Nieuws van politieke partijen in Nederland over D66 inzichtelijk

20 documenten

FVD stelt Kamervragen aan Ollongren (D66) over inperking publiek debat en vrije internet

Forum voor Democratie Forum voor Democratie VVD D66 Nederland 24-10-2019 14:44

D66-minister Kajsa Ollongren maakte het tot speerpunt van haar beleid: het bestrijden van ‘nepnieuws’. Ze steunde de oprichting van een Europees censuurbureau dat het vrije internet en de vrije pers aan banden moet leggen. Ze suggereerde dat onze verkiezingen waren beïnvloed door buitenlandse actoren (waarmee ze vermoedelijk niét doelde op het machtige imperium van George Soros!) en stelde dat politieke en maatschappelijke vernieuwingsbewegingen “desinformatie” zouden verspreiden. Ze liet een groot onderzoek uitvoeren om dat allemaal in kaart te brengen - uiteraard van belastinggeld.

Eén ding is zeker: als de onderzoekers ook maar íets zouden hebben gevonden dat in de verste verte op desinformatie of buitenlandse inmenging had geleken, dan was dat groot naar buiten gebracht. Dan waren ingrijpende maatregelen getroffen. Maar wat bleek: van haar beschuldigingen bleef helemaal niets over. Zijzélf verspreidde desinformatie. Zijzélf verkondigde fake news! Ook van ‘buitenlandse inmenging’ in Nederlandse verkiezingen bleek geen enkel spoor.

En passant biedt haar rapport wél een boeiend inkijkje in de denkwereld van de gevestigde machten. Zij kunnen gewoonweg niet geloven dat miljoenen Nederlanders anders over politiek en samenleving denken dan zij. Dat ze niet zijn gemanipuleerd door Poetin, maar een andere mening hebben.

Zo deelt het rapport Nederlandse nieuwsmedia in in twee categorieën: enerzijds “mainstream”; en anderzijds “junk” (vuilnis). Het staat er écht! Het rapport classificeert de links-extremistische website Joop als “mainstream”, maar het eigenzinnige weblog opiniez.com als ‘junk’.

FVD maakt zich grote zorgen over de extreme behoudzucht en de krampachtige controledrift van de gevestigde machten. Er is steeds verdergaande inperking van het vrije debat - zowel op internet als in de kranten en TV-programma’s. Er is toenemende zelfcensuur. Er is no-platforming op universiteiten. Boeken worden uit de handel genomen. Een doortrapte methode van guilt by association creëert een maatschappelijke angstcultuur die mensen ervan weerhoudt om vragen te stellen, op onderzoek uit te gaan en boeken van andersdenkenden zelfs maar te bestellen - want ook dát kan je de kop kosten.

De vrije uitwisseling van ideëen wordt daarmee steeds vaker gefnuikt. Ondertussen maken tech-giganten als Facebook deals met linkse, EU- en immigratiegezinde regeringen om conservatieve visies als “hate speech” weg te kunnen zetten en te kunnen “shadowbannen”. In ons eigen land vindt het Orwelliaanse Wildersproces plaats. In Brussel tiert Verhofstadt - die samen met D66 en VVD in een en dezelfde fractie zit - over zware sancties tegen democratische besluitvorming in Polen en Hongarije.

Het is tijd om in actie te komen. Met haar eerdere - volkomen ongegronde - beschuldigingen, en nu opnieuw met haar rapport waarin onafhankelijke, kritische media als “afval” worden weggezet, overschrijdt Kajsa Ollongren fundamentele grenzen. Het is niet aan de overheid om de betrouwbaarheid van nieuwsmedia te beoordelen. Het is geen taak van de staat om te bepalen wat wel en niet waar is. Het is onacceptabel om wilde verdachtmakingen op TV te verkondigen zonder een spoortje bewijs. Alleen totalitaire dictaturen laten zich in schimmige rapporten en negatieve termen uit over onafhankelijke journalisten en voeren processen tegen oppositieleiders. FVD is bezorgd dat Ollongren verder gevolg geeft aan haar totalitaire impulsen. Daarom stellen wij de volgende Kamervragen:

Vraag 1Steunt u het onderverdelen van nieuwsmedia in de categorieën ‘vuilnis’ versus ‘mainstream’? Zo ja, waarom? 

Vraag 2Zo nee, neemt u dan afstand van dit onderzoek? 

Vraag 3Bent u net als FVD van mening dat de staat een gevaarlijk pad richting censuur bewandelt als het onderzoek laat doen waarin in dergelijke bewoordingen onderscheid tussen media wordt gemaakt?

Vraag 4Bent u het ermee eens dat het waarheidsgehalte van de sectie over “trollen” in twijfel getrokken moet worden nu blijkt dat het rapport in ieder geval één echte gebruiker - met een mening die de auteurs onwelgevallig is - als “verdacht” of “nep-achtig” heeft weggezet, terwijl deze gebruiker simpelweg zijn mening gaf? 

Vraag 5Vindt u het geven van een mening die tegen de mainstream indruist maar geheel binnen de kaders van de Nederlandse wet valt “verdacht”? Zo nee, bent u ook van mening dat het nooit meer mag voorkomen dat auteurs zich in een van overheidswege gefinancierd document in dergelijke termen uitlaten over Nederlanders die volledig binnen de kaders van de wet hun mening geven?

Vraag 6In het rapport stellen de onderzoekers: “Generally, the junk news sites, of which hyperpartisan sites are the largest constituent, can be characterized as right-wing, anti-immigrant, anti-EU (...).” (Rogers & Niederer 2019, 59).2  Bent u het eens met deze stelling - dat ‘vuilnis’-nieuws zich met name ter rechterzijde van het politieke spectrum zou bevinden? Zo ja, hoe verklaart u dat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7Wat vindt u ervan dat dit rapport bepaalde nieuwsmedia als vuilnis bestempelt, maar dat bewegingen en individuen in dit rapport tegelijkertijd in diskrediet worden gebracht als ze de objectiviteit van de gevestigde media in twijfel trekken, zoals uit de passage “Designating a news organization as fake (...) however, has a darker history, associated with authoritarian regimes or populist bombast diminishing the reputation of ‘elite media’” blijkt?3 Bent u ook van mening dat het bevragen van de objectiviteit van gevestigde media een “donkere geschiedenis” heeft? Zo ja, welke “donkere geschiedenis” dan? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8Hoe past uw eigen waarschuwen voor “fake news” in deze al dan niet “donkere” geschiedenis? 

Vraag 9Bent u het ermee eens dat een pluriform media-aanbod essentieel is in een democratie, en dat alternatieve, kritische media hier een belangrijke bijdrage in leveren?

Vraag 10Kunt u garanderen dat u in de toekomst geen maatregelen treft die de journalistieke vrijheid of de verspreiding van als ‘vuilnis’ betitelde media in dit rapport beperken, zowel online als offline? Op welke wijze kunt u die garanties gestand doen?

Vraag 11Waarom is dit onderzoek, dat betrekking heeft op Nederlandstalige inhoud, in het Engels uitgevoerd?

Vraag 12Is dit rapport in de ministerraad besproken, en welke conclusies zijn daaruit getrokken?

Vraag 13Wat is de status van dit rapport, en trekt u er beleidsconsequenties uit? Zo ja, welke?

Vraag 14Hoeveel geld heeft het ministerie aan dit onderzoek uitgegeven?

Vraag 15Zult u na verschijnen van dit rapport nu voortaan niet meer suggereren dat Rusland of andere vreemde mogendheden in onze verkiezingen proberen te interfereren als daarvoor geen hard bewijs is? Gaat u excuses maken voor eerdere beschuldigingen?

