouden op verdenking van de illegale export van koeien- en schapenorganen naar Azië. De VVD in Flevoland deed aangifte van fraude tegen hun oud-penningmeester. Die stond al eerder op de PII omdat hij wegens fraude met een erfenis veroordeeld was. Een voormalig kandidaat-raadslid voor Almere belandde in 2018 op de PII toen hij gepakt werd wegens het hacken van computers en het verspreiden van naaktbeelden. Het werd daarvoor in december tot 16 maanden cel veroordeeld. Ook andere oude affaires bleven in het nieuws komen. De voormalige VVD'er Jos van Rey schikte in november met Justitie in een ontnemingszaak. Daarmee kwam een eind aan een corruptieaffaire die de Roermondse politicus al sinds 2011 achtervolgt. Robin Linschoten haalde weer de kranten toen het hoger beroep in zijn belastingfraudezaak diende. Het OM eiste opnieuw vijf maanden tegen de ex-staatssecretaris. Robin Linschoten erkende dat hij schuld heeft, maar de fiscus nooit bewust heeft benadeeld. Het Hof heeft meer informatie nodig en heeft de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden. Uitvluchten Bij al die affaires valt op dat slechts weinig politici zonder omhaal hun excuses aanbieden en het daarbij laten. Vrijwel altijd volgt er een of andere rechtvaardiging of uitvlucht. Integriteitsexperts spreken van 'neutralisaties': dus redeneringen die mensen voor zichzelf en anderen gebruiken om het feit dat ze een regel overtreden te neutraliseren. De meeste overtreders kennen de regels en wetten namelijk wel, maar kunnen voor zichzelf wel uitleggen waarom zij zich er niet aan konden of hoefden te houden. In het Tijdschrift voor Compliance is er een artikel over geschreven, waarin alle uitvluchten systematisch zijn geordend over vier categorieën. Het begint met het ontkennen of verdraaien van de feiten (Ik heb het niet gedaan), dan volgt het ontkennen van de norm (Ik heb het wel gedaan, maar het is niet erg), vervolgens het afschuiven op omstandigheden (Ik was niet verantwoordelijk), tot aan het opvoeren van karakterzwakte (Ik ging privé door een zware periode). Er zijn dus nogal wat ontsnappingsmogelijkheden die een overtreder heeft om de verantwoordelijkheid voor zijn of haar gedrag te ontlopen. Politieke uitvluchten spelen niet alleen op individueel niveau een rol, ze spelen ook mee in collectief verband. Om het aantal integriteitsschendingen tegen te gaan, zijn politieke partijen strenger geworden op het naleven van partijregels en hebben de Eerste- en Tweede Kamer het afgelopen jaar eindelijk gedragscodes voor zichzelf ingevoerd. Conclusie: Politici ontlenen hun gezag niet aan hun moralisme, maar aan hun betrouwbaarheid.

Provinciale Verkiezingen:

CDA CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 ChristenUnie Lansingerland 03-03-2019 07:51

Verliest Eerste Kamer de meerderheid? Op 20 maart mogen 13 miljoen stemgerechtigde kiezers naar de stembus voor de verkiezingen van provinciale staten, de provinciale volksvertegenwoordiging. Op hun beurt kiezen de nieuwgekozen statenleden op 27 mei een nieuwe Eerste Kamer. Alle fracties die in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn, doen ook aan die verkiezing mee. Een aantal provinciale partijen laat zich in de Eerste Kamer vertegenwoordigen door de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF). Landelijke thema's De Provinciale Verkiezingen hebben zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot tussentijdse landelijke verkiezingen die bepalend zijn voor de slagkracht van kabinetten. Nog sterker dan bij de gemeenteraadsverkiezingen overschaduwen landelijke thema's de Statenverkiezingen. De belangstelling van de kiezer voor de provinciale politiek is vrij laag. Waar bijna driekwart van de Nederlanders geïnteresseerd is in de landelijke politiek, heeft maar 44 procent van de kiezers interesse in de provinciale politiek, zo blijkt uit recent onderzoek. Het zou goed zijn als provinciale bestuurders en provinciaal beleid wordt beoordeeld en dat het beeld niet wordt vertroebeld of zelfs (geheel) wordt overschaduwd door landelijke overwegingen. Kiezers dienen strikt te kunnen aangeven hoe zij oordelen over het provinciale beleid in de voorgaande vier jaar en wat zij de komende vier jaar van het provinciale bestuur verwachten. Er is altijd wel sprake geweest