Nieuws van politieke partijen in Zuid-Holland over Partij voor de Dieren inzichtelijk

147 documenten

Follow the money

D66 D66 CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Dieren VVD ChristenUnie Zuid-Holland 01-07-2020 14:04

Binnen de politiek zijn mensen met een financiële achtergrond schaars, terwijl belangrijke onderwerpen vaak wel worden teruggebracht naar een discussie over geld of in ieder geval de schaarste ervan. In het Engels zijn er niet zomaar verschillende geld gerelateerde uitdrukkingen, zoals ‘it’s all about the money’ en ‘put your money, where your mouth is’.

 

Om op die laatste uitdrukking verder te gaan, is het schrijnend om te zien hoe weinig belang het provinciale college van VVD, CDA, ChristenUnie/SGP, maar ook PvdA en GroenLinks om de natuur geeft. Zeker in de afgelopen maanden is meer dan ooit duidelijk geworden hoe belangrijk de natuur is. De natuur houdt ons gezond, de natuur maakt ons gelukkig. Er moet flink worden geïnvesteerd om onze natuur te behouden, maar eigenlijk ook om de reeds aangerichte schade te herstellen. In het coalitieakkoord is daarom maar liefst € 5 miljoen van de beschikbare € 160 miljoen voor natuur gereserveerd. En dat bedoel ik natuurlijk sarcastisch.

Schrijnend was het echter dat dit college structureel € 6,7 miljoen op de natuurbegroting zou inleveren. Deze korting was helemaal niet door het college gecommuniceerd. In samenwerking met Natuurmonumenten zijn we, door goed te volgen wat er met het geld in de verschillende financiële stukken gebeurd, achter de bezuiniging gekomen. Samen met de Partij voor de Dieren hebben we ons vervolgens ingezet om de onderste steen boven te krijgen. Het college heeft lang de fout ontkend, maar moest deze uiteindelijk toch toegeven. We zijn blij dat de fout vandaag met de vaststelling van de voorjaarsnota wordt teruggedraaid.

Uit de financiële stukken van de provincie is het op dit moment heel moeilijk te achterhalen waar het geld nu daadwerkelijk aan wordt besteed. Statenleden hebben een meer dan financieel degelijke achtergrond nodig om de stukken echt goed te kunnen doorgronden. Meer dan eigenlijk van ze mag worden verwacht. Ik ben blij dat ik hier afgelopen maanden als Statenlid mijn steentje aan heb mogen bijdragen en zal dit de komende periode als fractievertegenwoordiger ook blijven doen. Gelukkig hebben we in de persoon van Jeroen Heuvelink ook een financieel sterk onderlegd Statenlid, die actief bezig is om de kwaliteit van de financiële stukken te verbeteren. Want het is jammer om te zien dat inhoudelijk hele belangrijke onderwerpen uitmonden in enkel een discussie over geld. Geld is namelijk niet het belangrijkste, het gaat om de mooie dingen die we voor onze provincie willen bereiken. Of zoals mijn ‘gurl’ Jessie J zegt:

“t’s not about the money , we just wanna make the world dance”

Sluit je aan bij het ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 26-08-2019 10:18

Sluit je aan bij het #groeiendverzet

Hoeveel dieren moeten er nog ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 23-08-2019 06:32

Hoeveel dieren moeten er nog verbranden voordat er maatregelen worden genomen? #stopdebioindustrie

Het stadsbestuur van Den Haag voert ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 21-08-2019 08:36

Het stadsbestuur van Den Haag voert PvdD-moties om festivals te verduurzamen niet uit. Fractievoorzitter Robert Barker roept de wethouder daarom op het matje.

