Nieuws van CDA in Lansingerland over PvdA inzichtelijk

11 documenten

Ministerraad

CDA CDA PvdA Lansingerland 31-05-2023 07:52

Het geklaag van de buitenwereld, media en oppositie is niet van de lucht. De voornaamste klacht is dat de overheid het vertrouwen van de burgers heeft verspeeld. Grote dossiers van Rutte IV lopen vast of zijn bevroren. Geen van de coalitiegenoten buigt voor de ander, of het zijn derde partijen zoals rechters en de Europese Unie die een sta-in-de-weg vormen. Dat is in elk geval het beeld. Door een miljardenrekening voor zich uit te schuiven, dreigt Rutte IV de vangrail in te rijden, zegt de Raad van State. En volgens de Algemene Rekenkamer schaatst het kabinet op dun ijs, door tekortkomingen in het financieel beheer. De twee Hoge Colleges van Staat kritiseerden in één en dezelfde week in niet mis te verstane beeldspraak het begrotings- en financiële beleid van Rutte IV. Waarschuwingen die de hele politiek zich ter harte moet nemen. Uitvoerbaarheid Soms lijken problemen te complex voor het kabinet, zoals de stikstofmaterie. Het almaar nijpender gebrek aan ruimte in het land, in combinatie met de voortdenderende bevolkingsgroei, helpt ook niet. Veelzeggend is dat in tijden van woningtekort moet worden geleurd met flexibele woningen omdat er geen bouwvergunningen loskomen. Frustratie alom. Maar die vrijdagse ministerraad, hoe ingewikkeld de problemen ook zijn, is blijkbaar ongeschikt om er met elkaar eens goed voor te gaan zitten en de boel op te lossen. De ministers komen om tien uur bij elkaar en zij vertrekken na de lunch om één uur vaak alweer naar hun departement. Wat stelt de vrijdagse ministerraad nog voor? Alles lijkt al voorgekookt. Politici moeten eindelijk eens oog hebben voor de uitvoerbaarheid van hun plannen; dat een democratie niet kan zonder actieve burgers en dat topambtenaren vakkennis moeten hebben van hun ministerie. De ABD, de Algemene Bestuursdienst, die uit ‘managers’ bestaat, kan dan ook volgens Herman Tjeenk Willink, oud-voorzitter van de Tweede Kamer en voormalige vicepresident van de Raad van State, beter worden afgeschaft. Trêveszaal. De vergaderingen van het kabinet vinden plaats in de zeventiende-eeuwse Trêveszaal. ‘Trêves’ betekent wapenstilstand. De zaal werd zo genoemd omdat in de zaal gedurende de Tachtigjarige Oorlog tussen Nederland en Spanje (1568-1648) besprekingen werden gehouden die leidden tot het Twaalfjarig Bestand (1609-1621). Welke ruimte is idealer voor het sluiten van compromissen? Ministers komen daar al sinds 1823 bij elkaar om te vergaderen. Eerst als adviesorgaan van de Koning. Na 1840 werd grondwettelijk vastgelegd dat ze besluiten van de Koning mede moesten ondertekenen, waarmee ze verantwoordelijk werden. De Grondwet van Thorbecke uit 1848 gaf de aanzet tot een Reglement van Orde voor de Raad van Ministers in 1850. De raad bestond uit de hoofden van departementen die bij meerderheid besloten over het algemeen regeringsbeleid. Sinds 1848 is het in principe gedaan met de koninklijke macht in de Grondwet. Koning Willem III ging nog wat bokkig om met die vervelende ‘ministeriële verantwoordelijkheid’ die onder zijn vader was ingesteld – en ook zijn dochter Wilhelmina kon zich best een grondwet voorstellen die haar als staatshoofd meer bevoegdheden zou geven. Maar prinses Juliana had hier al niets meer mee en noemde haar moeder plagerig een ‘ouwe Romanov’, ter herinnering aan hun autocratische, Russische voorouders. Koning is onschendbaar De term ‘ministerraad’ staat pas sinds 1983 in de Grondwet. ‘De ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen ­regeringsbeleid en bevordert de ­eenheid van dat beleid.’ Vanaf 1983 is de Grondwet nog duidelijker over de principieel niet-politieke rol van het staatshoofd. In de Grondwet (art. 42), staat: ‘De Koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk’ waarmee het staatshoofd is ontdaan van zelfstandige staatsrechtelijke bevoegdheden. Binnen deze beperking kon koningin Beatrix zich laten leiden door haar ‘rechten om te adviseren, aan te sporen en vermanen’, zoals de Britse schrijver Walter Bagehot in de negentiende eeuw de rol van de moderne koning omschreef. Oranjetraditie Koning Willem-Alexander is nog altijd de verbinder in lijn met de Oranjetraditie. Het erfelijk koningschap vloeit niet voort uit de logica van de moderne democratie. Maar hoe richtinggevend het democratische uitgangspunt in de staatkunde ook behoort te zijn en hoe rationeel we ook te werk willen gaan, een gezonde democratie behoeft ook een culturele en historische inbedding. Zo is in de koninkrijken in Noordwest-Europa het constitutionele koningschap al lange tijd, en op stabiele wijze, verweven met de parlementaire democratie. Hoewel het koningschap qua vorm in de loop der tijd enorm is veranderd, hechten de burgers nog altijd aan hun vorstenhuizen. In een toespraak over het Oranjekoningschap en de democratie zei oud-premier Willem Drees (PvdA, Amsterdam,5 juli1886–Den Haag,14 mei1988), dat gevoelens zoals Oranjeliefde nu eenmaal deel uitmaken van de werkelijkheid en daarin ook hun betekenis hebben. Historisch gezien heeft juist Oranje een bijzondere plaats in de Nederlandse geschiedenis.

Het CDA en zijn kernwaarden

CDA CDA GroenLinks VVD PvdA Partij voor de Vrijheid Lansingerland 09-09-2020 18:27

