Nieuws van GroenLinks over D66 inzichtelijk

2560 documenten

Open brief aan de CEO's van Nederlandse financiële instellingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie CDA Rotterdam Hillegersberg-Schiebroek 02-09-2020 00:00

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de verduuzaming van de financiële sector. Vier Kamerleden van vier verschillende partijen schreven daarover een opiniestuk. 

Ook deze zomer was er een van uitersten. Nog nooit werden zoveel tropische dagen achter elkaar geteld. De weekgemiddelde maximumtemperatuur was het hoogste sinds de start van de metingen in 1901 en de neerslagtekorten liepen net als in 2018 in sommige regio’s op tot boven de 300 millimeter. Het agrarische verdienmodel voor dit jaar loopt, door onder meer een combinatie van droogte, hitte en soms beperkte irrigatiemogelijkheden, een flinke knauw op.

Zo is de klimaatschade aan de omzet van boeren dit jaar exemplarisch voor iets waar toezichthouders ons sinds enkele jaren voor waarschuwen: financiële risico’s door gebrekkige verduurzaming. Dat is een tweeledig gevaar. Enerzijds zullen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies schade toebrengen aan verdienmodellen. Denk aan een boer die niet langer aan zijn kredietverplichtingen kan voldoen door langdurige droogte. Anderzijds lijden financiële instellingen verliezen als ze gebrekkig anticiperen op de aanstaande verduurzamingstransitie, door te blijven investeren in technologieën die uitgefaseerd worden.

Voor uw instellingen is dit verhaal gelukkig niet nieuw. Verschillende banken, pensioenfondsen en verzekeraars experimenteren met meetmethoden om duurzaamheidsrisico’s in kaart te brengen en rapporteren hierover. Daarnaast committeert de gehele financiële sector zich aan het Klimaatakkoord, waarmee ze belooft een bijdrage te leveren aan Parijs. Ook toezichthouders zitten bepaald niet stil. Nederland loopt op dit gebied dan ook internationaal voorop. 

Er is desalniettemin geen aanleiding om achterover te leunen. De blik op wat er al gebeurt, moet niet afleiden van de visie op waar we naartoe moeten. Dat eindpunt ligt immers nog ver weg. Zo ging in 2018 80%-95% van de nieuwe energie-financieringen die uw sector aanging naar de fossiele industrie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat uw instellingen onvoldoende grondig rapporteren over hun materiële duurzaamheidsrisico’s. En hoewel het Klimaatakkoordcommitment ‘een bijdrage’ expliciteert, brengt ons dat nog niet zomaar bij de daadwerkelijke reductie in 2030 die nodig is om Parijs te halen.

Het beheersen van duurzaamheidsrisico’s is niet enkel aan de sector zelf, maar zeker ook een politieke verantwoordelijkheid. Met de politiek als hoeder van het klimaatbeleid, en als aanjager en ondersteuner voor de financiële sector. Die eerste verantwoordelijkheid is genomen met de klimaatwet en het klimaatakkoord. Die laatste verantwoordelijkheid kan nu scherper ingevuld worden. Daar doen wij voorstellen toe in onze initiatiefnota over de verduurzaming van de financiële sector, waarover we vandaag met de Tweede Kamer en het kabinet in debat gaan. Jullie zijn uitgenodigd in de toekomst het gesprek tussen sector en politiek samen verder te brengen.

Wij roepen u op uw beurt op om uw ambities en commitment sneller om te zetten in actie. Kom met concrete plannen om de CO2-impact van uw portefeuille in 2030 met 55% terug te dringen. Geef inzicht in het ‘klimaatpad’ van uw huidige portefeuille. Wacht niet tot 2022 met het publiekelijk maken van reductiedoelstellingen als dat niet nodig is. Zet waar mogelijk uw middelen in om kennis te delen en achterblijvers aan te sporen. En gebruik ons duwtje in de rug om grondiger over duurzaamheidsrisico’s te rapporteren. Alleen zo brengen we de verduurzaming van de financiële sector in de juiste versnelling.