We zijn op een #kantelpunt ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 20-08-2019 08:08

We zijn op een #kantelpunt aanbeland. Drie veeboeren roepen collega's op te stoppen met het produceren van dierlijke producten. #groeiendverzet OPINIE VEESTAPEL Veeboeren, het is de hoogste tijd om te zeggen: ‘We stoppen ermee’ Volgens koeienboer Annette Harberink, varkensboer Kees Scheepens en kippenboer Ruud Zanders doen veeboeren er goed aan aan veeboeren met hulp van politiek en goede wil te stoppen. Het rapport van het klimaatpanel IPCC van de Verenigde naties is duidelijk. De wijze waarop mensen land gebruiken en voedsel produceren moet op de schop. De belangrijkste verandering: minder vlees. Dit staat niet letterlijk in het rapport. Dat ligt namelijk voor veel, mogelijk alle, overheden te gevoelig. Maar het rapport roept wel expliciet op tot structurele veranderingen. We zullen land efficiënt moeten gaan gebruiken, lees: voor mensen en niet voor dieren of energie. De reactie van de belangenbehartigers voor de agrarische sector LTO volgde snel: ‘Boeren hebben een oplossing.’ Maar eigenlijk lezen we dan alleen dat we het al zo goed doen en we zelfs de beste van de wereld zijn. Er wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat het rapport juist zegt dat de huidige manier van intensieve productie desastreus is. We zouden de reactie van LTO dan ook anders formuleren, namelijk: ‘Veeboeren hebben een oplossing.’ Waarom zouden we niet nagenoeg geheel stoppen met het produceren van dierlijke producten? Volgens Wagenings onderzoek kunnen we bij een optimaal landgebruik en optimale verwerking van restproducten slechts 20 gram dierlijk eiwit per persoon per dag consumeren. Natuurlijk kunnen we niet voorbijgaan aan problemen die ontstaan bij het afbouwen van de veestapel: gedane investeringen, zoeken naar nieuwe inkomsten, andere landbouwvormen, etcetera. Maar dat neemt niet weg dat we wel al kunnen kiezen om een geheel andere weg in te slaan. Opvolging Laten we er een 20-jarenplan van maken om in 2040 wederom het beste landbouwsysteem ter wereld te hebben. Ieder jaar nemen we 5 procent van onze veestapel uit productie. Te beginnen met boeren die geen opvolging hebben en (bijna) pensioengerechtigden. Dit kan middels opkopen van productierechten. Hiermee kunnen ook eventuele schulden worden afbetaald. Als we dit twintig jaar lang doen en starten in 2020, dan hebben we onze veestapel in 2040 afgebouwd. We hebben dan niet alleen een efficiënter landgebruik, ook de CO2-footprint van ons voedsel wordt aanzienlijk teruggebracht. En zeker zo belangrijk: we kunnen stoppen met het in meer of mindere mate kwellen van speciaal voor ons voedsel gefokte dieren. Tegelijkertijd kunnen we in die tijd een nieuw systeem opbouwen waarin de functie van het dier zoveel mogelijk wordt vervangen. Bemesting van akkers kan via plantaardige landbouw en/of het gebruik van humane mest. Restproducten die nu nog aan dieren worden gevoerd, kunnen we mogelijk via nieuwe technieken verwerken tot producten voor de mens (aardappels konden we ook pas eten nadat we ze gingen koken) of terug aan het land geven als bemesting. Vlees, eieren en melk kunnen we vervangen door plantaardige producten, via schimmels uit het laboratorium of via nieuwe kweekvleesmethodes. Afvalverwerker Dieren die we nog houden (en na 2040 dus heel beperkt), kunnen we benutten als afvalverwerker in ons voedselsysteem of inzetten voor natuurbeheer. Dieren voeren met voor humane consumptie geschikte producten is onaanvaardbaar en moeten we zo snel mogelijk verbieden. Door inkrimping van de veestapel kunnen we dieren veel diervriendelijker gaan houden, waarbij aangetekend dient te worden dat écht diervriendelijk dieren houden op een commerciële manier nagenoeg onmogelijk is. Maar laten we beginnen met erkennen dat productiedieren levende intelligente wezens zijn met emoties en gevoelens. Wat we nodig hebben is ondersteuning om boeren niet met financiële consequenties op te zadelen. 300 miljoen euro per jaar kan zomaar voldoende zijn. Dit is amper 0,5 procent van ons Bruto Binnenlands Product (BBP). Verder moet er een sociaal plan komen om boeren en aanverwante industrie te helpen met omschakelen naar nieuwe werkzaamheden. Evenals ooit sociale plannen zijn opgesteld voor mijnwerkers, de textielindustrie of telegrambestellers. Subsidies, nu nog bestemd voor de intensieve landbouw, zouden hieraan besteed kunnen worden. Kortom, met hulp van politiek en goede wil om het echt beter te doen hebben veeboeren inderdaad een oplossing: ‘we stoppen ermee.’ Annette Harberink is koeienboer, Kees Scheepens is varkensboer en Ruud Zanders is kippenboer. Volkkrant, Annette Harberink, Kees Scheepens en Ruud Zanders 19 augustus 2019, 16:41

