Nieuws van politieke partijen in Reimerswaal over CDA inzichtelijk

19 documenten

ChristenUnie voorstel tot uitstel van het besluit over de afvalinzameling heeft het niet gehaald

ChristenUnie ChristenUnie SGP VVD PvdA CDA Reimerswaal 01-03-2018 22:40

https://reimerswaal.christenunie.nl/k/n22748/news/view/1196761/373217/stemming invoering Diftar

Inwoners van de gemeente Reimerswaal gaan in 2020 betalen per lediging van de restafvalcontainer.  Een raadsmeerderheid van SGP, CDA, VVD en PvdA, heeft besloten tot invoering van het zogeheten diftar-model. Dit ondanks een door de gemeente gehouden enquête onder de inwoners van Reimerswaal waarop 49% aangaf om het huidige systeem niet te wijzigen en in 2022 over te gaan op na-scheiding.

Diftar staat voor gedifferentieerde tarieven waarbij per huishouden geregistreerd wordt (middels een nieuwe afvalcontainer met een chip) hoeveel afval aangeboden wordt en hoe meer afval een burger aanbiedt hoe hoger de afvalstoffenheffing zal zijn. Omgekeerd levert betere afvalscheiding en het aanbieden van minder restafval een lagere variabele afvalstoffenheffing op.

ChristenUnie heeft geen goed woord over voor dit raadsbesluit, maar was een 'roepende in de woestijn'. ChristenUnie pleitte tevergeefs voor het handhaven van het huidige systeem, waardoor onnodige investeringen en hoge kosten voor het communiceren naar de inwoners over de invoering van het nieuwe systeem niet nodig zijn en waarbij dus vanaf 2022 geruisloos overgeschakeld kan worden op het systeem van na-scheiding.

Welk zinnig argument er ook door ons als ChristenUnie werd aangedragen, er door het college werd erkend dat de gehouden enquête niet klopte, dat er geen financiële onderbouwing was van de verschillende systemen zodat niet duidelijk is wat het prijskaartje is voor het nieuwe diftar-systeem, niets hielp. Op basis van de beschikbare informatie, of beter gezegd door het ontbreken van de juiste informatie, was het voor alle partijen onmogelijk een juiste keuze te maken.

Toch werd er een besluit genomen dat door de andere partijen enkel kan zijn  genomen op basis van goed gevoel, aannames/veronderstellingen in de hoofden van de raadsleden, want er staat niks zwart op wit. Mogelijk wilde men slechts verantwoordelijk wethouder Sinke niet afvallen. Maar is dit alles in het belang van de Reimerswaalse bevolking ?

Als ChristenUnie vinden we het jammer dat er én niet naar de inwoners wordt geluisterd (enquête) en zelfs goede argumenten niet helpen om deze raad te overtuigen. Laten we hopen dat na de verkiezingen de nieuwe raad zijn taken wel op basis van feiten uitvoert.

Verkiezingsprogramma

CDA CDA Reimerswaal 24-02-2018 08:36

Met trots presenteren wij ons verkiezingsprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen. Als CDA Reimerswaal zetten wij ons in voor een sterke samenleving, hopelijk met uw steun, stem daarom op 21 maart op één van onze kandidaten. CDA Reimerswaal, lijst 3. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen via CDAReimerswaal@kpnmail.nl Klik hier om het verkiezingsprogramma te downloaden: https://1drv.ms/f/s!Au8ILgkXa7iujW-CtNNafT0edNFn

Schriftelijk vragen inzake 'Verlengde Pleegzorg'

