Nieuws van CDA inzichtelijk

49 documenten

Minister Ank Bijleveld vertelt in Twents theatercollege uitgebreid over de motie van wantrouwen inzake Irak

CDA CDA Enschede 25-11-2019 17:46

PERSBERICHT Van UT-student naar minister van Defensie Minister van Defensie Ank Bijleveld overleefde onlangs een motie van wantrouwen, ingediend na het niet juist informeren van de Tweede Kamer over de burgerslachtoffers die in 2015 bij een Nederlands bombardement op Irak waren gevallen. Onder meer over deze gevoelige zaak verhaalt zij uitgebreid op 14 januari in het Twentse theatercollege in De Kleine Willem te Enschede. Bijleveld bood haar excuses aan voor het niet informeren van de Kamer, maar draaide daarmee in feite op voor de fout die haar voorganger Hennis had gemaakt. Hoe dat voelde? En in hoeverre zij zich niettemin verantwoordelijk voelt? Ze vertelt het allemaal in de authentieke sfeer van De Kleine Willem. Onder leiding van presentator Eddy van der Ley neemt Bijleveld de bezoekers mee op een avontuurlijke, inspiratierijke reis door leven en werk, langs tegenslag en verdriet, geluk en glorie. In een snel veranderende (politieke) wereld staat Ank Bijleveld nadrukkelijk haar mannetje als minister van Defensie. Die even prestigieuze als gecompliceerde post in het huidige kabinet-Rutte III is haar niet komen aanwaaien; de in Goor woonachtige CDA-politica bouwde haar loopbaan zorgvuldig op. Na op de Universiteit Twente bestuurskunde te hebben gestudeerd (van 1980 tot 1986) was ze achtereenvolgens gemeenteraadslid in Enschede, Tweede Kamerlid, burgemeester van de Hof van Twente, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Commissaris van de Koning(in) in de provincie Overijssel. Sinds oktober 2017 is ze minister van Defensie. Op 14 januari verhaalt ze over de totstandkoming van haar fraaie cv, maar ook over de tegenvallers. Over hoe het is om als vrouw in een mannenwereld te functioneren. En over hoe het is om - als minister – met dossiers als Mali, de chroomverf, de ‘verzwegen’ burgerslachtoffers in Irak, Marco Kroon en het Europese leger te maken te hebben. En hoe zit het met de actuele dreiging in de wereld? Na de pauze krijgt het publiek uitgebreid de gelegenheid vragen te stellen. Na afloop is er een meet & greet. Kaarten van € 19,50 zijn te bestellen viahttps://www.wilminktheater.nl/programma/!/5243/twents-theatercollege-met-ank-bijleveld-eddy-van-der-ley/van-ut-student-tot-minister-van-defensie/

Toespraak Ank Bijleveld bij herdenking operatie Market Garden

CDA CDA Zuid-Holland 21-09-2019 18:22

Dames en heren,Your Royal Highness The Prince of Wales,Vice-Minister Paweł Woźny, Veteranen, militairen, Ik ben blij dat we hier allen tezamen zijn. Your Royal Highness, I know that your presence here today means a great deal to the veterans and military personnel from Poland. Please allow me to continue in Dutch. We zijn bij elkaar om de moed te herdenken van de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade. 75 jaar geleden stonden zij klaar om te springen, boven Driel. Deze mannen waren over de Noordzee gevlogen; ze hadden dagen gewacht tot ze eindelijk konden opstijgen. En zij hadden al een lange reis achter de rug. Want zij waren verbannen, gevlucht. Ze waren naar Engeland gekomen via onder meer Spanje, Roemenië, Rusland, Palestina, Irak, Iran, Syrië, en de Verenigde Staten. Onder hen waren mensen die in Sovjet-werkkampen hadden gezeten. Ze hadden lange barre tochten gemaakt, hadden kou, honger en pijn doorstaan. Allemaal om de grijze baret te kunnen opzetten - om mee te kunnen vechten. Nooit hadden ze kunnen denken dat hun lange reis hen hier zou brengen: boven Nederland. Hun generaal, Stanislaw Sosabowski, had hen voor iets anders opgeleid. Zij wilden hun gesneuvelde landgenoten eer bewijzen die eerder, in 1939, zo hard tegen de Duitsers hadden gevochten. Nu, 5 jaar later, wilden zij helpen Warschau te bevrijden. Maar zij hadden de opdracht gekregen om deel te nemen aan Market Garden. Een operatie die sommigen ambitieus en indrukwekkend noemden. En sommigen – zoals Generaal Sosabowski – noemden het grotesk en gevaarlijk. Wat zij er ook van vonden – deze Polen vochten als leeuwen. Iedereen die militairen kent, weet dat hun loyaliteit enorm is. Zij doen wat ze gevraagd wordt. Zij gaan door waar anderen stoppen. Dat weet ik als minister van Defensie heel goed. En toch maakt dat elke keer weer indruk. Deze mannen werd gevraagd om voor onze vrijheid te vechten terwijl het Poolse volk schreeuwde om hun hulp. Sommigen hoopten dat de sprong uit het vliegtuig, boven een land, meer dan 1000 kilometer verwijderd van hun moederland, een stap dichterbij huis zou zijn. Velen van hen deden gewoon wat ze gevraagd werd. Ook al was het, zoals hun generaal het binnenskamers noemde, een sprong in het ongewisse. Want zij werden niet gedropt bij Elden, maar bij Driel; de veerpont waarmee zij de Rijn zouden oversteken was verdwenen; toen zij in rubberen bootjes naar de overkant wilden peddelen werden ze door de vijand beschoten. Niks ging zoals het hoorde; maar de Poolse mannen gaven alles. Mannen zoals Tadeusz Cisek. Hier vandaag aanwezig. Ook hij werd op 21 september gedropt in Driel. Hij was toen begin 20. Een knappe jongeman, als ik de foto’s mag geloven! Ook Tadeusz Cisek was van ver gekomen. Hij werd in 1940 gedeporteerd naar Kazakstan en was gevangene in een Sovjetkamp. Vanuit Rusland, via onder meer Iran en Syrië kwam hij in Engeland. Vandaag is hij 96 jaar oud. En hij is voor het eerst bij deze herdenking in Nederland. Het was een lange reis vanuit de Verenigde Staten, waar hij woont. Korporaal Cisek, ik wil u graag bedanken. U en uw kameraden van de brigade legden een lange reis af om voor onze vrijheid te vechten. Maar u hebt lang op onze formele erkenning moeten wachten. Toenmalig Koningin Beatrix gaf de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade in 2006 de Militaire Willemsorde. En de Bronzen Leeuw postuum aan uw generaal Sosabowski. Eindelijk omhelsde onze leeuw de Poolse adelaar. Korporaal Cisek,Ik bewonder uw moed en kracht, en die van de twee veteranen naast u: Henryk Kubinski en Konstanty Staszkiewicz. We zullen nooit onze Polen vergeten. Ook Goor, mijn eigen woonplaats, is op 8 april 1945 door Polen bevrijd, door the First Polish Armoured Division. Ik woon vlakbij het herdenkingsmonument. Op herdenkingen zoals vandaag worden we eraan herinnerd hoezeer wij onze vrijheid danken aan onze bondgenoten. En dat we tot op de dag van vandaag vrij zijn vanwege ons bondgenootschap. Want eenheid schrikt af. Juist daarom isde NAVO nadrukkelijk aanwezig in Polen en de Baltische staten, ook met Nederlandse inzet. Samen bewaken we onze vrijheid. Beste veteranen,U bent opgekomen voor wat ons dierbaar is. Dank u wel. Thank you. Dziękuję.