Het CDA en zijn kernwaarden Maakt het CDA zijn kernwaarden waar? Dat is de vraag toen de partij op 7 februari van dit jaar besloot met VVD en Forum voor Democratie het gesprek aan te gaan om te komen tot een nieuwe coalitie in Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Zij vonden in Lokaal Brabant een vierde partner. Er werd overeenstemming bereikt en een nieuwe cultuur van politiek bestuur gevonden. Het bestuursakkoord werd ingezet met de slogan Samen, Slagvaardig en Slim. Forum ziet de samenwerking met de VVD en het CDA in Noord-Brabant als een mijlpaal voor de partij. ‘Constructief samenwerken, verbinden’, liet hun partijleider weten. Strategische fout Een merkwaardige uitspraak voor iemand die CDA en VVD recent tot de linkse cultuur marxistische hoofdstroom rekende die uit is op de vernietiging van Nederland. Tien jaar geleden was er het geruchtmakende CDA-congres in de Rijnhal in Arnhem over het coalitieakkoord van het CDA en VVD met de PVV. Maxim Verhagen liet zich onlangs ontvallen dat hij niet aan het avontuur was begonnen, wanneer hij had geweten dat de gedoogcoalitie in de praktijk als een gewone coalitie zou worden uitgelegd. Hij blikt ook liever niet op deze episode terug. Dat is wel te begrijpen, want voor het CDA pakte de strategische fout van Verhagen rampzalig uit. Een electorale terugval naar dertien zetels en, nog veel erger, een zwaar verlies van politiek-morele geloofwaardigheid. Verhagen was niet de enige die weigerde om dit te zien. De partij moest deze geschiedenis verwerken, waardoor de episode een leerzame ervaring is geworden. Oud-premier Piet de Jong had op dat CDA-congres geen moeite de aard van de politicus Wilders te doorzien: ‘Laat die maar alleen marcheren’ werd een gevleugelde uitspraak. Verbindende middenpartij De faux pas veroorzaakt nog steeds bij de geringste beroering emoties en heeft het uitzetten van een bestendige koers in de weg gestaan. De partij heeft nog steeds de intentie de verbindende middenpartij te zijn die het was in de vorige eeuw en de verleiding mee te liften met populistisch rechts. Probleem van het eerste is dat het midden al lang niet meer het exclusieve domein is van de christendemocraten. Dat was het in de vorige eeuw, zolang VVD en PvdA elkaar uitsloten. Na de val van de Muur hebben deze partijen laten zien dat ze compromissen konden sluiten en het zonder CDA af konden. Het CDA maakt nu deel uit van een druk midden dat er, te midden van luidruchtige flanken, in slaagt het landbestuur draaiende te houden. Wat is gebleven is de Nolens-reflex: alleen in uiterste noodzaak samenwerking met links. De katholieke leider deed deze uitspraak in 1918 en had toen tot doel een opening naar samenwerking met niet-christelijke partijen (in die tijd links) te maken. Later is Nolens de sleutel geworden waarmee het CDA kabinetsformaties in ging: als het kan met rechts, als het moet met links. Het verklaart waarom Buma in de formatie van 2017 GroenLinks buiten werkte; het verklaart ook waarom het CDA in Brabant de voorkeur geeft aan samenwerking met Forum boven een college met GroenLinks. Het CDA is hiermee geen middenpartij, maar een partij rechts van het midden waarin zij moeten concurreren met de VVD, PVV en Forum. Verbindende rol Politiek-inhoudelijk heeft het CDA getracht een belangrijke rol te spelen in de splijtende sociale kwesties van deze eeuw: immigratie, integratie, duurzaamheid, energietransitie en de positie van de islam. Het CDA, een schoolvoorbeeld van culturele en religieuze integratie, had die kans in het eerste decennium van deze eeuw toen zij onder leiding van Balkenende de spilpositie in het krachtenveld heroverde. Oud-premier Lubbers, als katholiek geoefend in politiek bedrijven vanuit het midden, heeft daar een- en andermaal op aangedrongen, maar hij vond bij de gereformeerde Balkenende weinig of geen gehoor. Het CDA zal de komende tijd een offensieve koers moeten kiezen wil het zichzelf niet tot prooi maken van rivaliserende krachten. Het CDA gelooft in democratische waarden en laat zich inspireren en leiden door de Bijbelse boodschap van respect, liefde en omzien naar elkaar. Met de vier CDA-uitgangspunten: gespreide verantwoordelijkheid, gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap wordt daaraan inhoud gegeven. Deze Kernwaarden én een strategische politieke ambitie moeten de partij weer het eigen vertrouwde gezicht geven.

Vakantie vierende politici

CDA CDA GroenLinks VVD PvdA Lansingerland 28-07-2020 08:26

Vakantie vierende politici Er zijngenoeg redenen te verzinnen om het niet over de zomervakantie van politici te hebben. Vakantie vierende politici zijn een dankbaar doelwit voor boze burgers op sociale media. Maar politici die altijd op hun post blijven, lopen weer het risico als monomane workaholics te worden beschouwd. Hebben politici niet ook recht op vrije tijd en een gezinsleven dat is onttrokken aan het publieke oog? Moeten zij hun privacy inleveren omdat zij ervoor hebben gekozen om de publieke zaak te dienen? Enige rust op z’n tijd komt het functioneren van politici bovendien alleen maar ten goede. Overwerkte, door de waan van de dag opgeslokte leiders, verliezen het essentiële vermogen om hoofdzaken van bijzaken te scheiden, zo valt bijvoorbeeld op te maken uit het boekIn Sickness and in Power: Illness in Heads of Government During the Last 100 Yearsvan de Britse politicus en medicus David Owen. Personalisering van de politiek De opmars van vakantiefoto’s van onze politici lijken dan ook niet zozeer een teken van democratische gezindheid als wel een gevolg van wat doorgaans de personalisering van de politiek wordt genoemd: het idee dat politiek meer dan ooit om personen en minder om programma’s en partijen draait. Kiezers zouden zich in hun keuze tegenwoordig vooral laten leiden door de indruk die ze hebben van de persoon van de politicus en minder door de standpunten van een partij. Hoewel uit kiezersonderzoek blijkt dat dit maar in zeer beperkte mate het geval is, heeft deze theorie het gedrag van politici in ieder geval sterk beïnvloed. Meer dan ooit proberen zij tegenwoordig behalve hun standpunten ook hun authentieke persoonlijkheid te slijten. In interviews en ook via sociale media als Twitter en Facebook maken zij de kiezer deelgenoot van allerlei op het oog politiek weinig relevante privézaken als het gezinsleven, de persoonlijke hobby’s, de favoriete televisieserie, de strijd tegen de kilo’s of de verrichtingen van het eigen voetbalteam. In het verledenzijn er genoeg voorbeelden van politieke leiders die hun persoonlijke hobby’s uitventten, zoals Winston Churchill met zijn schildersezel, De Duitse oud Bondskanselier Helmut Schmidt achter de vleugel en in Nederland natuurlijk Dries van Agt op zijn eeuwige wielrenfiets. Maar de politisering van het persoonlijke lijkt zeker sinds de introductie van Twitter en Facebook een nieuw stadium te hebben bereikt. Zo zijn we in Nederland alleen al in de afgelopen maanden geconfronteerd met de liefdesbaby van Fleur Agema, een macarena dansende Alexander Pechtold, de publieke ontlading van Frans Timmermans bij de promotie van zijn voetbalploeg en de vreugde van verschillende Kamerleden omdat Netflix een nieuwe serie afleveringen vanHouse of Cardsheeft besteld. Voorbeeldfunctie Een politieke cultuur waarin de persoon achter de politicus zo belangrijk wordt gemaakt maakt politici enerzijds misschien normaler, anderzijds maakt het ze ook extra kwetsbaar. Als de persoon achter het standpunt net zo belangrijk wordt geacht als het standpunt zelf zal immers niet alleen het standpunt maar ook de persoon kritischer tegen het licht worden gehouden. Het verwijt dat leer en leven niet met elkaar in overeenstemming zijn, ligt dan al snel op de loer. Afhankelijk van de aangehangen ideologie wordt niet alleen het gezinsleven, maar ook de vakantie een relevant politiek feit. Dat geldt ook voor de vraag waar, hoe en hoe lang politici op vakantie gaan. Het begint al bij de vakantiebestemming. Moet een politicus die het eigen land een warm hart toedraagt niet in eigen land op vakantie? Waarom zou je naar het buitenland gaan als je over het eigen land in de laatste verkiezingscampagne nog uitvoerig de loftrompet hebt gestoken? Zeker in tijden van crisis verwacht men in ieder geval van politici een voorbeeldfunctie en daarbij hoort een bescheiden vakantie in eigen land. Om die reden wandelt Angela Merkel in de Duitse Alpen en vierde de voormalig Franse president François Hollande vakantie in een door de Franse staat aangekocht zomerverblijf in Besançon. Aanvankelijk drong Hollande er ook bij zijn kabinetsleden op aan om het goede voorbeeld te geven en in eigen land te blijven. Ook in dat opzicht wilde hij breken met zijn voorganger Nicolas Sarkozy, wiens regeerperiode soms een aaneenschakeling leek van luxueuze vakanties in mondaine oorden. In Nederlandzijn de vakanties van politici tot nu toe minder gepolitiseerd dan in Duitsland, of Frankrijk. In Duitsland is de bevolking tegenwoordig beter bestand tegen foto’s van politici in zwembroek. Zelfs de publicatie van een (stiekem gemaakte) foto van voormalig bondskanselier Helmut Kohl in badkleding bracht de Duitse democratie niet aan het wankelen. Strandpoliticus Een beproefd middel om de buitenwereld te laten merken dat er gewoon wordt doorgewerkt is dreigen om de Tweede Kamer en bewindslieden te laten terugkeren voor een spoeddebat. Vooral erkend workaholic Geert Wilders en de nimmer versagende SP-fractie verstoren graag de zomerrust van hun collega-parlementariërs. Meestal komt het er niet van, maar zowel bewindslieden als fractieleden dienen er wel permanent rekening mee te houden dat ze mogelijk spoorslags naar Den Haag moeten. Doen zij dit niet, dan is hoon hun deel, zoals de GroenLinks-fractie ooit merkte. Bij het spoeddebat over de eurocrisis bleek de helft van de GroenLinks’ers nog met vakantie. ‘Strandpartij’, schamperde blonde Geert tot grote hilariteit van de Tweede Kamer. De terughoudendheid van onze media en politici staat in schril contrast met de luidruchtige reacties die op Twitter te vinden zijn bij begin en einde van ieder parlementair reces. Dat reces hetzelfde is als vakantie blijft een hardnekkig misverstand. Tegenwoordig proberen veel politici die indruk weg te nemen door hun volgers tijdens het parlementair reces bijna dagelijks op de hoogte te houden van hun drukke agenda. Zo leren we onder meer dat een SP-Kamerlid tijdens de kerstvakantie met chauffeurs op pad is geweest om banketstaven bij bejaardenhuizen te brengen, dateen VVD-Kamerlid in militair uniform deelnam aan een oefening van de Pantsercompagnie 112 en dat Ard van der Steur als Kamerlid met eigen ogen heeft gezien hoe dagvers brood op transport naar de afnemers ging. Onmisbaar Het politieke kerkhof ligt vol politici die tijdens hun vakantie plots onmisbaar bleken. Zo zal de naam van een voormalig PvdA-voorzitter wel eeuwig verbonden blijven aan haar verzuim om direct haar fietsvakantie af te breken toen beginjaren negentig in de PvdAdeWAO-crisis uitbrak. Hoewel ze daarvoor acceptabele privéredenen kon aanvoeren, werd ze vervolgens door de partijtop als zondebok geslachtofferd. De positie van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes wankelde eveneens omdat hij tijdens zijn kerstvakantie in Thailand op het strand bleef liggen terwijl in een ander deel van het land de tsunami duizenden slachtoffers had gemaakt. Dat de termen crisis en noodsituatie aan inflatie onderhevig zijn, merkten de burgemeesters Jozias van Aartsen (Den Haag) en Aleid Wolfsen (Utrecht). Beiden kregen de wind van voren omdat zij niet direct hun vakantie hadden afgebroken nadat hun stad zwaar was getroffen door respectievelijk een lichtelijk uit de hand gelopen demonstratie in de Schilderswijk en het vrijkomen van asbest in een flat in Kanaleneiland. Dankzij de mobiele telefonie is er nu geen enkel excuus meer mogelijk voor de politicus op vakantie. Daarbij geldt de vuistregel dat terugkeren voor een storm in een glas water altijd beter is dan verder als een strandpoliticus door het leven te moeten gaan. Welke gevolgen dit heeft voor het gezinsleven van politici kan later worden vernomen in roddelblad én tegenwoordig ook kwaliteitskrant. Wat dat betreft hadden politici het vroeger makkelijk. Zo was premier Joop den Uyl in de zomer van 1974 een tijdlang letterlijk onvindbaar tijdens zijn vakantie in Portugal. In samenspraak met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken ging de Portugese politie naarstig op zoek naar de Nederlandse premier. Na dagen speurwerk werd Den Uyl uiteindelijk op een camping nabij Lissabon gevonden terwijl hij volgens de overlevering in zijn korte broek sardientjes aan het bakken was. Goedaardig als hij was bood hij de Portugese dienders een vismaaltijd aan alvorens hij onverwijld terugkeerde naar Nederland.

