Dinsdag 18 mei 2021 bood Hans Hagens van het comité Nationaal ZorgFonds Horst aan de Maas het rapport "Preventieve mondzorg voor kinderen en ouderen" aan aan de gemeenteraad. Daarmee kwam het comité tegemoet aan de oproep van het gemeentebestuur van Horst aan de Maas om te komen met initiatieven in het kader van preventieve gezondheidszorg.
In het Gemeentelijk Zorgplan van de gemeente - waarin de oproep om vanuit de burgers en organisaties te komen met initiatieven is opgenomen - wordt de nadruk gelegd op preventie en op het begrip “positieve gezondheid”, waarbij de individuele inwoner centraal staat en er gefocust wordt op “gezondheid” in plaats van “ziekte”, waarbij preventie een belangrijke rol speelt. De oproep in het gemeentelijk zorgplan was voor het comité Nationaal ZorgFonds Horst aan de Maas reden onderzoek te gaan doen naar verdere mogelijkheden voor preventief handelen. Daarbij kwam het comité berichten tegen waaruit bleek dat de mondzorg voor kinderen schromelijk tekortschoot en op een publicatie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waarin gezondheidsverschillen verklaard werden vanuit sociaal-economische verschillen (opleiding en inkomen). Het onderzoek leidde tot een rapport met als titel “Mondzorg voor kinderen en ouderen”.
Het comité heeft in haar onderzoek gekeken naar de wetenschappelijke onderbouwing van de sociaal-economische oorzaak van gezondheidsverschillen binnen de Nederlandse bevolking en heeft statistische gegevens verzameld met betrekking tot de stand van zaken van de mondzorg in Horst aan de Maas. Vervolgens is het comité in gesprek gegaan met deskundigen op het gebied van mondzorg en preventie – waaronder tandartsen en mondhygiënisten die werkzaam zijn in Horst aan de Maas – met het onderwijs, met een preventiemedewerker van GGD Limburg-Noord en met een opbouwwerker die werkzaam is in een wijk in Horst aan de Maas. Tenslotte is onder tandartsen een enquête gehouden en is een steekproef gehouden onder kinderdagverblijven met de vraag in hoeverre daar aandacht besteed wordt aan mondzorg.
Het onderzoek heeft geleid tot conclusies op basis waarvan een aantal aanbevelingen worden geformuleerd voor het gemeentebestuur. De aanbevelingen richten zich voornamelijk op de gemeente en op organisaties die – in samenwerking met de gemeente – een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan preventieve mondzorg. Bij die organisaties gaat het bijvoorbeeld om zorgverzekeraars, de GGD, de tandartsen en huisartsen, zorginstellingen, vrijwilligersorganisaties, het onderwijs en kinderdagverblijven. Een belangrijk onderdeel van de aanbevelingen is gericht op het verstrekken van informatie en voorlichting aan doelgroepen en daarbij stelt het comité heel concrete acties voor om de preventieve mondzorg te verbeteren.
Gedurende het onderzoek, met name in de gesprekken met de stichting JTV Mondzorg voor Kids en de tandartsen, kwam naar voren dat niet alleen de mondzorg voor kinderen te wensen over liet, maar dat ook de mondzorg bij en voor ouderen, mensen met een beperking en mensen met een niet-westerse achtergrond meer aandacht zou mogen hebben. Ook bij deze groepen blijkt sprake van een achterstand als gevolg van sociaal-economische factoren.
Het comité Nationaal ZorgFonds Horst aan de Maas hoopt met haar rapport aan te sluiten op de visie van de gemeente met betrekking tot “Positieve Gezondheid” en daarmee een impuls te geven aan het zorgbeleid van de gemeente Horst aan de Maas. Met haar aanbevelingen denkt het comité aan te sluiten bij ontwikkelingen die binnen de gemeente in gang gezet zijn op het gebied van gezondheidsbeleid. In ieder geval – zo heeft het comité vastgesteld tijdens haar onderzoek – is er voldoende draagvlak in de Horster gemeenschap zowel bij zorgprofessionals als organisaties voor haar aanbevelingen.
