Nieuws van politieke partijen in Nederland over D66 inzichtelijk

18 documenten

Congres 110 | Minister Wouter Koolmees over gelijke kansen

D66 D66 Nederland 09-11-2019 09:28

Congres 110 | Minister Wouter Koolmees over gelijke kansen

Lees hier de toespraak van onze vicepremier & minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees op het 110de D66-congres terug. Kijk je de speech liever terug? Klik hier!

Democraten!

Misschien was u erbij, misschien ook niet. In januari 2017 stond ik hier ook, op het congres in Nieuwegein. We maakten ons op voor de eindsprint, naar de Tweede Kamerverkiezingen in maart van dat jaar. Naar 19 zetels en ons kabinet.

Ik heb u toen meegenomen, in het D66-verhaal van “kansen voor iedereen”. De titel van ons verkiezingsprogramma Een progressief verhaal om kloven in de samenleving, – een dreigende tweedeling – tegen te gaan.

Ik ben hier vandaag op dit podium, omdat ik het opnieuw wil hebben over kansengelijkheid. Sinds januari 2017 is er namelijk het nodige gebeurd. We hebben grote stappen gezet. En daar ben ik trots op. Dat is een duidelijk D66-stempel op dit kabinet. Maar ik waarschuwde de aanwezigen toen al: het is een proces van lange adem, van hele lange adem.

Ik wil u laten zien waar we staan.

– Wat hebben we sinds de TK-verkiezingen van 2017 bereikt?

– Welke uitdagingen zijn er als het gaat om kansengelijkheid?

– En wat is de agenda die nog voor ons ligt?

Maar eerst wil ik kort met u stilstaan bij de analyse. Bij de vraag of in Nederland er een eerlijke kans is voor iedereen. En als je van een afstandje kijkt naar Nederland zie je best een egaal, vlak land. Aan de oppervlakte valt het wel mee met de ongelijkheid. De ongelijkheid van het besteedbaar inkomen is de laatste jaren nauwelijks toegenomen. Dat is het inkomen dat mensen iedere maand krijgen, nadat ze belasting hebben betaald en misschien toeslagen hebben ontvangen.

Maar als je inzoomt, zie je dat het inkomen voor deze herverdeling een stuk ongelijker is geworden. We zijn dus meer gaan herverdelen. Om het anders te zeggen: Het kost steeds meer moeite om de verschillen recht te trekken.

En het is natuurlijk goed dat de verschillen in inkomen in Nederland niet te groot zijn, maar het maskeert wat er eigenlijk aan de hand is. We repareren achteraf wat er aan de voorkant niet goed gaat. We compenseren mensen voor de groeiende ongelijkheid van kansen. Terwijl we juist beter kunnen investeren in die kansen.

En waar zit die ongelijkheid van kansen nu in? Het Sociaal en Cultureel Planbureau, omschrijft dit als een verschuiving: van de klassieke tegenstelling tussen de haves en havenots naar de nieuwe tegenstelling tussen cans en cannots.

Het gaat er niet alleen meer om wat je hebt, of je voldoende geld en een goed netwerk hebt. Maar het gaat er steeds meer om wat je kan. Om vaardigheden die nodig zijn om mee te komen in een snel veranderende wereld en mensen die achterblijven en zich niet goed genoeg kunnen aanpassen.

En dat leidt tot gescheiden werelden. In de werelden van hoog- en laagopgeleiden. Arm en rijk Migrant en niet migrant. Zij komen elkaar niet meer tegen, en leven in hun eigen ‘bubble’. Verschillen, oké, maar het probleem is dat sommigen nooit het verschil kunnen maken. Hun gebrek aan kansen wordt bepaald, door de positie van hun ouders.

Kinderen van arme ouders krijgen vaker een lager schooladvies dan kinderen van rijke ouders. Dus: kinderen met gelijk talent, maar een ander schooladvies. Alleen omdat de ene ouder meer verdient dan de ander. Dat vind ik niet acceptabel.

Als die kinderen op zoek gaan naar een baan, bepaalt vervolgens hun achternaam de kans op succes. Maar ook omgeving speelt een rol. Als je nog nooit een rechter of chirurg hebt ontmoet, lijkt het moeilijker om er een te worden. Gescheiden werelden vergroten dus de kloof tussen cans and cannots. Dat vind ik schokkend en zorgelijk. Wie als een dubbeltje geboren wordt, blijft vaker een dubbeltje, omdat hij simpelweg de kans niet krijgt om een kwartje te worden.

En dan ben ik weer terug bij het begin van mijn analyse. Namelijk bij de noodzaak om minder achteraf te herverdelen, en meer te investeren vooraf om problemen te voorkomen. Daar hebben we grote stappen gezet, maar ook nog een lange weg te gaan.

We hebben veel bereikt in dit kabinet. Genoeg om uren over te praten. Maar laat ik er een paar voorbeelden uithalen. En dan begin in natuurlijk bij onderwijs. We investeren deze kabinetsperiode, bijna 2 miljard in onderwijs en leraren. 9% salarisverhoging voor leraren, vermindering van de werkdruk. Ook maken we de overgang van vmbo naar mbo beter, zodat meer leerlingen eindigen met een diploma op zak. Als stapelaar weet ik hoe belangrijk dat is, en je hiermee nieuwe werelden dichterbij brengt. Ook investeren we in voor- en vroegschoolse educatie, zodat minder kinderen een achterstand hebben voordat ze aan hun onderwijs carrière begonnen zijn. Hierdoor verbeteren we het fundament en geven we mensen een gelijkere start in de samenleving.

En ook zetten we een aantal broodnodige stappen om de arbeidsmarkt meer in balans te brengen.

– We verkleinen de verschillen door vaste banen minder vast te maken en flexibele banen minder flexibel.

– En ook verkleinen we verschillen tussen werknemers en zzp’ers en zzp’ers onderling.

– We maken een bodem in de zzp-markt door een minimumtarief, waardoor we de meest kwetsbare groep beschermen.

Tegelijkertijd zorgen we dat ondernemers meer ruimte krijgen om te ondernemen.

We brengen de twee werelden van werkenden dichterbij elkaar. Flexwerkers hebben vaker een migrantenachtergrond, zijn vaker lager opgeleid. Ze wonen in minder goede wijken, werken vaker onder hun opleidingsniveau en verdienen minder. Door voor hen een vaste baan dichterbij te brengen, verkleinen we de kloof en vergroten we de kansen.

Ook zorgen we voor meer kansen voor Nederlanders met een migranten afkomst.

– Door mensen vanaf dag één de taal te leren

– Door migranten aan het werk te helpen

– Door discriminatie aan te pakken.

Want wie mee wil doen, moet een eerlijke kans krijgen.

Kunnen we dan na deze kabinetsperiode op onze lauweren rusten? Nee. Verandering gaat niet van de ene op de andere dag, kloven in de samenleving blijven bestaan, en nieuwe ontwikkelingen blijven zich voordoen. We moeten dus blijven werken aan gelijke kansen voor iedereen.

Persoonlijk zie ik een aantal grote uitdagingen. Ik begin bij de overheid zelf. We hebben het voor mensen ingewikkeld gemaakt, Om hun weg te vinden bij instanties en in systemen. Zelfs ik vind het aanvragen van de kinderopvangtoeslag ingewikkeld. En dan weet ik er nog best wat van, zeg ik onbescheiden.

Maar er zijn genoeg mensen die minder goed mee kunnen komen. Het verschil tussen de cans en cannots waar ik het eerder over had. Voor degenen die al moeite hebben om hun been bij te trekken, maken we het alleen maar ingewikkelder, en soms ook onuitlegbaar.

Ik geef u een voorbeeld. Ik heb recent gesproken met een ‘werkende arme’. Een man van 62 die al een aantal jaren in een uitkering zat. Om weer aan een baan te komen volgt hij cursussen zodat hij een nieuw vak leert. Een schoolvoorbeeld zou ik willen zeggen.

En halverwege het jaar vindt hij eindelijk die nieuwe baan. En hij gaat er per maand €200,- op vooruit. Het is geen vetpot, maar hij is blij dat hij werkt.

Maar het jaar daarna schrikt hij zich rot. Hij moet €3500 huurtoeslag terugbetalen, omdat hij net boven de inkomensgrens is uitgekomen. Of in gewone taal: hij heeft –per ongeluk- te veel verdiend om toeslagen te krijgen. Dat extra geld, en vaak zelfs nog meer, moet dus terug worden betaald, met als risico dat iemand in de schulden terecht komt.

Dat ontmoedigt en frustreert. Dat kan anders.

– Ervoor zorgen dat de overheid bereikbaar is.

– Dat regelingen eenvoudiger worden.

– En mensen beter begrijpen wat er van ze wordt verwacht.

Maar dat betekent ook dat we niet meer voor ieder probleem een specifieke regeling kunnen optuigen. Daar moeten we eerlijk over zijn.

Ook hier geldt: Die regelingen zijn ook zo moeilijk, omdat we achteraf gedetailleerd willen repareren wat aan de voorkant niet goed gaat. Dat loopt vast.

We moeten af van de reflex om elke tiende procent koopkrachtachteruitgang te compenseren. Het is zo veel belangrijker dat mensen zich goed kunnen ontwikkelen, een baan vinden die bij hen past.

En dat begint met onderwijs. Daar wordt het fundament gelegd voor de toekomst, om mee te doen in de samenleving.

– Het onderwijs zou ervoor moeten zorgen dat de verschillen die mensen van huis uit mee krijgen zo klein mogelijk worden gemaakt.

– Dat iedereen met hetzelfde talent ook dezelfde kans krijgt.

Daarvoor moeten we kritisch kijken naar alle facetten van het onderwijs.

Als D66-er denk ik aan een breed systeem waarin alle kinderen vanaf jonge leeftijd de hele dag meedoen. Zodat je taalontwikkeling niet wordt bepaald

doordat je wel of niet naar de kinderopvang gaat. Dat muziekles en sport er voor iedereen is

en niet alleen als je naar de BSO gaat. Dat er altijd bijles is als je het nodig hebt en niet alleen als je ouders het kunnen betalen.

Een breed aanbod van school, zodat kinderen van jongs af aan gelijke kansen krijgen. Maar ook zodat ouders ontlast worden in het spitsuur, omdat ze op één plek terecht kunnen. En zodat de keuze om te werken vrijer wordt.

Daar zie ik ook nog wel een uitdaging. Voor werkende ouders is het moeilijk om gezin en werk goed te combineren. We zien dat de zorg voor de kinderen nog steeds vooral op de schouders van de moeder ligt. De Wet WIEG: zes weken verlof voor vaders, is een mooi begin, maar er is meer nodig.