Overweging "75 jaar bevrijding Valkenburg aan de Geul" door wethouder Bisschops

CDA CDA Valkenburg aan de Geul 18-09-2019 18:13

Vandaag vieren we dat Valkenburg 75 jaar geleden is bevrijd. Vanavond zal ook het laatste stukje van onze gemeente in handen zijn van de geallieerden. Een mooi moment voor reflectie. De afgelopen dagen viel er veel te beleven en tal van gedachten dwarrelden door mijn hoofd. Naar aanleiding van wat ik allemaal zag, de vele mensen die gevierd en herdacht hebben, de tentoonstellingen, de verhalen. Maar vooral ook de gesprekken met vrienden, die toevalligerwijs allen ofwel actief dienend militair zijn, of veteraan, of beiden. En langzaam ontsponnen zich een aantal kernthema’s. Afgelopen donderdag gaf Gijs Tuinman een lezing in de Post. En hij stelde de aanwezigen die avond en de leerlingen van het Stella Maris de dag daarna die ene prangende vraag: zou jij je leven geven voor iemand in een ver land in een dorpje dat je niet eens kunt aanwijzen op de kaart? In de 11 jaar dat ik militair ben geweest ben ik 3 keer uitgezonden. En ook toen heb ik mezelf die vraag weleens gesteld. Maar mijn antwoord was altijd eenvoudig. Als aalmoezenier ga ik waar mijn mensen gaan. Mijn mensen. En datzelfde antwoord geldt voor ook voor andere militairen in een faciliterende rol. Het is voorgegeven in onze functie dat we er zijn voor onze kameraden. Het ontslaat ons heel eenvoudig van die ene vraag, die een militair in een gevechtsfunctie wel moet beantwoorden. Zou jij je leven geven voor een vreemde in een vreemd land? Op 6 september kwamen de Valkenburgse Veteranen bij elkaar om verhalen uit wisselen. Verhalen over totaal verschillende uitzendingen in totaal verschillende omstandigheden. Ludy de Vos, directeur van het Veteranen Instituut hield ons voor dat militairen de enige mensen zijn die niet mogen staken en dus vrijwillig afstand doen van hun zelfbeschikking. Of je moreel gezien achter een uitzending staat, doet er niet toe. Als je aangewezen wordt, dan ga je. De militair is daarmee een politiek middel bij uitstek. Dat was toen en dat is nu nog steeds. En precies dat gegeven was zaterdag onderwerp van gesprek toen een goede vriend bij ons thuis was. ‘Ik ben de dienst uitgegaan omdat ik niet meer achter de uitzendingen kon staan’, zei hij. De veteranen van 75 jaar geleden kwamen met een doel en hebben kunnen en mogen afmaken waarvoor ze kwamen. De veteranen van nu worden van hot naar her gestuurd, zonder ook maar op een plek iets af te kunnen maken. In Afghanistan is er niemand die klapt voor een ISAF militair. En waarom zouden de mensen ook. Toen we bijna orde op zaken hadden besloot de politiek dat het welletjes was en nu is alles weer terug bij af. Waarvoor zijn de mannen dan gesneuveld, die daar hun leven lieten?Die hier hun leven lieten, 75 jaar geleden... Een open vraag.... Zij gaven hun leven voor vreemde mensen in een vreemd land, in een dorpje dat ze op de kaart niet eens konden aanwijzen. Toen drong de volgende gedachte zich op... Het contrast met de ego-gerichte doorgeslagen individualistische maatschappij van vandaag de dag kan haast niet groter. In onze wereld gelden alleen nog maar rechten, tot ver over de grenzen van de ander heen, op social media kotsen we onze verbale diarree neer over alles wat ons niet zint. Het is datzelfde doorgeslagen individualisme dat aan de wieg staat van preventieve of opgedrongen hypercorrectie en iedereen die maar overal aanstoot aan neemt. De mannen die 75 jaar geleden hebben gestreden voor onze vrijheid, deden dat vanuit een plichtsbesef. Ik deed wat ik moest doen. De jongens en meiden van nu doen dat eveneens vanuit datzelfde plichtsbesef. Zo ben ik opgevoed, is dan vaak het antwoord. Of, gewoon omdat het zo hoort. De vrijheid die wij 75 jaar geleden als geschenk hebben mogen ontvangen, heeft niets te maken met de doorgeschoten vrijblijvendheid waarmee velen het tegenwoordig verwarren. Want gek genoeg ligt die vrijblijvendheid weer heel dicht bij onverschilligheid en uitsluiting. Vrijheid gaat samen met de plicht, de plicht om eenieders vrijheid te bewaken. Vrijheid is daarmee per definitie niet grenzeloos. Dat mogen we vieren. Dat moeten we misschien wel vieren. Omdat in vieren altijd de kern zit, dat je bewust weet waarom je viert. Zonder die kern wordt vieren fuiven, inhoudsloos. Vandaag vieren we dat we 75 jaar geleden zijn bevrijd. We zijn dankbaar dat we de helden van toen de afgelopen dagen meerdere malen hebben kunnen bedanken. Het was de Amerikaanse ambassadeur die ons prees om wat we met de vrijheid hebben gedaan en hoe mooi we ons land hebben opgebouwd tot de aangename plek dit het is. Laten we daar oog voor blijven houden opdat onze vrijheid niet verwordt tot vrijblijvendheid. Dat is onze plicht naar hen die daarvoor hebben gevochten en zeker naar hen die hiervoor hun leven hebben gegeven in een vreemd land in een dorpje dat ze op de kaart niet eens konden aanwijzen. Amen.

