Het referendum was ooit vooral populair bij hoger opgeleide en politiek betrokken burgers, die meer individuele invloed wilden op de politieke besluitvorming. Na de korte ervaringen met het raadgevend referendum werd het middel ontdekt door andere groepen mensen, vooral door kiezers die lager zijn opgeleid en weinig vertrouwen hebben in de politiek. Mensen die niet de hele dag met de Haagse politiek bezig zijn, maar wél een middel willen om de politici te corrigeren als zij dat nodig vinden. In korte tijd kreeg de discussie over het referendum een heel ander karakter. Lange tijd hadden politici zich verzet tegen het referendum omdat zij meenden dat dit in strijd zou zijn met onze parlementaire democratie. Nu bleek het referendum juist een middel om het parlementaire stelsel te versterken en het vertrouwen in de democratie te herstellen. De nieuwe discussie leidde tot een andere uitkomst.

PvdA en GroenLinks, D66 en ChristenUnie, partijen die tweeënhalf jaar geleden nog tégen waren, lijken komende dinsdag vóór het bindend referendum te stemmen. Daarmee tekent zich nu een brede meerderheid af. Alleen VVD, CDA en SGP zijn nog principieel tégen. Die brede steun is nodig omdat voor invoering van dit bindend referendum ook een wijziging nodig is van de Grondwet. Dat betekent dat na de verkiezingen de wet opnieuw moet worden behandeld en dan de steun nodig heeft van tweederde van het parlement. Een aantal partijen heeft vorige week gebruik gemaakt van de mogelijkheid om flinke ‘drempels’ op te werpen voor het houden van een referendum. D66 wil voorkomen dat referenda kunnen worden gehouden over Europese verdragen. De ChristenUnie heeft een ‘uitkomstdrempel’ vastgelegd, zodat een flinke opkomst nodig is om een wet daadwerkelijk van tafel te halen.

In het Kamerdebat heb ik me tégen deze voorstellen uitgesproken, maar ik vrees dat die het dinsdag tóch zullen halen. Voor veel politici zijn hoge drempels nodig om te voorkomen dat het referendum door mensen ‘gemakkelijk’ zal worden gebruikt. Ik zie hoge drempels vooral als een uiting van angst voor het volk. Maar goed, ook met deze drempels zetten we een grote stap op weg naar een referendum. Dit kan de grootste democratisering worden sinds de invoering van het algemeen kiesrecht. Als de kiezers VVD, CDA en SGP na de verkiezingen van maart niet al te groot maken zit die tweederde meerderheid er straks ook in. Als ik terugkijk naar de afgelopen jaren lijkt de afschaffing van het raadgevend referendum tóch zinvol geweest. Het lijkt erop dat de afschaffing van dit oefenreferendum voor veel partijen alsnog de weg heeft vrijgemaakt om steun te geven aan dit écht bindende referendum.