Brief aan de toekomst: 'We weten wat ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 19-08-2019 06:50

Brief aan de toekomst: 'We weten wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren. Alleen u weet of we dat hebben gedaan.'

Wil je dit ook in jouw stad? Schrijf ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 17-08-2019 00:21

Wil je dit ook in jouw stad? Schrijf een brief aan je gemeente en wijs ze op dit artikel ⬇️ #biodiversiteit

Trouw : " Kamerveteraan Esther ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren VVD D66 CDA Zuid-Holland 06-08-2019 18:53

Trouw : " Kamerveteraan Esther Ouwehand haalt lol uit ‘terugvechten’ " De Tweede Kamer lijkt soms een duiventil, waar politici in- en uitvliegen. Deze zomer praten ervaren Kamerleden over hun werk en ontwikkeling. Vandaag Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren): ‘Journalisten weten nóg niet waarom ons verhaal aanslaat.’ Is politiek leuk? Ze fronst haar wenkbrauwen even, denkt een paar seconden na en zegt dan, vrij resoluut: “Nee. Politiek is niet per se leuk. Wat mij blijft motiveren, is de verandering die ik voorsta. Dat is mijn drijfveer. Je moet terugvechten, in mijn geval tegen het conservatieve landbouwbeleid dat Nederland al decennia heeft. Uit dat ­terugvechten kan ik wel lol halen.” Het mag een klein wonder heten dat Esther Ouwehand (43) behoort tot de meest ervaren Tweede Kamerleden. Politieke ambities heeft ze nooit gehad. Aan het einde van het interview zal Ouwehand enigszins ­verbaasd reageren op de vraag of ze ooit leider van de Partij voor de Dieren wil worden. “Nee joh. Ik denk echt niet: gut, fractievoorzitter dat lijkt me nou een mooie carrièresprong, of minister. Zo sta ik niet in het leven.” Ouwehand vertelt over haar parlementaire werk op een terras aan de Singel in Leiden. Dit is haar stad. Althans, het is de plek waar ze woont. Ouwehand groeide op in het gereformeerde Katwijk, de kustplaats waar het geloof voor haar soms als een ‘verstikkende deken’ aanvoelde. Op haar zestiende werd ze vegetariër na het zien van een tv-documentaire over de veehouderij. “Ik had nog nooit gezien dat er in Nederland op die manier met dieren werd omgesprongen. Ik wist toen: daar ga ik me voor inzetten, voor de kwetsbare zonder stem.” Het plan was een baan bij Green­peace of de Dieren-bescherming. De ­Partij voor de Dieren zou pas tien jaar later worden opgericht. De marketing voor Tina Na haar studie beleid, communicatie en organisatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam belandde Ouwehand bij ­Sanoma Uitgevers, waar ze onder andere de marketing deed voor meidenblad Tina. “Ik wilde eerst ervaring opdoen in het bedrijfsleven, maar haalde geen voldoening uit het halen van verkooptargets”, zegt ze. Na vijf jaar was ze er klaar mee. De Partij voor de Dieren bestond inmiddels. “In 2004 zochten ze iemand om de partij uit de klei te trekken. Er was geen geld, geen kantoor, er waren geen computers, nauwelijks vrijwilligers.” Ouwehand was direct geïnteresseerd. “Wow, dacht ik. Zij vinden wat ik vind. En ik had marketing-communicatie gedaan en ervaring met vrijwilligers door het jongerenwerk dat ik in Katwijk deed. Ik kon wel iets betekenen.” Ze trad in dienst bij de partij in de veronderstelling dat ze