Zomerreces

CDA CDA VVD PvdA Lansingerland 15-07-2020 13:08

Zomerreces Het zomerreces is aangebroken. Tijd voor een terugblik en bezinning. De meest politiek beschamende affaire het afgelopen parlementaire jaar was, na de verloedering van de omgangsvormen en het taalgebruik, het optreden van de Belastingdienst in de affaire rond de kinderopvangtoeslagen waarin Pieter Omtzigt een belangrijke rol speelde. Welke lessen dient de Kamer te trekken uit die voor de politiek beschamende affaire? Politici voeren een permanente campagne en verliezen bijna allemaal hun hoofdtaak uit het oog: het maken en beoordelen van wetten. Wetgeving heeft verregaande consequenties voor mensen. Hoe kunnen we er nu voor zorgen dat de Kamer wetgeving serieus neemt? Geen doorsnee Kamerlid Pieter Omtzigt is geen doorsnee Kamerlid. Om heel veel redenen. De Twentenaar trok zich niets aan van de nauwelijks verhulde boodschap dat het CDA van hem af wilde toen hij een onverkiesbare plek kreeg op de kandidatenlijst. Hij zorgde in 2012 voor zijn eigen campagne en werd met voorkeursstemmen alsnog gekozen. Het CDA-Kamerlid was een immer terugkerende kiespijn voor partij en kabinet, maar een zegen voor de Nederlandse politiek. Grote ego’s zijn er nog altijd in de Haagse arena, maar individuele politici met een eigen gezicht veel minder. Pieter Omtzigt vormt hierop een welkome uitzondering. Politiek drastisch veranderd In de afgelopen decennia is het aanzien en wezen van de vaderlandse politiek drastisch veranderd. De politiek is verworden tot een poging de politieke tegenstander vooral te bejegenen en pootje te haken. Het beeld –hoe kom ik over op de kiezer– werd dominant en het beleid van secundair belang. Klassieke volkspartijen verdwenen en dat heeft fundamentele gevolgen gehad. Een permanente publiekscampagne is politiek bedrijven geworden. Een vaste aanhang waar partijen bij de volgende verkiezingen in ieder geval op zouden kunnen rekenen, is helaas verdwenen. Voor elke stem moet permanent, in het uiterste geval vier jaar, worden gestreden. Inkomen en opleidingsniveau zijn nu beslissender voor het stemgedrag en bepalender dan vroeger het lidmaatschap van een specifiek kerkgenootschap. De gevolgen zijn verstrekkend. De politiek lijkt in vrijwel niets meer op de politiek van het midden van de jaren tachtig. Het compromis Het vertrouwde verzuilingsmodel, dat in de jaren zestig al hevig wankelde, was eind 1985 nog bepaald niet verdwenen. Verkiezingen begonnen al sterke verschillen in uitslagen te vertonen, maar de grote partijen hielden stand. Elites konden elkaar in verkiezingen nog bestrijden om daarna zaken te doen. Polarisatiestrategieën werkten niet, de drie volkspartijen, CDA, PvdA en VVD, wisselden elkaar aan de macht af. De grote verschillen vormden geen gevaar voor de uiteindelijke consensus. Een consensus die, een aantal vrij marginale uitzonderingen aan de randen van het politieke spectrum daargelaten, niet ter discussie stond. Grote veranderingen als de ingezette afslanking van de verzorgingsstaat, konden uiteindelijk ook bij links instemming vinden. De eerste golf individualisering was voorbij, maar de verzuiling was nog niet definitief van het toneel verdwenen. Paars, in de jaren negentig, bracht daar langzaam aan verandering in. Politieke elites en de samenleving gingen meer en meer met de rug naar elkaar staan. De politieke elites maakten zich zorgen over efficiency, de overheid diende lean en mean te worden met de grote bedrijven als voorbeeld, terwijl tegenstellingen in de maatschappij groter werden. De multiculturele samenleving werd voor de één een nastrevenswaardig doel, voor de ander een somber schrikbeeld. Emancipatie van de burger Terwijl de volkspartijen een dergelijke tegenstelling nog konden opvangen, leidde dat meer en meer tot vervreemding bij de ene groep en het krampachtig vasthouden aan de vertrouwde mechanismen bij de andere. Draagvlak voor het compromis werd minder en moest meer worden bevochten. De uitsluiting van het CDA na vele jaren regeringsverantwoordelijkheid betekende het definitieve einde van de verzuiling. Nieuwe splinterpartijen, met slechts één prominent programmapunt, kwamen op en verdwenen weer even snel. Het radicaal tegenovergestelde van de volkspartij is nu schering en inslag in de politiek. Elk belang heeft nu zijn eigen politieke partij en dus zijn zetel(s) in de Kamer met helaas snel uitbrekende ruzies tussen politiek totaal onervaren Kamerleden. Coalitievorming Coalities van meerdere partijen zijn in de Nederlandse politiek niet ongewoon. Niet het aantal partijen dat nodig is om een kabinet te vormen dat steunt op een parlementaire meerderheid is bijzonder. Maar het is redelijk uniek dat ideologisch volstrekt tegengestelde partijen tot samenwerking worden gedwongen. Oude zekerheden in de politiek zijn verdwenen. Er kwamen onwaarschijnlijke combinaties, louter en alleen om maar tot meerderheden te komen. Alles voor de bestuurbaarheid van het land, maar uiteindelijk leidend tot erosie in de geloofwaardigheid. De elites in het politieke midden zijn nog immer, net als in het midden van de jaren tachtig, gepreoccupeerd met samenwerking, terwijl in de samenleving de tegenstellingen toenemen. Meerderheden die steeds verder afbrokkelen en dikwijls na tussentijdse verkiezingen in de Eerste Kamer niet meer bestaan. Het parlement is een afspiegeling van de samenleving. Met het kwalijke gevolg de steeds meer groeiende tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen. De kiezer is zijn houvast kwijt en oude zekerheden in de politiek zijn verdwenen. Hopelijk kan het CDA in maart 2021 weer het vertrouwde gevoel terug geven.