Bart Snels (GroenLinks), Joost Sneller (D66), Eppo Bruins (ChristenUnie) & Evert-Jan Slootweg (CDA)  

 

Open brief aan de CEO's van Nederlandse financiële instellingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie CDA Rotterdam Feijenoord 02-09-2020 00:00

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de verduuzaming van de financiële sector. Vier Kamerleden van vier verschillende partijen schreven daarover een opiniestuk. 

Ook deze zomer was er een van uitersten. Nog nooit werden zoveel tropische dagen achter elkaar geteld. De weekgemiddelde maximumtemperatuur was het hoogste sinds de start van de metingen in 1901 en de neerslagtekorten liepen net als in 2018 in sommige regio’s op tot boven de 300 millimeter. Het agrarische verdienmodel voor dit jaar loopt, door onder meer een combinatie van droogte, hitte en soms beperkte irrigatiemogelijkheden, een flinke knauw op.

Zo is de klimaatschade aan de omzet van boeren dit jaar exemplarisch voor iets waar toezichthouders ons sinds enkele jaren voor waarschuwen: financiële risico’s door gebrekkige verduurzaming. Dat is een tweeledig gevaar. Enerzijds zullen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies schade toebrengen aan verdienmodellen. Denk aan een boer die niet langer aan zijn kredietverplichtingen kan voldoen door langdurige droogte. Anderzijds lijden financiële instellingen verliezen als ze gebrekkig anticiperen op de aanstaande verduurzamingstransitie, door te blijven investeren in technologieën die uitgefaseerd worden.

Voor uw instellingen is dit verhaal gelukkig niet nieuw. Verschillende banken, pensioenfondsen en verzekeraars experimenteren met meetmethoden om duurzaamheidsrisico’s in kaart te brengen en rapporteren hierover. Daarnaast committeert de gehele financiële sector zich aan het Klimaatakkoord, waarmee ze belooft een bijdrage te leveren aan Parijs. Ook toezichthouders zitten bepaald niet stil. Nederland loopt op dit gebied dan ook internationaal voorop. 

Er is desalniettemin geen aanleiding om achterover te leunen. De blik op wat er al gebeurt, moet niet afleiden van de visie op waar we naartoe moeten. Dat eindpunt ligt immers nog ver weg. Zo ging in 2018 80%-95% van de nieuwe energie-financieringen die uw sector aanging naar de fossiele industrie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat uw instellingen onvoldoende grondig rapporteren over hun materiële duurzaamheidsrisico’s. En hoewel het Klimaatakkoordcommitment ‘een bijdrage’ expliciteert, brengt ons dat nog niet zomaar bij de daadwerkelijke reductie in 2030 die nodig is om Parijs te halen.

Het beheersen van duurzaamheidsrisico’s is niet enkel aan de sector zelf, maar zeker ook een politieke verantwoordelijkheid. Met de politiek als hoeder van het klimaatbeleid, en als aanjager en ondersteuner voor de financiële sector. Die eerste verantwoordelijkheid is genomen met de klimaatwet en het klimaatakkoord. Die laatste verantwoordelijkheid kan nu scherper ingevuld worden. Daar doen wij voorstellen toe in onze initiatiefnota over de verduurzaming van de financiële sector, waarover we vandaag met de Tweede Kamer en het kabinet in debat gaan. Jullie zijn uitgenodigd in de toekomst het gesprek tussen sector en politiek samen verder te brengen.

Wij roepen u op uw beurt op om uw ambities en commitment sneller om te zetten in actie. Kom met concrete plannen om de CO2-impact van uw portefeuille in 2030 met 55% terug te dringen. Geef inzicht in het ‘klimaatpad’ van uw huidige portefeuille. Wacht niet tot 2022 met het publiekelijk maken van reductiedoelstellingen als dat niet nodig is. Zet waar mogelijk uw middelen in om kennis te delen en achterblijvers aan te sporen. En gebruik ons duwtje in de rug om grondiger over duurzaamheidsrisico’s te rapporteren. Alleen zo brengen we de verduurzaming van de financiële sector in de juiste versnelling.