Overweging "75 jaar bevrijding Valkenburg aan de Geul" door wethouder Bisschops

CDA CDA Valkenburg aan de Geul 18-09-2019 18:13

Vandaag vieren we dat Valkenburg 75 jaar geleden is bevrijd. Vanavond zal ook het laatste stukje van onze gemeente in handen zijn van de geallieerden. Een mooi moment voor reflectie. De afgelopen dagen viel er veel te beleven en tal van gedachten dwarrelden door mijn hoofd. Naar aanleiding van wat ik allemaal zag, de vele mensen die gevierd en herdacht hebben, de tentoonstellingen, de verhalen. Maar vooral ook de gesprekken met vrienden, die toevalligerwijs allen ofwel actief dienend militair zijn, of veteraan, of beiden. En langzaam ontsponnen zich een aantal kernthema’s. Afgelopen donderdag gaf Gijs Tuinman een lezing in de Post. En hij stelde de aanwezigen die avond en de leerlingen van het Stella Maris de dag daarna die ene prangende vraag: zou jij je leven geven voor iemand in een ver land in een dorpje dat je niet eens kunt aanwijzen op de kaart? In de 11 jaar dat ik militair ben geweest ben ik 3 keer uitgezonden. En ook toen heb ik mezelf die vraag weleens gesteld. Maar mijn antwoord was altijd eenvoudig. Als aalmoezenier ga ik waar mijn mensen gaan. Mijn mensen. En datzelfde antwoord geldt voor ook voor andere militairen in een faciliterende rol. Het is voorgegeven in onze functie dat we er zijn voor onze kameraden. Het ontslaat ons heel eenvoudig van die ene vraag, die een militair in een gevechtsfunctie wel moet beantwoorden. Zou jij je leven geven voor een vreemde in een vreemd land? Op 6 september kwamen de Valkenburgse Veteranen bij elkaar om verhalen uit wisselen. Verhalen over totaal verschillende uitzendingen in totaal verschillende omstandigheden. Ludy de Vos, directeur van het Veteranen Instituut hield ons voor dat militairen de enige mensen zijn die niet mogen staken en dus vrijwillig afstand doen van hun zelfbeschikking. Of je moreel gezien achter een uitzending staat, doet er niet toe. Als je aangewezen wordt, dan ga je. De militair is daarmee een politiek middel bij uitstek. Dat was toen en dat is nu nog steeds. En precies dat gegeven was zaterdag onderwerp van gesprek toen een goede vriend bij ons thuis was. ‘Ik ben de dienst uitgegaan omdat ik niet meer achter de uitzendingen kon staan’, zei hij. De veteranen van 75 jaar geleden kwamen met een doel en hebben kunnen en mogen afmaken waarvoor ze kwamen. De veteranen van nu worden van hot naar her gestuurd, zonder ook maar op een plek iets af te kunnen maken. In Afghanistan is er niemand die klapt voor een ISAF militair. En waarom zouden de mensen ook. Toen we bijna orde op zaken hadden besloot de politiek dat het welletjes was en nu is alles weer terug bij af. Waarvoor zijn de mannen dan gesneuveld, die daar hun leven lieten?Die hier hun leven lieten, 75 jaar geleden... Een open vraag.... Zij gaven hun leven voor vreemde mensen in een vreemd land, in een dorpje dat ze op de kaart niet eens konden aanwijzen. Toen drong de volgende gedachte zich op... Het contrast met de ego-gerichte doorgeslagen individualistische maatschappij van vandaag de dag kan haast niet groter. In onze wereld gelden alleen nog maar rechten, tot ver over de grenzen van de ander heen, op social media kotsen we onze verbale diarree neer over alles wat ons niet zint. Het is datzelfde doorgeslagen individualisme dat aan de wieg staat van preventieve of opgedrongen hypercorrectie en iedereen die maar overal aanstoot aan neemt. De mannen die 75 jaar geleden hebben gestreden voor onze vrijheid, deden dat vanuit een plichtsbesef. Ik deed wat ik moest doen. De jongens en meiden van nu doen dat eveneens vanuit datzelfde plichtsbesef. Zo ben ik opgevoed, is dan vaak het antwoord. Of, gewoon omdat het zo hoort. De vrijheid die wij 75 jaar geleden als geschenk hebben mogen ontvangen, heeft niets te maken met de doorgeschoten vrijblijvendheid waarmee velen het tegenwoordig verwarren. Want gek genoeg ligt die vrijblijvendheid weer heel dicht bij onverschilligheid en uitsluiting. Vrijheid gaat samen met de plicht, de plicht om eenieders vrijheid te bewaken. Vrijheid is daarmee per definitie niet grenzeloos. Dat mogen we vieren. Dat moeten we misschien wel vieren. Omdat in vieren altijd de kern zit, dat je bewust weet waarom je viert. Zonder die kern wordt vieren fuiven, inhoudsloos. Vandaag vieren we dat we 75 jaar geleden zijn bevrijd. We zijn dankbaar dat we de helden van toen de afgelopen dagen meerdere malen hebben kunnen bedanken. Het was de Amerikaanse ambassadeur die ons prees om wat we met de vrijheid hebben gedaan en hoe mooi we ons land hebben opgebouwd tot de aangename plek dit het is. Laten we daar oog voor blijven houden opdat onze vrijheid niet verwordt tot vrijblijvendheid. Dat is onze plicht naar hen die daarvoor hebben gevochten en zeker naar hen die hiervoor hun leven hebben gegeven in een vreemd land in een dorpje dat ze op de kaart niet eens konden aanwijzen. Amen.