van landelijke invloed op gemeentelijke en provinciale verkiezingen, omdat veel kiezers zich nu eenmaal laten leiden door hun (algemene) landelijke voorkeur, maar dat effect is nu betreurenswaardig groot. Politiek probleem RutteIII loopt bij de komende verkiezingen op 20maart de kans het derde opeenvolgende kabinet te worden dat de meerderheid in de Eerste Kamer verliest. Dat is een acuut politiek probleem, want de praktijk wijst uit dat de politieke standpunten in de Tweede Kamer één op één doorlopen tot in de Eerste: senatoren dragen graag uit dat zij zich vooral laten leiden door de vraag of wetten deugdelijk in elkaar zitten en niet botsen met de Grondwet, maar als het erop aankomt laten alle Eerste Kamerfracties zich in hun stemgedrag leiden door de politieke koers van de partijtop in de Tweede Kamer. Vrijwel nooit helpt een Eerste Kamerfractie een wet aan een meerderheid tegen de zin van de Tweede Kamerfractie in. Vaker dan de Tweede Kamer deed de Eerste Kamer het afgelopen jaar stemmingen af als ‘hamerstuk’, omdat geen enkele fractie behoefte voelde om erover te ­debatteren of te stemmen. Sommige onderwerpen vielen daarom af: als iedereen het eens is, valt er niets te kiezen. Gedoogsteun Een coalitie zonder meerderheid in een van de Kamers zal dus altijd hulp moeten krijgen van een deel van de oppositie. Het eerste kabinet-Rutte loste dat op met gedoogsteun van de SGP, het tweede kabinet-Rutte haalde er ook D66 en de ChristenUnie bij. Als het misgaat voor RutteIII, zal de premier opnieuw om zich heen kijken. Bijna het hele regeerakkoord, van de aangekondigde pensioenhervorming tot aan de klimaatmaatregelen, moet immers in de komende twee jaar nog door de Eerste Kamer. Dat groeiende politieke belang zet de Eerste Kamer in steeds feller licht. Op 20maart staan allereerst de politieke verhoudingen in de provincies op het spel, maar het effect op het landsbestuur kan zeker zo groot worden. De partijen zelf doen ook weinig meer om dat te verhullen. De wens ‘dat het om de provincies moet gaan’ klinkt nog wel uit de mond van CDA-leider Buma, maar veel weerklank vindt hij niet. Van de PVV (‘Stem Rutte weg’) en de SP (‘Trap Rutte het Torentje uit’) tot aan het Forum voor Democratie (‘Reken af met het kabinet’) zijn de partijen duidelijk over hun prioriteiten. Het zijn dan ook vooral de landelijke lijsttrekkers – die uit het kabinet en de Twééde Kamer – die de ­komende weken het woord voeren in de belangrijke televisiedebatten. De strategie van stoere verkiezings- en campagneretoriek. Veel ogen zijn gericht op de PvdA en GroenLinks, de partijen die programmatisch het dichtst bij de coalitie liggen en daarom door de regeringspartijen worden gezien als partners om zaken mee te doen. Dat ­weten hun partijleiders ook. Zij zijn al maanden bezig met het verhogen van hun prijs. Gedoogpartners zullen ze niet worden, bezweren ze, maar over ‘goed beleid’ valt altijd te praten: zowel over het klimaat als over de pensioenen liggen hun eisen inmiddels op tafel: zonder aanpassing van de AOW-leeftijd en invoering van een CO2-heffing voor het bedrijfsleven zal het waarschijnlijk niet gaan. Een hele goede morgen! Overal zetten CDA'ers zich dagelijks in. Dit doen ze in de gemeenteraad, op het provinciehuis, op het Binnenhof en in het Europees Parlement. Na het afgelopen CDA-congres in de Kromhouthal in Amsterdam-Noord is Buma’s leiderschap voorlopig gered. En de CDA’ers die al een tijdlang verlangen naar een minder conservatief-rechtse koers van de partijtop hebben nieuwe hoop gekregen. Als het lukt om de ideeën over het kinderpardon te veranderen, waarom dan niet die over het klimaat? Want dat is, bleek in de wandelgangen van het congres, ook een grote zorg van flink veel actieve CDA-leden. Elke dag begint nu met een CDA-hele goede morgen! Ook is er een platform ‘Bouwen aan een hele goede morgen' live. Op dit platform kan iedereen zien welke standpunten het CDA heeft en waar het in de buurt en regio aan werkt. Zo wordt de politiek tastbaar en laat het CDA iedereen zien hoe zij bouwt aan een hele goede morgen. Samen voeren we nu campagne. Met elkaar gaan we voor een prachtig resultaat bij de verkiezingen op 20 maart met de thema’s Verdiepen, Vernieuwen en Verbreden. Ik wens u vanaf vandaag elke dag een hele goede morgen-dag!