CDA CDA Reimerswaal 09-02-2018 09:03

De CDA-fractie heeft op donderdag 8 februari 2018 schriftelijke vragen gesteld. Daarin wordt het college van B&Wbevraagt inzake de zogenaamde verlengde pleegzorg. De afgelopen weken is er, mede naar aanleiding van een toezegging van de minister, veel aandacht geweest in de media voor het gegeven dat de zorg voor jongeren in het kader van pleegzorg stopt zodra de betreffende jongere 18 jaar wordt. Gemeente mogen, in het kader van hun jeugdzorgtaken, deze opvang al verlengen, maar inmiddels blijkt er een breed maatschappelijk draagvlak voor een structurele verlenging. De CDA-fractie informeert naar de ervaringen in Reimerswaal en de verwachting voor de toekomst. Daarnaast informeert de fractie naar mogelijke problemen rondom de bestaande contracten en vergoeding voor pleegzorgaanbieders en pleegouders. Geacht college, De overgang van 18- naar 18+ in de jeugdzorg vindt het CDA al langere tijd voor verbetering vatbaar. Dat geldt zeker ook voor de pleegzorg. Pleegkinderen verdienen een veilig en stabiel thuis, ook na hun 18e verjaardag. Immers, ondanks dat zij vanaf die dag voor de wet volwassen zijn, betekent dit niet altijd dat ze zonder hulp allerlei volwassen keuzes kunnen maken, die wel van hen worden verwacht. Keuzes over wonen, opleiding, inkomen, werk, zorg en ondersteuning. Tot op heden is wettelijk bepaald dat de pleegzorg en de pleegzorgvergoeding na de 18e verjaardag van het pleegkind ophoudt. Voor sommige jongeren betekent dat zij het pleeggezin verlaten en veel jongeren raken in de kwetsbare periode die dan volgt in de problemen. Dit staat in schril contrast met het (gelukkig) overgrote deel van de jongeren die nog jaren na hun 18e verjaardag terug kunnen vallen op hun ouders.Sinds de decentralisatie van de Jeugdwet hebben gemeenten de mogelijkheid om de pleegzorg te verlengen. Daarnaast heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport recent bekendgemaakt dat hij ook de wettelijk looptijd van pleegzorg wil verruimen tot 21 jaar. De CDA-fractie heeft hierover de volgende vragen:1. Hoe vaak heeft de gemeente sinds de decentralisatie van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de pleegzorg te verlengen na de 18e verjaardag?2. Welke ervaring is hiermee opgedaan?3. Hoe veel jongeren van 17 jaar verblijven er momenteel in onze gemeente in een pleeggezin of zijn vanuit een gezin in onze gemeente geplaatst in een pleeggezin elders? Het CDA ondersteunt het voornemen van de minister dat pleegzorg tot het 21e jaar de regel wordt, en bij uitzondering - als het in het pleeggezin niet langer gaat of als jongeren echt toe zijn aan zelfstandigheid - eerder de stap wordt gemaakt om pleegzorg af te sluiten en op eigen benen gaan staan.4. Deelt het college dit uitgangspunt? Zo nee, waarom niet?5. Zo ja, bent u bereid de mogelijkheden, gevolgen en kosten hiervan voor onze gemeente inzichtelijk te maken en de raad hierover te informeren? Landelijk zijn signalen opgevangen dat pleegouders moeite hebben om alle kosten voor hun pleegkind te kunnen voldoen met de pleegzorgvergoeding die zij ontvangen. Hierbij blijft er vaak te weinig budget over voor goede begeleiding van het kind.6. Is het college bekend met of bereid navraag te doen naar klachten of meldingen bij de gemeente, bij de Gecertificeerde Instellingen, bij aanbieders van Pleegzorg of bij Pleegouder Support Zeeland omtrent:a. de geldende vergoedingen voor pleegouders?b. de mogelijkheden voor vergoedingen van bijzondere onkosten voor pleegouders?c. de door de gemeente hanteerde tarieven voor de pleegzorgaanbieders en gecertificeerde instellingen?7. Het ministerie is een onderzoek gestart naar de vergoeding en de toereikendheid van de pleegzorgvergoeding. Gaat u het ministerie informeren over de ervaringen in onze gemeente? C. Hoogerland - VeermanFractie CDA Reimerswaal

Huib Bouwman lijsttrekker ChristenUnie Reimerswaal

ChristenUnie ChristenUnie SGP VVD CDA Reimerswaal 08-12-2017 17:52

https://reimerswaal.christenunie.nl/k/n22748/news/view/1144013/373217/foto Huib Bouwman-landscape-JRNJ-CUreimerswaal-17

In de ledenvergadering van 6 december is Huib Bouwman gekozen tot lijsttrekker voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Ook werden er nieuwe bestuursleden gekozen. Het tweede deel van de avond werd er gedebatteerd over vernieuwingen in de lokale politiek.