Toespraak Raymond Knops bij herdenking bevrijding Mesch

CDA CDA Zuid-Holland 12-09-2019 06:05

Ladies and Gentlemen,Your Excellency, Let me take you back to the 12th of September 1944.Willy van Hoven, then 11 years old, is hiding with his family in their basement in the town of Mesch.Upstairs, the occupying force had taken over his father's café to care for the wounded.Those soldiers then left. Well almost all of them because suddenly a German soldier, with a rifle, appeared at the top of the stairs. Later on, Willy described what happened:"He was seriously injured and had been shot in the neck. Outside we heard the Americans walking about and shouting. But the German soldier threatened to shoot anyone who came near him. Then when an American opened the basement door, we feared the worst, but fortunately the German surrendered." Today thirteen veterans who helped to free people like Willy from German occupation are present. To them I say: The Netherlands owes you and your fallen and late comrades a great debt of gratitude,- for your courage.- for your sacrifice.- and for your perseverance. Please allow me to continue in DutchDames en heren,Militairen trokken hier in het zuidelijkste puntje van Nederland binnen om mensen te bevrijden die ze niet kenden.Ze deelden chocola uit en lieten inwoners mee-eten uit hun keukenwagen, die hier werd neergezet. Het begin van onze vrijheid was voor hen nog maar de helft van een tocht die deze militairen hadden afgelegd.De soldaten van de U.S. 30th infantry division Old Hickory landden in Normandië op Omaha beach en trokken via België 12 september Mesch binnen. Voor de mensen hier de bevrijding, voor de 30e divisie een tussenstop.Zij trokken via Maastricht door naar Aken en werden uiteindelijk december 1944 ingezet in het Ardennenoffensief waar ze van december tot eind januari onafgebroken in gevechtssituaties zaten.De eenheid was totaal 282 dagen aan het westfront in actie;de prijs die betaald werd was hoog.Meer dan 3000 casualties, meer dan 13000 gewonden. Jef Wetsels uit Moerslag, in de omgeving, herinnerde zich nog de blik van de bevrijders: „De Amerikanen oogden bedrukt. Toen dacht ik dat het vermoeidheid was, maar het moet de onzekerheid zijn geweest. Dag na dag kameraden om je heen zien sneuvelen.” Nu, 75 jaar nadat het zuiden van onze provincie bevrijd werd, gaan onzegedachten gaan uit naar Amerikanen, Britten, Canadezen en andere geallieerden die hun strijd in West-Europa niet konden navertellen.Aan militairen waarvan velen hun laatste rustplaats op begraafplaats Margraten vonden.Daar adopteerde ik enkele jaren geleden het graf van de New Yorker Harold J. Ball, die 12 april 1945, exact 7 maanden na de bevrijding van Mesch als technician van het 489th armoured field artillerie bataljon na zware gevechten in Frankrijk en eveneens het Ardennenoffensief sneuvelde in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Toen, en steeds opnieuw, heb ik mij afgevraagd:Wat gaat er in je om als je huis en haard achterlaat, om Europeanen wiens taal je soms niet spreekt, te helpen?Het moet een grote toewijding zijn aan vrijheid. Onbaatzuchtigheid.En een wil om die met anderen te delen.Dat karakter, het uithoudingsvermogen van die militairen maakte in Nederland een eind aan onderdrukking, angst en onzekerheid en zorgde voor vrijheid en hoop op een betere toekomst.Aan ons vandaag om die vrijheid en hoop te bevechten.Want onze hedendaagse samenleving blijft kwetsbaar.Grondrechten staan in Europa onder druk, net als in de jaren 40.We kunnen onze verworven en bevochten grondrechten niet ‘for granted’ nemen.We moeten blijvend bereid zijn te investeren in onze veiligheid.Om nooit meer in een situatie zoals in de jaren 40 te komen.Investeren in een goede defensie is juist om te voorkomen dat je niet meer de keuze kunt maken om te acteren als dat nodig is. Het is niet voor niets dat het trans-Atlantische bondgenootschap snel na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht.Daaraan moeten alle lidstaten hun bijdrage leveren.Aan vrijheid werken we ook door te investeren in banden met andere landen binnen Europa. In het bijzonder onze buurlanden.Dat is voor een provincie met meer buitenlandse grenzen dan binnenlandse grenzen vanzelfsprekend.Want je leert elkaar pas kennen als je elkaar ontmoet.Het is mooi dat onder de 1500 kinderen bij de Vrijheidsspelen hier in Mesch ook Belgische en Duitse jongens en meisjes zijn.Die nieuwe generatie moet verhalen over de oorlog meekrijgen. Zoals bij allerlei projecten met scholen hier in de regio.Over het leed dat voortkomt uit een gemis aan rechtsorde.Maar ook over de plichtsbetrachting en bijdrage van velen van heel ver voor een Europa waar we nu in vrijheid kunnen leven. De verhalen over de bevrijding en het gedenken van hen die dit mogelijk gemaakt hebben en waarvan velen hiervoor de hoogste prijs betaald hebben kunnen een brug vormen naar toekomstige generaties. Zo kan de jeugd leren dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.Vieren we onze vrijheid.En leren we onze kinderen dat wat is, niet altijd was en ook niet vanzelf blijft.Vrijheid moet elke dag bevochten worden. Door mensen zoals Harold, u en ik. Ik dank u wel.