Bart Snels (GroenLinks), Joost Sneller (D66), Eppo Bruins (ChristenUnie) & Evert-Jan Slootweg (CDA)  

 

Open brief aan de CEO's van Nederlandse financiële instellingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie CDA Rotterdam Charlois 02-09-2020 00:00

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de verduuzaming van de financiële sector. Vier Kamerleden van vier verschillende partijen schreven daarover een opiniestuk. 

Ook deze zomer was er een van uitersten. Nog nooit werden zoveel tropische dagen achter elkaar geteld. De weekgemiddelde maximumtemperatuur was het hoogste sinds de start van de metingen in 1901 en de neerslagtekorten liepen net als in 2018 in sommige regio’s op tot boven de 300 millimeter. Het agrarische verdienmodel voor dit jaar loopt, door onder meer een combinatie van droogte, hitte en soms beperkte irrigatiemogelijkheden, een flinke knauw op.

Zo is de klimaatschade aan de omzet van boeren dit jaar exemplarisch voor iets waar toezichthouders ons sinds enkele jaren voor waarschuwen: financiële risico’s door gebrekkige verduurzaming. Dat is een tweeledig gevaar. Enerzijds zullen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies schade toebrengen aan verdienmodellen. Denk aan een boer die niet langer aan zijn kredietverplichtingen kan voldoen door langdurige droogte. Anderzijds lijden financiële instellingen verliezen als ze gebrekkig anticiperen op de aanstaande verduurzamingstransitie, door te blijven investeren in technologieën die uitgefaseerd worden.

Voor uw instellingen is dit verhaal gelukkig niet nieuw. Verschillende banken, pensioenfondsen en verzekeraars experimenteren met meetmethoden om duurzaamheidsrisico’s in kaart te brengen en rapporteren hierover. Daarnaast committeert de gehele financiële sector zich aan het Klimaatakkoord, waarmee ze belooft een bijdrage te leveren aan Parijs. Ook toezichthouders zitten bepaald niet stil. Nederland loopt op dit gebied dan ook internationaal voorop. 

Er is desalniettemin geen aanleiding om achterover te leunen. De blik op wat er al gebeurt, moet niet afleiden van de visie op waar we naartoe moeten. Dat eindpunt ligt immers nog ver weg. Zo ging in 2018 80%-95% van de nieuwe energie-financieringen die uw sector aanging naar de fossiele industrie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat uw instellingen onvoldoende grondig rapporteren over hun materiële duurzaamheidsrisico’s. En hoewel het Klimaatakkoordcommitment ‘een bijdrage’ expliciteert, brengt ons dat nog niet zomaar bij de daadwerkelijke reductie in 2030 die nodig is om Parijs te halen.

Het beheersen van duurzaamheidsrisico’s is niet enkel aan de sector zelf, maar zeker ook een politieke verantwoordelijkheid. Met de politiek als hoeder van het klimaatbeleid, en als aanjager en ondersteuner voor de financiële sector. Die eerste verantwoordelijkheid is genomen met de klimaatwet en het klimaatakkoord. Die laatste verantwoordelijkheid kan nu scherper ingevuld worden. Daar doen wij voorstellen toe in onze initiatiefnota over de verduurzaming van de financiële sector, waarover we vandaag met de Tweede Kamer en het kabinet in debat gaan. Jullie zijn uitgenodigd in de toekomst het gesprek tussen sector en politiek samen verder te brengen.

Wij roepen u op uw beurt op om uw ambities en commitment sneller om te zetten in actie. Kom met concrete plannen om de CO2-impact van uw portefeuille in 2030 met 55% terug te dringen. Geef inzicht in het ‘klimaatpad’ van uw huidige portefeuille. Wacht niet tot 2022 met het publiekelijk maken van reductiedoelstellingen als dat niet nodig is. Zet waar mogelijk uw middelen in om kennis te delen en achterblijvers aan te sporen. En gebruik ons duwtje in de rug om grondiger over duurzaamheidsrisico’s te rapporteren. Alleen zo brengen we de verduurzaming van de financiële sector in de juiste versnelling.