Johan Padmos is gekozen tot voorzitter van ChristenUnie . Hij was al waarnemend voorzitter sinds de verhuizing van de vorige voorzitter Jos Meeuwsen. Als nieuwe secretaris werd Tineke Minderhoud gekozen. Verder is het bestuur uitgebreid met de algemene bestuursleden Barbara van den Bogaerdt en Joël Boone.

Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 heeft de ledenvergadering ook de kandidatenlijst vastgesteld. Huib Bouwman (Rilland), die sinds maart 2017 gemeenteraadslid is, is daarbij gekozen tot lijsttrekker. Op nummer 2 staat de huidige fractievoorzitter Andries Jumelet (Yerseke). De lijst vervolgd met Barbara van den Bogaerdt (Kruiningen) op nummer 3 en, de zestienjarige, Joël Boone (Yerseke) op nummer 4. De vijfde positie op de lijst wordt ingenomen door Tineke Minderhoud (Waarde).

In een interview in de laatste kwartaal-nieuwsbrief van ChristenUnie Reimerswaal evalueerde Huib zijn raadslidmaatschap, hij memoreerde o.a.: “Er is een coalitie van CDA, SGP en VVD en als oppositiepartij ben je toch vaak het vijfde wiel aan de wagen, waar beleefd naar geluisterd wordt, maar als oppositie tegenover zo’n machtsblok ben je 4 jaar machteloos! Geen goede zaak zo’n coalitie en ook moeilijk uit te leggen aan de burgers.”. Het tweede deel van de avond werd aan noodzakelijk veranderingen in de lokale politiek gewijd.  

Huib introduceerde het thema met een pleidooi om burgers meer te betrekken bij de politiek en het initiatief nadrukkelijk te leggen bij de gemeenteraad/burgervertegenwoordigers. Als de gemeenteraad vroeg in de besluitvorming wordt betrokken krijg je beter beleid en meer draagvlak. Momenteel mag de gemeenteraad veelal alleen ja of nee zeggen tegen een voorstel van het college aan het einde van het proces. De komende maanden zal het thema burgerparticipatie verder uitgebouwd worden door de burgers van Reimerswaal te wijzen op de unieke kansen die er voor de inwoners van iedere gemeente liggen.

Woensdagavond 6 december was de aftrap door middel van een open-thema-avond in het dorpscentrum MeerWaarde waar duidelijk werd hoe belangrijk en invloedrijk de rol van de burger is. Hoeveel invloed de kiezer heeft, maar hiervan nog geen gebruik maakt. De aanwezigen, een veelkleurig politiek gezelschap, zelfs uit Goes, kon zich goed vinden in de presentatie en onderschreef dat verandering van de lokale politiek bitter hard nodig is. De burger moet op gaan staan.

Door open avonden wil de ChristenUnie geen partij-politiek-getinte avonden houden maar de burgers zoveel als mogelijk, middels gespreksgroepjes, informeren over burgerparticipatie en uitleg geven inzake de wettelijke taken van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.

De ChristenUnie maakt zich niet geliefd door tegen ‘heilige huisjes’ aan te schoppen door o.a. het aantal wethouders te willen beperken en een nieuwe procedure te introduceren voor het selecteren en aanstellen van vak-wethouders.

CDA Reimerswaal is bezorgd over vernieuwing in de jeugdzorg.