Hannie van Leeuwen-lezing door Ank Bijleveld

CDA CDA SGP VVD Zuid-Holland 11-09-2019 17:16

Zojuist gaf minister van Defensie Ank Bijleveld de jaarlijkse Hannie van Leeuwenlezing van het CDJA. Lees te tekst van haar toespraak hier terug. Beste CDJA-ers. Dank jullie wel voor de uitnodiging om hier vandaag de Hannie van Leeuwen-lezing te houden. Ik vind het een eer om in haar nagedachtenis vandaag met jullie te spreken. Hannie stond ook wel bekend als “straaljager” Hannie. In een artikel van het AD stond hierover het volgende: “ In de jaren zeventig profileerde ze zich als defensiespecialiste, waarbij ze zich een groot voorstander toonde van de F16 als opvolger van de Starfighter. Het was in die tijd dat CPN-leider Marcus Bakker haar spottend ‘Straaljager-Hannie’ noemde, vooral ook vanwege haar doortastende tred.” Ik zie deze benaming als geuzennaam. Hannie kende ik als CDA-er pur sang, met het hart op de juiste plaats en een onverschrokkenheid die menig hedendaags politicus zou sieren. In de oorlog was ze koerierster voor Albrecht Hollands Glorie, een militaire spionagegroep. Zij was niet bang om haar mening te geven, waarbij ze er altijd in slaagde haar tegenstander respectvol te blijven behandelen. Voor mij gold en geldt zij als een inspiratiebron als politicus, minister en als dienaar van de publieke zaak. Een citaat: “Je bent op deze wereld om voor anderen wat te betekenen.” De reden waarom ik haar Geuzennaam heb aangehaald is natuurlijk de reden waarom ik hier vandaag ben. Zij had een hart voor Defensie, zoals ik ook. En hier vandaag te spreken op deze bijzondere dag, 11 september. Een datum die nooit zal worden vergeten. Een datum waarvan de meeste mensen nog weten wat ze aan het doen waren toen het nieuws bekend werd. De dag in 2001 dat het instorten van de Twin Towers een trilling door de hele wereld voortbracht die nog steeds voortduurt. Een trilling die laat zien dat vrijheid nooit vanzelfsprekend is en dat je altijd voorbereid moet zijn om je waarden te verdedigen. Een notie die juist dit jaar extra onder de aandacht moet worden gebracht, het jaar waarin we vieren dat we 75 jaar geleden bevrijd zijn.We zijn anderhalve week begonnen met de herdenking van de Slag om de Schelde, waarbij de opmars is gemaakt voor de verdere bevrijding van Nederland. Een hele generatie heeft het geluk gehad om zonder oorlog op te groeien. Dat is aan de ene kant natuurlijk fantastisch, maar aan de andere kant heeft het ons wel gemakzuchtig gemaakt in de afgelopen tijden. Door opvolgende kabinetten in de afgelopen decennia is bezuinigd op Defensie en hebben we geleefd op vredesdividend. We konden schuilen achter de militaire macht van de Verenigde Staten en och, het zou zo’n vaart niet lopen. Maar de vraag waarmee ik geconfronteerd werd toen ik aantrad is of die houding houdbaar is. Ik denk van niet. We zien allemaal dat de verhoudingen in de wereld aan het veranderen zijn. In de afgelopen jaren heeft Rusland zich de Krim toegeëigend, waren er schermutselingen in Oekraïne, met voor Nederland het neerhalen van de MH17 als absoluut dieptepunt. Zijn spionnen betrapt die de OPCW wilden hacken en heeft Rusland het INF-verdrag opgeblazen. Het risico op een nieuwe wapenwedloop is hierdoor exponentieel vergroot. Maar ik spreek helaas niet alleen over Rusland. Omstreeks diezelfde periode werd in Irak en Syrië het Kalifaat uitgeroepen en werden de waardigheid en menselijkheid van hen die in de ogen van IS ongelovigen waren met voeten getreden. Even daarvoor dreigde Mali in handen te vallen van Islamisten. Europa kreeg te maken met de grootste migratiestroom in de recente geschiedenis. Ondertussen groeit de macht van China. Ondertussen maken de Caribische delen van het Koninkrijk zich grote zorgen over de situatie in Venezuela. En zeker niet het onbelangrijkste: ondertussen is er in de Verenigde Staten een president die een andere toon aanslaat richting de wereld dan zijn voorgangers deden. Los van de geopolitieke ontwikkelingen verandert de aard van de dreiging. Oorlogen worden niet meer gevoerd met massale veldslagen maar krijgen een veel meer hybride karakter. Denk aan aanvallen op vitale infrastructuur, het dreigen met stopzetten van gasleveranties en cyberaanvallen op overheidsinstellingen. En de technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Nu al gebruiken we onbemande vliegtuigen voor verkenningsmissies. In de nabije toekomst zal het ook gaan over artificial intelligence en de vraag waar de betrokkenheid van de militair bij acties ophoudt en het wapen het overneemt. Ook zal het in de nabije toekomst gaan over de militarisering van de ruimte en de Noordpool. Ik vond toen ik aantrad dat Defensie zijn zelfbewustzijn moest terugvinden. Om die reden ben ik teruggegaan naar het antwoord op de vraag waarvoor Defensie op aard is. In de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk uit 1798 staat het als volgt verwoord : “Het oogmerk der maatschappelijke vereeniging is beveiliging van persoon, leven, eer en goederen, en beschaaving van verstand en zeden.” Met andere woorden: Het is de taak van de overheid om het volk beschermen. In de huidige Grondwet is dit uitgangspunt nog steeds actueel. In artikel 97, eerste lid, is hierover het volgende opgenomen:“Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht.” De kernvraag die ik mij de afgelopen periode heb gesteld is: kunnen we deze taken nu adequaat en zonder voorbehoud uitvoeren? Het antwoord is niet eenduidig: -Ja, er staan duizenden militairen paraat om bijstand te verlenen in Nederland, de explosievenopruimingsdienst rukt per week tientallen keren uit om potentieel gevaarlijke situaties te verhelpen. Er staan continue F-16’s paraat om ons luchtruim te verdedigen.We helpen bij de strijd tegen ondermijning, helpen bij het bestrijden van natuurbranden en verlenen hulp bij dreigende watersnood en orkanen. -Ja, we doen mee aan missies, zoals nu in Afghanistan, Irak en Syrië en we leveren kleine bijdragen aan andere missies. Maar: we kunnen deze missies maar voor een beperkte tijd volhouden en kunnen dit alleen samen met andere landen. Ik heb de missie in Mali om die reden moeten stoppen. -Maar de hamvraag: Is Nederland op dit moment in staat om zichzelf te verdedigen als het er op aan komt: nee. Nieuw materieel en voorraden stromen in dankzij de investeringen van dit kabinet. Militairen hebben kortgezegd kogels om mee te schieten, krijgen een nieuwe uitrusting, helikopters worden gemoderniseerd. Fregatten en mijnenjagers worden vervangen. De eerste F-35-vliegtuigen komen dit jaar aan in Nederland. Er zijn besluiten in voorbereiding over vervanging van de onderzeeboten en andere belangrijke wapensystemen. We investeren daarnaast in het personeel. We hebben een nieuwe cao en gaan een moderner personeelsbeleid voeren.We gaan zo snel als we kunnen, maar het voelt alsof we niet snel genoeg gaan. Het zal even duren voor Defensie is hersteld van de afgelopen periode. Natuurlijk staan we niet alleen. Nederland werkt samen met vele landen en in vele verbanden. Iedereen kent natuurlijk de NAVO. Dit jaar vierden we onze 70everjaardag. Daarnaast is ook de EU zich bewust van de veranderde veiligheidssituatie en is de Europese defensiesamenwerking in een hogere versnelling gekomen. Samenwerking in de Europese Unie wordt nu de norm en niet langer de uitzondering. De lidstaten van de Europese Unie geven daar vanaf begin 2018 concrete invulling aan met de eerste 17 projecten. Vanuit het Europees Defensiefonds komt in 2020 13 miljard beschikbaar voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Nederland trekt bijvoorbeeld de kar op het gebied van militaire mobiliteit. Hoe krijg je Amerikaanse tanks en troepen van de haven van Rotterdam het snelst naar Litouwen? Tegen welke hindernissen loop je op? Kunnen spoorbruggen wel een trein met jeeps dragen?De huidige veiligheidssituatie vereist dat militair materieel en personeel snel door de EU verplaatst moet kunnen worden, bijvoorbeeld als er een dreiging is in de Baltische Staten. Er zijn nu nog te veel obstakels: van de bureaucratische rompslomp tot infrastructuur die niet bestand is tegen zware transporten. Het duurt nu bij sommige grenzen dagen voordat de benodigde vergunningen rond zijn en militaire voertuigen staan letterlijk stil aan de grens. Daar moet dus verandering in komen en dat zijn we nu in kaart aan het brengen. Al deze Europese ontwikkelingen staan wat mijbetreft in het teken van en ten dienste van de NAVO. De Europese Unie moet geen vervanging voor de NAVO worden. En laat ik duidelijk zijn: Er moet zeker niet gestreefd worden naar een Europese krijgsmacht.Het kabinet en de Kamer zijn en blijven ten alle tijden enbij uitsluiting bevoegd om Nederlandse mannen en vrouwen uit te zenden. Gelet op de veranderde veiligheidssituatie hebben de regeringsleiders en staatshoofden in 2014 in Wales met elkaar vastgesteld dat we meer mensen en middelen nodig hebben voor onze collectieve veiligheid. Hierbij is afgesproken om onze defensie-uitgaven in tien jaar tijd (2014 – 2024) te bewegen naar de NAVO-norm van 2% van ons bruto binnenlands product (bbp). Feit is dat we extra investeren in Defensie, maar het zal geen geheim zijn dat Nederland nog bij lange na niet voldoet aan deze 2%. President Trump en zijn ambassadeur in Nederland laten ook geen gelegenheid onbenut om Nederland aan te sporen om het been bij te trekken. En ik begrijp die aansporing. Betrouwbaarheid richting onze bondgenoten is een groot goed, maar dat is voor mij niet het belangrijkste. Voor mij staat voorop dat onze krijgsmacht moet kunnen voldoen aan de grondwettelijke taak die aan de krijgsmacht is gesteld. En dat doen we nu stap voor stap. Ik spreek hier nadrukkelijk over herstel van de bestaande krijgsmacht. We moeten ons ook op de toekomst van overmorgen voorbereiden en de nieuwe dreigingen die dit met zich mee brengt. Deze toekomst ligt binnen de NAVO. Niet alleen omdat we het niet alleen kunnen maar ook omdat we dezelfde waarden delen. Dit geldt ook zo voor de Europese Unie. Dat houdt in dat wij moeten blijven werken aan de verhoudingen binnen de NAVO en dat wij onze afspraken moeten nakomen. Ook moeten wij ons blijven inzetten om brandhaarden in de wereld te stoppen. Nederland is te klein om zich achter de dijken terug te trekken en te hopen dat de storm zal overwaaien. We kunnen ons land alleen verdedigen als we dat collectief doen, met onze NAVO- en EU-partners. Daarbij zal het nodige gevraagd worden van Nederland, als het gaat om investeringen, maar ook om handjes. We moeten daar onze ogen niet voor sluiten en ons steentje bijdragen. Vrijheid is vanzelfsprekend noch vrijblijvend. Ik ben blij dat ook jullie, politici van de toekomst, dit onderkennen. Ik was ook blij dat ik onlangs dit manifest van de jongerenorganisaties van het CDA, SGP, CU en VVD in ontvangst mocht nemen, waarin expliciet wordt opgeroepen om als Nederland binnen afzienbare tijd de belofte na te komen om 2 procent van het BBP te investeren. Ik nodig het CDJA en de andere organisaties graag uit om dit ook onder de aandacht van de moederpartijen te brengen in aanloop naar de volgende verkiezingen. Ik vertel jullie het eerlijke verhaal, maar wel een eerlijk verhaal met toekomstperspectief.Het is werk in uitvoering. En laat ik dit zeggen. Ik ben enorm trots op de medewerkers van Defensie. Zij verdienen het dat Defensie van de samenleving de erkenning en waardering krijgt die zij verdient. Zoals eerder gezegd: Militairen staan rond de klok paraat voor de veiligheid van ons land. Zij beschermen ons luchtruim, onze grenzen, onze belangrijke gebouwen. Zij beschermen onze vrijheid en helpen mensen over de hele wereld vrijheid te krijgen en te behouden. Zodat we in ook in 2044 100 jaar bevrijding kunnen vieren. In ieder geval jullie, en naar ik hoop ik zelf ookJ. Ik dank jullie voor jullie aandacht.