Een paar feiten. Na de geboorte van het eerste kind, daalt het inkomen van vrouwen veel sterker dan dat van mannen. En het blijft daarna ook lager. Nederlandse vrouwen werken het meest in deeltijd van alle westerse landen. Typisch Nederlands is de anderhalfverdiener, waarbij de vrouw vaak de ma-di-do-er is. In geen enkel Europees land is het gat in gewerkte uren tussen mannen en vrouwen zo groot als bij ons. Dat zet vrouwen op achterstand, ook qua uurloon, carrièreperspectief en pensioenopbouw. En de grootste kans op armoede heb je in Nederland als je kind bent, vooral van een alleenstaande ouder. U hoort mij vaak over pensioen, maar op basis van de feiten maak ik mij eerlijk gezegd meer zorgen over het aantal arme kinderen, dan over het aantal arme ouderen.

Het moet daarom nog veel gemakkelijker worden om werk en gezin te combineren. Dat helpt vrouwen om zelfstandig en vrij te zijn, en te werken aan een goede loopbaan. Dat helpt de toekomst van de kinderen, van wie de ouder zich uit de armoede kan werken.

Maar er is nog iets: Sectoren als de zorg, het onderwijs en de kinderopvang kampen nu al met personeelstekorten. Terwijl de vergrijzing echt is begonnen, en de komende jaren veel mensen met pensioen gaan. Te weinig personeel is niet het enige probleem in deze sectoren. Ook de salarissen en hoge werkdruk verdienen aandacht. Maar als we het gemakkelijker en aantrekkelijker maken om een paar uur in de week meer te werken, helpt dat om tekorten aan te pakken.

Congres,

Er ligt nog een belangrijke agenda te wachten. En dat zie ik ook als een opdracht aan onszelf, als progressief liberale partij. Voor de komende jaren. Maar om kansen eerlijk te kunnen verdelen, moeten we ook zorgen dat we het in de toekomst blijven verdienen.

Zorgen dat we een slimmer en schoner land worden. D66 wil investeren in de toekomst. Investeren in verdienvermogen, Waarmee we willen investeren in innovatie, wetenschap, infrastructuur. Ik heb de oproep van Rob gezien in de Volkskrant en ben het er helemaal mee eens, Ik wil ook dat we daar deze kabinetsperiode een goed begin maken. Zorgen dat Nederland voorop blijven lopen. Want de toekomst begint vandaag.

Dank u wel!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Motie Schalk aangenomen over verkiezing Eerste Kamer

SGP SGP D66 VVD Partij voor de Vrijheid Nederland 08-11-2019 00:00

De Motie Schalk (SGP) over opschorting van het wetgevingsproces met betrekking tot de verkiezing van de Eerste Kamer is vandaag aangenomen. Alleen VVD, D66 en PVV stemden tegen, dat betekent dat 51 leden van de Eerste Kamer de motie steunden, en 24 leden tegen stemden.

Schalk had dit onderwerp aangekaart tijdens de algemene beschouwingen in de Eerste Kamer. Zijn oproep was aan het kabinet om eerst te wachten totdat het eindrapport van de Staatscommissie parlementair stelsel door beide Kamers der Staten Generaal zouden zijn besproken. Om vervolgens te bepalen welke aspecten van het parlementaire stelsel om aanpassing vragen.

“Het wetsvoorstel dat nu in voorbereiding is lijkt vooral een anti-Forum-wet. Ik vind het namelijk frappant dat, nadat FvD plotseling met 12 zetels in de Eerste Kamer kwam, er met grote haast een wetsvoorstel in consultatie is gegeven.”

“Extra schrijnend aan dit wetsvoorstel vind ik dat het komt nadat eerst de mogelijkheid van lijstverbinding is geëlimineerd. Vervolgens is besloten om te blijven werken met grootste gemiddelden bij de toewijzing van zetels. Beide maatregelen zijn vooral gunstig voor grote partijen. Kleine partijen hebben naast dit nadeel ook te maken met een grotere kiesdeler als besloten wordt om gedeelten van de Kamer te kiezen, en dat om de drie jaren. Dat kan, in samenhang met de eerder genoemde maatregelen, leiden tot het einde van kleine partijen in de Eerste Kamer. Dat is vanuit democratisch oogpunt zeer ongewenst”.

“Ik ben heel blij dat deze motie zo breed gesteund wordt in de Eerste Kamer. Hopelijk zal het kabinet dit signaal op waarde schatten”.

Motie-Schalk (SGP) c.s. over opschorting van het wetgevingsproces met betrekking tot de verkiezing van de Eerste Kamer.In deze motie wordt de regering verzocht om de nu reeds lopende consultatieronde met betrekking tot een voorstel tot grondwetswijziging, dat de zittingsduur van de Eerste Kamerleden en de tweede lezing van de grondwetsherziening betreft, af te ronden en vervolgens te wachten met voortgaande stappen, zowel in de adviesaanvraag bij de Raad van State als bij het verdere wetgevingsproces, in ieder geval tot het moment dat in beide Kamers het debat is gevoerd over het eindrapport van de Staatscommissie Parlementair Stelsel. 

Voor een schuldenvrije toekomst

D66 D66 Nederland 07-10-2019 09:38

D66 wil mensen sneller uit de schulden helpen. Kamerlid Rens Raemakers: ‘Mensen in de schulden zitten vaak jarenlang in onzekerheid. Onzekerheid over hun financiële situatie, en of ze de schuldhulp in mogen. Daarom willen we dat mensen binnen zes maanden na aanvraag te horen krijgen of ze de schuldsanering in mogen.’

‘Vaak komen mensen in de schulden door pech, of door één verkeerde beslissing. D66 wil dat mensen de kans krijgen om wat van hun leven te maken. Dat geldt zeker voor mensen die zelf uit de schulden willen komen.’

In Nederland kampen maar liefst 1.4 miljoen huishoudens met problematische schulden of het risico daarop. Mensen met schulden leven constant onder hoogspanning. Iedere keer is het maar de vraag of er genoeg geld is voor de boodschappen, of bijvoorbeeld een nieuwe wasmachine. Door mensen sneller toegang te bieden tot de schuldsanering zijn zij ook sneller schuldenvrij.

Naast een sneller besluit over de schuldsanering wil D66 dat mensen die in de schuldsanering zitten ook twee keer per jaar een aflospauze kunnen inlassen. Raemakers: ‘In de schulden zitten is ontzettend zwaar, ook als je in de sanering zit. Je kunt door pech of een verkeerde beslissing echt jaren achter elkaar op een houtje moeten bijten. Er blijft dan geen geld over voor iets extra’s. Om mensen die in de schulden zitten ook wat lucht en ruimte te bieden willen we daarom dat je twee keer per jaar een aflospauze van een maand kan inlassen. Zodat je een dagje uit kan in de zomer, en cadeautjes kan kopen met kerst. Dat beetje extra maakt het leven van mensen echt beter.’

Naast de snellere schuldhulpverlening en de aflospauze wil D66 nog meer maatregelen om de Nederlandse schuldenproblematiek aan te pakken. Zo pleiten we voor een hardere aanpak van malafide incassobureaus, een kosteloze eerste betalingsherinnering bij boetes van de overheid en verhogingspauzes voor onbetaalbare boetes. Raemakers:  ‘Uiteindelijk heeft niemand er wat aan als mensen in de schulden zitten. De overheid heeft de verantwoordelijkheid om mensen niet de schulden in te duwen. En malafide incassobureaus die verdienen aan het te makkelijk maken van schulden pakken we aan. Natuurlijk hebben mensen de eigen verantwoordelijkheid om schulden te voorkomen. Maar we moeten er in ieder geval alles aan doen om ervoor te zorgen dat mensen minder makkelijk schulden maken.’

Lees hier onze plannen voor een schuldenvrije toekomst

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

D66 wil bouwen aan het nieuwe verdienmodel van Nederland. Aan verduurzaming van onze economie, aan een eerlijke en open arbeidsmarkt en aan een dienstbare financiële sector. Aan een land dat onderneemt en bloeit en na stilstand weer vooruit gaat.

Nieuwe welvaart vraagt om groei van onze economie. Dat is de beste manier om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Groei zorgt voor nieuwe banen. Groei zorgt voor innovatie en vernieuwing. En duurzame groei is de sleutel naar een welvarende toekomst. Allereerst moet de overheid zijn financiën op orde brengen, tegelijkertijd kan zij ruimte maken en gericht investeren. D66 heeft een groeiagenda om deze kansen te pakken.

Kiezen voor het goede leven

ChristenUnie ChristenUnie D66 Nederland 18-09-2019 19:57

Door Gert-Jan Segers op 18 september 2019 om 20:58

We staan op een kruispunt. En de Raad van State heeft ons er hardhandig midden op gezet. We kunnen even geen kant meer op. Dat is het moment om na te denken over wat we echt belangrijk vinden. Over wat het goede leven is. We stoten teveel stikstof uit, zo oordeelde de Raad van State, en daarom liggen nu duizenden bouwprojecten stil. Komt er geen nieuwe wijk in Roermond, geen windmolens in zee, geen nieuwbouw voor bedrijven. Dit verhaal van ons stikstofprobleem is eigenlijk ook het verhaal van Nederland. Het verhaal van ons allemaal.

Lees hier de bijdrage aan de Algemene Politieke Beschouwingen 2019.

We willen alles. We willen het nu. En we willen het allemaal tegelijk op dat hele kleine stukje aarde. Terwijl de dingen die het leven waarde geven onder druk staan. De weg vooruit is dan niet om de uitspraak van de Raad van State de schuld te geven, de weg vooruit is niet om de natuurgebieden de schuld te geven dat ze zo ongelegen pal naast onze huizen en wegen zijn liggen, hoe brutaal. De weg vooruit is niet om te zoeken naar nieuwe juridische trucs.

Nee, de weg vooruit is erkennen dat onze manier van leven onszelf en de schepping uitput. We staan nu op het kruispunt waarop we na kunnen denken over het goede leven dat we als samenleving willen leiden.

Dat geldt niet alleen voor de omgang met de schepping, maar ook voor de omgang met elkaar.

Begin deze zomer waren we als ChristenUnie-fractie op bezoek bij Taste. Dit is een woongemeenschap in een moeilijke wijk Delft. Gezinnen en singles leven daar samen hun leven. Hun prachtige tuin is een buurttuin geworden in één van de dichtstbevolkte wijken in Nederland. Iedereen kan daar binnenlopen. Op vrijdag organiseren zij het buurtcafé. Een plek waar mensen er voor anderen zijn. Ik vond dat heel bijzonder.