Column: Kinderpardon

CDA CDA D66 VVD ChristenUnie Partij voor de Vrijheid Lansingerland 05-02-2019 11:40

Kinderpardon Tien dagen stond de coalitie onder hoogspanning vanwege het kinderpardon. Het kabinet wilde strikt vasthouden aan de regel dat asielzoekersgezinnen aan terugkeer naar hun land van herkomst moeten meewerken. Daardoor mochten de afgelopen jaren maar heel weinig van deze kinderen hier blijven. In de bijna-crisis rond dit hoofdpijndossier hanteerden CDA, D66 en ChristenUnie de overvalstrategie. Via de krant liet bondgenoot CDA weten toch voor een verruiming van de regeling te zijn. Zo ontstond er opeens een Kamermeerderheid en was er heibel in het Torentje. De frustratie was bijna tastbaar na de eerdere recente zeperd over de Dividendbelasting. Europese Hof Fractieleider Buma probeerde zich aanvankelijk nog te verschuilen achter een uitspraak van het Europese Hof. Door het zogenoemde Gnandi-arrest zou de bestaande asielregeling niet meer houdbaar zijn, beweerde de CDA-leider vlak na de koerswijziging. Achter de schermen deden de coalitievrienden dat meteen af als flauwekul. Iedereen weet waarom Buma is omgegaan: de onrust onder zijn trouwe CDA-leden. In december 2018 zag het CDA nog niets in een versoepeling. Lokale afdelingen van de Christendemocraten zijn het echter niet altijd met de landelijke leiding eens. Dat bleek ook nu weer: in twintig van de 25 gemeenten schaarde het CDA zich achter een ruimer kinderpardon. Na de draai van het CDA van ‘we gaan er niet aan tornen’ tot ‘we willen een kinderpardon’ pleitte de ChristenUnie meteen voor een acute uitzetstop. Hoe kunnen er nog kinderen worden uitgezet als er wellicht een versoepeling van de regels komt? Het was olie op het vuur, maar D66 en CDA konden niet anders dan kleur bekennen. Opeens was er ook een Kamermeerderheid om meteen het strenge asielbeleid te ondergraven. Het vermoeden bestaat dat de ChristenUnie de onrust onder het CDA-kader doelbewust heeft aangewakkerd, onder meer via hun contacten in kerken en bij asieladvocaten. Zelf draaide de partij er niet omheen: iedereen die bij hen pleitte voor een kinderpardon werd doorverwezen naar het CDA. Daar ligt de sleutel. Oude wonden De afgelopen weken zijn bij het CDA oude wonden weer bovengekomen. Ooit dreigde de partij te splijten in voor- en tegenstanders van de gedoogconstructie met de PVV. Dit keer doemt in februari een congres op waarbij een aanzienlijk deel van het kader zich om morele redenen tegen de partijtop wil keren. Buma moest zijn rechtlijnigheid opofferen: een kinderpardon was nodig om de partij bij elkaar te houden. Buma heeft zich altijd als de anti-Rutte gepresenteerd: rechtlijnig, minder glad en vooral standvastig. Dat zelfbeeld zit vol krassen nu de CDA-leider bij het kinderpardon een draai heeft gemaakt waar zelfs de onverstoorbare premier duizelig van werd. Een politieke ripdeal, oordeelde de VVD-fractie. Er resteerde slechts één verdedigingsstrategie: subtiel dreigen met een kabinetscrisis. Stoïcijns bleef de VVD vervolgens verwijzen naar de afspraken in het Regeerakkoord. Daar zou de VVD iedereen aan houden. De liberalen moesten uiteindelijk toch door de knieën, -weg streng asielbeleid- maar probeerde de huid duur te verkopen. De partij zegt nu tevreden te