CDA CDA Reimerswaal 25-10-2017 12:55

Wanneer een kind hulp nodig heeft, omdat er bijvoorbeeld problemen zijn in het gezin, kan door de gemeente jeugdhulp worden ingezet. Om ervoor te zorgen dat kinderen/jeugdigen nog beter worden geholpen en de zorg betaalbaar blijft, heeft jeugdhulpaanbieder Juvent een nieuwe behandelmethode ontwikkeld. Met deze methode wordt een combinatie gemaakt van intensieve ambulante begeleiding (dat is wanneer de hulpverlener naar het kind toekomt) en residentiële behandeling (voor behandeling verblijft het kind in een instelling). De tijd die een kind in een instelling verblijft, kan hiermee worden verkort. Dit klinkt op zich positief! Dit is ook wat we willen in de jeugdzorg: betere zorg voor minder geld. Juvent trekt twee jaar uit voor het realiseren van dit project. Echter na 1 ½ jaar wil de jeugdhulpaanbieder een behandelgroep (bestaande uit negen plaatsen) al opheffen, terwijl het dan nog niet zeker is of de nieuwe methode aanslaat. En stel nu dat deze methode niet goed aanslaat, is sluiting van deze groep dan nog wel tegen te houden? De CDA-fractie maakt zich zorgen hierover en heeft het college schriftelijk gevraagd zich sterk te maken voor het openhouden van de behandelgroep tot het moment dat gebleken is dat dit project succesvol is. Het college geeft in haar beantwoording aan dat de nieuwe werkwijze niet zondermeer is bedacht, "er is niet over één nacht ijs" gegaan. Specialisten zijn ervan overtuigd dat de nieuwe manier van werken juist de hulp en zorg verbetert en daarbij ook minder kostbaar is. Omdat de praktijk wel weerbarstig kan zijn is er ook voor gekozen om het project op gezette tijden te monitoren/ te volgen en hierover ook met elkaar in gesprek te blijven. Op het moment dat blijkt dat de gewenste resultaten uitblijven of als onvoldoende beoordeeld worden zal het college er zeker op aandringen de behandelgroep te behouden. De CDA-fractie is blij met deze toezegging. Van verdere ontwikkelingen wordt de gemeenteraad op de hoogte gehouden. De schriftelijke vragen en beantwoording ervan: In reactie op uw schriftelijke vragen van 21 september 2017 betreffende innovatie jeugdzorg treft u in deze brief onze antwoorden aan. 1. Is het college bekend met voornoemd innovatieplan van Juvent, inclusief de voorgenomen sluiting van de bestaande behandelgroep, en wat is het standpunt van het college in deze? Het college is bekend met het voornoemd innovatieplan van Juvent, ook met de voorgenomen sluiting van de bestaande behandelgroep per medio 2019. Zowel ambtelijk als bestuurlijk, onder andere in het portefeuillehoudersoverleg Jeugd Zeeland, is het plan uitvoerig besproken. Het standpunt van het college is dat een voorstel wat aansluit op de bestuurlijke en maatschappelijke wens om tot meer extramuralisering te komen (afbouw van bedden) in principe ondersteund moet worden. Uiteraard dient zo'n voorstel met zorg voorbereid te zijn en moet bij partijen de overtuiging bestaan dat het niet alleen een kans van slagen heeft en een goedkopere manier van werken is, maar vooral bijdraagt aan nog betere hulp/zorgverlening. Wij zijn van mening dat het voorstel zoals gepresenteerd door Juvent daaraan voldoet. 2. Zijn er op dit moment wachtlijsten in de Jeugdzorg in het algemeen en meer specifiek voor opname van jeugdigen in een behandelgroep? Er bestaan wachtlijsten in de jeugdzorg, ook in Zeeland. Juvent heeft op dit moment echter geen wachtlijst (informatie van het management Juvent/Andrea Klap op 3 oktober 2017). Binnen onze toegang Jeugdhulp hebben de procesregisseurs volledig zicht op de Reimerswaalse jeugdigen die eventueel op een wachtlijst staan (Intervence/Emergis) om te bewaken dat zij tijdig hulp krijgen. Als er een veiligheidsrisico bestaat is er altijd onmiddellijke inzet! 3. Erkent het college dat dit project een risico (aanbod residentiële hulpverlening kan onder druk komen te staan) met zich meebrengt en deelt zij de zorgen van de CDA fractie? Het college erkent dat bij het veranderen van een beproefde werkmethode er immer een risico bestaat dat de gewenste ontwikkeling minder succesvol is, in die zin delen wij ook de zorgen van de CDA fractie. Echter het college wenst te benadrukken dat de nieuwe werkwijze niet zondermeer is bedacht, "er is niet over één nacht ijs" gegaan. Specialisten zijn ervan overtuigd dat de nieuwe manier van werken juist de hulp en zorg verbetert en daarbij ook minder kostbaar is. Omdat de praktijk wel weerbarstig kan zijn is er ook voor gekozen om het project op gezette tijden te monitoren/ te volgen en hierover ook met elkaar in gesprek te blijven. Als zaken niet het gewenste resultaat opleveren is ingrijpen of bijstellen van de plannen noodzakelijk, als wettelijk verantwoordelijken zullen gemeenten daar dan ook op aandringen. 4. Is het college bereid om zich binnen de inkooporganisatie in te spannen voor het openhouden van de behandelgroep tot het moment dat gebleken is dat dit project succesvol is waardoor er geen druk op het aanbod van residentiële hulpverlening is te verwachten? Het college is van mening dat de meetbare resultaten binnen het project de maatstaf moeten vormen om te bepalen of het verantwoord is de behandelgroep af te bouwen. Met andere woorden als de nieuwe methode niet of niet voldoende succesvol is dienen de 9 plaatsen te worden behouden. Het college is van mening dat binnen de voortgang van het proces het mogelijk moet zijn om een goede inschatting te maken of afbouw wel of niet verstandig is. Op het moment dat blijkt dat de gewenste resultaten uitblijven of als onvoldoende beoordeeld worden zal het college er zeker op aandringen de behandelgroep te behouden. 5. De gemeenteraad wordt van de verdere ontwikkeling op dit onderwerp graag op de hoogte gehouden. Graag een toezegging op dit punt. Het college zegt toe de gemeenteraad pro actief op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen ten aanzien van dit onderwerp: 'innovatie jeugdzorg'.