Bart Snels (GroenLinks), Joost Sneller (D66), Eppo Bruins (ChristenUnie) & Evert-Jan Slootweg (CDA)  

 

Open brief aan de CEO's van Nederlandse financiële instellingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks D66 CDA ChristenUnie Rotterdam Centrum 02-09-2020 00:00

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de verduuzaming van de financiële sector. Vier Kamerleden van vier verschillende partijen schreven daarover een opiniestuk. 

Ook deze zomer was er een van uitersten. Nog nooit werden zoveel tropische dagen achter elkaar geteld. De weekgemiddelde maximumtemperatuur was het hoogste sinds de start van de metingen in 1901 en de neerslagtekorten liepen net als in 2018 in sommige regio’s op tot boven de 300 millimeter. Het agrarische verdienmodel voor dit jaar loopt, door onder meer een combinatie van droogte, hitte en soms beperkte irrigatiemogelijkheden, een flinke knauw op.

Zo is de klimaatschade aan de omzet van boeren dit jaar exemplarisch voor iets waar toezichthouders ons sinds enkele jaren voor waarschuwen: financiële risico’s door gebrekkige verduurzaming. Dat is een tweeledig gevaar. Enerzijds zullen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies schade toebrengen aan verdienmodellen. Denk aan een boer die niet langer aan zijn kredietverplichtingen kan voldoen door langdurige droogte. Anderzijds lijden financiële instellingen verliezen als ze gebrekkig anticiperen op de aanstaande verduurzamingstransitie, door te blijven investeren in technologieën die uitgefaseerd worden.

Voor uw instellingen is dit verhaal gelukkig niet nieuw. Verschillende banken, pensioenfondsen en verzekeraars experimenteren met meetmethoden om duurzaamheidsrisico’s in kaart te brengen en rapporteren hierover. Daarnaast committeert de gehele financiële sector zich aan het Klimaatakkoord, waarmee ze belooft een bijdrage te leveren aan Parijs. Ook toezichthouders zitten bepaald niet stil. Nederland loopt op dit gebied dan ook internationaal voorop. 

Er is desalniettemin geen aanleiding om achterover te leunen. De blik op wat er al gebeurt, moet niet afleiden van de visie op waar we naartoe moeten. Dat eindpunt ligt immers nog ver weg. Zo ging in 2018 80%-95% van de nieuwe energie-financieringen die uw sector aanging naar de fossiele industrie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat uw instellingen onvoldoende grondig rapporteren over hun materiële duurzaamheidsrisico’s. En hoewel het Klimaatakkoordcommitment ‘een bijdrage’ expliciteert, brengt ons dat nog niet zomaar bij de daadwerkelijke reductie in 2030 die nodig is om Parijs te halen.

Het beheersen van duurzaamheidsrisico’s is niet enkel aan de sector zelf, maar zeker ook een politieke verantwoordelijkheid. Met de politiek als hoeder van het klimaatbeleid, en als aanjager en ondersteuner voor de financiële sector. Die eerste verantwoordelijkheid is genomen met de klimaatwet en het klimaatakkoord. Die laatste verantwoordelijkheid kan nu scherper ingevuld worden. Daar doen wij voorstellen toe in onze initiatiefnota over de verduurzaming van de financiële sector, waarover we vandaag met de Tweede Kamer en het kabinet in debat gaan. Jullie zijn uitgenodigd in de toekomst het gesprek tussen sector en politiek samen verder te brengen.

