Poliflw

De provincie Utrecht wil verscherpt toezicht op de financiën van Utrechtse Heuvelrug. Dat was niet nodig geweest wanneer het collegevoorstel voor de begroting was gevolgd, aldus Dick Karssen.

In dat voorstel zat een ruimere marge voor het opvangen van eventuele tegenvallers. Door het wijzigen van de begroting door partijen in de gemeenteraad is die marge een fors stuk minder geworden. Dat was ook voor de CU fractie en D66 de reden om tegen de gewijzigde begroting te stemmen.

De wens van de CU fractie is dat we zo snel als mogelijk weer van dat vergrootglas van de provincie afkomen. Dat vraagt om een goede afweging van meerdere dilemma's. Investeringen beperken kan een van de opties zijn. Dan hoeven we minder leningen af te sluiten. Maar: de kritische grens voor uitstel van investeringen is genaderd. Want uitstel kan ook leiden tot fors hogere kosten. Dat betekent voor de CU fractie dat we terughoudend zijn in de omvang van de aflossing van de schuld in de komende jaren. Zeker omdat langer uitstel van onderhoud van bijvoorbeeld vastgoed in gemeentelijk eigendom ook leidt tot forse meerkosten.Deze onderwerpen zullen vast ook de revue passeren op 10 februari wanneer we in de raad gaan spreken over herijking van het Raadsprogramma 2018-2022.

Het resultaat van de vragen die D66 en de CU fractie op 16 januari aan het College stelden is dat de gemeenteraad binnenkort in gesprek gaat met de provincie. 

In de Raadsvergadering van 11 november heeft de CU-fractie tegen de gewijzigde begroting gestemd. "Wat ons betreft moeten we - na alle bezuinigingsrondes - niet verder snijden in investeringen en we willen voorzieningen in stand houden", aldus Dick Karssen.

Het was een spannende begrotingsavond op 11 november. Heel lang was onduidelijk of de gemeenteraad in staat zou zijn om meer te doen dan zich blindstaren op vele varianten van het beperken van de OZB-verhoging voor 2020. In onze bijdrage hadden wij donderdag 7 november al aangegeven dat het college voorstel, met alle intensieve voorbereidingsrondes, akkoord was. Voor andere partijen was dat een brug te ver. Sommigen wilden nog meer bezuinigen, ondanks dat we al verschillende rondes eerder dit jaar hadden gehad. Daarnaast waren er wensen op het gebied van vermindering van onze leningenschuld. Tot diep in de avond was er geen meerderheid voor enige variant.

Uiteindelijk lagen de volgende voorstellen op tafel:

1. De opbrengst van de OZB wordt met 556.000 minder verhoogd

2. De ombuiging i.v.m. inkoop wordt verhoogd met 100.000

3. Het begrote overschot wordt verlaagd met 456.000

4. Er wordt een bestemmingsreserve Ombuigingen ingesteld van € 275.000,- ten laste van de algemene reserve.

De CU fractie heeft tegen dit amendement gestemd omdat wij van mening zijn dat de onzekerheden in de inkomsten van het rijk hoog zijn, er is weinig ruimte om tegenvallende bezuinigingen op te vangen en er is een verhoogde kans dat we volgend jaar opnieuw niet ontkomen aan een OZB verhoging. We willen immers onze schuldenberg verminderen. Wat ons betreft moeten we niet verder snijden in investeringen en we willen voorzieningen in stand houden. Daarnaast zijn er nog grote opgaven die we moeten invullen, bijvoorbeeld geld vrijmaken voor de omvorming van onze energieopwekking. Dat gaat niet allemaal samen. Om onder deze omstandigheden ook nog de algemene reserve aan te spreken ging ons veel te ver. We stemden tegen dit amendement. Toch werd het aangenomen met de stemmen voor van VVD, CDA, BVHlokaal en SGP (16) en de stemmen tegen van OPEN, D66 en ChristenUnie (12). Gelet op onze argumenten en het feit dat er toch werd gesleuteld aan de begroting hebben wij de consequentie getrokken en ook tegen de gemeentebegroting van 2020 gestemd. 

Het aldus gewijzigde raadsbesluit is genomen met de stemmen voor van CDA, BVHlokaal, SGP en de raadsleden De Boer, Van Buiten, Guillaume, Van der Laan, Linders, Oyevaar, Rietdijk, Van Roij en Rooijakkers (18) en de stemmen tegen van OPEN, ChristenUnie en de raadsleden Hak, Van der Burg en Scager (10).