Witte Anjer Perkje geopend

CDA CDA Amsterdam 03-07-2019 05:09

Op vrijdag 28 juni werd midden in het Amsterdamse Vondelpark het Witte Anjer Perkje geopend. De witte anjer is het symbool voor Nederlandse veteranen. Het CDA maakte zich sterk voor dit veldje, ter ere van Amsterdamse veteranen, nadat Stichting Nederlandse Veteranendag hiervoor een oproep deed. Burgemeester Halsema nam het initiatief enthousiast over. Stadsdeelvoorzitter van Zuid, Sebastiaan Capel, opende het veldje en een groep veteranen van Stichting Amsterdamse Veteranen onthulde samen met CDA-fractievoorzitter Diederik Boomsma het bordje. Het Witte Anjer Perkje zal zeer waarschijnlijk permanent in het Vondelpark blijven staan. Neem vooral een kijkje!

De ontmoeting tussen twee veteranen

CDA CDA Zuid-Holland 28-06-2019 06:54

Zaterdag is het Veteranendag. Tijdens dit nationale evenement bedankt heel Nederland haar meer dan 110.000 veteranen die zijn ingezet in dienst van de vrede, nu en in het verleden. Eind 2018 spraken we met Tweede Kamerlid Hanke Bruins Slot en voormalig militair Mart de Kruif. Zij zijn beiden veteraan en hebben gediend in Afghanistan. Bruins Slot als pelotonscommandant Pantserhouwitser en De Kruif als ISAF-commandant voor Zuid-Afghanistan. Hanke Bruins Slot heeft inmiddels de Tweede Kamer verlaten en is nu Gedeputeerde in Utrecht. Tekst Ymkje van ‘t Riet | fotografie Dirk Hol Meisjesdroom of jongensdroom? Militair worden was een meisjesdroom voor Hanke Bruins Slot. ‘Op mijn 16e voerde ik gesprekken aan tafel. Studeren of het leger in? Ik wilde beide’, zegt Bruins Slot. ‘Mijn vader zei: ‘ga nou eerst maar eens studeren en dan kun je daarna altijd nog beslissen om militair te worden.’ En zo is het gegaan. Ze studeerde rechten en recht, bestuur en management. En ging werken bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Na vijf jaar met veel plezier gewerkt te hebben vroeg ik mij af wat ik graag wilde doen. Dat was dat ik leiding wilde geven in een fysiek en mentaal uitdagende omgeving. Toen heb ik besloten om naar de Koninklijke Militaire Academie te gaan. Ik koos voor de artillerie, want als artillerist heb je een goed overzicht over wat er op het gevechtsveld gebeurt. Dat leek me een mooie taak.’ Voor Mart de Kruif kwam de keus niet voort uit een jongensdroom. De Kruif: ‘Ik was een slechte leerling, had in een jaar alleen voldoendes voor gym en geschiedenis. Ik werd gered door de Mammoetwet. Ik heb mijn diploma gehaald en kon kiezen tussen gymleraar worden of geschiedenisleraar. In de NCRV gids van mijn ouders stond een oproep om officier te worden in het leger. En zo is het begonnen. Ik wist echt niet wat de militaire wereld was. Ik had helemaal geen ervaring met hoe het werkte om in dienst te zijn. Maar toen ik in mijn vierde jaar met veertig man door het bos rende, wist ik dit is waarvoor ik het heb gedaan.’ Op missie in Afghanistan Bruins Slot en De Kruif zijn beiden op missie geweest naar Afghanistan. De Kruif werd gevraagd om leiding te geven aan de ISAF, waar hij als commandant 40.000 militairen onder zich had. Hij zei ja. ‘Een militair gaat als hij geroepen wordt. Het is een fundamenteel beroep. Militairen staken niet en weigeren geen opdracht, maar gaan als de politiek, als het kabinet, besluit dat een missie nodig is’, aldus De Kruif. ‘Als militair ben ik zelf op missie geweest, maar het is een hele zware verantwoordelijkheid om militairen op missie te sturen’, zegt Bruins Slot. ‘Het is zoals De Kruif zegt. Militairen kunnen geen nee zeggen. Zij gaan in opdracht van de politiek. Dan moeten ze dus goed materieel hebben, ze moeten de juiste opdracht hebben en ze moeten erop kunnen vertrouwen dat zij onder de juiste randvoorwaarden op pad gaan. De verantwoordelijkheid ligt bij het kabinet, maar ook in de Kamer. Het is daarom ook goed gebruik dat, ondanks dat sommige partijen tegen missies zijn, uiteindelijk iedereen alle militairen een behouden thuiskomst wenst.’ 24/7 op scherp staan Beiden gaven Bruins Slot en De Kruif leiding in Afghanistan. De Kruif: ‘Schaal maakt daarbij niet uit, of je voor tien mensen verantwoordelijk bent of voor duizenden. Je bent er elke seconde mee bezig. Verantwoordelijkheid dragen heeft impact.’ Bruins Slot: ‘Wij moesten letterlijk 7 dagen per week 24 uur per dag inzetbaar zijn. Of het nou ’s ochtends vroeg was of midden in de nacht, als ze ons nodig hadden moesten we er staan. Als wij er niet zouden staan, dan zouden er troepen in de problemen kunnen komen.’ ‘Je staat altijd aan’, zegt De Kruif. ‘Je leeft in een apart ritme. Je moet ook zorgen dat je energie op doet. Mijn staf probeerde twee keer per week te plannen dat ik kon sporten. Ik merkte tot een half jaar na thuiskomst het effect. Ik denk dat ik heel diep in mijn reserves ben gegaan.’ Bruins Slot ging iedere zondagochtend naar de kerkdienst. ‘Een dienst voor alle geloofsovertuigingen. Er kwamen ook mensen die op zoek waren naar zingeving of even zelf na wilden denken. Ik had de afspraak met mijn plaatsvervanger dat ik daar heen ging. Dat ene half uurtje was van mij.’ ‘Het is heel belangrijk om zo’n moment te hebben’, vervolgt De Kruif. ‘Ik had alle middelen die je je kunt indenken. Maar, ik had ook elke dag de dood op mijn schouder. Het is heel extreem wat je meemaakt, maar niet alleen in slechte zin. Wat je heel goed leert in zo’n jaar is verantwoordelijk zijn. Je leert ook dat je niet alles beheerst. De consequenties van fouten zijn heel erg. Een feilloze wereld in de missie bestaat niet.’ Belang van een goed vangnet ‘Tijdens een missie zijn ook geestelijk verzorgers mee. Zij zijn de ogen en oren en kijken om zich heen of mensen het goed maken. Zij spelen een hele belangrijke rol waar het gaat om ondersteuning’, zegt Bruins Slot. ‘Aan het eind van mijn missie ging ik een paar dagen naar Kreta. Om te wennen aan het gewone leven, met burgerkleding aan, een biertje drinken, daar vonden gesprekken plaats over wat wel goed of niet goed was gegaan tijdens de missie. Er is goede zorg, er is een Veteranenwet waar ik ook mijn handtekening onder heb staan. Belangrijk is ook dat mensen als het nodig is zorg kunnen vinden.