Vraag 16Heeft de Rijksoverheid contact gehad met techgiganten als Facebook en Google over het tonen of niet tonen van bepaalde inhoud aan gebruikers in Nederland? Zo ja, over welke types inhoud ging dit, wanneer vonden deze gesprekken plaats, wat was de aard van deze gesprekken en welke conclusies zijn daaruit getrokken?

Vraag 17Kan de minister garanderen dat de overheid geen invloed probeert uit te oefenen op het algoritme van techgiganten om zo te beïnvloeden welke politiek beladen berichten of websites gebruikers wel of niet te zien krijgen? Zo nee, hoe beziet u dit in het licht van de democratische rechtsstaat, de pluriformiteit van de media en de vrijheid van meningsuiting?

Vraag 18Welke media ontvangen geld van de overheid, en hoeveel per medium?

Vraag 19Wilt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?

1 @marcelvandenber op Twitter. 2019. https://twitter.com/marcelvandenber/status/1185649827771768839 (link verkregen op 23 oktober 2019).2 Rogers, Richard & Sabine Niederer. 2019. The Politics of Social Media Manipulation, pp. 59.3 Rogers, Richard & Sabine Niederer. 2019. The Politics of Social Media Manipulation, pp. 167.

Tolerantietoespraak van minister Sigrid Kaag

D66 D66 Nederland 28-09-2019 14:13

Tolerantietoespraak van minister Sigrid Kaag

Vandaag hield minister Sigrid Kaag haar tolerantietoespraak in het Rijksmuseum in Amsterdam. Lees haar toespraak hier terug.

Dames en heren,

U heeft er vast veel van meegekregen: twee weken geleden is het politieke jaar begonnen met de Algemene Politieke Beschouwingen. Die twee dagen zijn een hele zit, maar er is veel om van te genieten. Twee dagen lang discussie over fundamentele en principiële keuzes voor de toekomst van Nederland. Het is ook verantwoording afleggen. Een “botsing” van de grote politieke bewegingen en van belangrijke ideeën.

Het was dit jaar heel anders dan vorig jaar. Vorig jaar begonnen de beschouwingen met een fractievoorzitter die tegen een collega zei dat hij “zelf lekker op moest rotten.” En ze eindigden met een fractievoorzitter die zei dat meedoen aan het parlementaire debat “beneden zijn waardigheid” was. Dit jaar was de sfeer: niet de voorspelbare politiek van de verkettering, maar de verrassing van de verbinding.

Partijen waren welwillend. Waren bereid naar elkaar te luisteren. In die omstandigheid werd tussen conservatief en progressief zowaar consensus gevonden. In ieder geval over de toon van het debat. En daarna over de rol van de overheid in de samenleving, en de grenzen van de vrije markt.

U begrijpt dat het mij dit jaar heel wat beter beviel. Zo hoort het in Nederland.

Al blijft het een onverteerbare, on-Nederlandse dissonant, wanneer wordt gesproken over “een Marokkanengif dat door de straten van Nederland stroomt.” Onverteerbaar om een hele bevolkingsgroep op die manier weg te zetten. En on-Nederlands, omdat die extreme mate van intolerantie niet te is rijmen met de lessen van de vaderlandse geschiedenis.

Voor wie met historisch besef kijkt, zijn onze vrijheden en verworvenheden helemaal niet vanzelfsprekend. Integendeel. De geschiedenis leert ons dat vrijheid en verdraagzaamheid iets vraagt iets  ons allemaal. Continu.

Dankzij deze coalitie krijgen alle kinderen in Nederland de kans om diezelfde lessen hier te leren, in het Rijksmuseum. Lessen over de essentie van onze  Nederlandse en Europese identiteit. Over vrijheid en verdraagzaamheid. Want leren is nodig. De waarden “vrijheid’ en “verdraagzaamheid” zijn makkelijk uitgesproken.

Maar wie wil leren moet doorgronden. En wie wil doorgronden moet vragen stellen. Wat is vrijheid. Wat is verdraagzaamheid? Wat moet je er voor doen? Hoe kom je er aan? Is het typerend voor Nederland, voor Europa? Hoort het bij onze Nederlandse en Europese identiteit?

Een begin van het antwoord kunnen wij vinden in de geboorte en opkomst van de Remonstranten in de 17

eeuw. In een jonge Republiek die vergeleken met de rest van de wereld grote vrijheid kende. De periode en de namen waar wij nog steeds naar verwijzen als ons wordt gevraagd wat Nederland nu écht Nederland maakt.

Het land van Rembrandt, van Vermeer, van Vondel, van Spinoza, van Huygens, van Grotius, van De Ruyter en van de gebroeders De Witt en De La Court. De Zeven Verenigde Nederlanden waren het toevluchtsoord voor vrijdenkers uit alle uithoeken van Europa.

Tolerantie werd er gekoesterd, al was het maar om pragmatische redenen: een einde brengen aan religieus conflict. In de Unie van Utrecht in 1579 werd de persoonlijke vrijheid van godsdienst gegarandeerd. De Unie stelde dat “een yder particulier in sijn religie vrij sal mogen blijven ende dat men nyemant ter cause van de religie sal mogen achterhaelen ofte ondersoucken.”

Twee jaar na de Unie zworen “we” – als ik zo naar onszelf als verre nazaten van die periode mag verwijzen – met het Plakkaat van Verlatinghe de Spaanse Koning Filips II af, onder andere vanwege zijn tirannieke religieuze opvattingen. Een triomf voor de tolerantie, zou je denken. Maar een generatie later zag het er weer heel anders uit.

Remonstranten en contra-remonstranten stonden tegenover elkaar in een heftige theologische discussie over predestinatie.Dit theologische conflict werd een politiek conflict, dat uiteindelijk leidde tot de onthoofding van Van Oldenbarnevelt in 1619 en een verbod op de Arminiaanse visie na de Synode van Dordrecht.

Johann Uytdenbogaert was gevlucht naar Antwerpen. “Zal men dan ene nieuwe secte oprichten?”, schreef hij naar medestanders. En zo geschiedde.

De Remonstrantse gemeenschap was een feit, maar zij leefde in ballingschap en bleef officieel verboden tot de stichting van de Bataafse Republiek in 1795. De vestiging van de Remonstranten en de godsdienstvrijheid in de 17e en de 18e eeuw waren niet het resultaat van een onafgebroken overwinningsmars naar vrijheid en burgerrechten.

Het was een kronkelpad. De geschiedenis meanderde. Vrijheid, burgerschap en natiebesef werden in de Republiek zwaar bevochten, voor sommigen tot aan het graf. De Republiek verkeerde in constant conflict met buitenstaanders, maar was ook intern doorlopend in conflict, in constante strijd.

De pragmatische tolerantie had weinig te maken met integratie of acceptatie. De Amsterdamse protestanten tolereerden Amsterdamse katholieken. Maar ze moesten hun geloof wel verhuld belijden. Zoals op een zolder, hier zo’n beetje om de hoek.

Vandaag de dag beschrijven historici dan ook steeds minder een romantische strijd voor meer vrijheid, en steeds meer een machtsstrijd dóór de Republiek en ín de Republiek zelf. Minder Erasmus, meer Machiavelli.

Hoe gaat het met ons – en met onze tolerantie – in Nederland anno 2019? Het antwoord zal natuurlijk verschillen met degene aan wie de vraag wordt gesteld. Ik kan u alleen mijn antwoord geven.