Tijdens de raadsvergadering van 7 maart steunde de complete raad van Utrechtse Heuvelrug het voorstel om instandhouding van de insectenpopulatie en biodiversiteit te integreren in de plannen om in onze regio serieus extra woningen te bouwen.

De aanleiding is dat de insectenpopulatie in heel Europa snel krimpt. Dit komt o.a. door gifstoffen én doordat we veel bouwen en daarbij vergeten dat grote én kleine beestjes ook behoefte hebben aan planten, bloemen, bomen of plassen. Als we dat niet omkeren, verdwijnen niet alleen de bijen of kevers, maar ook veel soorten bloemen en bomen.

Ons D66- raadslid Erik van Buiten en Werner van Katwijk (CDA) hebben dit plan in goede samenwerking opgezet. In latere fase sloot Dick Karssen (CU) hierbij aan. Wethouder Chantal Broekhuis verklaarde in de raad het plan van harte te omarmen en er met gemeenten in de regio concreet actie op te willen ondernemen.

De D66-fractie zal uiteraard met grote interesse volgen hoe plannen tot resultaten gaan leiden. Om dat te benadrukken werd door de 3 indieners het boek “Erik en het grote insectenboek” van Godfried Bomans in herinnering gebracht. Dat belooft nog wat!

In de Raadsvergadering begin juli heeft de Gemeenteraad een motie van ChristenUnie en SP aangenomen die ervoor pleit dat ongebruikte gelden voor minima (een bedrag van 100.000 euro) niet worden ‘afgeraamd’ maar dat het College voorstellen gaat doen voor alternatief gebruik van deze gelden, ten gunste van armoedebestrijding.

Denkbaar is dat het geld wordt ingezet voor bijvoorbeeld werkervarings- of stageplaatsen, toerusting van mensen om weer dichter bij de arbeidsmarkt te komen of (extra) investeren in de BIGA.

De basisscholen De Ladder en De Meent in Maarn zijn aan vervanging toe. Samen met Dorpshuis De Twee Marken willen zij een Multifunctionele Accommodatie bouwen, waarin dan ook de sporthal, de bibliotheek en kinderopvang De Trommelaar kunnen worden gehuisvest. De CU heeft samen met andere partijen via een motie aandacht gevraagd voor de parkeerproblemen daar en voor aanvullende woningbouw op het terrein.

Fractievoorzitter Dick Karssen: "Het is een ingewikkelde klus en die goed moet worden voorbereid. Enige tijd geleden is de gemeenteraad gevraagd om geld beschikbaar te stellen voor de verdere voorbereiding. De ChristenUnie vind het een goede ontwikkeling dat vanuit het dorp zelf deze plannen naar voren zijn gebracht en steunt deze ontwikkeling van harte."

Wel is via een motie, ingediend samen met D66 en BVH, het college gevraagd om na de zomer met een rapport over mogelijke oplossingen te komen voor de parkeerproblemen rond de Twee Marken, zodat die mogelijke oplossingen na de zomer nog kunnen worden verwerkt in de nieuwbouwplannen. Die motie kreeg brede steun. Alleen de fractie Open (PvdA en Groen Links) vond de motie niet nodig.

WoningbouwWanneer de nieuwbouw compact wordt uitgevoerd blijft er op het huidige terrein ruimte over, dat biedt wellicht mogelijkheden voor woningbouw op vrijkomende grond waarop nu onderwijsgebouwen staan.In onze gemeente is gebrek aan mogelijkheden voor nieuwe woningen, daarom heeft de ChristenUnie een motie van CDA en D66 mede ingediend zodat het college die mogelijkheden kan onderzoeken en de gemeenteraad tijdig over de uitkomsten van dat onderzoek informeren. Dan kan de raad een integraal besluit nemen over de kaders voor de multifunctionele accommodatie én eventuele woningbouw. De motie is met ruime steun aangenomen.

Zoals bekend heeft de BosBeek variant voor de ondertunneling in Maarsbergen de sterke voorkeur van de ChristenUnie fractie in de Utrechtse Heuvelrug en die van Provinciale Staten. De CU-fractie is dan ook zwaar teleurgesteld door het besluit van Provinciale Staten Utrecht op 13 maart 2017 om te kiezen voor de Westvariant.