achter de schermen zou werken aan de uitbouw van een beweging. Tot in 2006 onverwachts de vraag kwam: wil je politica worden? “Ik weet nog goed dat ik dat helemaal niet wilde. Is er echt niemand anders?, vroeg ik.” Op 30 november dat jaar werden Marianne Thieme en Esther Ouwehand als Tweede ­Kamerleden geïnstalleerd voor de Partij voor de Dieren. We wisten niks Terugkijkend zegt ze: “Wij wisten helemaal niets. We kenden de weg in het Kamergebouw niet. We hadden geen medewerkers die ons even konden rondleiden. Alles was nieuw. Op de eerste dag hadden we direct een belangrijk debat, over het generaal pardon dat er zeer tegen de zin van toenmalig minister van vreemdelingenzaken Rita Verdonk zou komen. Marianne en ik zorgden voor de doorslaggevende stemmen. “De eerste politieke spotprent over ons was van Joep Bertrams. Hij tekende een bulldog, op de halsband stond ‘Partij voor de Dieren’. Uit de mond van de hond staken twee voeten met ‘Rita ­Verdonk’ erop. We stonden meteen vol in de schijnwerpers.” Andere Kamerleden waren overwegend aardig voor de nieuwkomers, herinnert Ouwehand zich, maar een partij die zich sterk maakt voor dieren bleef voor velen een merkwaardig verschijnsel. Ouwehand: “De teneur was: het is leuk tot aan de volgende verkiezingen. Dan is de grap wel weer voorbij. Je zag ze denken: nou meisjes, maak het maar even leuk, straks is het weer voorbij.” Ouwehand is een slordige 4300 dagen Kamerlid. Ze mag zich op het Binnenhof, waar de omloopsnelheid hoog is, een veteraan noemen. Bemestingsnormen voor zaai-uien of snijmais In het prille begin was er vooral onzekerheid. Is dit werk niet te moeilijk? Ouwehand trad toe tot de commissie landbouw, een gezelschap dat in die tijd werd gedomineerd door politici met een boerenachtergrond. Debatten waren technisch en specialistisch. Ze gingen over kentekenplaten voor trekkers, maar ook over bemestingsnormen voor zaai-uien of snijmais. “Dat klinkt niet echt spannend”, zegt Ouwehand, maar ze omschrijft het als een ‘niet te onderschatten kwestie’. “Als je die normen verruimt, kan er meer mest komen. En dus meer ruimte voor bio-industrie. Ik heb de eerste twee jaar van mijn Haagse leven geïnvesteerd in lezen, lezen en lezen. Stapels documenten. Tot ’s nachts drie, vier bleef ik doorwerken. “Zeker in de landbouwdebatten gaat het over details die mede bepalen of de veehouderij meer ruimte krijgt of juist moet krimpen. Het kost een tijdje voor je doorhebt dat je de bemestingsnormen voor zaai-uien beter niet kunt negeren. Als ik in een debat merkte dat de VVD aansloeg op die uien, was ik alert. Dan wist ik: opletten, ze draaien weer aan een knopje met veel grotere gevolgen dan voor die uien alleen.” Ik noem geen namen De verhoudingen met andere Kamerleden zijn altijd wel goed geweest, zegt ze. Ook met haar politieke tegenstanders van VVD en CDA. Haar grote rivaal was lange tijd CDA’er Ger Koopmans, die ‘de meest afschuwelijke dingen zei’. “Maar dat vond hij ook van mij. Het is heel fijn dat je desondanks grappen kunt maken met elkaar. Ik ben vriendelijk tegen iedereen. Helaas merk ik nu wel dat er enkele Kamerleden – ik noem geen namen – het politieke verschil persoonlijk maken. En met die mensen heb ik moeite.” Ouwehand begint opnieuw over het terugvechten, over de strijd die zij en Thieme sinds dag één voeren. In 2007, vrij snel na hun aantreden, verdedigde minister Gerda Verburg (landbouw) haar nota dierenwelzijn. “Voor dit debat zijn wij zo’n beetje opgericht”, zegt Ouwehand. “We wilden zestig moties indienen om de plannen van Verburg bij te stellen. Grote consternatie in de Kamer! Boris van der Ham van D66 stond op, gooide zijn stoel naar achteren en riep: ‘Als het zo moet, stop ik ermee! Ik steun nooit meer iets van jullie!’