Wat mij betreft zijn we in Nederland de fase van louter nuchter pragmatische tolerantie al lang voorbij. Nederland is niet het langer het verzuilde land van de twintigste eeuw toen we de laatste na-ijlende effecten van de tolerantie van de Republiek hebben meegemaakt.

In de 21ste eeuw zijn onze verschillen in achtergrond, voorkeur, seksuele geaardheid, levensovertuiging, godsdienst -en ga zo maar door- er niet langer om door een homogene meerderheid of elite al dan niet oogluikend en schoorvoetend te worden geaccepteerd. Ze zijn er nu om gevierd te worden. Ze zijn essentieel onderdeel van onze gezamenlijke identiteit geworden.

We willen met al onze verschillen bij elkaar horen. We willen onze verschillen inbrengen als bouwstenen voor het beschermende huis van onze samenleving. We zijn hier samen thuis. En zijn daar samen trots op. En met dat thuis zijn en erbij horen gaat het steeds beter.

Iedereen zou het inmiddels moeten weten: in het onderwijs gaat het met de grootste migrantengroepen – Marokkaans, Turks, Surinaams en Antilliaans – de goede kant op. Eén op de drie kinderen met een Marokkaanse achtergrond gaat inmiddels naar de havo of het vwo. In 2005 was dat één op de vijf. Bij kinderen van Afghaanse en Irakese vluchtelingen is het aandeel nog hoger.

Ja: de ‘klassieke’ migrantengroepen hebben een hogere bijstandsafhankelijkheid dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. Maar: voor de tweede generatie ligt deze afhankelijkheid lager dan bij hun ouders. En het verschil is het – zoals in alle domeinen – het kleinst bij de jongste geboortecohorten. Dat wil zeggen: het gaat de goede kant op. En snel ook.

Ja het is waar: in de criminaliteit zijn Nederlanders met een migrantenachtergrond relatief oververtegenwoordigd. Maar het aandeel personen dat als verdachte van een misdrijf wordt geregistreerd, is de afgelopen dertien jaar in alle groepen met ongeveer de helft afgenomen. Dit geldt voor Nederlanders met een autochtone achtergrond, en voor de vier grootste niet-westerse herkomstgroepen.

Ook hier doet de tweede generatie het beter dan de eerste generatie. Dus ook hier is de ontwikkeling positief. Het gaat dus eigenlijk goed met migranten in Nederland.

Het is verleidelijk om hier te wijzen op enkele wel heel opvallende “successen”. Maar ik vind het ongemakkelijk als mensen zeggen: “In Nederland kun je als Marokkaanse-Nederlander als je je best doet burgemeester van Rotterdam worden, of voorzitter van de Tweede Kamer.” Alsof je pas meetelt of goed geïntegreerd bent als je iets bereikt hebt dat zo uitzonderlijk is dat het maar door een paar mensen ieder decennium in heel Nederland wordt bereikt. Dat kan niet de maatstaf zijn.

Naast opvallende successen, kijkt men – en ik snap goed waarom – ook naar de uitschieters naar beneden. Naar gewetenloze Marokkaans-Nederlandse drugscriminelen die de samenleving ondermijnen. Een onacceptabele groep waarbij niets anders past dan te bestrijden met alle autoriteit die de Staat bezit. En ja: die uitschieters omhoog en omlaag zijn interessant. Maar de grote middengroepen zijn interessanter.

Ik sta hier wat langer bij stil, omdat feiten belangrijk zijn. En uiteraard niet alleen als deze ‘in mijn straatje’ passen. Ik zie ook scherp wat er fout gaat. Goed fout. We moeten ingrijpen als intolerantie de overhand dreigt te nemen.

Karl Popper beschrijft de tolerantie-paradox: als een samenleving grenzeloos tolerant is, zal de mogelijkheid om tolerant te blijven worden weggenomen door intolerantie. Om tolerant te blijven kan een samenleving intolerantie dus niet tolereren. Maar Popper bedoelde hier niet mee dat onwenselijke ideeën of gedragingen moesten worden verboden. Pas als er een concrete aantasting is van de vrijheid van anderen, kan daar sprake van zijn.

Als kinderen op salafistische moskeescholen te horen krijgen dat mensen met een ander geloof of levensovertuiging de doodstraf verdienen, is  dat onder geen enkel beding acceptabel. We moeten hier doortastend handelen, al betwijfel ik of we om die reden de Grondwet moeten wijzigen. Duidelijk is dat we hier de grens hebben bereikt die Popper trok.

Als honderden Nederlanders met een buitenlandse vlag demonstreren op de Erasmusbrug en volmondig een buitenlandse leider aanmoedigen, dan vind ik dat verontrustend. Het is een symptoom van een relatieve zwakte in de wil er onvoorwaardelijk bij te willen horen. Daar moeten we waakzaam voor zijn. Maar in dit voorbeeld bevinden we ons verder van Popper’s grens.

Als een niet-westers migrantenstel in de spreekkamer van een huisarts komt, weigert een hand te geven, en de echtgenoot per se het woord wil doen voor zijn vrouw, dan vind ik dat op zijn minst ongemakkelijk omdat het fundamenteel botst met mijn eigen levensovertuiging en wereldbeeld. Maar ik zal het niet gebruiken als het bewijs dat het met de wens van de hele groep erbij te horen niet goed gaat. Hier zou ik ook niet willen dat de Staat ingrijpt.

Het is belangrijk om de principiële verschillen tussen die voorbeelden te erkennen. En om te kijken hoe het met de grotere bewegingen gaat.

Dat de extremen in de politiek—de politici die het moeten hebben van ophitsen van angst—dit niet doen, dat snap ik. Hoe verdrietig het ook is. Maar dat de nuance soms ook in het midden verdwenen lijkt, baart mij zorgen. Want ook vanuit het politieke midden horen we dat veel te veel op het gebied van migratie en integratie niet goed gaat. En dat de wederkerigheid bij nieuwe Nederlanders ontbreekt.

Hier wordt mijns inziens met een te brede kwast geschilderd. De feiten logenstraffen de stelling dat “veel te veel niet goed gaat”. En met die wederkerigheid zie ik het ook niet zo somber in. Kijk naar een groep Marokkaanse-Nederlanders die deze week steun vraagt bij hun strijd tegen de dwang van hun dubbele nationaliteit. Zij zijn Nederlanders, en vragen – en verdienen – onze steun.

Natuurlijk, we kunnen wijzen op de Klassieke Oudheid, het Christendom en de Verlichting. Meerdere politici doen dat. Ze zeggen dat “de waarden” uit die tijd onder druk staan. Dat wij onze identiteit, die zo vanzelfsprekend is dat we het er nooit over hadden, de laatste decennia stukje bij beetje kwijtraken. Maar ik zie dat toch echt anders. Identiteit is niet een statisch, monolithisch gegeven.

Ik ben vrouw, Katholiek, progressief liberaal, democraat en Nederlander. Ik was een diplomate en ben nu politica. Ik ben echtgenote en moeder van vier kinderen. Er zijn situaties waarin ik specifiek één van die elementen ben, en soms ben ik alles tegelijkertijd.

Identiteit is niet gegraveerd in graniet. Het wordt gevormd in ons hart, ons brein, onze ziel, en onze ervaring. Het is de ontwikkelende, altijd boeiende vorm van ons mens-zijn.

Er bestaat natuurlijk ook geen eenduidig pad van de Klassieke Oudheid naar het Christendom, naar de Verlichting, naar de moderne rechtsstaat, met een rechte lijn naar steeds meer vrijheid en gelijkheid. Wij stellen die waarden nu centraal, maar wij geven ze zelf vorm en inhoud.