Slechts 8 leden van ChristenUnie, SGP, Partij voor de Dieren en een lid van D66 stemden voor de BosBeek-variant. 41 Statenleden kozen voor de West variant met gesloten Tuindorpweg.  Ondanks alle inspanningen om de sterke punten van de BosBeek variant onder de aandacht te brengen, heeft het niet mogen baten. De Staten kozen voor de variant die op het oog de goodkoopste variant lijkt. Daarmee kiezen zij ook voor een open tunnelbak, die ruim baan geef aan het (zware) vrachtverkeer met tenminste vier rijstroken en opsluiting van de bewoners van de Engweg, die mogelijk ook nog een benzinestation voor hun deur krijgen.  Dick Karssen: "Een dag van diepe treurnis dat economie ver boven leefbaarheid wordt gesteld."

Op de site van de provinciale staten staat het verdere proces vermeld:

De volgende stap is het opstellen van een Provinciaal inpassingsplan (PIP). Dit is nodig om de variant uiteindelijk aan te kunnen leggen. Het proces om tot een PIP te komen ziet er grofweg als volgt uit:

Stap 1: voorontwerp Provinciaal inpassingsplan (PiP)

De eerste stap is gericht op een voorlopig ontwerp (VO) van de variant. Daarvoor worden onderzoeken verricht naar onder andere de ecologie, waterhuishouding, de opbouw van de bodem, de archeologie, de cultuurhistorie. Een VO is een detaillering van de voorkeursvariant en dat detailniveau is nodig om via de onderzoeken goed inzicht te krijgen in de gevolgen en de effecten van de variant. Die effecten worden doorgerekend aan de hand van de verfijnde ontwerpen. Met de resultaten van de onderzoeken wordt opnieuw bekeken of het VO verder aangepast moet worden om gevolgen te verzachten. Daarna kan het voorontwerp PIP afgerond worden. De onderzoeksperiode van de monitoring van de natuur bedraagt ten minste een volledig jaar, zodat alle seizoenen zijn gevolgd. De meeste onderzoeken kunnen parallel hieraan worden uitgevoerd. De totale doorlooptijd van alle onderzoeken bedraagt ca 1,5 jaar.

De gemeenteraad van Utrechtse Heuvelrug en ProRail worden in de gelegenheid gesteld een reactie uit te brengen op het VO. In deze periode kan een ieder via de inspraak reageren op het plan. Om iedereen in de gelegenheid te stellen zo goed mogelijk kennis te nemen van het plan, wordt aan het begin van de inspraakperiode een informatieavond georganiseerd.

Stap 2: ontwerp Provinciaal inpassingsplan (PIP)

De reacties worden betrokken bij het opstellen van het ontwerp-PIP. Daarna volgt een hoorzitting waarbij Provinciale Staten de gemeenteraad van Utrechtse Heuvelrug hoort. Vervolgens wordt het ontwerp-PIP ter inzage gelegd, waarbij de mogelijkheid bestaat voor eenieder om zienswijzen in te dienen.

Stap 3: vaststelling Provinciaal inpassingsplan (PIP)

De zienswijzen worden betrokken bij het opstellen van het vast te stellen Provinciaal inpassingsplan (PIP). Iedereen kan over het voorgenomen besluit inspreken bij de Provinciale Staten vergadering.

De provincie Utrecht heeft de regie over het ruimtelijk planvormingsproces. Dat neemt niet weg dat de voorgaande stappen in het PIP proces worden voorbereid via een intensieve samenwerking op ambtelijk en bestuurlijk niveau door de projectpartners. De projectgroep bereidt het ambtelijk voor, waarna de stuurgroep (bestaande uit bestuurders van de provincie, ProRail en de gemeente) een besluit neemt over de te nemen stappen. Na instemming door de stuurgroep, nemen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten besluiten over de te nemen stappen. Naar verwachting zal deze hele procedure ca 2 jaar duren.

Vervolgstappen tot en met uitvoering

Na het vaststellen van het Provinciaal inpassingsplan worden kabels en leidingen verlegd en de vergunningsprocedures doorlopen. Als de gronden zijn verworven en de procedures doorlopen, kan de aanbesteding starten. De gecontracteerde aannemer kan daarna starten met de bouw van de variant.

Informatie en inspraak

Gedurende het hele traject van voorbereiding zijn er diverse wettelijke inspraakmomenten. Omwonenden en belanghebbenden worden hierover rechtstreeks geïnformeerd. Daarnaast organiseren de Provinciale Staten op daarvoor geschikte momenten bijeenkomsten om inwoners en andere belangstellenden te informeren over het project.