Burenruzie

CDA CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 Lansingerland 04-07-2020 16:57

De discussie in de Tweede Kamer afgelopen woensdag over racisme, dat Nederlanders met een migratieachtergrond de weg verspert naar een goedbetaalde baan en een fatsoenlijk huis, had meer weg van een ordinaire burenruzie in plaats van een inhoudelijk politiek dispuut. Terwijl alle ingrediënten voorhanden waren voor een volgende stap in het nationale racismedebat mondde het Kamerdebat een week voor de zomerstop uit in ruzie en gescheld. Partijen vlogen vooral elkaar verbaal in de haren. Allerlei onderwerpen werden erbij gehaald en persoonlijke kwesties werden weer actueel. Oud zeer tussen de PvdA en de partij DENK, die werd opgericht door oud-PvdA-Kamerleden, werd uitgevochten en verschillende fractievoorzitters botsten hard met PVV-leider Geert Wilders wegens zijn felle betoog. Grof taalgebruik Gesterkt door de uitspraken van de premier, die erkende dat racisme in Nederland net zo goed een systemisch probleem is, vroegen D66, PvdA en GroenLinks een debat aan. Een hardere aanpak van discriminatie door uitzendbureaus, een verbod op etnisch profileren en excuses voor het eigen slavernijverleden: met minder zouden zij geen genoegen nemen. En dan was het ook nog Keti Koti, de viering van de afschaffing van de slavernij in 1863. Alle ingrediënten dus voor een goede gedachtenwisseling. Maar al binnen het half uur was duidelijk dat het debat niet aan de hoge verwachtingen ging voldoen. De discussie ontaardde in een aaneenschakeling van oprispingen van oud zeer, beledigingen en grof taalgebruik. Bij vlagen ging het geruzie over in triviaal gescheld. Klaver noemde Wilders een idioot. Andersom was de Groen Linkser een politieke hooligan, met partijgenoten die vroeger communistische massamoordenaars steunden. De scheldgrage PVV-leider liet vervolgens niet na te zeggen dat er na het coronavirus een hysterisch discriminatievirus over de wereld gaat. Beschonken komkommer Hoewel onaanvaardbaar en zelfs verwerpelijk, was het origineelst met de pretentieuze coterie in ’s lands vergaderzaal Farid Azarkan, de fractievoorzitter van DENK, die SP-leider Lilian Marijnissen een beschonken komkommer noemde. Benieuwd of dit aforisme in de Handelingen (woordelijke verslaglegging) blijft staan. Klaver bracht vervolgens in herinnering dat Asscher als minister geen excuses voor de slavernij had aangeboden. Farid Azarkan noemde het verhaal van Asscher een goedkope babbeltruc, omdat de PvdA enkele DENK-moties tegen discriminatie niet had gesteund. Hij haalde ook uitspraken uit het verleden aan van PvdA-kopstukken over Marokkanen. Het ontlokte een woedende tegenaanval van Asscher, die een tirade afstak over de video’s waarin DENK kritiek uitte op Kamerleden met een Turkse achtergrond. De inbreng van Kees van der Staaij (SGP) aan het Kamerdebat was nog het meest veelzeggend. Voor hem is het uitgangspunt helder: alle mensen zijn naar Gods evenbeeld geschapen. Racisme is daarom uit den boze. We zijn immers allemaal van dezelfde lap gescheurd. Het is maar dat u het weet. Geen excuses Vanwege de vrees voor polarisering zag de premier niets in het aanbieden van excuses voor de Nederlandse rol in de slavernij en de slavenhandel. Eerder betuigde de Nederlandse staat wel zijn diepe spijt en berouw. Dat gaat niet voor iedereen ver genoeg, erkende hij. Maar voor anderen zouden excuses juist weer te ver gaan. ‘Kun je mensen die vandaag leven verantwoordelijk houden voor het verre verleden?’, vroeg hij zich af. Volgens de premier zouden excuses meer polariseren, dan dat ze mensen zouden samenbrengen omdat het aanbieden daarvan ook op tegenstand stuit. ‘Als ik het zal doen, voor wie doe ik het dan, aan wie bied ik ze dan aan? En hoe ver moeten we dan teruggaan? Tegelijkertijd, erkennen dat dat niet usance is in de wereld om dat wel te doen. Om al die redenen hebben we het niet gedaan’, aldus de premier. Het kabinet-Rutte II betuigde eerder diepe spijt en berouw voor het slavernijverleden, en dat vindt de premier voldoende. Wel is hij voorstander van een herdenkingsjaar over slavernij in 2023. In dat jaar is het 150 jaar geleden dat Nederland een eind maakte aan slavernij. Voortdurend punt van discussie Slavernij gebeurde honderden jaren geleden. Niemand die nu leeft, heeft daar direct verantwoordelijkheid voor. Schaamte en schuld is totaal niet nodig Maar waar men als samenleving wel verantwoordelijkheid voor heeft, is je te informeren over wat zich heeft afgespeeld. Je kunt niet de glorieuze kant van de geschiedenis vieren zonder dat je er rekenschap van geeft dat die niet voor alle mensen gold. Zoals ook de nieuwe Canon weer aantoont, is de omgang met het Nederlands verleden een voortdurend punt van discussie, dat evenveel zegt over hoe wij over onze gezamenlijke identiteit denken als over het verleden. Het Rijksmuseum werd bij heropening in 2013 gemunt als museum van Nationale Geschiedenis en nam de beslissing om kunst en geschiedenis voor het eerst integraal te laten zien. Zeven jaar geleden was dat nog vanuit het perspectief van het glorieuze Holland, de koopmansgeest; nu is het tijd voor gedeeld verleden. Dat maakt de functie gevoelig: die moet zich constant verhouden tot de gepolariseerde actualiteit.

Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek?

CDA CDA PvdA Lansingerland 12-05-2020 11:27

In Parlement.com las ik een artikel van Prof. Dr. J. Th. J. (Joop) van den Berg, een vooraanstaande PvdA-ideoloog die acht jaar de Wiardi Beckman Stichting, de denktank van zijn partij, leidde en korte tijd fractievoorzitter in de Eerste Kamer was. Hij beschrijft daarin een boek van de Nederlands-Amerikaanse politicoloog Arend Lijphart. Deze publiceerde meer dan een halve eeuw geleden over de Nederlandse politiek dat sedertdien een klassieker is geworden:‘Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek’. Angelsaksische wereld Daarin liet Lijphart zien dat in ons land het functioneren van de democratie nogal afweek van de Angelsaksische wereld met haar nadruk op wisselende meerderheden, meestal gevormd door één partij. Nederland vormde een bestel waarin niet de meerderheid tegenover oppositie stond, maar waar (bijna) alle politieke stromingen deel uitmaakten van de politieke besluitvorming. Dat vergde wel betrekkelijke lijdelijkheid onder de kiezers en een sterke leiding van politieke voorgangers. Die hielden voor hun aanhang de ideologische boodschap hoog maar, zoals Lijphart het beschreef: op het niveau van politieke leiders heerste de zakelijkheid en dus de gerichtheid op resultaat. Zo kon een samenleving van door levensbeschouwing sterk gescheiden gemeenschappen toch een stabiel functionerende democratie vormen. En passant maakte hij duidelijk dat het Angelsaksische model van de democratie niet het enig mogelijke was; daarnaast stond – niet alleen in Nederland – de ‘pacificatiedemocratie’. De prijs van dit democratische alternatief was de gehoorzaamheid aan vaste regels van het spel. Die moesten in acht worden genomen om het te laten functioneren: de al genoemde zakelijkheid, de pragmatische tolerantie van principiële verschillen, gebruik van topconferenties bij crises, evenredigheid in de verdeling van zetels, fondsen en zendtijd, depolitisering van diepe tegenstellingen, veel geheimhouding en het principe dat de regering regeert en het parlement zich beperkt tot reageren en controleren. Politisering In tijden van sterke maatschappelijke verandering na 1968 leek de analyse van Lijphart al spoedig verouderd. Vooral in de jaren zeventig werd het boek gezien als beschrijving van een voltooid verleden tijd. Toen de Nederlandse politiek weer in stabieler vaarwater terecht was gekomen, bleken veel van Lijpharts regels van het spel te zijn behouden, zoals de evenredigheid als verdelingsmechanisme, de zakelijkheid en de toevlucht tot nationale topconferenties als het even spannend werd. Er was ook wel het een en ander veranderd: er was meer neiging tot politisering, groter parlementair activisme en initiatief en vooral een sterke weerzin tegen geheimhouding. Oude maatschappelijke tegenstellingen waren in betekenis verminderd. In tijden van coronacrisis blijkt ‘Lijphart’ weer helemaal terug. Alle oude spelregels zijn weer van toepassing: niet alleen de regels die nooit zijn verdwenen, zoals de neiging tot zakelijkheid (lees ook: technocratie), depolitisering (wij volgen de experts) en topconferenties (wekelijks coalitieoverleg), maar ook spelregels die geruime tijd in onbruik waren geraakt: de geheimhouding en de regering die regeert. Coronakern Dat gedurende de coronacrisis zelf veel is overgelaten aan het crisismanagement van de coronakern van het kabinet valt te begrijpen. Zoals het te begrijpen valt dat onder die omstandigheden de Tweede Kamer het kabinet niet permanent voor de voeten loopt. Maar, het dreigt verder te gaan, als de Tweede Kamer zich niet herstelt en haar rechten als volksvertegenwoordiging niet weer actief gaat gebruiken. Voorts is het kabinet wel erg gemakkelijk in het werken met noodverordeningen waarin de Kamer niet of nauwelijks is gekend en die bovendien bevoegdheden toekennen aan burgemeesters, tevens voorzitters van veiligheidsregio’s, in strijd met de Grondwet. Die veiligheidsregio’s kennen immers geen democratisch orgaan waaraan verantwoording moet worden afgelegd. Gelukkig is het kabinet nu voornemens die verordeningen om te zetten in door de Kamers controleerbare noodwetgeving. Geheimhouding Ook de geheimhouding is weer erg in de mode geraakt. Allerlei beleidsstukken worden onttrokken aan de Wet openbaarheid bestuur. Terecht klagen wetenschapsbeoefenaren over de ontoegankelijkheid van documenten die blijkbaar bepalend zijn geweest voor de besluitvorming in het kabinet. Experts die in het kader van hetOutbreak Managent Team het kabinet adviseren mogen daarover naar buiten toe geen verslag doen. Dat hun vergaderingen vertrouwelijk zijn valt nog te verklaren, maar het uitgebrachte advies aan de regering behoort openbaar te zijn, inclusief bronvermelding.

Politici en integriteit: Spijt hoor je niet vaak

CDA CDA VVD PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 Lansingerland 06-03-2020 14:33