Een prachtig hoopvol voorbeeld, waar het goede leven geleefd én gedeeld wordt. Waar mensen keuzes maken waarmee ze echt aandacht hebben voor elkaar.

De uitspraak van de Raad van State over de PAS herinnerde me aan de keuzes die daar worden gemaakt.

Laten we dit moment aangrijpen om na te gaan wat het goede leven is en wat onze prioriteiten zijn.

Ik zal maar duidelijk maken waar onze prioriteiten liggen. Die liggen niet bij verhoging van de maximumsnelheid en niet bij ongebreidelde groei van het vliegverkeer. Onze prioriteit ligt wel bij de omslag die onder de bezielende leiding van de minister van Landbouw is ingezet naar kringlooplandbouw. Maar dan wel met boeren. Niet over de boeren en zonder hen, maar met hen. En willen we ons leven leefbaar houden, dan zullen we allemaal moeten inschikken.

Ons antwoord op de uitspraak van de Raad van State moet uiteindelijk een keus zijn voor het goede leven.

Coalitie-Y

Zo kom ik als vanzelf te spreken over Coalitie-Y, over de hunkering van jongeren naar het goede leven. Een leven met minder schulden, met uitzicht en perspectief op een goede toekomst en een leven met meer rust en meer aandacht voor elkaar.

De inzet van Coalitie-Y heeft alles te maken met de hoognodige omslag van een gehaaste, neoliberale samenleving, naar een samenleving met aandacht.

Dat verlangen naar zo’n samenleving hoorde ik toen ik in gesprek ging met jongeren op Hogeschool Windesheim in Zwolle. Jongere, na jongere die zei dat ze dromen hebben. Maar steeds hoorde ik van hen hoe deze generatie onder druk staat door schulden, door prestatiedruk. Het leidt ertoe dat de uitval hoog is, dat steeds meer studenten er somber van worden en soms uitvallen met burn-outs en de vraag naar psychologen toeneemt.

De dag voor Prinsjesdag heeft Coalitie-Y haar manifest aan de minister-president aangeboden. Eerder hebben we met hem al gesproken in het Catshuis. Dank voor dat luisterend oor. Coalitie-Y is een brede coalitie met 36 jongerenorganisaties, inmiddels al acht politieke partijen en programmamaker Tim Hofman. En inmiddels duizenden mensen die zich online hebben aangemeld. En we maken ons sterk voor jongeren.

Dat doen we omdat we af moeten van de onbarmhartige mythe dat als jij maar investeert in jezelf, als jij maar alle kansen pakt, dat succes dan een keus is. Maar dus ook dat falen je eigen schuld is. Het is een neoliberaal sprookje waar volgens mij ook liberalen niet meer in geloven.

Het manifest van Coalitie-Y vraagt om stappen waardoor getalenteerde jongeren meer kansen krijgen op een huis. Het kabinet zet goede stappen op de woningmarkt. Ik wil het kabinet aanmoedigen daarbij starters wél een kans te geven. Wanneer krijgen we inzicht in de haalbaarheid van een vurige wens van de ChristenUnie om de overdrachtsbelasting voor starters naar nul te brengen en die voor investeerders vanaf hun derde huis te verhogen? Want een woning is geen winstfabriek.

Ik vraag de minister-president ook om te reageren op een ander voorstel van Coalitie-Y, namelijk de invoering van een generatietoets. Ik doe dat voorstel vandaag samen met collega Jetten. Daarmee borgen we dat bij het sluiten van bijvoorbeeld een pensioenakkoord en het woonbeleid goed in kaart  wordt gebracht wat de gevolgen zijn voor elke generatie, van jong tot oud. Om daarmee te zorgen voor eerlijke en generatiebestendige keuzes. Is het kabinet bereid om zo’n generatietoets te ontwikkelen en te bezien welke rol de planbureaus hierin kunnen vervullen?

Omslag

Het verhaal van onze stikstofuitstoot en het verhaal van Coalitie-Y staan voor iets groters in Nederland. En voor de kans die we hebben om een omslag te maken. Om niet te zoeken naar het betere of het beste, maar gewoon naar het goede leven.

Het goede leven is voor mij een leven in verbondenheid met de Schepper, de schepping en met elkaar. Als ChristenUnie willen we ruimte bieden voor een samenleving met aandacht. Waarin mensen regie hebben over hun leven, ruimte krijgen om naar elkaar om te zien, om voor elkaar te zorgen. Waarin we oog hebben voor de volgende generaties en waarin we zorg dragen voor de schepping en de vrijheden koesteren waar ons land op gebouwd is.

Ik ben dan ook blij met de reflectie in de miljoenennota op het Brede Welvaartsbegrip waarbij verder wordt gekeken dan de koopkracht en de omvang van de staatsschuld. De kwaliteit van leven wordt niet daardoor bepaald, maar door de vraag of je toegang hebt tot goed onderwijs, goede zorg en of je in een schone leefomgeving woont. En door behoud van vrijheid, onze rechtstaat, onze democratie en door veiligheid.

De kabinet schept daar de voorwaarden voor.

Ik ben blij dat het kabinet opnieuw de lasten voor burgers verlicht, dit jaar met zo’n drie miljard. Het is voor de ChristenUnie-fractie een nieuwe stap in de goede richting. Ik vraag het kabinet wel om blijvend oog te houden voor de verhouding tussen gezinnen die van één inkomen moeten rondkomen en de zogenaamde tweeverdieners. Het is onrechtvaardig als eenzelfde gezinsinkomen bij eenverdieners veel zwaarder wordt belast dan dat van tweeverdieners. Graag een reactie op dat punt.

Ik ben blij met de verhoging van het Kindgebonden Budget. Dat verlicht de druk op jonge gezinnen en geeft drukbezette ouders weer iets meer lucht. Ook in gezinnen moet alles, nu en allemaal tegelijk. De ChristenUnie wil werken aan een samenleving met ademruimte voor gezinnen, juist in het spitsuur van het leven.

Tegelijk maak ik me grote zorgen over het groeiend beroep dat op de zorg in het sociaal domein wordt gedaan en de noodklok die gemeenten daarover luiden. Dan moeten we zo eerlijk zijn om te erkennen dat gemeenten bij het maken van hun plannen belemmerd worden door de veranderingen in de uitgaven van de landelijke overheid. Als wij geen JSF kopen, kunnen onze gemeenten minder doen voor mensen die zorg nodig hebben, kinderen die jeugdzorg nodig hebben en dak- en thuislozen. Dat is niet uit te leggen! Wil het kabinet daarom werken aan een andere meer trendmatige manier van financieren van het gemeentefonds? De ChristenUnie wil, samen met D66, dat de schommelingen eruit worden gehaald.

Investeringsfonds

Dan de zogenaamde investeringsagenda. Het fonds. Als er ooit een kans is om na te gaan wat we willen, wat goede, duurzame groei is, zodat we het goede leven kunnen leven, dan is het wel nu.

Het kabinet wil een investeringsagenda ontwikkelen en daar veel geld – ik heb gelezen tientallen miljarden zelfs – voor uittrekken. Het komt overeen met de Bijbelse wijsheid van Jozef die de ChristenUnie-fractie geregeld heeft gedeeld. Jozef koos als onderkoning van Egypte voor investeringen in goede tijden, zodat het land goed was voorbereid op slechtere tijden.

Ik las dat er verschillende geestelijke vaders zijn van dit idee. Maar het is nu duidelijk dat de echte geestelijke vader Jozef is. Wat mij betreft hebben we straks geen Hoekstra-fonds, geen Wiebes-fonds, maar een Jozef-fonds.

Dit biedt de kans om te investeren in de economie van de toekomst, in een economie die mensgericht is en rekening houdt met de draagkracht van de schepping. Dan kiest de ChristenUnie ervoor om te investeren in de omslag naar onze eigen, schone energie. Dan kiezen we voor snelle OV-verbindingen tussen de landsdelen, binnen stedelijke regio’s en met het buitenland. En kiezen we voor investeren in innovatie en onderwijs waarbij alle jongeren meetellen, van jong tot ouder, en alle talenten de ruimte moeten krijgen. Dus niet alleen investeren in knappe koppen, maar ook in vakmensen, in gouden handen.

Het  investeringsfonds biedt de kans om de grote opgaven op het gebied van mobiliteit, woningbouw, klimaat en energie gezamenlijk te bezien, om dan in samenhang de goede keuzes te maken.

Een overheid met aandacht

De Raad van State heeft ons hardhandig stilgezet en we staan op een kruispunt waarop we de weg moeten inslaan naar een samenleving waarin overbelaste mensen weer rust en ruimte krijgen. En waarin we het goede leven kunnen leven. Daar is een andere, een hervormde en mensgerichte overheid voor nodig. Een overheid met aandacht.

Laat ik één voorbeeld geven.

Vorig jaar vroeg ik naar een energieloket waarbij elke burger in elke gemeente kan aankloppen om te vragen wat hij kan doen aan de verduurzaming van zijn woning en hoe hij daarbij geholpen kan worden. Tot mijn verbazing bestaat nu 1 jaar later de ontmoedigende situatie dat  wanneer een inwoner van Rijswijk op zoek gaat naar dat loket,  hij verwezen wordt naar Rotterdam en 69 euro moet betalen voor hij een gesprekje van een uur krijgt. Ik vind dat waanzin.

Als we dat willen doorbreken moeten we afscheid nemen van een denken dat al te lang de toon heeft gezet. Het is neoliberaal denken waarin de markt domineert, ons land de BV Nederland heet en de overheid als een bedrijf wordt gerund en de burgers worden gereduceerd tot klanten.

DUO, de belastingdienst, NVWA, CBR, UWV, IND, SVB en wat de afkortingen ook mogen zijn. Als de uitvoerende diensten van de overheid inderdaad bedrijven waren, waren ze allemaal al lang failliet gegaan. Alleen kunnen mensen die er van afhankelijk zijn nergens anders heen.

De vraag is: hoe gaat het kabinet werken aan de omslag naar een dienstbare uitvoering waarin de menselijke maat weer centraal staan? Waarin mensen belangrijker zijn dan regels?

Maar het vraagt ook iets van onszelf, als Kamer. Het vraagt zelfreflectie. Met welke wetten hebben wij al die uitvoeringsorganisaties opgezadeld? Want de mensen doen hun werk bij al die organisaties wel naar eer en geweten. Hoe werkbaar zijn de instructies die wij ze hebben meegegeven?