. Hij vond het belachelijk dat we zo met de instrumenten van de Kamer omsprongen. “Natuurlijk is zestig moties veel. Het is een grijs gebied, in principe moet een partij in zo’n wetgevingsdebat de tijd krijgen alle voorstellen in te dienen die ze wil. We zaten in een commissiezaal, met een afgesproken eindtijd. Dat knelde. Bij motie 41 werd ik afgehamerd. “Maar de pijn bij de anderen ging ook over de inhoud van die moties. Wat wij deden, was plannen uit verkiezings-programma’s van die partijen kopiëren naar onze voorstellen. Ja, dan wordt het voor anderen vervelend als ze moeten tegenstemmen. Wij vinden dat mooi.” Zo hemelbestormend is dit niet Ouwehand beaamt dat dit de kern is van de wijze waarop de Partij voor de Dieren de afgelopen dertien jaar politiek heeft bedreven. Met Thieme probeert ze partijen zo veel mogelijk te confronteren met hun eigen programma’s. “Als wij dan kritiek krijgen dat we iets radicaals bepleiten, kunnen we zeggen: zo hemelbestormend is dit niet. D66 heeft dit zelf een keer voorgesteld, of de PvdA. Het is een kwestie van beloftes nakomen.” Veelgehoorde kritiek op de partij is dat ze zich buiten de orde plaatst door het afwijzen van ieder compromis. De Partij voor de Dieren sluit geen akkoorden met de coalitie en voert geen achterkamertjesgesprekken met minister X of staatssecretaris Y. De invloed die Thieme en Ouwehand hebben is indirect. Ze proberen andere partijen bij te sturen waar ze kunnen. “We willen dat latente bewustzijn bij die anderen aanwakkeren. Of het helpt? Jazeker, de rechten van dieren zijn een niet te vermijden onderwerp van debat geworden. Ons eerste grote landbouwdebat, eind 2006, ging direct voor 90 procent over dierenwelzijn. Dat is sindsdien niet meer veranderd. Tegenwoordig dienen andere partijen ook twintig moties in over de gezondheid van dieren. Dat gebeurde voordat wij in de Kamer zaten echt niet. In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II stond een verbod op circusdieren. Zonder ons was dat er niet ingekomen.” “Wij zullen onze werkwijze niet veranderen. We zijn er heel diep van doordrongen dat de samenleving fundamenteel moet veranderen, dat de manier waarop we met dieren – en daarmee met onze hele planeet – omgaan, onhoudbaar is. We moeten voorbij kortetermijnbelangen kijken. Die verandering zit niet in kleine stapjes, in marginale dingetjes, in de voldoening van het minimale succes. We voeren de politieke, maar zeker ook de maatschappelijke druk op. Zo krijg je grote doorbraken.” De glossy ‘Gerda’ Een opvallend moment in haar Kamerperiode was de ophef over de glossy ‘Gerda’. Minister Verburg had met overheidsgeld een blad uitgebracht, waarin haar landbouwbeleid werd gepromoot, aangekleed met glanzende foto’s van Verburg zelf. De Partij voor de Dieren sloeg alarm; de minister