Wij roepen u op uw beurt op om uw ambities en commitment sneller om te zetten in actie. Kom met concrete plannen om de CO2-impact van uw portefeuille in 2030 met 55% terug te dringen. Geef inzicht in het ‘klimaatpad’ van uw huidige portefeuille. Wacht niet tot 2022 met het publiekelijk maken van reductiedoelstellingen als dat niet nodig is. Zet waar mogelijk uw middelen in om kennis te delen en achterblijvers aan te sporen. En gebruik ons duwtje in de rug om grondiger over duurzaamheidsrisico’s te rapporteren. Alleen zo brengen we de verduurzaming van de financiële sector in de juiste versnelling.

Bart Snels (GroenLinks), Joost Sneller (D66), Eppo Bruins (ChristenUnie) & Evert-Jan Slootweg (CDA)  

 

Open brief aan de CEO's van Nederlandse financiële instellingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie CDA Rotterdam Hoogvliet 02-09-2020 00:00

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de verduuzaming van de financiële sector. Vier Kamerleden van vier verschillende partijen schreven daarover een opiniestuk. 

Ook deze zomer was er een van uitersten. Nog nooit werden zoveel tropische dagen achter elkaar geteld. De weekgemiddelde maximumtemperatuur was het hoogste sinds de start van de metingen in 1901 en de neerslagtekorten liepen net als in 2018 in sommige regio’s op tot boven de 300 millimeter. Het agrarische verdienmodel voor dit jaar loopt, door onder meer een combinatie van droogte, hitte en soms beperkte irrigatiemogelijkheden, een flinke knauw op.

Zo is de klimaatschade aan de omzet van boeren dit jaar exemplarisch voor iets waar toezichthouders ons sinds enkele jaren voor waarschuwen: financiële risico’s door gebrekkige verduurzaming. Dat is een tweeledig gevaar. Enerzijds zullen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies schade toebrengen aan verdienmodellen. Denk aan een boer die niet langer aan zijn kredietverplichtingen kan voldoen door langdurige droogte. Anderzijds lijden financiële instellingen verliezen als ze gebrekkig anticiperen op de aanstaande verduurzamingstransitie, door te blijven investeren in technologieën die uitgefaseerd worden.

Voor uw instellingen is dit verhaal gelukkig niet nieuw. Verschillende banken, pensioenfondsen en verzekeraars experimenteren met meetmethoden om duurzaamheidsrisico’s in kaart te brengen en rapporteren hierover. Daarnaast committeert de gehele financiële sector zich aan het Klimaatakkoord, waarmee ze belooft een bijdrage te leveren aan Parijs. Ook toezichthouders zitten bepaald niet stil. Nederland loopt op dit gebied dan ook internationaal voorop. 

Er is desalniettemin geen aanleiding om achterover te leunen. De blik op wat er al gebeurt, moet niet afleiden van de visie op waar we naartoe moeten. Dat eindpunt ligt immers nog ver weg. Zo ging in 2018 80%-95% van de nieuwe energie-financieringen die uw sector aanging naar de fossiele industrie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat uw instellingen onvoldoende grondig rapporteren over hun materiële duurzaamheidsrisico’s. En hoewel het Klimaatakkoordcommitment ‘een bijdrage’ expliciteert, brengt ons dat nog niet zomaar bij de daadwerkelijke reductie in 2030 die nodig is om Parijs te halen.

Het beheersen van duurzaamheidsrisico’s is niet enkel aan de sector zelf, maar zeker ook een politieke verantwoordelijkheid. Met de politiek als hoeder van het klimaatbeleid, en als aanjager en ondersteuner voor de financiële sector. Die eerste verantwoordelijkheid is genomen met de klimaatwet en het klimaatakkoord. Die laatste verantwoordelijkheid kan nu scherper ingevuld worden. Daar doen wij voorstellen toe in onze initiatiefnota over de verduurzaming van de financiële sector, waarover we vandaag met de Tweede Kamer en het kabinet in debat gaan. Jullie zijn uitgenodigd in de toekomst het gesprek tussen sector en politiek samen verder te brengen.