Vandaar dat ik me aansluit bij collega Heerma en dat wij samen het voorstel doen om tot een parlementair onderzoek te komen waarbij we langer terugkijken en naar de breedte van de uitvoering door de overheid kijken en zeker ook naar de rol van de Tweede Kamer.

Het falen in de uitvoering wordt misschien nergens zo hard gevoeld als in Groningen. Dit jaar moest volgens minister Wiebes het jaar van de uitvoering worden. Een jaar waarin mensen eindelijk voortgang zien in hun dorp, wijk, straat en huis. Hoe staat het daarmee en kunt u verzekeren dat ook als de gaswinning stopt, de inspanningen onverminderd erop gericht zullen zijn om recht te doen aan de  mensen in Groningen die al jaren kampen met de gevolgen van de gaswinning?

Leven in vrijheid

Een goed leven is een leven in vrijheid. Ons gemeenschappelijke huis kan alleen vertrouwd zijn als het ook veilig is. We kunnen alleen het goede leven leven als we beschermd zijn. 75 jaar geleden is onze vrijheid duur bevochten. Dat geeft ons de plicht om die vrijheid te beschermen.

Net als veel anderen maak ik me grote zorgen over de invloed van het salafisme op jonge kinderen. Ook hier moet de overheid een schild voor zwakkeren zijn en bescherming bieden tegen een radicale versie van de islam die vrijheid gebruikt om vrijheid om zeep te helpen. En daar is vrijheid niet voor bedoeld. En om eerlijk te zijn, mis ik daar soms het gevoel van urgentie bij het kabinet.

En hoe staat het dan met het wetsvoorstel over het reguleren van buitenlandse financiering? Een wetsvoorstel waar ministers Blok, Koolmees en Dekker verantwoordelijk voor zijn. En hoe staat het met het eerder kunnen verbieden van antidemocratische organisaties?

Als een goed leven alleen in vrijheid geleefd kan worden, dan kan de overheid niet wegkijken bij het vreselijke onrecht van mensenhandel en gedwongen prostitutie. Er is te weinig politiecapaciteit om mensenhandel en gedwongen prostitutie aan te pakken. Ik vind dat onbestaanbaar. Daarom doe ik met collega Asscher het voorstel om structureel 10 miljoen euro extra vrij te maken voor politiecapaciteit om de strijd tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie aan te pakken. Meer prioriteit is nodig. En ook hier is wetgeving nodig. Waar blijft de wet om de misstanden in de prostitutie tegen te gaan? Van mijn kant de aanmoediging om daar werk van te maken.

Als iets haaks staat op vrijheid en het goede leven, dan is dat wel drugsverslaving. We zien de impact op jongeren, we zien de impact op Brabant, op een stad als Amsterdam. We hebben het rapport ‘de achterkant van Amsterdam’ gelezen.

We hebben als ChristenUnie een kleine traditie van zelfkastijding. Vorig jaar spraken we hier over de meloen van de dividendbelasting. Dit jaar wil ik het hebben over de proeven met legale wietteelt.

Er zit een merkwaardige dubbelhartigheid in het Nederlandse beleid rond drugs. We laten burgemeesters wietplantages oprollen, maar laten ze zelf ook wiet verbouwen. We rollen drugslaboratoria op, maar hebben ook twintig plekken in het land om pillen te laten testen. Dat is toch een tweeslachtigheid? Voor onze fractie is dit experiment met legale wietteelt absoluut geen opmaat tot legalisering. Sterker nog, voor ons is nu de kernvraag: Hoe voorkomt de regering dat er een verdergaande normalisering van drugsgebruik optreedt? Hoe voorkomen we dat we met dit experiment het onzalige signaal afgeven dat drugs oké zijn?

Tot slot

We staan op een kruispunt en we moeten nagaan wat een goed leven is met 17 miljoen mensen op een beperkt stukje van de wereld. Het is een leven met minder schulden, met meer rust, meer aandacht voor elkaar, betere zorg voor de schepping, met een dienstbare, mensgerichte overheid. Het is een leven in veiligheid en vrijheid.

Maar als dit het moment van reflectie is op het goede leven, dan moeten we ook nagaan wat wij hier elkaar aandoen. We lijden hier in de Tweede Kamer een intens leven waar we allemaal in sociaal opzicht een prijs voor betalen. En die is voor sommigen zo hoog dat zij vroegtijdig stoppen. Of noodgedwongen moeten stoppen of tijdelijk moeten stoppen.

En iedere keer als dat bij een collega gebeurt, raakt dat ons allemaal. Het raakt in ieder geval mij. Omdat we ons realiseren dat we zelf ook kwetsbare mensen zijn. Zelf ook moeite hebben om een goed leven te leiden met de geliefden om ons heen.

Ik heb niet de finale wijsheid om deze spanning die we allemaal voelen op te lossen. Maar het beetje wijsheid dat ik heb, deel ik graag. Ik gun ons graag:

Iets meer geld voor ondersteuning in ons werk hier.

Iets meer zondagsrust.

En bovenal: de zegen van onze goede God.

Een sterke democratie: jouw stem wordt belangrijker

D66 D66 Nederland 29-06-2019 20:49

Een sterke democratie: jouw stem wordt belangrijker

D66 wil dat mensen meer betrokken zijn bij de politiek. Het is dan ook goed dat het kabinet de analyse onderschrijft van de staatscommissie Remkes dat onze democratie moet worden versterkt.

Het kabinet neemt 11 concrete punten van Remkes over. Zeven andere punten van de commissie Remkes worden verder onderzocht en daar wordt later een standpunt over bepaald.

Ons Tweede Kamerlid Joost Sneller constateert dat er stappen worden gezet om onze democratie te vernieuwen en te versterken. Hij wil dat het kabinet nu vaart maakt: “Een deel van de bevolking voelt zich niet betrokken. Voor een gezonde democratie is het belangrijk dat we dit niet zomaar accepteren. Het doel is een democratie waarin iedereen mee kan doen. D66 vindt het goed dat het kabinet dit erkent en met verbeteringen komt. Nu moeten we doorpakken.”

Al sinds 1966 wil D66 dat de kiezer meer invloed heeft op de samenstelling van de Tweede Kamer. Het kabinet komt naar aanleiding van het rapport van de commissie Remkes met een nieuw kiesstelsel. Het kabinet gaat hiervoor drie varianten verder onderzoeken. Joost Sneller: “Dit wordt de grootste verandering van ons kiesstelsel sinds 1917. De kiezer krijgt meer te zeggen, bijvoorbeeld doordat kiezers kunnen stemmen op een partij of op een kandidaat. Dit leidt tot meer gekozenen met een eigen mandaat en geeft regionale kandidaten meer kans.”

Grondwet aanpassen in verenigde vergadering

Een voorstel om de Grondwet aan te passen moet nu twee keer door de Tweede en de Eerste Kamer worden aangenomen. De tweede keer is dat met tweederde meerderheid. Dat gaat veranderen. Sneller: “Het aanpassen van onze Grondwet verdient extra aandacht. Tegelijkertijd moet het wel mogelijk zijn om mee te groeien met een veranderende democratie.” Daarom wordt de tweede behandeling van het wetsvoorstel gedaan door de Tweede en Eerste Kamer samen, in de verenigde vergadering. Daarnaast wordt het toetsen van wetten aan de Grondwet door de rechter (constitutionele toetsing) onderzocht.

Verder wordt onder andere onderzocht:

Het terugzendrecht van de Eerste Kamer. Soms vindt de Eerste Kamer een wetsvoorstel in het algemeen goed, maar ziet ze wel enkele problemen. Op dit moment heeft de Eerste Kamer maar twee mogelijkheden: het wetsvoorstel toch overnemen, of omwille van één punt een heel wetsvoorstel wegstemmen. Met het terugzendrecht kan de Eerste Kamer het wetsvoorstel verbeteren en terugsturen naar de Tweede Kamer. Vervolgens beslist de Tweede Kamer of ze de verbeteringen accepteert.

Het kabinet gaat het correctief bindend referendum verder onderzoeken. Door een referendum bindend te maken wanneer een aantal drempels wordt gehaald, moet de uitslag worden overgenomen. Dat is het verschil met het raadgevend referendum waarbij de uitkomst niet overgenomen hoeft te worden. D66 is voorstander van het correctief bindend referendum.

Digitaal campagne voeren en het gebruik van microtargeting. Door de inzet van microtargeting kan de autonomie van de kiezer worden aangetast. Ook zijn er voorbeelden van buitenlandse inmenging in verkiezingen.

D66 heeft met haar leden de visie om de democratie te versterken vastgelegd in “Democratie van Nu”. Veel punten van Democratie van Nu en de staatscommissie Remkes komen overeen, waaronder het nieuwe kiesstelsel, een algoritme-waakhond, meer gebruik van burgerfora, het correctief referendum en het via internet raadplegen van mensen. Het kabinet onderschrijft de analyse van de commissie Remkes en gaat met bijna alle aanbevelingen aan de slag. Alleen de gekozen formateur staat wel in Democratie van Nu en werd ook aanbevolen door de commissie Remkes, maar wordt niet overgenomen door het kabinet.

In september wordt in de Tweede Kamer gesproken met de minister van Binnenlandse Zaken over dit onderwerp. Naast genoemde punten zijn er nog vele andere zaken waar het kabinet werk van maakt, zoals een jongerenparlement en beter burgerschapsonderwijs. D66 spoort het kabinet aan om ambitie te tonen en door te pakken.

Lees hier het interview met onze minister Kajsa Ollongren over de voorstellen.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

D66 D66 GroenLinks VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 17-06-2019 16:01

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

Dit weekend speechte fractievoorzitter Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten. Lees hier zijn toespraak over hoe radicale politiek verenigd kan worden met pragmatisme.

Het was een ijskoude zondagochtend in langzaam wegebbende jaar 2018. Ik stapte de auto uit en werd door Amsterdam getrakteerd op een Hollands doorkijkje. Alsof ik in het Rijksmuseum naar een schilderij van Pieter de Hoogh stond te kijken. Een donker steegje, te benauwd voor twee mensen tegelijk. Achter de betonnen poort danste het licht op bescheiden golfjes in de westelijke haven van de hoofdstad. Geduldig wiegende zeilboten moesten met deze temperatuur nog wat langer geduld hebben. Ik dacht aan Jacques Brel—‘dans le port d’Amsterdam’—probeerde de rest van de woorden voor de geest te halen, en neuriede het melodietje voor me uit. Alles om nog even niet te denken aan de snel naderende ontgroening door Jort Kelder in de nieuwe studio van het legendarische actualiteitsprogramma Buitenhof.