We zijn schatplichtig aan onze voorgangers en de denkers die onze samenleving hebben gevormd. Maar onze idealen van vrijheid en gelijkheid zijn anderen dan dat van de slaveneigenaren Jefferson of Washington en de guillotine-gebruikers Marat en Robespierre.

Veel principes uit die verschillende perioden waar sommigen de mond van vol hebben stonden op gespannen voet met elkaar.

Wat we nu zien als ‘typisch Nederlands’, is in het verleden bevochten op de conservatieve krachten van het moment. Ook in het verleden werkten er nu eenmaal meer lobbyisten voor de status quo, dan voor de verandering. Ook toen was de status quo nu eenmaal wat gemakkelijker, want het bestond al. Mensen kenden het al.

Wij vinden het homohuwelijk – of liever, het huwelijk voor iedereen – een typisch Nederlands verschijnsel. Maar dat was het eeuwenlang niet, omdat het eeuwenlang niet bestond. De LHBTI-gemeenschap in Nederland kan pas twintig jaar trouwen.

Ik ben er trots op dat Nederland het eerste land was dat het huwelijk voor iedereen openstelde. U kunt er trots op zijn dat de Remonstranten dit bij de invoering ook volmondig steunden. Maar het is niet zo dat dit een vaststaand gegeven is, dat het een rechtstreeks gevolg is van onze cultuur en geschiedenis. Er is jarenlang vóór en jarenlang tegen gestreden.

De gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen vinden we ook een typisch Nederlandse verworvenheid. Maar tot ver in de negentiende eeuw was de ondergeschikte positie van vrouwen zo “logisch”, dat nergens expliciet stond vermeld dat ze niet in aanmerking kwamen voor bestuursfuncties.

In de Grondwet van 1848 stond niet dat vrouwen waren uitgesloten van het actieve en passieve kiesrecht. Volgens de letter van de wet konden vrouwen dus volledig deelnemen. U snapt wat er gebeurde: de geest van de wet werd leidend! Men vond het “vanzelfsprekend” dat als de grondwet sprak over “Nederlanders”, het uiteraard over mannen ging.

Pas in de jaren ’50 werd de ondergeschikte positie van vrouwen afgeschaft, en werden ze volledig handelingsbekwaam. En het duurde tot 1975 dat mannen en vrouwen voor de wet gelijk moeten worden beloond. Dit ging niet vanzelf.

Ook de godsdienstvrijheid zelf is een beginsel dat een lang pad heeft afgelegd. Het processieverbod werd pas in 1983 uit de wet gehaald. Die vrijheden en verworvenheden zijn bereikt door – vreedzame – strijd.

We hebben nu een nieuwe strijd te voeren. Ver verleden en recent verleden bewijzen dat onze vrijheden en verworvenheden niet vanzelfsprekend zijn. Verdraagzaamheid staat zelfs onder druk. Het gaat me dan om het verlies van een cultureel zelfbewustzijn, het verlies van een zeker optimisme. De huidige cultuur is doordrenkt van het gevoel dat we iets aan het kwijtraken zijn.

Michel Houellebecq schrijft in zijn laatste werk “Serotonine” over een samenleving die op zijn laatste benen loopt, en op ontploffen staat. “Niemand zal meer gelukkig zijn in het Westen, het geluk is een oude droom, de historische voorwaarden ervoor zijn gewoon niet meer voorhanden’, zegt hij.

Ilja Leonard Pfeijffer zegt in “Grand Hotel Europa”: “Wat Europa de wereld te bieden heeft, is zijn verleden…Ik wil niet net als het hotel waar ik verblijf en het continent waar het naar is vernoemd tot de conclusie komen dat de beste tijd achter mij ligt.”

Twee schrijvers. Twee radicaal verschillende wereldbeelden. Eén gedeelde opvatting: we raken iets kwijt.

Politici en maatschappijcritici laten zich meevoeren op de golven van het pessimisme en spreken met een zwaar gemoed over “het Avondland”, waar de zon langzaam op neerdaalt. Alleen een totale omslag zou ons nog van de ondergang kunnen redden, zo wordt beweerd. Ik deel deze wanhoop niet.

Ja, we bevinden ons in Nederland en in Europa in een overgangstijd. De transatlantische relatie staat onder druk. Onze Europese Unie hangt een chaotische Brexit boven het hoofd. Ongeveer 68 miljoen mensen zijn wereldwijd op de vlucht of intern ontheemd.  Onze levens worden in toenemende mate beïnvloed door de invloed van grote tech-reuzen.

In 2050 zullen er bijna 10 miljard mensen op aarde wonen. Economische groei en de opwarming van de aarde zorgen voor een enorme druk op het ecosysteem.

In mondiale zin is de ongelijkheid sterk gestegen sinds 1980. De armste helft van de wereldbevolking is rijker geworden, maar tegelijkertijd is het vermogen van de rijkste 1 procent twee keer zo snel gestegen dan dat van de onderste 50 procent.

In Nederland zelf zien we dat het besteedbaar inkomen van huishoudens sinds 1980 nauwelijks is toegenomen – een gegeven dat we uiteraard moeten adresseren. Al deze ontwikkelingen zijn niet het resultaat van “destructieprocessen” of “auto-immuunziektes” of van “elites” die zich tegen de samenleving hebben gekeerd.

Het heeft te maken met ontwikkelingen die 17 miljoen Nederlanders maar beperkt kunnen beïnvloeden. Technologische ontwikkelingen houden we niet tegen. Demografische veranderingen zorgen ervoor dat er in 2050 bijna 10 miljard mensen op aarde wonen. Uitputting van de aarde zorgt ervoor dat we naar een nieuwe economie moeten.

Het is de taak van politici mensen in staat te stellen die ontwikkelingen aan te kunnen. De verdeling van middelen, het verzoenen van verschillende ambities en verlangens, het beschermen van zwakkeren. Het bieden van mechanismen voor het oplossen van onze conflicten, en het ontplooien van allen die tot de samenleving behoren.

Politici zijn niet altijd in staat de problemen snel genoeg op te lossen. Dan ontstaan gevaren. Maar het is ook de taak van politici om weerwoord te bieden aan populistische wolven in het bos, die proberen zondebokken aan te wijzen voor de onzekerheden van nu en die in de toekomst.

De geschiedenis rolt niet over ons heen. Wij bepalen zelf hoe het hier verder gaat. Vooruitgang is een kronkelig pad dat we zelf bewandelen. Nederland en Nederland als lidstaat van Europa is een verhaal dat we nog altijd aan het schrijven zijn.

We kunnen hier trots zijn op hoe we universele rechten en waarden hebben verankerd. In relatieve zin hebben we dat altijd goed gedaan. Niet in de laatste plaats dankzij de inzet van de Remonstranten.

Maar ik wil hier niet het verleden idealiseren. Het is tijd om nieuwe stappen te zetten. De geschiedenis te gebruiken als dienaar van de toekomst. Daarbij is het sleutelwoord wat mij betreft strijdbaarheid.

Vrijheid en tolerantie zijn nobele doelen om na te streven. En ja, ze behoren ook tot ons cultureel erfgoed. Maar wie de geschiedenis overziet, kan niet anders dan concluderen dat ze weinig betekenen zonder onze inzet. Ze zijn geen rustig bezit. Een standbeeld waar we kalm omheen kunnen lopen, onszelf schouderklopjes gevend uit trots over het resultaat.