´ Bruins Slot vervolgt: ‘Tegelijkertijd gaat het met 98 procent van de militairen die op uitzending zijn geweest goed. Zij hebben een verrijkende ervaring opgedaan. Dat merk ik zelf ook. Ik heb heel veel meer levenservaring opgedaan. Je krijgt vertrouwen en doorzettingsvermogen. We moeten goed zorgen voor degenen met wie het niet goed gaat. Maar we moeten ook oog hebben voor het feit dat veel militairen die op missie gaan echt met een hele goede ervaring terugkomen.’ ‘Ik ben het er helemaal mee eens. Je kunt terugkomen als een beter mens’, vult De Kruif aan. ‘Degenen die zorg nodig hebben moeten goede zorg krijgen. Het is soms moeilijk om naar de maatschappij toe te brengen hoe veteranen zich voelen. Het is heel moeilijk om te onderkennen, fysiek zie je het als er iets is maar mentale ziektes daar is heel moeilijk de grip op te krijgen. Eén van de dingen die we met de Invictus Games proberen te doen is kijken of we daar nog een breder vangnet voor op kunnen richten.’ Invictus Games in 2020 in Den Haag In 2020 komen de Invictus Games naar Den Haag. Mensen die gewond zijn geraakt tijdens een missie of tijdens uitvoering van het werk, dat kan fysiek of mentaal zijn, doen mee aan het sportevenement. ‘Bij de Invictus Games gaat het niet om hoe je valt, maar om hoe je opstaat en weer doorgaat. En samen met je familie en met je vrienden weer een toekomst opbouwt. De Invictus Games zijn een prachtig voorbeeld van de kracht van militair, maar ook van de familie. Het laat de kracht van de mens zien. Veteranen eren is goed, het is echt goed dat we dat doen. Maar als je laat zien dat je uitgaat van de kracht van de mens gebeuren er mooie dingen’, vult De Kruif aan. Bruins Slot: ‘Een aantal mannen en vrouwen is zwaargewond teruggekomen uit Afghanistan. Als je ze ziet of tijdens Veteranendag spreekt hebben een aantal inmiddels gestudeerd, zijn maatschappelijk actief geworden, hebben een partner, een kindje, hebben hun hele toekomst weer opgebouwd. Ik vind dat zo ontzettend bijzonder. Daarom vind ik het fantastisch dat Mart de Kruif zich er samen met anderen voor ingezet heeft om de Invictus Games in Nederland te organiseren. Vanuit de Kamer heb ik, heeft het CDA, hem en de anderen hierin steeds gesteund.’ De Kruif is voorzitter van de organisatie van de Invictus Games. ‘Het is een eer en een voorrecht om dit te mogen organiseren’, zegt hij. ‘Er wordt van alle kanten meegewerkt. Het is de bedoeling MBO’ers en VMBO’ers vanuit educatief oogpunt te betrekken bij de Invictus Games. De Invictus Games ontstijgen het niveau van de sport. Het is zo mooi!’ De rol van het thuisfront ‘Hoe het met mijn gezin ging als ik uitgezonden was?’, zegt De Kruif. ‘Zij hebben het wisselend doorstaan. De militair doet zijn vak, wordt professioneel uitgedaagd. Maar voor het thuisfront is het anders. Thuis zijn ze niet met militair De Kruif getrouwd, ze zijn thuis met Mart de Kruif getrouwd. Mijn vrouw heeft de kinderen opgevoed. Zij was er bij schoolgesprekken, persoonlijke dingen en lekke fietsbanden. De kinderen zijn er zelfstandig van geworden. Het thuisfront draagt meer aan de missie bij dan de militair alleen.’ Hij vervolgt: ‘Goed om oog te houden voor het thuisfront, en ook voor hoezeer het thuisfront meelijdt als een militair gewond raakt. Militairen kunnen niet op missie zijn als het thuisfront niet op orde is. Dat is meer dan een roosje waard!’’ ‘Een solide thuisfront is heel belangrijk’, beaamt Bruins Slot. ‘Het is voor de mensen thuis een hele aanpassing. Alles wat je normaal gesproken met je partner doet valt allemaal weg. Alle zorg komt op de schouders van de partner. Dat is vaak ook al zo in de voorbereiding op missie.’ ‘De andere kant is weer dat het hele dierbare momenten kan creëren. Ik heb wekelijks geschreven aan mijn moeder en zij schreef wekelijks aan mij. Een ouderwetse briefwisseling. Wanneer je op uitzending bent kan je niet alles opschrijven. Maar die briefwisseling tussen moeder en dochter is me ontzettend dierbaar.’ 75 jaar vrijheid Volgend jaar vieren we 75 jaar vrijheid. Een jaar lang wordt daar aandacht aan besteed. De Kruif is programmamaker bij de stichting ‘75 jaar vrijheid’. De Kruif: ’75 jaar vrijheid wordt zo gedragen, aan 80% van de activiteiten hoeven wij niets te doen. Dat wordt allemaal georganiseerd door lokale comités. Het wordt gedragen van onderaf en dat is ontzettend mooi. Die herdenken allemaal zoals het hoort.’ ‘Maar daar bovenop wil je iedereen bereiken’, vervolgt hij. Als je onderzoek doet zijn er groepen die je wat minder bereikt. Denk aan MBO’ers of mensen met een migratieachtergrond. Er worden veel educatieve evenementen gepland. We willen verrijken wat er al is. Nadruk moet liggen op het belang van vrede en veiligheid.’ Bruins Slot: ‘Levendige verhalen over hoe het leven onder de bezetter was of hoe de bevrijding was, kreeg ik nog tijdens mijn jeugd te horen. De huidige generatie hoort de verhalen niet meer van de mensen zelf. Daarom vind ik het ook belangrijk dat er veteranen zijn die hun verhaal in de klas doen. Ze zijn in gebieden geweest waar geen vrede en veiligheid was en hebben gezien welke hoge prijs je betaalt voor die vrijheid.’ Iets goeds doen ‘Staan voor vrijheid. Je inzetten voor de vrijheid van een ander. Kijk maar wat onze militairen in Nederland of in het buitenland op dat gebied allemaal doen. De militairen in bijvoorbeeld Mali, de marechaussee op Schiphol en Eindhoven, de inlichtingen en veiligheidsdiensten, zetten zich dagelijks in voor de vrijheid in Nederland’, zegt Bruins Slot. ‘Als je op de bank blijft zitten gebeurt er niets’, eindigt De Kruif. ‘Militairen gaan voor avontuur, spanning en vergoeding. Maar allemaal doen ze het ook om iets goeds te doen voor een ander en dat vergeten we wel eens te benoemen.’