Toen ik werd overvallen door de lichtbak van de draaiende camera’s lachte Kelder mij opvallend mild toe. Zo mild, dat ik de ontstane ruimte kon benutten om te vertellen waarom ik nu precies doe wat ik doe. Wie ik ben. En vooral: welke radicale politiek mijn partij voorstaat.  „Ik zie er misschien wat netter uit,” zei ik, “maar ik voel wel dat radicalisme in me.”

Na het weekend kreeg ik twee giechelende medewerkers op bezoek met een cadeau. Een delfts blauw tegeltje met de tekst: ‘zoek de radicaal in jezelf’. Dat tegeltje staat sindsdien op de schouw in mijn werkkamer. Als ik er naar kijk denk ik aan de bron van dat radicale. Dan weet ik weer even waarom ik zei wat ik toen zei. Meer dan eens heb ik het gevoel éérst een Jonge Democraat en dan pas D66’er te zijn.

Nu ik het genoegen krijg terug te zijn op het oude nest, wil ik het met jullie hebben over wat ik zoek in mezelf en in mijn partij. Radicalisme.

Ik heb het dan niet over het radicalisme dat door de AIVD wordt gedefinieerd als “een gevaar voor de democratische rechtsorde”. Ook heb ik het niet over radicalisering onder jongeren, ook al zou het misschien nuttig zijn in dit gezelschap die materie nog eens door te nemen. Dan hadden we wellicht eerder signalen kunnen oppikken over een zekere scheidend JD-voorzitter .

Ik heb het over de radicaal-liberale politieke traditie geboren in de late negentiende eeuw. Een traditie geënt op de vernieuwing van het democratisch parlementair stelsel en het uitbouwen en beschermen van de rechten en vrijheden van het individu in verbondenheid met de gemeenschap.

In Nederland werd deze progressieve herijking voor het klassiek liberalisme belichaamd door de Radicale Bond. D66 kan haar inspiratie via de later opgerichte Vrijzinnig Democratische Bond herleiden naar precies die radicale voedingsbodem. Niet gek dus dat de huidige onderkoning van Nederland, Thom de Graaf, D66 wilde positioneren in wat hij noemde ‘het radicale midden’.

Dezelfde radicale geschiedenis behoort uw roemrijke organisatie toe. Al in 1916 werd in Utrecht besloten tot de oprichting van een organisatie voor vrijzinnige politieke jeugd. De enige serieuze twist was over de naamgeving. ‘Jonge Radicalen’ was lang favoriet, maar de oprichtingsvergadering besloot uiteindelijk tot ‘Jonge Democraten’. Het duurde nog 68 jaar voordat de échte Jonge Democraten opstonden in Café Eik en Linden hier in Amsterdam. Dat was drie jaar voor mijn geboorte.

De oprichting van een politieke jongerenorganisatie kon niet direct op enthousiasme rekenen bij de toch al jonge moederbeweging van Hans van Mierlo. Ten eerste was het formaliseren van partijstructuren fundamenteel in strijd met zijn idee van een Beweging die zichzelf zou opheffen. Ten tweede vond hij het net als iedere partijvoorman verdomd lastig zo’n horzel bij zich in de tent te hebben.

Hij zei, in een vraaggesprek bij het tweede lustrum van de JD: ‘op een onverwacht moment, toen wij even niet keken, zijn jullie tegen onze zin ontstaan’. Het wantrouwen tussen partijleider en jongerentak werd al snel wederzijds. Mijn illustere voorganger Alexander Pechtold kan erover meepraten.

Sinds haar oprichting heeft de JD zich als radicale horzel bewezen. En hoewel zélfs ik na amper een jaar fractievoorzitterschap sympathie kan opbrengen voor Van Mierlo’s standpunt, weet ik als geen ander: dat gehorzel is maar goed ook. Het is zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes en het voortbestaan van D66.

Zonder de politieke durf en het inlevingsvermogen van de JD was Paars er niet als vanzelfsprekend gekomen. Zonder Paars zaten we nu nog steeds onder de verstikkende, betuttelende plak van het CDA. Zonder Paars geen waardig levenseinde. En zonder Paars had ik niet in ieder geval de keuze gehad met mijn vriend te trouwen. Ik heb overigens geen plannen om dat ook daadwerkelijk te doen… Geheim tussen ons. Vertel maar niet aan hem.

Zonder de denkkracht van de JD had D66 nooit jongere generaties kunnen redden van de financiële last van de vergrijzing met de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vervroegde uittreding. Zonder de inspiratie van de JD had D66 nooit jonge mensen een kans kunnen geven op de huizenmarkt met de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

Toegegeven, de JD-motie voor afschaffing van ALLE luchtvaart in Europa was nog wat vergezocht in 1994, maar zonder de druk en steun van jonge mensen was D66 misschien nooit de enige serieuze klimaatpartij van Nederland geworden.

Zonder de schwung van de JD waren wij wellicht niet de enige echte onbeschroomd anti-populistische partij geworden. Het was JD-voorzitter Jan Paternotte die in de campagne voor de Europese grondwet twee weken lang met een caravan achter Geert Wilders. Hij kreeg daarmee net zoveel aandacht voor het pro-Europese verhaal in het NOS-journaal. Tot blinde woede van Wilders, die zich liet verleiden de telefoon te pakken, Hilversum te bellen, en verongelijkt door de hoorn te schreeuwen: ‘Zeg, zijn jullie allemaal lid van D66 daar?!’

Pechtold volgde snel met het moedige, radicaal-vrijzinnige antwoord op Wilders. Pas vijftien jaar later realiseerde VVD-leider Rutte zich dat meelachen met de nationaal-demagogen niet helpt. Maar toen hij direct na het trekken van die conclusie zendtijd opeiste van de publieke omroep voor een debat dat de keuze in het stemhokje vernauwde tot rechts en extreem-rechts, heb ik zelf de neiging moeten onderdrukken om Hilversum te bellen en verongelijkt door de hoorn te blaffen: ‘Zeg, zijn jullie nu allemaal lid van de VVD geworden daar?!’

Het was dezelfde Jan Paternotte die in zijn tijd constateerde dat bij de vakbonden eigenlijk iedereen oud was. In de Sociaal Economische Raad zat niemand van onder de 50. Zo konden jonge mensen natuurlijk niet vertegenwoordigd worden. En dus vond hij steeds nieuwe manieren om de discussie los te wrikken. De bezetting van het FNV gebouw in Sloterdijk liep nog wat stroef. Maar daarna kwam de machine op gang. Lodewijk de Waal werd uitgeroepen tot de irritantste man van Nederland. Jan poseerde voor de krant met een babyboomer op zijn rug. De last van het verleden goed in beeld gebracht.

En snel daarna ging de JD, in samenwerking met het CDJA, naar de SER om te eisen dat de toekomst aan tafel kwam zitten. Onder toeziend oog van de politie en de vaderlandse pers werd de oude stoel van Abraham Kuyper door JD’ers en CDJA’ers het gebouw in gedragen als jongerenzetel. De discussie barstte toen eindelijk los. Experts gaven de JD gelijk. En de CNV besloot in haar SER-delegatie dan eindelijk een jongerenvertegenwoordiger mee te nemen. En, dames en heren, wie was dat? Jawel, de oud-snuffelstagiair van Alexander Pechtold, Jesse Klaver. Zonder de JD dus geen kloeke carrièrestart voor Jesse Klaver.

En dan nog even dit: de politieke actualiteit maakt dat ik hier vandaag ben in grote dankbaarheid. Want zonder het wikken, wegen, uitdenken, doorzetten en doordrukken van de Jonge Democraten had onze minister Koolmees nooit zijn meest indrukwekkende prestatie van zijn carrière kunnen leveren. Een opluchting, een doorbraak en een overwinning voor jonge mensen in het hele land: de grootste pensioenhervorming ooit!

Verantwoordelijkheid van traditie

De traditie waarin die hervorming tot stand kon komen, de JD-traditie van voorlopen en van vurig en radicaal agenderen is het waard te laten leven.

Toen ik bij de JD rondliep—dat was zo ongeveer in het prehistorisch tijdperk—deden we ook voorstellen die nu steeds vaker terugkeren in politieke debat.

De legalisering van soft en harddrugs. De veilige en vrije omgang met prostitutie. Thema’s waar politici in Den Haag zich liever niet aan branden.

Nu loop ik daar zelf rond. En ik zie dezelfde bekrompenheid om me heen. Maar niet bij onze eigen partij. Want welke koers D66 ook vaart, of we nu wel of niet in een kabinet zitten, wij staan altijd open voor discussies met de JD.

Niet omdat het zo leuk is. Als ik alleen maar leuke dingen zou willen doen zou ik de hele dag poppetjes tekenen op de posters van Forum voor Democratie. Nee we doen het omdat onze partij anders allang haar bestaansrecht was verloren. Als we niet al die taboes hadden doorbroken en al die hervormingen hadden doorgevoerd die hun oorsprong vonden op JD-congressen als deze waren we weg geweest. Electoraal weggevaagd. Irrelevant en onherkenbaar.

Tegenwoordig is de reactionaire kant van het politieke spectrum behoorlijk bedrijvig in het slechten van taboes.  Daar wordt het IQ van mensen langs een ethnische meetlat gelegd. Daar wordt het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een paar tandjes teruggeschroefd.

Als er dus ooit een reden is geweest vrijzinnige taboes af te stoffen is het de populariteit van radicaliserend rechts. Daarom ben ik hier vandaag. Om samen met jullie de strijdbijl op te pakken. Om jullie te zeggen dat ik altijd zal kiezen voor de jonge radicalen in deze zaal die taboes willen doorbreken.

Maar daarbij moet me nog wel iets van het hart. Als JD-voorzitter heb ik het zelf ook allemaal niet perfect gedaan. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik heel veel anders gedaan. Ik had beter mijn best gedaan om ervoor te zorgen dat deze zaal een echte afspiegeling zou zijn van de samenleving. Minder speeltuin voor hoogopgeleiden, meer kweekvijver voor alle soorten vrijzinnige radicalen van goede wil.

We horen straks wie de nieuwe voorzitter wordt. Ik zou hem of haar willen vragen goed te maken wat ik niet adequaat heb gedaan. De NRC omschreef onze club in de jaren negentig als ‘een gemêleerd gezelschap, van leren jacks tot parelkettinkjes, jasjes-dasjes en vlotte sweaters.’ Als de krant weer een profiel maakt in de jaren twintig van deze eeuw, dan hoop ik op een gemêleerd gezelschap, van hoofddoekjes tot hotpants, jasjes-dasjes en boerenoveralls.