Beantwoording Schriftelijke vragen over Zak- en Kleedgeld Jeugdzorg

CDA CDA Reimerswaal 25-10-2017 12:37

Naar aanleiding van het rapport van de Kinderombudsman over de problematiek rondom het zak- en kleedgeld in de jeugdzorg stelde de CDA-fractie op 21 september jl. schriftelijke vragen aan het college van de gemeente Reimerswaal. Raadslid Carla Hoogerland stelde dat op veel plaatsen tussen gemeenten en jeugdzorginstellingen geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over de aanvraag en betaling van het zak- en kleedgeld. Gevolg daarvan is dat jongeren dit zakgeld vaak niet krijgen, terwijl dit wel van belang is voor hun ontwikkeling én dat instellingen vaak veel tijd kwijt zijn om ervoor te zorgen dat het geld er alsnog komt. Het college geeft in haar antwoord aan dat de gemeente wel financiële afspraken heeft gemaakt, maar instellingen zich hier niet altijd van bewust zijn (geweest). Inmiddels is er contact geweest tussen de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland (deze organisatie regelt de inkoop van alle jeugdhulp voor de 13 Zeeuwse gemeenten) en de instellingen om de afspraken op te frissen. Verder neemt het college de aanbeveling van de Kinderombudsman over om vóór 1 januari 2018 nog duidelijkere afspraken met de instellingen te maken over de aanvraag en betaling van het zak- en kleedgeld. Dit zal wel in Zeeuws verband geregeld moeten worden. De gemeenteraad wordt op hoogte gehouden van de verdere ontwikkelingen. De schriftelijke vragen en beantwoording ervan: In reactie op uw schriftelijke vragen van 21 september 2017 betreffende Zak- en Kleedgeld binnen de Jeugdzorg treft u in deze brief onze antwoorden aan. Vraag 1: Herkent het college zich in de situatie die het rapport van de Kinderombudsman beschrijft?Het college is zich ervan bewust dat zolang er geen sprake is van een rechtelijke maatregel, de ouders de wettelijke verantwoordelijkheid hebben voor het onderhoud van hun kinderen. De ouders ontvangen voor dat onderhoud ook nog steeds kinderbijslag. Dit geldt ook als er sprake is van een Onder Toezicht Stelling (OTS). In de praktijk levert dat soms problemen op omdat de jeugdzorgaanbieders geen wettelijke mogelijkheden hebben om ouders te dwingen voor het onderhoud van hun kinderen te betalen. Als ouders niet bijdragen in het onderhoud van hun kind(eren) proberen de jeugdzorgaanbieders dit vanuit de eigen middelen op te lossen. Door de ontstane financiële krapte hebben zij hiervoor echter steeds minder mogelijkheden waardoor het voor kan komen dat kinderen verstoken blijven van zak en kleedgeld. De gemeenten hebben echter vanuit de Jeugdwet (artikel 2.3.) de zorgplicht om in zo'n situatie een financiële vergoeding beschikbaar te stellen. Kinderen met een voogdijmaatregel vallen onder verantwoordelijkheid van de voogdij-instelling. In 2015 bestond nog een eigenbijdrage van ouders voor de residentiële jeugdhulp. Deze was mede bedoeld om te voorzien in zak- en kleedgeld. Mede door druk vanuit de jeugdzorgregio's heeft de staatssecretaris deze eigen bijdrage geschrapt en vragen instellingen nu aan ouders een bijdrage. Lukt dit niet of weigeren de ouders, dan wordt gezocht naar een nnaatwerkoplossing. Op basis van bovenstaande redeneren wij dat de gemeente niet als eerste wettelijk (formeel) verantwoordelijk is. Er ontstaat pas een wettelijke verantwoordelijkheid als het onmogelijk blijkt zak en kleedgeld via de ouders te