Politici en integriteit: Spijt hoor je niet vaak Politieke integriteit is een goede karaktereigenschap. Een integere politicus houdt vast aannormen en waarden, ook als deze van buitenaf onder druk staan. Eerlijk en betrouwbaar, niet laten omkopen en over eigen gedrag en keuzestransparant verantwoording afleggen. Integer handelen houdt ook in dat men een openbare functie goed en zorgvuldig uitoefent, met inachtneming van de beroepscode en de op dat moment geldende normen en waarden van de organisatie. In de meeste gevallen zijn deze uitgewerkt ingedragscodesdie concreet aangeven wat wel en niet toelaatbaar is. Niet-integer gedrag komt helaas veel voor, zoals bijvoorbeeld fraude en misbruik van bevoegdheden; belangenverstrengeling; het zich laten beïnvloeden door een persoonlijke relatie of sociale status, of familieleden en kennissen anders behandelen dan anderen. Politieke Integriteitsindex De Politieke Integriteitsindex (PII) meet sinds 2013 jaarlijks integriteitsschendingen door Nederlandse politici. In het overzicht van politieke schandalen van het afgelopen jaar had de VVD traditioneel weer de meeste affaires.Dat is vaste prik sinds het begin van de jaarlijkse meting. D66en de PVV telden ieder vijf affaires, de SGP, CDA en FvD ieder drie, GroenLinks twee en PvdA een. Lokale partijen scoorden samen acht. Het totaal aantal affaires kwam vorig jaar op ruim veertig schendingen. Van alle soorten integriteitsschendingen door Nederlandse politici komen misdragingen in de vrije tijd het meest voor. Ook vorig jaar was dat opnieuw het geval. Het gaat hier om misdragingen als dronkenschap en vechtpartijen maar ook bijvoorbeeld fraude in een nevenfunctie. VVD de meeste integriteitsaffaires De VVD blijft de partij met de meeste integriteitsaffaires, zo blijkt uit het overzicht van politieke schandalen van het afgelopen jaar. Dat zij de meeste brokken maken wijten zij zelf graag aan het feit dat hun partij nu eenmaal al jaren de grootste van Nederland is, en daarom ook meer kans loopt op integriteitsschendingen. Die redenering klopt deels, maar dat verklaart niet waarom het CDA, dat jarenlang de grootste was en nog steeds veel lokale bestuurders heeft, relatief weinig affaires heeft. Oud VVD-minister Frank de Grave kwam in zijn politieke memoires in 2018 met een andere verklaring: de VVD is een bestuurderspartij, met veel Machers uit de zakenwereld die in hun dadendrang niet altijd beseffen dat er in het openbaar bestuur andere regels gelden dan in het bedrijfsleven. Zij krijgen intern ook onvoldoende tegenspraak. Opmerkelijkste politieke affaire De opmerkelijkste politieke affaire van 2019 staat op naam van een GroenLinks-wethouder in Diemen. Hij maakte op 20 juni amok in een café bij de Stopera in Amsterdam. Op het terras ging hij flink tekeer tegen de inmiddels gearriveerde agenten, die hem arresteerden en met de nodige moeite in een arrestantenbusje wisten te werken. De beelden van zijn arrestatie gingen direct viraal en zijn aftreden was onvermijdelijk. De politie meldde daarna dat ze GHB (gamma-hydroxyboterzuur) in zijn tas hadden gevonden en dat hij agenten had bespuugd. GHB werd vroeger gebruikt als narcosemiddel en als middel voor slaapstoornissen. De val van de wethouder kan worden toegevoegd aan een lange lijst van politici die door een affaire in de privésfeer in de problemen zijn gekomen. Het is ieder jaar een van de opvallendste conclusies van de Politieke Integriteitsindex. De Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) is recht in de leer en veroorzaakt doorgaans weinig affaires, maar vorig jaar ging het toch een paar keer mis. De voorzitter moest aftreden omdat er binnen de partij discussie ontstond over wachtgeld dat hij nog ontving als oud-wethouder van Alblasserdam. Bij D66 bleek een Europarlementariër te veel gedeclareerd te hebben, een Rotterdamse wethouder moest aftreden omdat hij een vertrouwelijk rapport had gelekt en een Hilversumse wethouder kwam in opspraak wegens belangenverstrengeling en trad af. De partijleider van Forum voor Democratie (FvD) verzuimde, in strijd met de regels, een vlucht met een privévliegtuig in het geschenkenregister te melden en een FvD Tweede Kamerlid ontving een te hoge onkostenvergoeding, net als een PVV'er die opgaf in Maastricht te wonen, maar in werkelijkheid in Den Haag verbleef. Ernstigste affaire De ernstigste affaire speelde bij de gemeente Den Haag. Daar viel de Rijksrecherche binnen bij twee wethouders van Groep De Mos/Hart voor Den Haag. Zij zouden zijn omgekocht door bevriende horecaondernemers en in ruil daarvoor vergunningen hebben geregeld. Beiden ontkennen, maar moesten wel aftreden. Het zal nog wel even onrustig blijven in Den Haag. Richard de Mos en de zijnen verdedigen zich te vuur en te zwaard tegen de aanklachten. Er loopt daarnaast een intern onderzoek bij de gemeente naar mogelijke ambtelijke corruptie bij de bouw van het Spuiforum. De gemeenteraad heeft bovendien nog veel vragen over de verkoop van een monumentaal pand naast paleis Noordeinde aan tassenmaker Omar Munie voor het ogenschijnlijk lage bedrag van 1,7 miljoen euro, een pand dat hij bovendien binnen een paar maanden weer voor hetzelfde bedrag doorverkocht aan een vastgoedinvesteerder. Waarnemend burgemeester Johan Remkes heeft een groot integriteitsonderzoek binnen de gemeente aangekondigd, plus een aanscherping van de regels. Vastgoedbedrijf Een VVD Tweede Kamerlid was in voorgaande jaren al meerdere keren in opspraak geraakt omdat hij zich met zijn vastgoedbedrijf niet aan de regels had gehouden. In 2019 zette hij maar liefst drie nieuwe rellen op zijn naam: hij 'vergat' neveninkomsten op te geven, werd gepakt met drank achter het stuur (0,6 promille, de grens is 0,5) en hij bleek, tegen de afspraken met de partij in, toch nog betrokken te zijn bij zijn vastgoedbedrijf. Dat was voor de VVD de druppel: hij werd in september uit de fractie gezet. Hij ging ‘na enkele dagen van bezinning’ als eenmansfractie door. Een VVD-ster moest van het partijbestuur de Eerste Kamerfractie verlaten omdat ze zich als senator schuldig had gemaakt aan belangenverstrengeling met haar commerciële adviesbureau.Zij verschool zich achter haar man, toen ze in opspraak kwam door de vermenging van haar Eerste Kamerlidmaatschap en commerciële advieswerk. Bovendien bleek dat haar bedrijven zich schuldig maakten aan wanbetaling. Tegen haar partijgenoten had zij steeds gezegd dat haar man de zeggenschap had over de bedrijven. Zij zou slechts als advocaat optreden voor deze firma's. Maar volgens Quote was zij medeverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en voor de wanbetaling. Ze spande een kort geding aan tegen het tijdschrift, waarbij ze zich opwond over het feit dat er journalisten in de zaal zaten. Zij verloor het kort geding en was daarna boos omdat de VVD het besluit om haar uit de fractie te zetten, baseerde op het oordeel van de rechter. Dubbele reiskostenvergoeding De huidige VVD fractievoorzitter in de Tweede Kamer maakte het nog bonter.Hij bleek, haaks op de integriteitsregels van de partij, ten onrechte een dubbele reiskostenvergoeding te ontvangen. Bovendien liet hij zichzelf wachtgeld uitkeren, boven op zijn salaris als fractievoorzitter. Toen bekend werd dat hij ten onrechte ieder jaar 4.900 euro reiskostenvergoeding kreeg, reageerde hij laconiek: 'Ik kijk nooit op mijn loonstrookje'. Een klassieke uitvlucht in de categorie 'Ik wist het niet.' Dat is vrijwel nooit een sterk verweer, zeker niet bij hoogopgeleide en slimme politici. In zijn geval was het misschien nog wel minder overtuigend. Als een burger die verdacht wordt van fraude tegen de rechter zegt dat hij niet eens wist dat er geld op zijn rekening binnenkwam, zal hij niet op veel begrip hoeven te rekenen. Daarnaast beschadigde de VVD fractievoorzitter het zorgvuldige gecultiveerde VVD-imago als kampioen van de gewone hardwerkende Nederlander. Hoeveel gewone hardwerkende Nederlanders kunnen het zich veroorloven om nooit op hun loonstrook te kijken? Of zijn zo rijk dat 4.900 extra, ongevraagde euro's niet eens opvallen? Strafrecht Net als in voorgaande jaren liepen er in 2019 weer VVD'ers tegen het strafrecht aan. Sinds 2008 zijn er 31 VVD'ers strafrechtelijk vervolgd, terwijl partijen als CDA, D66 en PvdA ieder slechts een handjevol strafzaken kenden. De fractievoorzitter van de VVD in Emmen, werd aangehouden op verdenking van de illegale export van koeien- en schapenorganen naar Azië. De VVD in Flevoland deed aangifte van fraude tegen hun oud-penningmeester. Die stond al eerder op de PII omdat hij wegens fraude met een erfenis veroordeeld was. Een voormalig kandidaat-raadslid voor Almere belandde in 2018 op de PII toen hij gepakt werd wegens het hacken van computers en het verspreiden van naaktbeelden. Het werd daarvoor in december tot 16 maanden cel veroordeeld. Ook andere oude affaires bleven in het nieuws komen. De voormalige VVD'er Jos van Rey schikte in november met Justitie in een ontnemingszaak. Daarmee kwam een eind aan een corruptieaffaire die de Roermondse politicus al sinds 2011 achtervolgt. Robin Linschoten haalde weer de kranten toen het hoger beroep in zijn belastingfraudezaak diende. Het OM eiste opnieuw vijf maanden tegen de ex-staatssecretaris. Robin Linschoten erkende dat hij schuld heeft, maar de fiscus nooit bewust heeft benadeeld. Het Hof heeft meer informatie nodig en heeft de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden. Uitvluchten Bij al die affaires valt op dat slechts weinig politici zonder omhaal hun excuses aanbieden en het daarbij laten. Vrijwel altijd volgt er een of andere rechtvaardiging of uitvlucht. Integriteitsexperts spreken van 'neutralisaties': dus redeneringen die mensen voor zichzelf en anderen gebruiken om het feit dat ze een regel overtreden te neutraliseren. De meeste overtreders kennen de regels en wetten namelijk wel, maar kunnen voor zichzelf wel uitleggen waarom zij zich er niet aan konden of hoefden te houden. In het Tijdschrift voor Compliance is er een artikel over geschreven, waarin alle uitvluchten systematisch zijn geordend over vier categorieën. Het begint met het ontkennen of verdraaien van de feiten (Ik heb het niet gedaan), dan volgt het ontkennen van de norm (Ik heb het wel gedaan, maar het is niet erg), vervolgens het afschuiven op omstandigheden (Ik was niet verantwoordelijk), tot aan het opvoeren van karakterzwakte (Ik ging privé door een zware periode). Er zijn dus nogal wat ontsnappingsmogelijkheden die een overtreder heeft om de verantwoordelijkheid voor zijn of haar gedrag te ontlopen. Politieke uitvluchten spelen niet alleen op individueel niveau een rol, ze spelen ook mee in collectief verband. Om het aantal integriteitsschendingen tegen te gaan, zijn politieke partijen strenger geworden op het naleven van partijregels en hebben de Eerste- en Tweede Kamer het afgelopen jaar eindelijk gedragscodes voor zichzelf ingevoerd. Conclusie: Politici ontlenen hun gezag niet aan hun moralisme, maar aan hun betrouwbaarheid.