Integendeel, vrijheid en tolerantie vormen voor mij vooral een appèl. Een handelingsperspectief voor de toekomst. Het gaat mij nu en voor de toekomst om daadwerkelijke, oprechte verdraagzaamheid tegenover mensen die anders denken en tegenover mensen die zich “anders” gedragen.

Ook als iemand een mening is toegedaan, die anderen pijn doet. Zelfs dan – juíst dan – is het niet alleen van belang om andersdenkenden te ‘tolereren’, maar ook te begrijpen.

Die diversiteit is de zuurstof van onze democratie. En ja, diversiteit betekent ook conflict. Maar juist daarin schuilt vrijheid. Ik hoop dus dat we dat vertellen aan onze kinderen als zij dit museum bezoeken. Ik hoop dat we onze kinderen een indruk geven van hoe sterk de gemeenschap is waar ze toe behoren. Ik hoop dat we ze kunnen vertellen dat Nederland een bijzondere rol heeft gespeeld in het denken en handelen over “vrijheid”, en “tolerantie” en “openheid”, al zijn dat niet unieke Nederlandse termen.

Wat hier ontegenzeggelijk is gelukt, is om die begrippen levend te maken. Betekenis te geven voor ons eigen handelen. Niet omdat iedereen ze direct omarmde. Maar omdat mensen ervoor hebben gestreden.

Onze kinderen kunnen trots zijn op dat verhaal – ook als hun ouders niet in Nederland zijn geboren, en ook als ze zélf niet in Nederland zijn geboren -, omdat ze kunnen meeschrijven aan dat verhaal. Ik hoop verder dat wij tegen hen zeggen dat het belangrijk is om te weten “wie wij waren.” Maar dat het nog belangrijker is om te bepalen wie wij zijn. Daarom ben ik vol overtuiging teruggekomen na 25 jaar in het buitenland, om een klein beetje bij te dragen aan dat open en veelkleurige Nederland.

Het is een eer om in dit land minister te mogen zijn. Het is een eer om tijdens de Algemene Beschouwingen de fundamentele tegenstellingen in onze politiek respectvol te zien botsen. En het is een eer om achter een Nederlandse en Europese vlag op het internationale toneel te verschijnen, en te merken dat andere landen nog altijd weten wat een rijke geschiedenis en wat een enorme ambitie dat kleine Europese land te bieden heeft.

Dat komt ook door onze openheid, verscheidenheid en diversiteit. Laten we die verscheidenheid, openheid en diversiteit koesteren. Laten we dat met kracht beschermen. Laten we onze energie niet besteden aan een focus op onze verschillen. Laat ons concentreren op waar we nu samen zijn. Op hoe we samen verder gaan. Op hoe we samen verder komen in onze bonte verscheidenheid.

Vrijheid, diversiteit en respect vormen en blijven de zuurstof van onze samenleving. Zonder is er geen toekomst. Met hebben we de kans te leven, te ontwikkelen, en een betere toekomst tegemoet te gaan.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Meerderheid Tweede Kamer wil Brexit-noodwet

D66 D66 GroenLinks VVD PvdA Nederland 21-09-2019 15:00

Meerderheid Tweede Kamer wil Brexit-noodwet

D66, VVD, GroenLinks, PvdA en 50PLUS dienen een Brexit-noodwet in. Dankzij de noodwet kunnen Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen de Britse nationaliteit aannemen zonder de Nederlandse te verliezen. De partijen hebben gezamenlijk een meerderheid in de Tweede Kamer.

Tweede Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma: “een No Deal-Brexit komt nu echt angstaanjagend dichtbij. Nu  ze er aan de overkant van de Noordzee een chaos van maken, moet de Nederlandse politiek de handen ineen slaan. Nederlanders in het VK mogen niet worden gegijzeld door de Brexit. Daarom komen we met dit vangnet.”

De wet is een vangnet voor Nederlanders in het VK en beschermt ze tegen de negatieve gevolgen van No Deal-Brexit of een Brexit waarin de burgerrechten niet geregeld zijn.  Met de onvoorspelbare politieke situatie in het VK is een no deal-Brexit – helaas – nog steeds een angstaanjagend reëel scenario. Dankzij de noodwet worden zij niet gedwongen op stel en sprong te kiezen tussen een Nederlands of Brits paspoort met alle negatieve gevolgen van dien. De enige manier waarop de Nederlandse regering deze mensen kan helpen is door hen de dubbele nationaliteit toe te staan.

De partijen benadrukken dat deze uitzonderlijke maatregel nodig is vanwege de unieke situatie die de Brexit is. Nederlanders in het VK verkeren in grote onzekerheid, met name als het gaat om hun recht op verblijf in het VK. Ondertussen kunnen ze niets doen om zichzelf te beschermen. Deze noodwet biedt voor hen een vangnet en voorkomt dat ze slachtoffer worden van  Brexit-onzekerheid. De vijf partijen vinden dat de Nederlandse politiek de handen ineen moet slaan nu de Britse politiek het dreigt te laten afweten.

Een Nederlander die al voor de Brexit in bijvoorbeeld Londen woonde, kan straks een Brits paspoort aanvragen zonder zijn Nederlandse staatsburgerschap te verliezen. Op die manier is er geen twijfel over verblijfsrecht, recht op onderwijs of sociale zekerheid. Normaal verlies je automatisch de Nederlandse nationaliteit, zodra je vrijwillig een tweede nationaliteit aanneemt. Dat wijzigt nu alleen in deze uitzonderlijke situatie van de Brexit.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

In memoriam: Machteld Versnel-Schmitz

D66 D66 Nederland 02-08-2019 07:27

In memoriam: Machteld Versnel-Schmitz

copyright: Paul Vreeker - ANP PHOTO (1994) / (CC BY-NC-ND 4.0)

8 september 1940 – 29 juli 2019

Ons bereikte het droevige bericht dat Machteld Versnel-Schmitz, voormalig Tweede Kamerlid voor D66 (1989-1998), is overleden. Zij werd 78 jaar.

Machteld Versnel was D66-lid van het eerste uur. Samen met een aantal politiek betrokken Utrechters, waaronder Jan Terlouw, Henk Zeevalking en Herman Kernkamp, stond zij aan de wieg van de Utrechtse afdeling van D’66 – toen nog mét apostrof.

Van 1970 tot en met 1974 was zij raadslid (en later ook voorzitter) van de eerste, vierkoppige D66-fractie in Utrecht. In 1978 was zij een jaar lid van Provinciale Staten in Utrecht. Van 1982 tot en met 1986 was zij wederom raadslid (en fractievoorzitter) voor D66 in Utrecht.

In 1989 werd Machteld in de Tweede Kamer gekozen en trad zij toe tot de twaalfkoppige D66-fractie onder leiding van Hans van Mierlo. Daar voerde zij het woord over volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, verkeer en cultuur (monumentenbeleid). Daarnaast hield zij zich ook bezig met onderwijs en welzijn. In 1994 werd zij herkozen als Tweede Kamerlid.

Naast haar politieke functies was Machteld ook zeer actief in de vereniging; ze zat in diverse partijcommissies, miste geen ledenvergadering en ze voerde graag campagne. In 2015 werd Machteld Versnel-Schmitz onderscheiden met de Jan Glastra van Loon-penning, voor haar bijzondere en langdurige inzet voor de partij.