verkrijgen. Vraag 2: Welke afspraken zijn er namens de gemeenten) met de Gecertificeerde Instellingen (Gis) gemaakt over de bijzondere kosten in het algemeen en het zak- en kleedgeld in het bijzonder? In de tarieven welke zijn afgestemd en vastgelegd door de Inkoop Jeugdhulp Zeeland (IJZ = inkoopbureau Jeugdzorg) is een bijdrage voor zak- en kleedgeld opgenomen. De vergoeding voor hulp of zorg is een zogenaamd integraal tarief. Naar aanleiding van het rapport van de kinderombudsman en de vragen die daarop gesteld zijn door uw CDA fractie is wel duidelijk geworden dat instellingen zich daarvan niet altijd bewust zijn (geweest). Inmiddels is daarover contact geweest tussen contractbeheerders van Inkoop Jeugdhulp Zeeland en de zorgaanbieders. Vraag 3: Is het college bekend met de afspraken die door de gecertificeerde instelling met de residentiële instellingen zijn gemaakt over de verstrekking van zak en kleedgeld? Omdat de inkoop en vergoeding/betaal-systematiek via Inkoop Jeugdhulp Zeeland (IJZ) verloopt is het college niet inhoudelijk van alle afspraken op de hoogte. Verwacht mag worden dat betrokken uitvoerders (ambtenaren) en instellingen wel op de hoogte zijn van e.e.a. Zoals gemeld zijn de afspraken met betrekking tot zak en kleedgeld nog eens opgefrist. Vraag 4: Is het college bereid om, conform de aanbevelingen van de Kinderombudsman, voor 1 januari 2018 duidelijke afspraken met de betrokken instellingen te maken over de aanvraag en betaling van zak- en kleedgeld? Uit het rapport van de Kinderombudsman blijkt nadrukkelijk dat ten aanzien van dit onderwerp verdere afstemming en afspraken noodzakelijk zijn. Het college van Reimerswaal is zeker bereid om gebruikmakend van de aanbevelingen van de Kinderombudsman nog duidelijkere afspraken te maken voor 1 januari 2018 en zal daar ook aandacht voor vragen. Wel wijst het college erop dat om tot Zeeuws-brede afspraken te komen zij niet zelfstandig kan opereren en e.e.a. derhalve binnen Zeeuws verband geregeld dient te worden. Inmiddels zijn gesprekken daarover gaande. Vraag 5: De Kinderombudsman constateert dat er veel onduidelijkheid is ten aanzien van deze specifieke vorm van bijzondere kosten in de jeugdbescherming. Er zijn er echter veel meer geformuleerd. Kan het college de gemeenteraad in beeld brengen welke afspraken met de gecertificeerde instellingen zijn gemaakt ten aanzien van andere bijzondere kosten en in hoeverre pleeggezinnen en residentiële instellingen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van vergoedingen? De bijzondere kosten waaraan in deze vraag wordt gerefereerd zijn genoemd in de factsheet bijzondere kosten Jeugdbescherming april 2016 van de VNG. Er worden in die factsheet 3 categorieën bijzondere kosten genoemd te weten: algemene bijzondere kosten, ziektekosten en kosten forensische diagnostiek. Op basis van wetgeving (art. 303 BW) heeft de met voogdij belaste stichting dezelfde bevoegdheden en plichten als ieder andere voogd. Die verplichting brengt met zich mee dat binnen de tariefafspraken met die zorgaanbieders deze kosten zijn opgenomen (doorgerekend). Er is dan ook sprake van een integraal tarief waarin deze kosten zijn verwerkt. Vraag 6: De gemeenteraad wordt van de verdere ontwikkelingen op dit onderwerp graag op de hoogte gehouden. Wij zeggen bij deze toe de ontwikkelingen met betrekking tot bijzondere kosten binnen de jeugdhulp/jeugdzorg duidelijk te communiceren richting de raad.