Lachgasverbod in Lansingerland

CDA CDA PvdA ChristenUnie Lansingerland 22-12-2019 19:43

Tijdens de gemeenteraadsvergadering van donderdag 20 december heeft de Raad besloten dat hinderlijk lachgasverbruik in Lansingerland verboden is. Op initiatief van de ChristenUnie, gesteund door CDA Lansingerland, PvdA en WIJ is er een amendement ingediend op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) die dit verbod instelt. Dit amendement haalde het ruim, alleen D66 en een deel van de fractie van GroenLinks stemden tegen.Het CDA Lansingerland vindt een verbod op lachgas, vooruitlopend op landelijke wetgeving, zeer gewenst. Sinds lachgas niet meer onder de Geneesmiddelenwet valt is het gebruik, met name onder jongeren, zeer sterk toegenomen. Gebleken is dat het gebruik van lachgas ernstige gevolgen voor de gezondheid kan hebben, dat door het gebruik van lachgas in het verkeer de verkeersveiligheid in gevaar komt, dat er veel zwerfafval zoals patronen en ballonnen blijft liggen na het gebruik van lachgas en dat lachgas een zeer sterk broeikasgas is en daarmee slecht voor het klimaat. Genoeg redenen dus om een krachtig signaal af te geven dat het gebruiken van lachgas ongewenst is en dat dit derhalve verboden moet worden in de openbare ruimte. Daarnaast is het van belang dat we ook inzetten op preventie en voorlichting door scholen en jongerenwerkers, want met verbieden alleen zijn we er niet.

Provinciale verkiezingen 2019 - Een politieke aardverschuiving

CDA CDA D66 VVD PvdA ChristenUnie Lansingerland 04-04-2019 09:36

Een politieke aardverschuiving Zelden telde een verkiezing zo veel verliezers voor de gevestigde partijen. Voor het eerst sinds vele jaren werd niet een van de traditionele middenpartijen de grootste bij een verkiezing. Forum voor Democratie (FvD) heeft het politieke landschap flink opgeschud en wordt de grootste partij in de provincie, gevolgd door de VVD en het CDA. Het lijkt de oogst van een effectieve campagne. De overwinning van FvD toont duidelijk aan dat Nederland geen klimaatwet wil, (die door de Tweede Kamer trouwens al is aangenomen) en een ander immigratiebeleid wenst. De regeringspartijen hebben de onvrede over het klimaat- en immigratiebeleid onderschat. De grote verkiezingsoverwinning van FvD heeft laten zien dat de liberalen op rechts een fors gat hebben laten vallen. De nederlaag was volgens ingewijden binnen de VVD ingecalculeerd, alleen de omvang was nog onduidelijk. In de partij leeft de zorg hoelang het de ‘verkeerde’ populisten nog van zich kan afhouden. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen stapte een op de vijf VVD-kiezers al over naar Forum. En nu laat Forum zowel in de provincies als in de Eerste Kamer de VVD zijn hielen zien. De liberalen zullen zich de komende tijd onherroepelijk bezinnen op hun koers. Weinig vertrouwen Het CDA boekte de slechtste uitslag ooit en gaat in de Senaat van 12 naar 9 zetels. De PvdA wist tegen de verwachting in het verlies te beperken: van 8 naar 7 zetels. Vriend en vijand hadden op een groter verlies gerekend. D66 wachtte een fikse afstraffing. Zij gooiden het referendum, ooit hun kroonjuweel, ondanks verweer van het electoraat in de prullenmand en hun vorige partijleider trad uiteindelijk af na meerdere schandalen in de privésfeer die kiezers afschrikten. De enige winnaar van de coalitie was de ChristenUnie. De onvrede onder de kiezers komt niet uit de lucht vallen. Onderzoekers constateren dat al jaren grofweg een vijfde van het electoraat weinig vertrouwen heeft in de huidige politiek. Politieke veranderingen De verkiezingsuitslag van de Provinciale Staten belooft politieke veranderingen in de Eerste Kamer. De regeringscoalitie heeft zoals verwacht haar meerderheid in de Senaat verloren. Op 27 mei zullen de nieuw geïnstalleerde Statenleden, de leden van de Eerste Kamer kiezen. Als die een afwijkende stem uitbrengen, -er kan ook tactisch worden gestemd- kan de samenstelling natuurlijk veranderen. Tot die tijd heeft de huidige coalitie nog gewoon een meerderheid. Wat betekent dit voor het huidige kabinet? Welke koers moet het varen om steun te behouden voor haar plannen? Het kabinet wacht twee enorme klussen: de hele set klimaatregelen en een nieuw pensioenakkoord. Voorlopig kan het kabinet gewoon doorregeren en is voor een meerderheid in de Eerste Kamer straks niet afhankelijk van Forum. De verwachting is dat op korte termijn de middenpartijen elkaar stevig zullen vasthouden omdat geen van hen zit te wachten op nieuwe verkiezingen, omdat volgens de peilingen Forum dan flink zal winnen. Niet meest interessant De opkomst bij de Statenverkiezingen lag aanzienlijk hoger dan bij de vorige provinciale verkiezingen vier jaar geleden. Ongeveer 56 procent van alle kiezers is gaan stemmen. Dat is bijna 10 procentpunt meer dan in 2015. Het werk van de Provinciale Staten is niet het meest interessant in politiek Nederland. Ze gaan niet over politie-inzet, pensioenen, immigratie en de toekomst van Nederland in Europa. Of al die andere onderwerpen waarover politieke partijen de afgelopen weken in campagnetijd beloofden zich voor te willen inzetten. Maar ze gaan wél over andere belangrijke onderwerpen die van invloed zijn op ons dagelijks leven. Kan er in de provincie op elke plek binnen vijftien minuten een ambulance aanwezig zijn? Moeten er nieuwe provinciale wegen komen? Moeten waterschappen zich bemoeien met energievoorziening? Ongeveer de helft van de kiezers liet zijn stem afhangen van de landelijke politiek. Slechts weinigen namen de tijd zich te verdiepen in wat er speelt in zijn of haar provincie. De campagne werd bepaald door de landelijke kopstukken, zij voerden -ten onrechte- de diverse Tv-debatten in plaats van de provinciale lijsttrekkers en trokken daarmee de verkiezingen naar een landelijk platform. Gelaten Het CDA rekende op verlies en kreeg het. Maar het was minder groot dan was voorspeld en dat voelde bijna als winnen. Het reageerde gelaten op de uitslag. De partij verliest drie van de 12 zetels en ziet een enorme versnippering van het politieke landschap. En dan te bedenken dat het ooit met 28 leden in de Senaat zat. Partijleider Buma deed nog een krampachtige poging CDA’ers ervan te overtuigen dat de slechtste uitslag ooit bij de Provinciale Staten best meeviel. ‘We hebben de peilingen verslagen’, zei hij optimistisch. Dat het CDA de schade heeft weten te beperken lijkt vooral te danken aan de vanouds sterke regionale campagnes op het platteland en in de grensprovincies. In dicht bevolkt, stedelijk gebied stelt de partij helaas steeds minder voor. Met het huidige CDA boegbeeld lukt het maar niet om te winnen. Binnen de partij is er mildheid over hem, maar de hoop is steeds meer gevestigd op de twee kroonprinsen, de populaire ministers Hoekstra (Financiën) en De Jonge (VWS). Dat geluid zal na dit verkiezingsresultaat allerminst verstommen. Om een oud CDA gezegde uit de jaren tachtig nog eens te gebruiken: ‘De honden blaffen maar de karavaan trekt verder’. Het is te hopen de goede kant uit.