Oud-partijleider Jan Terlouw schreef een in memoriam voor zijn partijgenote en goede vriendin:

Een standvastige en robuuste vrouw

In januari 1967 kwam de net opgerichte afdeling Utrecht van D66 bijeen, onder voorzitterschap van Henk Zeevalking. Aan de orde waren de gemeenteraadsverkiezingen die drie jaar later zouden plaatsvinden. De voorzitter informeerde wie er verstand had van gemeentepolitiek. Niemand meldde zich. Vervolgens vroeg de voorzitter wie bereid was zich er in te gaan verdiepen. Een twintigtal mensen gaf zich op, waarbij Machteld Versnel en ondergetekende. Er werd een werkgroep opgericht van die twintig mensen, die mij als voorzitter kozen en Machteld als secretaris.

Het was het begin van een hartelijke samenwerking en vriendschap tussen ons.

Machteld bleek als historica te beschikken over veel kennis en ze had een enorme werkkracht. We inventariseerden welke onderwerpen zoal aan de orde komen in een gemeenteraad en we zochten drie personen per onderwerp om zich in de betreffende materie te verdiepen. Vervolgens maakte Machteld een vergaderschema van drie jaar, waaruit een D66-gemeenteraadsprogramma moest voortkomen. Bijvoorbeeld: op 14 oktober 1968 komt het daarvoor aangewezen drietal voor gemeentefinanciën met een mogelijk D66-standpunt over dat onderwerp.

Het vergaderschema is drie jaar lang zonder hapering uitgevoerd en Machteld heeft de besluiten die zo werden geformuleerd samengevoegd tot een ontwerp-gemeenteraadsprogramma, dat hoorde bij het meest gedetailleerde politieke programma van alle aan de verkiezingen deelnemende partijen. We haalden vier zetels, bezet door Henk Zeevalking, Machteld Versnel, Ton Vendrik en mezelf.

Die jaren van samenwerking met Machteld horen bij de vreugdevolste jaren in mijn politieke loopbaan. Ik heb er door ervaren hoe zinvol het is om met geestverwanten in de politiek samen te werken, ideëen te toetsen, vrienden te worden.

Je kon pittig met Machteld discussiëren. Ze had een kritische geest. We werden het meestal eens, maar niet altijd. Later, toen ze lid was van de Tweede Kamer, zijn we bijvoorbeeld verschillend blijven denken over de Betuwelijn, maar dat was geen enkele hinderpaal voor onze vriendschap en wederzijds respect. Ze nam serieus wat serieus genomen moet worden, en ze kon relativeren waar dat op z’n plaats was. Natuurlijk ga je elkaar minder zien als je levensloop dat zo met zich mee brengt. Ik was bijvoorbeeld het grootste deel van de tachtiger jaren in het buitenland, maar in 1987 sloot Machteld als ambtenaar van de burgerlijke stand in Utrecht het huwelijk van onze dochter Pauline, met een kostelijke toespraak, en het klikte meteen weer.

Machteld Versnel-Schmitz, een standvastige en robuuste vrouw, meer dan een halve eeuw toegewijd aan de publieke zaak, liefdevol, echtgenote, moeder, grootmoeder, politica. Het is een groot voorrecht met haar te hebben mogen samenwerken en bevriend te zijn. Vanaf de oprichting was ze lid van D66, een steunpilaar vooral in moeilijke tijden. Ze was alles wat een politicus moet zijn: volstrekt integer, met een krachtige overtuiging maar altijd open voor discussie, rechtvaardigheid als leidraad, optimistisch en oplossingsgericht.

Onze gedachten zijn bij Hans en hun kinderen, die haar vooral ook in de laatste zware jaren met zoveel liefdevolle zorg hebben omringd.

Lieve Machteld. Moge ze rusten in vrede.

Jan Terlouw

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Interview De Limburger met Geert Wilders: ‘De PVV moet minder braaf worden’

PVV PVV CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid D66 Nederland 27-07-2019 02:48

Limburg is altijd het begin van iets moois, declameert Geert Wilders. Het meest droomt hij van een succesvolle Limburgse coalitie. Wilders wil af van het poldermodel en waarschuwt voor de uitholling van de democratie en de rechtsstaat. Ondanks de verkiezingsnederlagen geeft hij niet op. ‘Alleen per brancard krijgen ze me weg.’

2019 was nu al een zeer roerig jaar voor Geert Wilders. „Een parlementslid gaat op campagne. Er komt een man met bijlen en messen, die tegen verschillende dienders zegt wat hij van plan is. Hij wordt vrijgesproken. Terwijl het OM vier jaar gevangenisstraf had geëist. Soms lijkt het wel of iedere aanslagpleger slechts als een verward persoon wordt gezien. Deze man wist wat hij wilde. En had geen bos bloemen bij zich voor mij. Dit vonnis toont het failliet van de rechterlijke macht aan. Het is een publiek geheim dat heel veel leden van de rechterlijke macht uit de hoek komen van D66, GroenLinks, Partij van de Arbeid. Het andere deel van Nederland is niet of nauwelijks vertegenwoordigd in de rechterlijke macht. Had die man met die bijl een aanslag willen plegen op iemand van D66, dan was ie er misschien minder vrij van afgekomen.”

Die opstelling is volgens Wilders ook terug te vinden in de gang van zaken rond het Marokkanen- proces. „Voor het stellen van een vraag sta ik nu al vijf jaar voor de rechter. Onlangs maakte een groep Marokkanen zwembaden in Zeeland onveilig. Ze vallen meisjes en vrouwen lastig. En gaan weer naar huis zonder dat ze zelfs maar een bon krijgen. Degene, die daar een vraag over stelt, die staat voor het hekje en wordt veroordeeld voor discriminatie. De wereld op z’n kop.”

Wilders stelt dat zijn zienswijze bevestigd wordt door de actie van oud-minister Ivo Opstelten, die zijn naaste medewerkers opdracht zou hebben gegeven Wilders ‘aan te pakken’. „Je pakt de boodschapper van het slechte nieuws aan. Maar je moet de daders aanpakken. Het probleem aanpakken. En wel nu. Want het probleem is de laatste jaren alleen maar groter geworden. En er is een grote groep asielzoekers bijgekomen, uit de zogenoemde veilige landen. Die groep wordt ook geen strobreed in de weg gelegd. Het gaat niet om alle Marokkanen. Het gaat niet om alle asielzoekers. Maar de landen, waar die mensen vandaan komen, treden veel strenger op tegen hun onderdanen, dan wij doen met dezelfde mensen.”

Volgens Wilders is de democratie kwetsbaarder geworden.

„Bij een meerpartijenstelsel kun je de situatie krijgen dat wij als tweede partij van Nederland worden genegeerd. Hoe democratisch is dat? De democratische beginselen, zoals regering, parlement en rechterlijke macht, worden uitgehold. Mensen worden daar apathischer door. Als het gaat om inkomen, om immigratie en om de invloed die ze hebben op het Europese beleid, denken ze in toenemende mate: het zal wel. De opkomst van de gele hesjes, met name in Frankrijk, toont aan, dat veel mensen het vertrouwen in het stemmen, in de inspraak en de gang naar de rechter verloren hebben. In Frankrijk gaat zowel links als rechts de straat op. Zowel de chirurg als de elektricien. Omdat ze het idee hebben dat dat nog het enige middel is, waarmee hun stem nog gehoord kan worden. De overheid is als de dood voor ze.”

