Poliflw

Per 1 juni kan iedereen met COVID-19 klachten zich laten testen. In Rotterdam zijn daarvoor meerdere teststraten ingericht. Voor sommige kinderen en angstige mensen zijn deze teststraten intimiderend. Er hangt vaak een klinische en onpersoonlijke sfeer. Fractievoorzitter Lies Roest wil graag een kindvriendelijke corona-teststraat in Rotterdam en stelt vragen aan het stadsbestuur.

De combinatie van ziek zijn, bang zijn, de nare omgeving en de vervelende behandeling is heftig. Door de teststraten vriendelijker in te richten hoopt GroenLinks dat het testen op corona geen traumatische ervaring wordt. Fractievoorzitter Lies Roest: ‘GroenLinks wil graag dat iedereen zich laat testen als het nodig is, om verspreiding van het virus tegen te gaan. Als mensen hier bang voor zijn, kan het zijn dat zij zich niet laten testen. Het is goed om extra aandacht te geven aan kinderen en mensen die wat angstiger zijn, om onnodige stress en nare ervaringen te voorkomen.’

Lies Roest heeft aan het stadsbestuur gevraagd of zij inzicht hebben in de ervaringen van patiënten in de huidige teststraten. Ook vraagt Roest of het stadsbestuur bereid is om een kindvriendelijke teststraat in te richten voor kinderen en angstige mensen. Een mogelijkheid is om op bepaalde momenten meer tijd per patiënt in te plannen zodat er meer persoonlijke aandacht is en angst voorkomen kan worden. De teststraat inrichten in een positieve, geruststellende sfeer kan daar bij helpen. 

Wij roepen de gemeente op om steviger in te zetten op de bestrijding van de Duizendknoop. Deze plant is in Rotterdam in opmars en komt op tientallen plaatsen voor. De planten beschadigen dijken, kabels en gebouwen.

Ook mensen met een (volks)tuin bezien de opmars van deze plant met vrees. De Aziatische Duizendknoop verdrukt andere planten en is bijna niet te stoppen. Eerder dit jaar veroorzaakte de plant grote problemen bij een een bouwproject aan de Groene Hilledijk.

GroenLinks wil dat de gemeente beter in kaart brengt waar de plant groeit. Zonder deze kennis kan verspreiding niet worden voorkomen. Verspreiding gebeurt door het verplaatsen van grond of maaiafval van de plant. Ons raadslid Astrid Kockelkoren vraagt het stadsbestuur in actie te komen. Per groeihaard moet gekeken worden wat slim beleid is. Kan de plant bijvoorbeeld nog uitgegraven worden of wordt de verspreiding alleen gestopt door verstandig maaibeleid? Medewerkers in groenonderhoud zouden hier beter op getraind moeten worden en beloond met een Duizendknoopdiploma.

Astrid: “Bijna elke keer als ik een groen initiatief in de stad bezoek komt deze plant ter sprake. Iedereen doet wat hij kan om de plant tegen te gaan, maar er is te weinig samenhangend beleid. Het bestrijden van de plant is ook lastig want de plant houdt zich niet aan eigendomsgrenzen. Duizendknoop groeit op grond van particulieren, van de gemeente, van ProRail, enzovoorts. Ik roep daarom de gemeente op om het voortouw te nemen in een daadkrachtige aanpak. Ga met al deze partijen om tafel en bekijk per locatie wat goed werkt. Het probleem lijkt nu nog enigszins beheersbaar. Wat mij betreft is voorkomen beter dan genezen. Het is zaak de verspreiding zo snel mogelijk te stoppen!”

GroenLinks-wethouder Judith Bokhove presenteert deze week haar plan om het taalniveau van Rotterdammers te verbeteren.

Rotterdam is een stad waar veel mensen wonen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. Het plan ‘De taalspiraal’ heeft een positieve benadering en toegankelijkheid als uitgangspunt.

Wethouder Bokhove: Mensen die kunnen lezen en schrijven staan er maar zelden bij stil hoezeer hun dagelijks functioneren afhankelijk is van taal. Taal is zo belangrijk. Veel Rotterdammers missen nu perspectief en kansen. Daar wil ik met mijn plan verandering in brengen.’

De Taalspiraal is erop gericht dreigende taalachterstanden zo vroeg mogelijk signaleren en dan ook meteen ingrijpen. Dat geldt voor alle levensfasen en alle leeftijdsgroepen. Dus ook voor de allerjongste Rotterdammers.

Iedereen heeft een andere reden om te werken aan taalbeheersing. Dit moet het uitgangspunt zijn voor het leren van de taal. We doen het met mensen in plaats van dat er iets wordt opgelegd en sluit zo goed mogelijk aan op de praktische problemen die mensen ervaren. Bijvoorbeeld met het zoeken naar werk, geldzaken of gezond leven.