En dan nog iets. Ik snap dat de realiteit van de politiek soms lastig is. De compromissen. Het meel in de mond. De langzame voortgang. Wat dat betreft is het een bevrijding hier zonder beperking te kunnen filosoferen. Maar politiek is geen spel of vertier, zelfs niet in deze vrijblijvende omstandigheden. Wat je hier agendeert zegt iets over de essentie van de vereniging. De standpunten die je hier verkondigt zijn niet vrijblijvend. Ook niet als die gaan over kinderporno of kindereuthanasie.

Het is misschien hier ook verleidelijk om politicusje te spelen. Maar het heeft geen zin. Het draagt niets bij. Jullie hebben de kans Van Mierlo ongelijk te geven. Pak je rol. Werk geduldig aan voorstellen die geesten uit flessen rukken, revoluties ontketenen voordat die uitbreken, de macht verbeelden en een spiegel voorhouden.

Ik zie de rol van de Jonge Democraten als radicale aanjager, als maker van de toekomst. De volgende verkiezingen zijn alweer bijna over twee jaar. En dus vraag ik jullie: ga met andere organisaties in gesprek. Geef opvolging aan het duurzaamheidsmanifest dat jullie samen met negen andere politieke jongerenorganisaties sloten. Denk na over de volgende formatie. Wat moet er in het coalitieakkoord staan? Hoe ziet een akkoord eruit #voordetoekomst? Mensen moeten het kunnen inbeelden voordat ze ermee instemmen. Dat vergt de inspanning van jonge radicalen, creatieve denkers, grootaandeelhouders in de toekomst.

En vergeet daarbij dan ook niet te praten met radicaal-andersdenkenden. Jonge JFVD’ers. Jullie leeftijdsgenoten kunnen makkelijk nog worden gered uit de klauwen van de boreale uil.

De verantwoordelijkheid van traditie II

Voor D66 zijn de afgelopen twee jaar vaak een oefening in geduld geweest. Een constante onderhandeling met andersdenkenden om onze radicale voorstellen dichterbij te brengen. Wij leven met religieuze toewijding bij het refrein van het lustrumlied van de JD uit 1994: ‘pragmatisch en heel radicaal’. Voor ons gaat radicalisme hand in hand met gematigd handelen.

Ik weet dat dat vaak tot onbegrip heeft geleid, zeker ook in dit gezelschap. We hadden veel dingen liever anders gezien, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het intrekken van het raadgevend referendum zonder duidelijk alternatief. De dividendbelasting. Maar denk je eens in. Een pro-Europees klimaatkabinet dat haar grootste investering doet in het onderwijs. Is dat niet precies wat we willen, democraten jong en oud? Is dat niet een ongelofelijke prestatie in een land met een meerderheid aan rechtse en extreemrechtse zetels?

Ik knok er iedere dag met mijn collega’s keihard voor, want voor niets gaat de zon op. Als het lukt in de komende weken na het succes van een Pensioenakkoord ook een Klimaatakkoord te sluiten dan hebben wij onze anderhalf miljoen kiezers kunnen geven waar ze om vroegen en wat zij verdienen: verandering en vooruitgang.

Bovenal is onze kabinetsdeelname het waard omdat deze ongewone samenwerking de laatste hoop is voor het samenwerkende midden. Omdat regeren, ook in deze samenstelling, ons radicalisme met ons pragmatisme verknoopt.

Partijen en mensen die tot elkaar komen en niet blijven steken in het dienen van één enkel belang. Consensuspolitiek. Dat is stroperig, soms zelfs vuil en vunzig, maar een stuk succesvoller recept voor stabiel en progressief bestuur dan het winner-takes-all geharrewar in de Angelsaksische wereld.

De beslissing om na onze historische zetelwinst in 2017 wel aan tafel te gaan zitten wordt ook ingegeven door de harde realiteit van de Tweede Kamer. Nederland heeft een conservatieve meerderheid. Dankzij de dysfunctionele zetels van de nationaal-populisten konden wij progressief beleid maken met partijen die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Daar hadden we graag hulp bij gehad van andere partijen, maar die waren te bang om moeilijke concessies te doen.

Wie komt bij de volgende ronde wel serieus aan tafel zitten? Ik maak me zorgen. Forum heeft op rechts wel al gezegd te willen regeren. De VVD en het CDA willen best hun ziel verkopen. Luister naar Hugo de Jonge als hij zegt dat samenwerking met de PVV best mogelijk is. En neem hem daarin serieus. Luister naar Klaas Dijkhoff die samenwerking met Forum niet uitsluit. En neem hem daarin serieus. Een herhaling van het on-Nederlandse rampkabinet Rutte-I is een serieus gevaar.

Wat gaan wij progressieven daartegenover stellen? Loopt GroenLinks na twee keer nog een derde keer weg? D66 zal het progressieve motorblok bij elkaar proberen te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van onze radicaal-pragmatische traditie. Dat is wie wij zijn.

We doen dit op voorwaarde dat de progressieve democratische politiek niet steunt op blinde loyaliteit of identiteit. Dan zijn we geen haar beter dan de PVV. Wij bedrijven ideeënpolitiek. Niet vanuit de tijdloze starheid van ideologie, maar steunend op een analyse van de wereld zoals die is in het hier en nu.

Het gaat uitstekend met Nederland, maar de afgelopen decennia zijn ook nieuwe muren ontstaan in onze samenleving.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

Als ik vandaag iets van jullie wil vragen is het dit: help ons de sloophamer op te pakken! Wat vinden jullie? Wat moeten we doen? Welke oplossingen zijn rechtvaardig voor jonge mensen? Ik sluit niet uit dat we het af en toe oneens zullen zijn. En ik waarschuw maar alvast dat het JD-kroonjuweel van de opheffing van het verbod op openbaar dronkenschap, kan moeilijk het antwoord op alles zijn.

De taak voor radicalen, jong en oud, is om de rustige vijver van de politiek in beweging brengen. Roeren in stilstaand water.

Ik kan niet voor jullie bepalen wat radicaal is. Radicalisme wordt op verschillende golflengten uitgezonden. Is het de verhoging van de vermogensbelasting? De afschaffing van privé-onderwijs? Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien?

Ik weet wel: dat jullie hier zijn is een radicale daad op zich. Leg maar eens uit in de bus waarin jullie hiernaartoe gekomen zijn dat meer dan tweehonderd jonge mensen hier in een oververhitte kerk in Amsterdam een weekend lang debatteren over de vrijzinnige politiek.

En als JD’er én D66’er weet ik zeker: jullie slaan de golven waar D66 op surft. Of die vrijzinnige golf ooit tegen de deur van het Torentje aan zal slaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van jullie enthousiasme en van onze samenwerking.

Het kan als wij het willen. Zoek de radicaal in jezelf!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Eerste Els Borst Netwerk Lezing door Pia Dijkstra

D66 D66 SGP VVD PvdA Nederland 05-02-2019 19:25

Eerste Els Borst Netwerk Lezing door Pia Dijkstra

Op 8 februari is het vijf jaar geleden dat D66’er Els Borst werd vermoord. Als ode aan de eerste vrouwelijke vicepremier organiseert het Els Borst Netwerk de allereerste Els Borst Netwerk Lezing. Lees de toespraak van Pia Dijkstra hier terug.

Het was in de zomer van 2010. De val van het kabinet Balkenende IV had tot nieuwe verkiezingen geleid. D66 won spectaculair. Van drie naar tien. Al snel ontstond wat rumoer over één van de nieuwe leden van de D66-delegatie in de Tweede Kamer. Die mevrouw van het journaal die zo leuk de autocue kon lezen, wat moest die in de Tweede Kamer?

Ik moest iets doen. Want beginnen aan een krankzinnig avontuur in de wetenschap dat er aan je getwijfeld wordt, zag ik niet zitten.

Dus op een warme nazomerdag reed ik naar het lommerrijke Bilthoven. Op het pad stond een blauw autootje. De versleten velgen verraadden de reislust van de automobilist. Ik belde aan. De deur ging open en voor me stond een vrouw die ik alleen van afstand kende. Als journalist die de minister bevroeg. Als dagvoorzitter en programmamaker die de wetenschapper een podium gaf. Haar naam: Els Borst.

Els woonde alleen in dat grote huis. Maar er was geen spoor van eenzaamheid te bekennen. Ze was kwiek, mede dankzij haar kinderen en kleinkinderen. Ze ging verzorgd gekleed, zoals ik haar kende. Netjes zijn, representatief; daar was ze op gesteld.

Mijn gedachten flitsten terug naar een paar jaar eerder. We zaten samen aan tafel bij Medisch Contact Live. Ik was afgeleid. Niet door het publiek, maar door de prachtig verzorgde handen van Els. Ze had zulke mooi gemanicuurde nagels. Ik keek naar mijn eigen handen en dacht: die steek ik onder de tafel.

Bij Els thuis was ik wel gefocust. Ik kwam met een missie.

In het kader van mijn vorming als nieuwbakken Kamerlid wilde ik haar kennis en hulp, want ik wist veel over ziekte maar nog weinig over zorg. Ik wilde me gedegen inwerken in mijn portefeuille voordat ik in de pers verscheen.

Daarnaast hoopte ik op haar vertrouwen.

Ik deelde met haar de twijfels van sommigen. Twijfels over mij en mijn geschiktheid voor de politiek. Els stelde me direct gerust. Het was goed, zei ze, dat iemand van buiten de politiek—die de patiënten kent—in de Kamer kwam. Ze had er vertrouwen in:  ‘Trek je niets aan van de mensen die dat zeggen’, zei ze me. ‘Jij kent de praktijk’. Dat gaf mij het vertrouwen om mijn politieke werk te doen. En dat doet het nog steeds.

Dames, heren, familie van Els, partijgenoten,

Wat fijn om jullie hier vanavond allemaal te zien. Dat jullie tijd vrij maken om samen met ons stil te staan bij het leven van Els Borst. Dat haar familie ook gekomen is: Dirk, Andra, Sjaak, Jet, Els, Cor, Anna, wat een eer om jullie er vanavond bij te hebben.

Aanstaande vrijdag, 8 februari, is het vijf jaar geleden dat Els is vermoord. Een dag die voor haar familie en haar dierbaren is. Daarom herdenken we haar, hier bij D66, vanavond al.

Ik denk dat iedereen in deze zaal een beeld heeft bij Els Borst. Of dat nu is als geliefd familielid, vriendin, arts, lijsttrekker, minister of als vicepremier. Ik durf ook te wedden dat er sommigen zijn die meteen aan één specifiek citaat denken als ze de naam Els Borst horen. Een citaat dat aan de basis stond van dit netwerk. Dit netwerk dat naar haar vernoemd is. Ja, ik hoor het u al zeggen: “politiek is te belangrijk is om aan mannen over te laten.”