„Bij ons zijn de gele hesjes niet groot geworden. Nederland is een consensusland. Daar zijn we wereldwijd voor geprezen. Ik heb me daar altijd gigantisch tegen verzet. Democratie in de beste vorm is het gekozen parlement of de directe democratie. En niet de niet-gekozenen, die in een serre of in wat voor setting dan ook, de beslissingen nemen. Nederland is een consensusland, waar je wordt beloond als je naar het politieke midden gaat. Je krijgt toegang tot de macht. Je wordt geaccepteerd. Maar de problemen worden niet opgelost. Ga je naar het midden, dan krijg je ook middelmatige politici. En middelmatige oplossingen. Maar je wordt wel beloond. Het is dus aantrekkelijk voor politici om veilig naar dat midden te gaan. Dat is zo’n beetje de aard van de Nederlandse samenleving en de politiek. Nederland is een prachtig land. Maar we hebben een abominabel slecht parlement van de gestolde middelmatigheid.”

We hebben nu ook hele zwakke vakbonden, oordeelt Wilders.

„Die tekenen nota bene pensioenakkoorden, waarbij mensen straks nog steeds pas met hun zeventigste met pensioen kunnen gaan. Ja, zeggen ze, die kortingen moeten eigenlijk ook nog van tafel. Had dan niet die handtekening gezet! In Frankrijk zouden ze het land een half jaar lang plat leggen. En vervolgens de helft binnengehaald. Hier is iedereen maar aan het polderen. Dus wat hebben we nu? Veel polderinstituties met weinig gezag. Zwakke vakbonden, die bijna werkgeversclubs zijn geworden. Er is vrijwel geen dynamiek. Het saaie, gezapige, ineffectieve, middelmatige midden wordt beloond. Van CDA tot GroenLinks, van Partij van de Arbeid tot de FNV, iedereen gaat ernaar toe. We zitten met een enorm vacuüm.”

„Als je opgroeit met het consensusmodel en altijd geleerd hebt dat naar het midden toegaan het beste is, dan is het moeilijk om de massa te mobiliseren. Dan moeten de problemen eerst nog groter en zichtbaarder worden dan ze nu al zijn. Dat de koopkracht nog minder wordt, de pensioenleeftijd nog verder omhoog gaat en de pensioenen omlaag gaan. Dat de immigratiestroom niet afneemt. En dat de criminaliteit niet minder wordt. En dat gebeurt al of gaat nog gebeuren. De burger komt er wel achter.”

Er moet iets gebeuren, vindt hij. Maar hoe machtig is de PVV nog, na het verlies bij de Statenverkiezingen en die van de EU? „Je moet wel op een andere planeet hebben gezeten om niet te zien dat Forum het in de peilingen goed deed en dat dat voor een groot deel ten koste van ons zou gaan. Forum is geen PVV, ze zijn wat lighter. Ik heb geen gevecht met Forum. Ze staan dichter bij ons dan alle andere partijen in de Tweede Kamer. Maar als het gaat om het sociaaleconomisch beleid, de koopkracht van de gewone man, een goede gezondheidszorg, en de aanpak van islam en immigratie, zijn wij steviger. Mensen hebben gezien dat wij als tweede partij zijn genegeerd. Dat kan voor mensen ook een reden zijn geweest om deze keer op Forum te stemmen. En wat gebeurt er nu? Ook Forum wordt nu bijna overal buiten gesloten. Een grove schande.”

Oud-PVV’er Hero Brinkman zei naar aanleiding van de verkiezingsnederlagen: tijd om de partij open te gooien. „Dat gaan we dus nooit doen. We zullen nooit een ledenpartij worden. Maar we moeten wel meer het land in. Ons verhaal meer en beter uitleggen.”

„Dat verhaal, de combinatie van het opkomen voor de portemonnee van de gewone man, voor de zorg van die gewone man en het stevige verhaal over immigratie en islam zal de komende jaren nog meer heersend worden. Onze punten kunnen gedeeltelijk overgenomen worden door anderen. Maar wij hebben het beste verhaal. De PVV moet aan de bak. We moeten ook minder braaf worden. Meer de grenzen opzoeken. Den Haag is niet alles. Ik heb de Tweede Kamer eerder een nepparlement genoemd. Uiteindelijk heb je dat nepparlement wel nodig voor je meerderheden. Maar het werkt niet zoals je zou willen. Je ziet vaak dat de mening van de meerderheid van de mensen, zie de Europese Grondwet en het associatieverdrag met de Oekraïne, genegeerd wordt. Uit cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau, toch niet de meest rechtse organisatie, bleek dat 62 procent van de Nederlanders de islam als een bedreiging ziet. In Den Haag worden moties aangenomen, die zeggen: de islam is iets prachtigs. Ook de enorme kosten, die gepaard gaan met de klimaatgekkigheid, worden door middelmatige partijen met middelmatige politici met middelmatige oplossingen doorgedrukt. De grote problemen zoals de koopkracht, de terreur, de islamisering, onze identiteit, zeggenschap in Europa en in je eigen land, daar komt geen oplossing voor. Dat betekent dat Nederland langzaam naar de afgrond gaat. Die zanger, hoe heet ie nou ook weer, o ja Gerard Joling, die zei: als we zo doorgaan in Nederland, dan stevenen we op een burgeroorlog af. Dat hoop ik natuurlijk niet. Maar het borrelt. Blijven we te lang bij die middelmatigheid en komt er geen ventiel van ander beleid, dan zal de boel exploderen.”

Verrassend: de PVV, die zich in Limburg verbindt met andere partijen. Eerder klapte zo’n bestuurscollege. Destijds zei Wilders: vanwege de ‘oude regentencultuur van het CDA’.

„Ik heb Robert Housmans niets ingefluisterd of opgedragen. Het enige, dat ik tegen hem gezegd heb, was: er moeten punten in zitten, die voor de PVV mooi zijn, met name op het gebied van de zorg. Het pareltje uit dat akkoord is het bindende referendum. Daarmee kan Limburg het begin van de ommekeer zijn. Met dat referendum kun je problemen te lijf gaan, die je met die middelmatigheid niet oplost. Om die problemen op te lossen, moet de burger invloed en inspraak hebben. Het CDA is waarschijnlijk de partij van de middelmatigheid. Maar soms moet je de verantwoordelijkheid nemen om iets veranderd te krijgen. Dat wij daarin meedoen met Forum vind ik zeer verheugend. Ik heb daarover niet overlegd met Baudet. Ik ben ook niet bang dat we daarmee Forum verder omhoog helpen. Sterker nog, ik zou in meer provincies en liefst ook landelijk met ze samenwerken in een volgend kabinet.”

Wat als de PVV blijft steken bij het huidige aantal zetels? Of nog verder gaat dalen? Gooit hij dan de handdoek in de ring?

„Misschien zal het sommige mensen teleurstellen, maar ik zal er nooit mee stoppen. Al ben ik de enige nog. Ik heb de partij opgericht. Ben er mijn vrijheid door kwijtgeraakt. Heb processen aan m’n kop. Fatwa’s naar m’n hoofd gekregen. Iedere dag ga ik met gepantserde auto’s met sirenes naar m’n werk. Ik doe dat, omdat ik in mijn verhaal geloof. En ik zal dat altijd blijven doen, zolang we minstens één zetel halen. Mijn missie is vóór de vrijheid en tegen de islam. Daar geef ik als het moet mijn leven voor. Ze krijgen me dus niet of alleen per brancard weg.”

Lees het interview met Geert Wilders op de website van De Limburger.

D66 wil de wietteelt legaliseren. ...

D66 D66 Nederland 13-06-2019 05:00

D66 wil de wietteelt legaliseren. Daar is onder Nederlanders een meerderheid voor, maar veel politici twijfelen nog. Die twijfel kunnen we met de wietproef hopelijk wegnemen. Mooi dat circa 1/5 gemeenten met een coffeeshop mee wil doen! Vera Bergkamp legt het in 2 minuten aan je uit uit.👇

Ben jij ook klaar met het ...