CDA: geef politieveteranen een plek op Veteranendag

CDA CDA Nissewaard 28-06-2019 04:53

Aankomende zaterdag 29 juni a.s. is het Veteranendag. Naast militairen, worden ook met grote regelmaat politiemensen op buitenlandse vredesmissies gestuurd. Het CDA pleit ervoor om bij de aankomende Veteranendag, tijdens het defilé, ook ruimte te maken voor veteranen van de politie. CDA woordvoerder Chris van Dam: “het zou mooi zijn als ze zouden mogen meelopen in het defilé, zodat wij ook deze veteranen kunnen bedanken.” Bij Veteranendag bedankt heel Nederland haar meer dan 111.000 veteranen. Zij zijn ingezet in dienst van de vrede, nu en in het verleden. Een belangrijk onderdeel van deze dag is het defilé. Dan marcheren er meer dan 4000 veteranen en militairen, gevolgd door historisch en moderne legervoertuigen, rond de Hofvijfer. Het CDA zou graag zien dat ook de politieveteranen hier in mee mogen marcheren. Van Dam: “ ik heb enorm veel waardering voor onze veteranen. En ook voor onze politiemensen die zijn uitgezonden. Daarom wil ik een overzicht voor welke missies Nederlandse politiemensen zijn uitgezonden en hoe hun veiligheid is geborgd. Daarnaast verzoek ik om tijdens Veteranendag een plekje vrij te maken in de defilé voor deze groep.’

CDA: geef politieveteranen een plek op Veteranendag

CDA CDA Zuid-Holland 27-06-2019 07:52

Aankomende zaterdag is het Veteranendag. Naast militairen, worden ook met grote regelmaat politiemensen op buitenlandse vredesmissies gestuurd. Het CDA pleit ervoor om bij de aankomende Veteranendag, tijdens het defilé, ook ruimte te maken voor veteranen van de politie. CDA woordvoerder Chris van Dam: “het zou mooi zijn als ze zouden mogen meelopen in het defilé, zodat wij ook deze veteranen kunnen bedanken.” Bij Veteranendag bedankt heel Nederland haar meer dan 111.000 veteranen. Zij zijn ingezet in dienst van de vrede, nu en in het verleden. Een belangrijk onderdeel van deze dag is het defilé. Dan marcheren er meer dan 4000 veteranen en militairen, gevolgd door historisch en moderne legervoertuigen, rond de Hofvijfer. Het CDA zou graag zien dat ook de politieveteranen hier in mee mogen marcheren. Van Dam: “ ik heb enorm veel waardering voor onze veteranen. En ook voor onze politiemensen die zijn uitgezonden. Daarom wil ik een overzicht voor welke missies Nederlandse politiemensen zijn uitgezonden en hoe hun veiligheid is geborgd. Daarnaast verzoek ik om tijdens Veteranendag een plekje vrij te maken in de delifé voor deze groep.’

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.