kreeg een motie van treurnis aan de broek. Ouwehand kijkt daar niet met veel voldoening op terug. Het was schandelijk dat de minister dit deed, zegt ze. Ouwehand vindt de kwestie vooral typerend voor de werkwijze van de parlementaire pers. De Gerda was groot nieuws, zaai-uien zijn dat nooit geweest. Ouwehand zegt: “Journalisten moeten keuzes maken, dat begrijp ik best. Onze partij is vooral actief op een onderwerp dat voor de pers niet zo interessant is. Het meest illustratief vond ik de wijze waarop wij rond de raadsverkiezingen van 2018 werden geduid. De Partij voor de Dieren won zo ongeveer in iedere gemeente waar we meededen. ’s Avonds bij de NOS konden de politieke duiders er geen enkele ­zinnige verklaring voor geven. Na al die jaren wisten de journalisten nog steeds niet waarom ons verhaal aanslaat. De ene verslaggever zei dat we in steden hadden gewonnen, omdat daar een dierentuin is. De andere zei dat het was, omdat in die plaatsen veel katten rondlopen. Heel typisch.” “Het gesprek in de media gaat gewoon niet over ons, wij staan niet op de radar, wij zijn nooit in beeld als de eeuwige vraag opdoemt: en wie wil de in problemen geraakte coalitie helpen? En daar ben ik ontzettend trots op, dat de kiezer ons ook zonder aandacht op tv en in de kranten weet te vinden. Mensen komen niet bij ons omdat wij in het nieuws zijn. Ze komen bij ons omdat we doen wat we doen.” Tips van Kamerveteraan Esther Ouwehand 1. Zorg dat je weet hoe de Kamer werkt. Leer de huisregels uit je hoofd, ken je rechten. Marianne en ik zaten in dat debat over dierenwelzijn met zestig moties, omdat we wisten dat hier ruimte lag voor ons. En het is meerdere keren gebeurd dat ik erachter kwam dat een landbouwminister de volgende dag in Brussel een bepaald standpunt namens Nederland zou innemen — instemmen met de toelating van een nieuw pesticide bijvoorbeeld. Als ik op dat moment een debat had met de minister van infrastructuur, dan vroeg ik de Kamer of ik alsnog een motie mocht indienen, gericht aan de landbouwminister. Met het verzoek om in Brussel vooral een ander standpunt in te nemen. Ik probeer op alle mogelijke manieren maximaal invloed uit te oefenen. Dat ben ik aan onze kiezers verplicht. 2. Focus. Het werk is overweldigend, scherpe keuzes maken is onvermijdelijk. Wij konden alleen zo succesvol worden op het dossier-landbouwgif, doordat we daar continu bovenop zitten. Dat kun je niet met honderd onderwerpen tegelijk. Durf te kiezen. 3. Ga regelmatig naar een bandje ­kijken. Het is goed voor je om even rond te hangen in een vol­ledig andere wereld.

PvdD Zuid-Holland roept op tot ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 02-08-2019 22:55

PvdD Zuid-Holland roept op tot onafhankelijk onderzoek naar lozing PFIB door Chemours. Dit moet stoppen!

De keuzes die je maakt voor je huis, ...

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren Zuid-Holland 29-07-2019 09:53

De keuzes die je maakt voor je huis, vervoer, kleding en voeding hebben impact op je CO2-voetafdruk. Een huishouden stoot jaarlijks gemiddeld direct 8 ton CO2 uit door energie in huis en vervoer. Daarbovenop komt nog eens 12,5 ton aan indirecte CO2-uitstoot voor onder meer voeding, spullen en kleding.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.