Provinciale Verkiezingen:

CDA CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 ChristenUnie Lansingerland 03-03-2019 07:51

Verliest Eerste Kamer de meerderheid? Op 20 maart mogen 13 miljoen stemgerechtigde kiezers naar de stembus voor de verkiezingen van provinciale staten, de provinciale volksvertegenwoordiging. Op hun beurt kiezen de nieuwgekozen statenleden op 27 mei een nieuwe Eerste Kamer. Alle fracties die in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn, doen ook aan die verkiezing mee. Een aantal provinciale partijen laat zich in de Eerste Kamer vertegenwoordigen door de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF). Landelijke thema's De Provinciale Verkiezingen hebben zich de afgelopen decennia ontwikkeld tot tussentijdse landelijke verkiezingen die bepalend zijn voor de slagkracht van kabinetten. Nog sterker dan bij de gemeenteraadsverkiezingen overschaduwen landelijke thema's de Statenverkiezingen. De belangstelling van de kiezer voor de provinciale politiek is vrij laag. Waar bijna driekwart van de Nederlanders geïnteresseerd is in de landelijke politiek, heeft maar 44 procent van de kiezers interesse in de provinciale politiek, zo blijkt uit recent onderzoek. Het zou goed zijn als provinciale bestuurders en provinciaal beleid wordt beoordeeld en dat het beeld niet wordt vertroebeld of zelfs (geheel) wordt overschaduwd door landelijke overwegingen. Kiezers dienen strikt te kunnen aangeven hoe zij oordelen over het provinciale beleid in de voorgaande vier jaar en wat zij de komende vier jaar van het provinciale bestuur verwachten. Er is altijd wel sprake geweest van landelijke invloed op gemeentelijke en provinciale verkiezingen, omdat veel kiezers zich nu eenmaal laten leiden door hun (algemene) landelijke voorkeur, maar dat effect is nu betreurenswaardig groot. Politiek probleem RutteIII loopt bij de komende verkiezingen op 20maart de kans het derde opeenvolgende kabinet te worden dat de meerderheid in de Eerste Kamer verliest. Dat is een acuut politiek probleem, want de praktijk wijst uit dat de politieke standpunten in de Tweede Kamer één op één doorlopen tot in de Eerste: senatoren dragen graag uit dat zij zich vooral laten leiden door de vraag of wetten deugdelijk in elkaar zitten en niet botsen met de Grondwet, maar als het erop aankomt laten alle Eerste Kamerfracties zich in hun stemgedrag leiden door de politieke koers van de partijtop in de Tweede Kamer. Vrijwel nooit helpt een Eerste Kamerfractie een wet aan een meerderheid tegen de zin van de Tweede Kamerfractie in. Vaker dan de Tweede Kamer deed de Eerste Kamer het afgelopen jaar stemmingen af als ‘hamerstuk’, omdat geen enkele fractie behoefte voelde om erover te ­debatteren of te stemmen. Sommige onderwerpen vielen daarom af: als iedereen het eens is, valt er niets te kiezen. Gedoogsteun Een coalitie zonder meerderheid in een van de Kamers zal dus altijd hulp moeten krijgen van een deel van de oppositie. Het eerste kabinet-Rutte loste dat op met gedoogsteun van de SGP, het tweede kabinet-Rutte haalde er ook D66 en de ChristenUnie bij. Als het misgaat voor RutteIII, zal de premier opnieuw om zich heen kijken. Bijna het hele regeerakkoord, van de aangekondigde pensioenhervorming tot aan de klimaatmaatregelen, moet immers in de komende twee jaar nog door de Eerste Kamer. Dat groeiende politieke belang zet de Eerste Kamer in steeds feller licht. Op 20maart staan allereerst de politieke verhoudingen in de provincies op het spel, maar het effect op het landsbestuur kan zeker zo groot worden. De partijen zelf doen ook weinig meer om dat te verhullen. De wens ‘dat het om de provincies moet gaan’ klinkt nog wel uit de mond van CDA-leider Buma, maar veel weerklank vindt hij niet. Van de PVV (‘Stem Rutte weg’) en de SP (‘Trap Rutte het Torentje uit’) tot aan het Forum voor Democratie (‘Reken af met het kabinet’) zijn de partijen duidelijk over hun prioriteiten. Het zijn dan ook vooral de landelijke lijsttrekkers – die uit het kabinet en de Twééde Kamer – die de ­komende weken het woord voeren in de belangrijke televisiedebatten. De strategie van stoere verkiezings- en campagneretoriek. Veel ogen zijn gericht op de PvdA en GroenLinks, de partijen die programmatisch het dichtst bij de coalitie liggen en daarom door de regeringspartijen worden gezien als partners om zaken mee te doen. Dat ­weten hun partijleiders ook. Zij zijn al maanden bezig met het verhogen van hun prijs. Gedoogpartners zullen ze niet worden, bezweren ze, maar over ‘goed beleid’ valt altijd te praten: zowel over het klimaat als over de pensioenen liggen hun eisen inmiddels op tafel: zonder aanpassing van de AOW-leeftijd en invoering van een CO2-heffing voor het bedrijfsleven zal het waarschijnlijk niet gaan. Een hele goede morgen! Overal zetten CDA'ers zich dagelijks in. Dit doen ze in de gemeenteraad, op het provinciehuis, op het Binnenhof en in het Europees Parlement. Na het afgelopen CDA-congres in de Kromhouthal in Amsterdam-Noord is Buma’s leiderschap voorlopig gered. En de CDA’ers die al een tijdlang verlangen naar een minder conservatief-rechtse koers van de partijtop hebben nieuwe hoop gekregen. Als het lukt om de ideeën over het kinderpardon te veranderen, waarom dan niet die over het klimaat? Want dat is, bleek in de wandelgangen van het congres, ook een grote zorg van flink veel actieve CDA-leden. Elke dag begint nu met een CDA-hele goede morgen! Ook is er een platform ‘Bouwen aan een hele goede morgen' live. Op dit platform kan iedereen zien welke standpunten het CDA heeft en waar het in de buurt en regio aan werkt. Zo wordt de politiek tastbaar en laat het CDA iedereen zien hoe zij bouwt aan een hele goede morgen. Samen voeren we nu campagne. Met elkaar gaan we voor een prachtig resultaat bij de verkiezingen op 20 maart met de thema’s Verdiepen, Vernieuwen en Verbreden. Ik wens u vanaf vandaag elke dag een hele goede morgen-dag!

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.