Wij roepen u op uw beurt op om uw ambities en commitment sneller om te zetten in actie. Kom met concrete plannen om de CO2-impact van uw portefeuille in 2030 met 55% terug te dringen. Geef inzicht in het ‘klimaatpad’ van uw huidige portefeuille. Wacht niet tot 2022 met het publiekelijk maken van reductiedoelstellingen als dat niet nodig is. Zet waar mogelijk uw middelen in om kennis te delen en achterblijvers aan te sporen. En gebruik ons duwtje in de rug om grondiger over duurzaamheidsrisico’s te rapporteren. Alleen zo brengen we de verduurzaming van de financiële sector in de juiste versnelling.

Bart Snels (GroenLinks), Joost Sneller (D66), Eppo Bruins (ChristenUnie) & Evert-Jan Slootweg (CDA)  

 

Open brief aan de CEO's van Nederlandse financiële instellingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie CDA Rotterdam Noord 02-09-2020 00:00

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de verduuzaming van de financiële sector. Vier Kamerleden van vier verschillende partijen schreven daarover een opiniestuk. 

Ook deze zomer was er een van uitersten. Nog nooit werden zoveel tropische dagen achter elkaar geteld. De weekgemiddelde maximumtemperatuur was het hoogste sinds de start van de metingen in 1901 en de neerslagtekorten liepen net als in 2018 in sommige regio’s op tot boven de 300 millimeter. Het agrarische verdienmodel voor dit jaar loopt, door onder meer een combinatie van droogte, hitte en soms beperkte irrigatiemogelijkheden, een flinke knauw op.

Zo is de klimaatschade aan de omzet van boeren dit jaar exemplarisch voor iets waar toezichthouders ons sinds enkele jaren voor waarschuwen: financiële risico’s door gebrekkige verduurzaming. Dat is een tweeledig gevaar. Enerzijds zullen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies schade toebrengen aan verdienmodellen. Denk aan een boer die niet langer aan zijn kredietverplichtingen kan voldoen door langdurige droogte. Anderzijds lijden financiële instellingen verliezen als ze gebrekkig anticiperen op de aanstaande verduurzamingstransitie, door te blijven investeren in technologieën die uitgefaseerd worden.

Voor uw instellingen is dit verhaal gelukkig niet nieuw. Verschillende banken, pensioenfondsen en verzekeraars experimenteren met meetmethoden om duurzaamheidsrisico’s in kaart te brengen en rapporteren hierover. Daarnaast committeert de gehele financiële sector zich aan het Klimaatakkoord, waarmee ze belooft een bijdrage te leveren aan Parijs. Ook toezichthouders zitten bepaald niet stil. Nederland loopt op dit gebied dan ook internationaal voorop. 

Er is desalniettemin geen aanleiding om achterover te leunen. De blik op wat er al gebeurt, moet niet afleiden van de visie op waar we naartoe moeten. Dat eindpunt ligt immers nog ver weg. Zo ging in 2018 80%-95% van de nieuwe energie-financieringen die uw sector aanging naar de fossiele industrie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat uw instellingen onvoldoende grondig rapporteren over hun materiële duurzaamheidsrisico’s. En hoewel het Klimaatakkoordcommitment ‘een bijdrage’ expliciteert, brengt ons dat nog niet zomaar bij de daadwerkelijke reductie in 2030 die nodig is om Parijs te halen.

Het beheersen van duurzaamheidsrisico’s is niet enkel aan de sector zelf, maar zeker ook een politieke verantwoordelijkheid. Met de politiek als hoeder van het klimaatbeleid, en als aanjager en ondersteuner voor de financiële sector. Die eerste verantwoordelijkheid is genomen met de klimaatwet en het klimaatakkoord. Die laatste verantwoordelijkheid kan nu scherper ingevuld worden. Daar doen wij voorstellen toe in onze initiatiefnota over de verduurzaming van de financiële sector, waarover we vandaag met de Tweede Kamer en het kabinet in debat gaan. Jullie zijn uitgenodigd in de toekomst het gesprek tussen sector en politiek samen verder te brengen.