Gelijk had ze, maar er is alleen zoveel meer dan dat ene citaat dat zo lekker bekt.

Bovendien kun je onmogelijk met één citaat een politicus vangen, laat staan een politica als Els.

Ik neem jullie vanavond mee in mijn eigen herinneringen, én in die van anderen. Ik hoop vooral ook te laten zien wat Els Borst nog meer was. Meer dan een vicepremier. Meer dan een Democraat. Meer dan een vrouw.

Iedereen in deze zaal heeft een beeld bij Els Borst. Maar iedereen draagt ook een beetje Els in zich. Iedereen is een beetje Els.

Dat klinkt weliswaar een beetje pretentieus, maar ik zal het proberen uit te leggen.

Iedereen zou een beetje Els willen zijn… als het gaat om haar persoonlijkheid.

Toen Els aantrad als voorvrouw van D66 waren vriend en vijand lovend over haar. Ze was geliefd in het veld. En ze had zich als minister bewezen. Het werd haar gegund. Niet per se door de Telegraaf, maar dat is ook geen aanbeveling.

Ze was rustig. Beheerst. Zachtaardig misschien zelfs.

Maar voorafgaand aan vanavond heb ik daar ook met een aantal mensen over gesproken. En één ding staat als een paal boven water: Els was geen doetje. Achter haar zachtmoedigheid school een Iron Lady van de lage landen. ‘Er zat staal in haar fluwelen handschoenen’. Ze stond haar mannetje in een mannenwereld. Haar harde, Engelse humor—die ik zelf nooit heb meegemaakt—deed de mannen schijnbaar vaker blozen dan hen lief was.

Dat Els niet alleen zachtaardig was wist ik natuurlijk ook wel. Aan het begin van mijn tijd in de Kamer las ik graag stukken over het zorgstelsel in het Financieel Dagblad. Een snelle leerschool voor beginnende politici. Ik was al heel trots dat ik überhaupt het FD las. Maar toen ik Els vertelde dat ik die stukken las, zei ze gedecideerd: je moet wel de hele krant lezen. Vriendelijk, met een glimlach, maar de boodschap was duidelijk.

Ik wil maar zeggen: Els nam geen blad voor de mond. Daar werden de ambities van anderen nog wel eens het slachtoffer van. Zo herinnert deze zaal zich vast de graag herhaalde anekdote van Alexander Pechtold over het burgemeesterschap van Utrecht.

Ik citeer Alexander:

“Het zong rond dat ik misschien interesse zou hebben in een burgmeesterschap in Utrecht. En daar dacht Els het hare over. Dus zo besloot ze, dat ze langs moest komen. Een dag van te voren had ze mijn secretaresse gebeld en gezegd ‘ik kom morgen op de thee’. En daar was ze, rond thee tijd. Ze liep naar binnen. Zette haar handtas neer en zei “Ik hoor dat je mogelijk interesse hebt het burgemeesterschap van Utrecht. Nou dat gaat dus mooi niet door. Je bent hier nog veel te hard nodig én je hebt nog geen opvolger. Anders zou Hans  je dit gezegd hebben, maar die is er niet meer, dus doe ik het.” En in plaats van haar thee op te drinken zei ze: “Ik geloof dat de boodschap duidelijk is. Dan ga ik maar weer.”

Een stevige dame die wist wat ze wilde. Als Alexander al had willen vertrekken, weet ik zeker dat hij het na deze boodschap niet meer aandurfde.

Els was een bijzonder mens, een erudiete vrouw. Ze stond open voor mensen. Ze voorzag iedereen van advies. Gevraagd en ongevraagd. En ze was voor veel mensen ook een lopende huisarts. Een korte blik op je gesteldheid (plus bijbehorend oordeel) gaf ze altijd. Het is maar goed dat ze de kleur van mijn wallen nu niet kan inspecteren.

Els was een arts in de politiek, een wetenschapper. Ze bleef wikken en wegen. Ze was wars van zwart-witdenken. Nooit dwingend. Altijd prikkelend.

Bovendien was Els veelzijdig. Ze had alles in zich om te overleven in de hectiek van Den Haag. En dat deed ze.

Na acht jaar ministerschap moest Els  zelfs “afkicken”.

Ze had zich gaandeweg wonderwel aangepast aan de wereld van de politiek, die de hare niet was, maar waar ze zich steeds meer thuis voelde.

Ze kende inmiddels de regels van het spel.

En het spel stond haar wel aan.

Carla Pauw, de grande dame van D66, zonder wie het politieke scheepje van Els al vroeg was vergaan, herinnert zich hoe Els was in de dagen na haar ministerschap.

“We gingen een week naar Zuid-Limburg, een klein hotelletje, een tweepersoonsbed in een tweepersoonskamer. Heel knus. Heel ontspannen. Els werd niet gebeld, alleen door iemand van de NRC. We gingen lopen, niet wandelen. We gingen eten en drinken en shoppen in Maastricht. Els kocht een rood leren jasje in een dure winkel in de Stockstraat. Daar stond de radio aan en hoorden we als eerste item op het nieuws dat haar opvolger op VWS, de net aangetreden Bomhoff van de LPF, op het punt stond een hoge ambtenaar van het ministerie te ontslaan. Waarschijnlijk stond zijn politieke kleur, hij was van de PvdA, de nieuwe bewindsman niet aan. Het stond groot op de voorpagina van – jawel — de NRC. Het werd een politieke rel. De vrouwelijke aanstichters van die rel proostten ’s avonds in Maastricht samen nog maar eens op de goede afloop…”

Els bleef niet alleen betrokken bij de politiek, ook bij onze partij. Op haar 36

was ze lid geworden van D66. Samen met haar man, Jan Borst, zag ze een spotje van D66 op televisie. Een man met de looks van Ramses Shaffy en de stem van Jacques Brel keek recht in de camera. “We waren ongerust, over de politieke situatie in ons land,” zei hij, lopend door Amsterdam.

Els zei daar later over: ‘Eerlijk gezegd hadden mijn man en ik ons nooit gerealiseerd dat we ongerust waren over de devaluatie van onze democratie. Maar nadat we het appèl hadden gelezen en Hans over de gracht hadden zien lopen, wisten wij het opeens heel zeker: wij zijn erg ongerust. Wij gaan lid worden van die partij.’

Ze kwam daarna naar bijna alle congressen. Op die congressen waren wij als een magneet. En dat ging altijd over ons vak. ‘Hallo Pia’ en ‘Hallo Els, alles goed?’ kon er nog wel af. Maar daarna gingen we gelijk de diepte in.

Op het laatste congres waar ze bij was—in februari 2014—werden wij naast elkaar op de eerste rij gezet. Daar was nog wel wat sturing voor nodig. Els was meestal druk bezig achterin de zaal. Maar eenmaal gesettled ging het moties- en amendementen boek open en bleek dat ze alles vooraf gelezen en bestudeerd had.

Aan het eind van de dag namen we afscheid. ‘Els, hoe ben je hier gekomen?’, vroeg ik. ‘Kan ik je thuisbrengen?’, vroeg ik als een van de velen. Daar zat ze niet op te wachten. ‘Nee’, zei ze,’ ik ben met de trein en mijn auto staat op het station in Bilthoven’. Mijn man en ik vroegen haar snel eens een hapje te komen eten. We zouden een mail sturen met een datumvoorstel. Zover is het helaas niet gekomen.

Sinds 2014 ben ik, en ik denk veel van de hier aanwezigen, daarom veroordeeld tot mijn dierbare herinneringen aan haar. Aan de mens, aan de vrouw, aan de persoonlijkheid.

En wat ik nog daar nog over kwijt wil, nu ik de kans heb te spreken voor dit Els Borst netwerk: Els, zoals ik haar heb meegemaakt, heeft zich nooit geprofileerd als feministe. Wel als een zeer geëmancipeerde vrouw. Het was voor haar  geen belemmering vrouw te zijn. Geen punt van discussie. Ze heeft zich bewezen. Ze was een vanzelfsprekende autoriteit.

Een autoriteit met vrienden. En vrienden had ze te over. Haar dierbare vriend Roger van Boxtel hebben we daarom gevraagd om een herinnering aan Els met ons te delen. Licht gepikeerd antwoordde hij dat Els niet samen te vatten was in een paar zinnen. Maar zijn poging dat toch te doen treft doel:

“Els had de nauwkeurigheid en de scalpel van een chirurg, was hulpvaardig als een verpleegkundige of huisarts, was mentaal vaardig als een psychiater, vond voorkomen beter dan genezen als een ware epidemioloog en had bovenal een open geest en een warm hart voor zorgvragers én voor dierbaren. En tenslotte: ze had humor en gezonde zelfspot.

Conclusie: ‘t was een héél bijzondere vrouw en wij van D66 zijn trots omdat ze toegewijd tot onze familie behoorde!”

Dames en heren,

Iedereen zou een beetje Els willen zijn… als we kijken naar haar politieke lessen.

Of preciezer: iedereen politicus zou een beetje Els moeten zijn, als het gaat om haar politieke lessen.

Vlijmscherp, loyaal en met een blik op de toekomst. Voorafgaand aan vanavond hebben we ook Winnie Sorgdrager gevraagd om haar herinnering aan Els op papier te zetten. Net als Roger werkte ze nauw met Els samen. Allebei dragen ze het predicaat ‘Minister van Staat’, en daar was Els trots op.

Twee wijze vrouwen. En dat was ook meteen wat Winnie meegaf, de wijsheid van Els. Ik citeer:

“Els Borst was een wijze vrouw. Fijn om mee samen te werken. Dat deden wij tijdens het eerste kabinet Kok op het gebied van medisch ethische onderwerpen en het drugsbeleid. Eén van de zaken in het kader van dat laatste is het experiment met gratis heroïne verschaffing. Bijna onopgemerkt, en dat was ook de bedoeling, is dat een groot succes geworden.”

Bijna onopgemerkt, dat viel mij meteen op. Dat Els visie had weten we. Dat ze wist waar ze met Nederland naartoe wilde wisten we. Maar de manier waarop ze haar idealen realiseerde is ongekend. Els kon in stilte de grootste overwinningen gestalte geven.

D66 is een partij die de samenwerking niet schuwt. Zelfs in coalities die we niet zelf zouden bedenken. In Paars I en Paars II zat D66 met de VVD in de coalitie. Oké, de christelijke vrienden ontbraken nog. Maar wat Els daarover zei heeft me toch aan het denken gezet. Want, zo zei ze: “vier jaar is te kort om van de VVD een progressieve partij te maken”.

