Poliflw

Vier Utrechtse politieke partijen zijn ontevreden over de opstelling van het college van B&W inzake een veilige brug voor wandelaars in de Dorpsstraat in Vleuten. ChristenUnie, Partij voor de Dieren, CDA en PvdA kunnen zich niet vinden in de antwoorden van het college op gestelde vragen. De huidige brug is nu onveilig voor wandelaars en het college kiest niet voor een andere oplossing om de situatie veiliger te maken, aldus de partijen. De vier partijen steunen de wens van de Wijkraad Vleuten De Meern en bewonersgroepen.

Al in 2014 vroegen omwonenden, verenigd in de Stichting Vrienden van de Joostenlaan, aandacht voor de gevaarlijke situatie die de smalle brug in de Dorpsstraat oplevert. Zij stelden voor om de overbodige wandelbrug die in het natuurgebied langs de Joostenlaan ligt te verleggen en vlakbij de bestaande brug in de Dorpsstraat te plaatsen. Als dat gebeurt, hoeven wandelaars niet meer het gevaarlijke knelpunt bij de kruising Dorpsstraat/Verlengde Parkweg over te steken. Het advies werd overgenomen door Veilig Verkeer Nederland, de Fietsersbond en de Wijkraad Vleuten De Meern. De provincie Utrecht en Natuurmonumenten wilden meewerken aan een oplossing.

In antwoord op vragen van Partij voor de Dieren, ChristenUnie, CDA en PvdA zegt het college van B&W dit advies niet over te nemen. Het college is kort in zijn antwoord: “De voorgestelde variant leidt qua verkeersveiligheid niet tot een betere oplossing dan de uitvoering van de eerder gekozen maatregelen”. Helaas wordt deze uitspraak verder niet onderbouwd. Het college verwijst ook naar hun eigen oplossing voor de verkeersveiligheid op het kruispunt Dorpsstraat/Verlengde Parkweg, maar na twee jaar is er nog altijd niets aangepakt. Inpassing van een brug zoals voorgesteld door Stichting Vrienden van de Joostenlaan is volgens het college niet nodig en zou vooral te duur zijn.

Kosten lager dan college aangeeft

Het college meent dat het inpassen van een andere brug € 30.000,- zou kosten. Volgens Wijkraad Vleuten De Meern kan het veel goedkoper. Natuurmonumenten stelt de brug namelijk gratis ter beschikking. Het aanpassen van de brug zou € 7.500,- kosten, waarvan de helft door de Provincie Utrecht betaald zou worden. De gemeente Utrecht zou dan slechts € 3.750,- betalen, plus de kosten voor het aanpassen van de bestrating. Wijkraad Vleuten De Meern concludeert: “Wij vrezen dat wethouders en burgemeester zich op het verkeerde been hebben laten zetten en adviseren derhalve om iemand met een frisse blik naar dit lovenswaardige burgerinitiatief te laten kijken.”

De vier Utrechtse oppositiepartijen onderschrijven deze conclusie en roepen het college op om actie te ondernemen op dit dossier.

Zoals bekend heeft de BosBeek variant voor de ondertunneling in Maarsbergen de sterke voorkeur van de ChristenUnie fractie in de Utrechtse Heuvelrug en die van Provinciale Staten. De CU-fractie is dan ook zwaar teleurgesteld door het besluit van Provinciale Staten Utrecht op 13 maart 2017 om te kiezen voor de Westvariant.

Slechts 8 leden van ChristenUnie, SGP, Partij voor de Dieren en een lid van D66 stemden voor de BosBeek-variant. 41 Statenleden kozen voor de West variant met gesloten Tuindorpweg.  Ondanks alle inspanningen om de sterke punten van de BosBeek variant onder de aandacht te brengen, heeft het niet mogen baten. De Staten kozen voor de variant die op het oog de goodkoopste variant lijkt. Daarmee kiezen zij ook voor een open tunnelbak, die ruim baan geef aan het (zware) vrachtverkeer met tenminste vier rijstroken en opsluiting van de bewoners van de Engweg, die mogelijk ook nog een benzinestation voor hun deur krijgen.  Dick Karssen: "Een dag van diepe treurnis dat economie ver boven leefbaarheid wordt gesteld."