zijn over de concessies die uiteindelijk zijn binnengesleept. Zo verdwijnt de discretionaire bevoegdheid – een oude wens van de VVD. Regeren een spijkerbed Buma’s interne critici hebben nu gezien dat de partijleider minder rechtlijnig is dan hij lijkt. Verzet loont, zeker nu de rechtse koers niet meer leidt tot gunstige peilingen. Bij het aantreden van Rutte III waarschuwde de CDA-leider zijn ministers al dat regeren een spijkerbed is.Nu ligt hij er zelf op en is het de vraag of de rust nu definitief terug is. Ook bij het klimaatbeleid lopen breuklijnen door de partij. Er zijn CDA’ers die allereerst oog hebben voor de belangen van de agrarische sector, de kleine automobilist en de werknemers van de industrie in de provincie. Die steunen Buma’s waarschuwing voor een klimaatrevolte als het kabinet te hard van stapel loopt. Tegelijkertijd zijn er ook CDA’ers die zich allereerst als rentmeesters van deze aarde zien en weinig op hebben met de terughoudendheid van de partijleider. Dat bleek al tijdens de formatie toen CDA-kopstuk Herman Wijffels ongekend hard uithaalde naar Buma. ‘Die man heeft helemaal niets met het duurzaamheidsvraagstuk’, aldus de ex-Rabobank-topman. ‘Het rentmeesterschap staat in de uitgangspunten van het CDA, maar is helemaal op de achtergrond geraakt.’ Eenmalige oplossing Het huidige kinderpardon is een politieke oplossing voor een probleem dat nu bestaat, niet om een probleem in de toekomst te voorkomen. Daar zou de politiek ook eerlijk over kunnen zijn. Het is niet voor het eerst dat een pardon wordt bekrachtigd met de woorden dat het een eenmalige oplossing is. Het laatste pardon was in 2013, eveneens een kinderpardon zoals afgesproken in Rutte II, waardoor 1.540 minderjarigen konden blijven. In 2006 was er een generaal pardon: 28.000 mensen kregen een verblijfsvergunning. En in 2003 verleende toenmalig minister Rita Verdonk ook een pardon, aan 2.200 mensen. Het betrof telkens een restgroep van mensen die zich niet aan de regels hadden gehouden, daar nèt buiten vielen of nog in de wachtrij stonden. Het handhaven van regels is vanuit dat perspectief de kern van het probleem. Hoe zorg je ervoor dat mensen die niet mogen blijven ook weggaan? Een oplossing om geen nieuwe restgroep te laten ontstaan, kan een terugkeer van het driejarenbeleid zijn. Tot 2003 gold de regel dat als de overheid een vreemdeling niet binnen drie jaar uitsluitsel kon geven of hij mocht blijven of niet, deze vreemdeling een verblijfsvergunning kreeg. Het demissionaire kabinet-Balkenende I schafte die – zeer effectieve – regel af en daarmee ook de stok achter de deur voor de overheid om tijdig te beslissen. Een kinderpardon is per definitie een duurzame oplossing, omdat het rekenschap geeft van het onvermogen van het recht om de werkelijkheid te controleren. Dat nu toch zo’n zeshonderd kinderen en hun familieleden mogen blijven, is een triomf in een versplinterd politiek landschap. Met het akkoord over het recente kinderpardon is de coalitie voorlopig gered, maar het wantrouwen is niet weg. Het is de paradox van het kibbelkabinet Rutte III: VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben geen onderlinge solidariteit nodig, ze zijn tot elkaar veroordeeld.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.