CDA Reimerswaal wil duidelijkheid over zak- en kleedgeld in de jeugdzorg

CDA CDA Reimerswaal 22-09-2017 11:46

In het rapport ‘Mag ik mijn zakgeld?’ vraagt de Kinderombudsman aandacht voor kinderen en jongeren die met een ondertoezichtstelling of een voogdijmaatregel in een instelling verblijven. De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat deze jongeren zak- en kleedgeld krijgen. Op veel plaatsen zijn hier echter geen afspraken over gemaakt, zo stelt de Kinderombudsman. De CDA-fractie van de gemeente Reimerswaal wil weten hoe dit in haar gemeente is geregeld en heeft het college om opheldering gevraagd. CDA-raadslid Carla Hoogerland: “met dit zak- en kleedgeld kunnen jongeren noodzakelijke spullen als kleding, schoenen en schoolspullen aanschaffen. Om toch zakgeld op te halen steken begeleiders nu veel tijd in het aanschrijven van fondsen. De tijd die hier in gaat kan niet aan begeleiding of andere taken worden besteed.” Wanneer er voor de kinderen waarvoor de gemeente Reimerswaal verantwoordelijk is geen afspraken zijn gemaakt, pleit de CDA-fractie dat dit alsnog spoedig wordt gedaan. Er zijn naast het zak- en kleedgeld nog meer bijzondere kosten, bijvoorbeeld bepaalde ziektekosten, die voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. De CDA-fractie wil ook weten welke afspraken hierover zijn gemaakt en of pleeggezinnen of instellingen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van vergoedingen. In het rapport ‘Mag ik mijn zakgeld?’, dat 1 augustus jl.verscheen, vraagt de Kinderombudsman aandacht voor kinderen en jongeren in jeugdinstellingen. Het rapport maakt een analyse van de problematiek rondom het zak- en kleedgeld voor kinderen en jongeren die met een ondertoezichtstellingofeen voogdijmaatregel in een residentiële instellingverblijven. Op grond van de Jeugdwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het zak-en-kleedgeld voor deze kinderen.Ze vallen onder de zogenoemde bijzondere kosten binnen de jeugdbescherming.Hierover moeten ze afspraken maken met de gecertificeerde instelling.Daarnaast is het van belang dat de gecertificeerde instelling afspraken maakt met de residentiële instellingen waar jeugdigen verblijven. Op veel plaatsen zijner tussen de genoemde partijen geen duidelijke afspraken gemaakt omtrent het zak-enkleedgeld, zo stelt het rapport. Hierdoor krijgen deze jongeren vaak geen zak- en kleedgeld, terwijl dit wel van belang is voor hun ontwikkeling. Om toch zakgeld op te halen steken begeleiders veel tijd in het aanschrijven van fondsen. De tijd die hier in gaat kan niet aan begeleiding of andere taken worden besteed. De vraag is ofvoornoemdeafspraken door onze gemeente zijn gemaakt. Daarom heeft de CDA-fractie de volgende vragen. Wij verzoeken het college, voor zover mogelijk, haar antwoorden te motiveren:1. Herkent het college zich in de situatie die het rapport van de Kinderombudsman beschrijft?2. Welke afspraken zijn er namens de gemeente met de gecertificeerde instellingen gemaakt over de bijzondere kosten in het algemeen enhet zak- en kleedgeldin het bijzonder? 3. Is het college bekend met de afsprakendie door degecertificeerde instellingen met de residentiëleinstellingen zijn gemaakt over de verstrekking van zak- en kleedgeld?Is het college bereidde huidige praktijk in beeld te brengenen de gemeenteraad hierover te informeren.4. Is het college bereid om, conform de aanbevelingen van de Kinderombudsman,vóór 1 januari 2018 duidelijke afspraken met de betrokken instellingen te maken over de aanvraag en betaling van zak- en kleedgeld?5. De Kinderombudsman constateert dat er veel onduidelijkheid is ten aanzien van deze specifieke vorm vanbijzondere kosten in de jeugdbescherming. Er zijn er echter veel meer geformuleerd. Kan het college voor de gemeenteraad in beeld brengen welke afspraken met de gecertificeerde instellingenzijn gemaakt tenaanzien van de andere bijzondere kosten en in hoeverrepleeggezinnenenresidentiële instellingen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van vergoedingen? 6. De gemeenteraad wordt van de verdere ontwikkelingen op dit onderwerp graag op de hoogte gehouden. Graag een toezegging op dit punt