Dat is onverminderd waar gebleken. En dat is ook niet erg. De Nederlandse democratie behoort toch ook een Conservatieve Partij te hebben.  We hadden misschien nog de hoop in onze coalitiegenoten tenminste de restanten van liberale gezindheid te vinden. Maar in sommige – recente – discussies heeft die hoop tot meer teleurstelling dan vreugde geleid.

We blijven stug ons best doen. De aanhouder wint.

D66 is natuurlijk ook een partij van idealisten. Els zei ooit: “D66 loopt vooruit, en anderen volgen aarzelend. Dat heet politieke moed.”

Ik heb altijd gevonden dat onze vorig politiek leider, Alexander Pechtold steeds naar die gedachte heeft gehandeld. In een politiek landschap dat steeds meer getekend werd door verharding en ontmenselijking, durfde hij ook over zijn schaduw heen te stappen op het moment dat het ertoe deed.

“Wie voor D66 kiest, kijkt verder,” mocht Els graag zeggen. Het had nu onze nieuwe verkiezingsslogan kunnen zijn.

Iedereen is een beetje Els… als het gaat om de bescherming van onze leefomgeving.

De keren dat ik de eer had Els te ontmoeten spraken we vooral over onze vrijzinnige agenda. De donorwet, de euthanasiewet. Wat ik eigenlijk niet wist is dat Els zo mogelijk nog eloquenter sprak over het klimaat dan Jan Terlouw.

De nieuwe generatie verbindt de strijd tegen de dreigende klimaatramp nu misschien vooral met onze huidige fractievoorzitter Rob Jetten. Maar Els was echt een klimaat-D66’er avant la lettre.

“Sommigen in ons land twijfelen nog aan de huwelijkskansen van economische groei en milieukwaliteit,” zei ze. “Feiten bewijzen [echter] dat het kan. Investeren in milieutechnologie loont en is een absolute voorwaarde om het huwelijk in stand te houden.”

De huwelijksmetafoor zou Rob misschien niet zo snel gebruiken. Ik hoorde hem zelfs op de radio zeggen dat hij het huwelijk niet zo ziet zitten. Als hij de tekst van Els onder ogen zou krijgen zou zijn enige commentaar zijn: ‘we veranderen milieu in klimaat’. Daar houdt het wel op, want haar stelling staat nog steeds. Werken aan een beter klimaat loont. Niet alleen voor huidige generaties, ook voor toekomstige generaties. Goed klimaatbeleid is niet alleen een morele plicht, het is ook een economische buitenkans.

Zo bezien is het onterecht dat Els Borst enkel wordt geassocieerd met volksgezondheid en vrijzinnigheid. Ze was eerst en vooral staatsvrouw. Met visie voor de toekomst van ons land. Radicaal haar tijd vooruit.

Bovenal zou iedereen een beetje Els willen zijn… als het gaat om vrijzinnigheid.

Zoals sommigen van jullie misschien weten ben ik lid van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Het zal geen geheim zijn dat ik het vrijwillig levenseinde anders wil vormgegeven. En dat ik deze maanden en jaren de ruimte krijg om door te gaan met mijn initiatief.

Het duurt hoop ik nog even, maar als de tijd komt wil ik zelf kunnen besluiten of ik nog door wil leven. En die vrijheid gun ik iedereen. De vrijheid zelf te bepalen wanneer het genoeg is geweest.

Die vrijheid had ik mijn ouders ook gegund. Misschien zelfs wel om er samen tussenuit te stappen. Twee weken geleden las ik daar een ontroerend stuk over in de Volkskrant. Ongeveer tien aanvragen per jaar bij de NVVE zijn van echtparen. Gecompliceerde aanvragen omdat beide partners er vaak medisch en psychisch anders aan toe zijn. En omdat je van te voren nooit weet hoe het leven zal zijn als je partner wegvalt. Veel stellen spraken over hun wens om samen uit het leven te stappen. Ik kan mij best voorstellen dat als je een heel leven samen hebt opgebouwd, je het  ook samen wilt beeindigen. Natuurlijk zie ik ook de bezwaren, want de motieven van twee verschillende mensen zijn nooit identiek. Maar wie wij zijn om daarover te oordelen? Wie zijn wij om die motieven te wegen?

Je hoort ook mensen die stellen dat als de overheid dit links laat liggen, ze het dan wel zelf gaan doen. Daarin zie ik grote risico’s. Mensen die op een onveilige, pijnlijke manier een einde aan hun leven maken. Schrijnend én te voorkomen. De samenleving kan hier uitkomen.

Natuurlijk zie ik ook de maatschappelijke gevoeligheden en de hobbels op de weg. Zorgvuldigheidseisen zijn essentieel. Discussie over een leeftijdsgrens evenzo. Ik wil niet dat we ouderen lichtzinnig richting het einde van hun leven begeleiden. Ik wil wél dat we mensen, die er goed over na hebben gedacht—die genoeg van het leven hebben gezien, genoten of geproefd—de ruimte hebben om zelf te kiezen hoe en wanneer ze het leven willen verlaten.

In 2002 werd de euthanasiewetgeving van kracht: een mijlpaal voor het kabinet Paars II. Een persoonlijke overwinning voor onze minister, voor onze idealen.

Voor christelijke partijen die tot die tijd toch voornamelijk de dienst hadden uitgemaakt in Nederland was de wet een behoorlijk bittere pil. Diezelfde partijen zouden al snel wakker liggen van een inmiddels fameuze uitspraak van de architect van die wetgeving. Want nadat in 2001 de wet door beide Kamers was gekomen sprak zij de woorden: ‘het is volbracht’.

Het interview waarin Els die woorden sprak was dan wel in het Paasweekend uitgekomen, ze doelde toch echt niet op de laatste woorden van Jezus. Begrijpelijkerwijs viel dat niet goed bij de christelijke partijen. Hoewel ik mij wel wat kan voorstellen bij hoe Els zich toen moet hebben gevoeld – er was een discussie van 30 jaar aan vooraf gegaan – onthoud ik mij in deze coalitie van dergelijke uitspraken.

Die uitspraak had het nieuws helemaal niet moeten domineren. Boven het interview stond namelijk in koeienletters op de voorpagina van de krant: “Borst niet tegen zogenoemde Pil van Drion”. De medewerkers van Els vreesden dat deze uitspraak tot een storm van kritiek zou leiden.

Een onder voorwaarden verkrijgbaar euthanasiemiddel, waar ‘De Pil van Drion’ naar verwijst, was op zijn zachtst gezegd niet onomstreden. Natuurlijk had Els in het interview meteen ook de zorgvuldigheidseisen aangestipt. Bovendien had ze gezegd dat ze alleen voor was, en ik citeer: ‘mits het zo zorgvuldig geregeld kan worden dat het alleen díe hoogbejaarde mensen betreft die klaar zijn met leven’.

Els voorzag zelf ook dat dit standpunt tot rumoer zou leiden. Na inzage van het interview belde ze daarom met de journalist. Ze wilde weten of het werkelijk zó nadrukkelijk moest worden opgeschreven. Maar ze ontkende natuurlijk niet wat ze had gezegd. Els was haar tijd weer eens ver vooruit.

Enigszins verwonderlijk was het wel  dat de christendemocraten niet over het standpunt vielen, maar over de woordkeus. De SGP zag het anders en kwam met haar eerste motie van wantrouwen in de geschiedenis van de partij. In het daaropvolgende debat nam Els geen woord terug. Ze stond voor haar zaak.

En ook dat was Els: ieder woord gewogen, en nooit lichthartig teruggetrokken. In de strijd voor de vrijheid van mensen was voor Els geen ruimte voor een wapenstilstand.

Dames en heren,  iedereen zou een beetje Els willen zijn.

Ze is één van de grote vrouwen in de hall of fame van de Nederlandse politiek.  Zonder Els was er geen embryowetgeving geweest. Zonder Els zouden mensen nog altijd het risico lopen aan het eind van hun leven uitzichtloos weg te kwijnen in onmetelijke pijn.

Het zou daarom misschien bijna passen om met weemoed te spreken over de tijd dat ze bij ons was. Dat haar politiek de krantenkoppen bepaalde. En ik geef toe: het is verleidelijk haar vanavond te canoniseren.

Toch is dat niet wat ik heb willen doen. En ook niet wat Els had gewild. Ik besef dat zoiets zelfs een gevaar in zich draagt. Het is namelijk te vroeg om terug te blikken op een agenda die nog niet voltooid is. Er is werk aan de winkel.

In 2012 won Els Borst de Aletta Jacobsprijs voor de genuanceerde manier waarop zij medisch-ethische kwesties in het publieke debat aan de orde heeft gesteld. En voor wat zij daarmee heeft bereikt.

De hare was een grootse manier van politiek bedrijven. Waar sommigen binnen de partij uitgroeiden tot mastodont, werd Els een icoon van de proportie van Aletta Jacobs zelf. Eén van de weinigen die de verpersoonlijking van iets is geworden waar iedere D66’er zich thuis bij voelt. We laten haar daarom geen stof vergaren in het museum van gisteren. We koesteren haar voor vandaag.

Nog niet zo lang geleden werd ons gedachtengoed gevat in vijf richtingwijzers. Mijn voorstel is Els Borst als de zesde te omarmen. Het gaat mij om de houding. Els als gids voor ons politieke handelen.

Wie redelijk radicaal is, kan de wereld veranderen met radicale redelijkheid.

Ze liet ons zien dat politiek de kunst is van het langzaam boren in hard hout. Het is noeste arbeid. Dat beeld lijkt gespeend van enige visie. Maar schijn bedriegt. Want waar geboord wordt, ontstaat creativiteit. Ontstaat visie. Visie is geen eurekamoment. Het wordt geboren in hard werk. Juist in het taaie werk dat politiek soms is.

D66 moet wat mij betreft onvermoeibaar blijven boren, hoe groot de weerstand soms ook is. Altijd trendzetter zijn. Verkenner van onontgonnen ideeën. Een club van politieke ontdekkingsreizigers.

In die geest heeft Els ons land en onze partij verrijkt. In die geest werken wij verder aan het Nederland van morgen.

Dankuwel.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

D66 is de partij van de toekomst. ...

D66 D66 Nederland 16-12-2018 13:40

D66 is de partij van de toekomst. 💚 Rob Jetten - D66 was vandaag te gast bij Buitenhof. Hele aflevering terugkijken? Check 👇 npostart.nl/VPWON_1283501

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.