D66 D66 Nederland 18-05-2019 09:04

Ben jij ook klaar met het inhoudsloze gekibbel over Hans Brusselmans en wel/geen debat op rechts? Veel mensen vinden deze verkiezingscampagne niet inhoudelijk genoeg. Of dat voor D66 geldt? Oordeel zelf. 😉 Check onze 🔟 grootste plannen van de afgelopen weken. 👇

Zeker zijn dat je jezelf kan zijn

PvdA PvdA GroenLinks D66 Nederland 16-05-2019 15:47

Door Kirsten van den Hul op 16 mei 2019 Delen  

Emancipatie valt of staat met vooruitgang. Helaas lijkt steeds vaker het omgekeerde het geval. Dat zien we in Brazilie, in Rusland, in Brunei en in de Verenigde Staten, waar grote stappen terug worden gezet als het gaat om de rechten van LHBTI en gendergelijkheid. Maar ook dichterbij huis is de acceptatie van seksuele en genderdiversiteit nog verre van een gelopen race.

Want maar liefst 7 op de 10 LHBTI-personen in Nederland wordt slachtoffer van een vorm van geweld. Veel LHBTI-jongeren twijfelen of ze wel openlijk zichzelf kunnen zijn, op school, op straat, of zelfs thuis. En er zijn zorgelijke berichten over zogenaamde conversietherapieën, waar jongeren wordt wijsgemaakt dat ze van hun homoseksualiteit kunnen worden genezen. Absurd natuurlijk. LHBTI’er zijn is geen ziekte, dus je kunt – en hoeft! – er niet van te genezen. Je bent het. En jezelf zijn, dat is een mensenrecht waar we in onze rechtstaat nooit aan mogen tornen.

Helaas denken sommige mensen daar anders over. Zo kreeg de Tweede Kamer deze week een petitie aangeboden die steun uitspreekt voor de Nashville verklaring. Een uiterst kwetsend, schadelijk en verwerpelijk document, dat tot zeer grote maatschappelijke onrust leidde, niet in de laatste plaats omdat een aantal van de ondertekenaars publieke functies vervult. Onder meer op scholen en universiteiten. Maar ook in de politiek. Samen met mijn GroenLinks en D66-collega’s maakte ik daarom deze week een statement. Een statement tegen onverdraagzaamheid en uitsluiting. En vooral vóór gelijke rechten voor en acceptatie van iedereen.

Maar met statements alleen zijn we er natuurlijk niet. Daarom vroeg ik samen met D66 vorig jaar aan de regering om met een actieplan te komen waarmee we de veiligheid van LHBTI’s gaan garanderen. Dat plan is er gekomen, maar vraagt wat ons betreft nog steeds om de nodige aanscherpingen.

Vandaag vroeg ik samen met progressieve collega’s de betrokken ministers daarom om de Roze in Blauw teams bij de politie te versterken en verder uit te breiden. En om specialistische hate crime rechercheteams op te richten. Zodat melden en aangifte doen ook echt zin heeft en het vaker tot een veroordeling komt.

Want iedereen moet zeker zijn dat je overal veilig jezelf kunt zijn. Wie je ook bent, en van wie je ook houdt. Daar blijven wij ons met onze bondgenoten keihard voor inzetten.

 

 

Tweede Kamerlid

Parlementscommissie Juridische Zaken akkoord met controversiële update van het digitaal auteursrecht | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks VVD D66 CDA Nederland 26-02-2019 00:00

De commissie voor Juridische Zaken van het Europees Parlement stemde dinsdagmiddag in met het invoeren van een uploadfilter en een linkbelasting. Een meerderheid van onder andere christendemocraten (fractie van het CDA) en liberalen (fractie met VVD en D66) gaat akkoord met de controversiële voorstellen om het auteursrecht te updaten. “Een zorgelijke ontwikkeling”, stelt Europarlementariër Judith Sargentini. “Maar we hebben nog één kans om de voorstellen tegen te houden: bij de plenaire stemming. Ik reken op de steun van mijn Nederlandse collega’s.”

 

Spreek je steun uit en blijf op de hoogte. Meld je nu aan.

 

“Natuurlijk moeten we ervoor zorgen dat de makers van online content, zoals artiesten en journalisten genoeg verdienen krijgen voor hun werk”, zegt Sargentini. Maar de plannen die voorliggen, voor strenge regulering voor het ‘recht’  om te linken en een uploadfilter, gaan Sargentini te ver. “Staan er op Twitter straks nog memes op basis van televisiebeelden van het WK? Of mag je nog zomaar linken naar een krantenartikel online? Dat is maar zeer de vraag met deze wetsvoorstellen.”

Uploadfilters

De bezwaren gaan vooral over artikel 11 en 13 uit het wetsvoorstel van de Europese Commissie. Artikel 13 gaat over uploadfilters. Online platforms waar gebruikers content kunnen uploaden moeten preventief licenties kopen om auteursrechtelijk materiaal te mogen weergeven, maar als ze dat niet doen (of kunnen) dan moeten ze content filteren. Dat betekent dat alle bestanden gecheckt moeten worden tegen een database van auteursrechtelijk materiaal. Een onmogelijke prestatie.

Sargentini: “Het risico bestaat dat de online platforms het filter veel strenger instellen dan noodzakelijk om veilig te zijn. Daarnaast zijn uploadfilters foutgevoelig waardoor perfecte legale inhoud ook geblokkeerd kan worden. En dat gaat gevolgen hebben voor memes, parodies en andere content die legaal is, maar lijkt op auteursrechtelijk materiaal. ”

Heffing op links

Artikel 11 geeft zogenaamde ‘naburige rechten’ aan uitgevers en eist dat ze een vergoeding krijgen voor het digitaal gebruik van hun publicaties. Probleem is echter dat er weinig gezegd wordt over de manier van ‘digitaal gebruik’ en dat zo bijvoorbeeld snippets, het automatisch uitklappen van links met afbeelding en context, er ook onder vallen.

“Het is hoog tijd dat we voor de grote digitale platforms als Facebook en Google een werkbaar systeem opzetten zodat ze eerlijk afdragen aan uitgevers en artiesten waarmee ze zelf advertentiegeld verdienen.” Maar Sargentini waarschuwt dat we met deze voorstellen het kind met het badwater dreigen weg te gooien. “Toen Spanje eerder strenge regels voor linken naar nieuwsberichten opstelde, besloot Google simpelweg om de Spaanse markt te verlaten en daalde de bezoekerscijfers van krantenwebsites dramatisch.”

Laatste kans

Er is nog één kans de plannen te blokkeren. Tijdens de vorige stemming in het Europees Parlement haalde de rapporteur van het rapport, Axel Voss (christendemocraten), maar een kleine meerderheid voor zijn voorstellen. Dat kwam doordat kleine organisaties een vrijstelling kregen voor het inzetten van uploadfilters op hun websites. Nu deze vrijstelling komt te vervallen vergroot dit de kans dat een meerderheid van het Europarlement het compromis zal wegstemmen.

Door de chaos rondom #Brexit zitten ...

D66 D66 Nederland 21-10-2018 09:21

Door de chaos rondom #Brexit zitten 100.000 Nederlanders in het VK in grote onzekerheid. Moeten ze hun Nederlandse paspoort en identiteit opgeven om in het VK te blijven wonen? Wat ons betreft niet. Kamerlid Kees Verhoeven wil met een noodwet zorgen dat Nederlanders tijdelijk een 🇳🇱 én 🇬🇧 paspoort kunnen hebben.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.