Andries Jumelet niet blij met inzet ...

ChristenUnie ChristenUnie CDA Reimerswaal 09-09-2017 20:54

Andries Jumelet niet blij met inzet loktieners. 'Dat vinden wij zeer onkies!' https://www.pzc.nl/bevelanden/kantines-in-reimerswaal-controleren-nu-beter-op-leeftijd-jeugd~a2335d5b/

Schriftelijke vragen ‘Blijft Kindertelefoon bereikbaar?’

CDA CDA Reimerswaal 19-04-2017 13:15

Yerseke, 19 april 2017 Geacht college, Dinsdag 11 april 2017 luidde de Kindertelefoon de noodklok over het voortbestaan[1]. De organisatie is bang in de financiële problemen te komen nu het met alle gemeenten moet onderhandelen over de betaling voor de diensten. Tijdens de Algemene ledenvergadering (ALV) van 8 juni 2016 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten besloten dat het vanaf 2018 start met een andere aanpak van de financiering van de collectieve activiteiten. ‘Kopen niet alle 388 gemeenten de zorg tijdig in, dan is de Kindertelefoon wettelijk verplicht een sociaal plan in gang te zetten, en dus het vertrek van medewerkers voor te bereiden. Met minder personeel neemt onze bereikbaarheid af. Dat gaat ten koste van kinderen.’ Zo meldt de organisatie in het NRC[2]. Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ), de organisatie van vertrouwenspersonen voor kinderen en ouders in de jeugdzorg, en Sensoor, waar volwassenen met problemen terecht kunnen voor een luisterend oor, hebben hetzelfde probleem. Het CDA hecht aan de continuering van de dienstverlening van stichting De Kindertelefoon, stichting Sensoor (Luisterend Oor) en stichting AKJ (Vertrouwenswerk Jeugd). Daarom heeft de CDA-fractie de volgende vragen. Wij verzoeken het college, voor zover mogelijk, haar antwoorden te motiveren. 1. Is het college met de CDA-fractie overtuigd van het grote belang van de bereikbaarheid van de Kindertelefoon, het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) en Sensoor voor de inwoners van onze gemeente? 2. Is het college voornemens een overeenkomst te sluiten met de stichting De Kindertelefoon, en stichting AKJ? 3. Is het college voornemens ook een overeenkomst te sluiten met stichting Sensoor? 4. Wanneer verwacht het college de raad mededeling te doen van, of een besluit voor te leggen over het beschikbaar stellen van budget voor de genoemde organisaties? 5. Verwacht het college dat het daarmee mogelijk is de standaardovereenkomst uiterlijk per 1 juni 2017, de datum waarop de organisaties zekerheid moeten hebben over hun continuïteit, getekend terug te sturen? Hoogachtend, C. Hoogerland-Veerman CDA-fractie [1] http://nos.nl/artikel/2167733-kindertelefoon-luidt-noodklok-over-voortbestaan.html en [2] https://www.nrc.nl/nieuws/2017/04/11/kindertelefoon-vreest-voor-voortbestaan-8087686-a1554131

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.