Op de site van de provinciale staten staat het verdere proces vermeld:

De volgende stap is het opstellen van een Provinciaal inpassingsplan (PIP). Dit is nodig om de variant uiteindelijk aan te kunnen leggen. Het proces om tot een PIP te komen ziet er grofweg als volgt uit:

Stap 1: voorontwerp Provinciaal inpassingsplan (PiP)

De eerste stap is gericht op een voorlopig ontwerp (VO) van de variant. Daarvoor worden onderzoeken verricht naar onder andere de ecologie, waterhuishouding, de opbouw van de bodem, de archeologie, de cultuurhistorie. Een VO is een detaillering van de voorkeursvariant en dat detailniveau is nodig om via de onderzoeken goed inzicht te krijgen in de gevolgen en de effecten van de variant. Die effecten worden doorgerekend aan de hand van de verfijnde ontwerpen. Met de resultaten van de onderzoeken wordt opnieuw bekeken of het VO verder aangepast moet worden om gevolgen te verzachten. Daarna kan het voorontwerp PIP afgerond worden. De onderzoeksperiode van de monitoring van de natuur bedraagt ten minste een volledig jaar, zodat alle seizoenen zijn gevolgd. De meeste onderzoeken kunnen parallel hieraan worden uitgevoerd. De totale doorlooptijd van alle onderzoeken bedraagt ca 1,5 jaar.

De gemeenteraad van Utrechtse Heuvelrug en ProRail worden in de gelegenheid gesteld een reactie uit te brengen op het VO. In deze periode kan een ieder via de inspraak reageren op het plan. Om iedereen in de gelegenheid te stellen zo goed mogelijk kennis te nemen van het plan, wordt aan het begin van de inspraakperiode een informatieavond georganiseerd.

Stap 2: ontwerp Provinciaal inpassingsplan (PIP)

De reacties worden betrokken bij het opstellen van het ontwerp-PIP. Daarna volgt een hoorzitting waarbij Provinciale Staten de gemeenteraad van Utrechtse Heuvelrug hoort. Vervolgens wordt het ontwerp-PIP ter inzage gelegd, waarbij de mogelijkheid bestaat voor eenieder om zienswijzen in te dienen.

Stap 3: vaststelling Provinciaal inpassingsplan (PIP)

De zienswijzen worden betrokken bij het opstellen van het vast te stellen Provinciaal inpassingsplan (PIP). Iedereen kan over het voorgenomen besluit inspreken bij de Provinciale Staten vergadering.

De provincie Utrecht heeft de regie over het ruimtelijk planvormingsproces. Dat neemt niet weg dat de voorgaande stappen in het PIP proces worden voorbereid via een intensieve samenwerking op ambtelijk en bestuurlijk niveau door de projectpartners. De projectgroep bereidt het ambtelijk voor, waarna de stuurgroep (bestaande uit bestuurders van de provincie, ProRail en de gemeente) een besluit neemt over de te nemen stappen. Na instemming door de stuurgroep, nemen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten besluiten over de te nemen stappen. Naar verwachting zal deze hele procedure ca 2 jaar duren.

Vervolgstappen tot en met uitvoering

Na het vaststellen van het Provinciaal inpassingsplan worden kabels en leidingen verlegd en de vergunningsprocedures doorlopen. Als de gronden zijn verworven en de procedures doorlopen, kan de aanbesteding starten. De gecontracteerde aannemer kan daarna starten met de bouw van de variant.

Informatie en inspraak

Gedurende het hele traject van voorbereiding zijn er diverse wettelijke inspraakmomenten. Omwonenden en belanghebbenden worden hierover rechtstreeks geïnformeerd. Daarnaast organiseren de Provinciale Staten op daarvoor geschikte momenten bijeenkomsten om inwoners en andere belangstellenden te informeren over het project.