Wij roepen u op uw beurt op om uw ambities en commitment sneller om te zetten in actie. Kom met concrete plannen om de CO2-impact van uw portefeuille in 2030 met 55% terug te dringen. Geef inzicht in het ‘klimaatpad’ van uw huidige portefeuille. Wacht niet tot 2022 met het publiekelijk maken van reductiedoelstellingen als dat niet nodig is. Zet waar mogelijk uw middelen in om kennis te delen en achterblijvers aan te sporen. En gebruik ons duwtje in de rug om grondiger over duurzaamheidsrisico’s te rapporteren. Alleen zo brengen we de verduurzaming van de financiële sector in de juiste versnelling.

Bart Snels (GroenLinks), Joost Sneller (D66), Eppo Bruins (ChristenUnie) & Evert-Jan Slootweg (CDA)  

 

Open brief aan de CEO's van Nederlandse financiële instellingen | GroenLinks

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie CDA Waadhoeke 02-09-2020 00:00

Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de verduuzaming van de financiële sector. Vier Kamerleden van vier verschillende partijen schreven daarover een opiniestuk. 

Ook deze zomer was er een van uitersten. Nog nooit werden zoveel tropische dagen achter elkaar geteld. De weekgemiddelde maximumtemperatuur was het hoogste sinds de start van de metingen in 1901 en de neerslagtekorten liepen net als in 2018 in sommige regio’s op tot boven de 300 millimeter. Het agrarische verdienmodel voor dit jaar loopt, door onder meer een combinatie van droogte, hitte en soms beperkte irrigatiemogelijkheden, een flinke knauw op.

Zo is de klimaatschade aan de omzet van boeren dit jaar exemplarisch voor iets waar toezichthouders ons sinds enkele jaren voor waarschuwen: financiële risico’s door gebrekkige verduurzaming. Dat is een tweeledig gevaar. Enerzijds zullen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies schade toebrengen aan verdienmodellen. Denk aan een boer die niet langer aan zijn kredietverplichtingen kan voldoen door langdurige droogte. Anderzijds lijden financiële instellingen verliezen als ze gebrekkig anticiperen op de aanstaande verduurzamingstransitie, door te blijven investeren in technologieën die uitgefaseerd worden.

Voor uw instellingen is dit verhaal gelukkig niet nieuw. Verschillende banken, pensioenfondsen en verzekeraars experimenteren met meetmethoden om duurzaamheidsrisico’s in kaart te brengen en rapporteren hierover. Daarnaast committeert de gehele financiële sector zich aan het Klimaatakkoord, waarmee ze belooft een bijdrage te leveren aan Parijs. Ook toezichthouders zitten bepaald niet stil. Nederland loopt op dit gebied dan ook internationaal voorop. 

Er is desalniettemin geen aanleiding om achterover te leunen. De blik op wat er al gebeurt, moet niet afleiden van de visie op waar we naartoe moeten. Dat eindpunt ligt immers nog ver weg. Zo ging in 2018 80%-95% van de nieuwe energie-financieringen die uw sector aanging naar de fossiele industrie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat uw instellingen onvoldoende grondig rapporteren over hun materiële duurzaamheidsrisico’s. En hoewel het Klimaatakkoordcommitment ‘een bijdrage’ expliciteert, brengt ons dat nog niet zomaar bij de daadwerkelijke reductie in 2030 die nodig is om Parijs te halen.

Het beheersen van duurzaamheidsrisico’s is niet enkel aan de sector zelf, maar zeker ook een politieke verantwoordelijkheid. Met de politiek als hoeder van het klimaatbeleid, en als aanjager en ondersteuner voor de financiële sector. Die eerste verantwoordelijkheid is genomen met de klimaatwet en het klimaatakkoord. Die laatste verantwoordelijkheid kan nu scherper ingevuld worden. Daar doen wij voorstellen toe in onze initiatiefnota over de verduurzaming van de financiële sector, waarover we vandaag met de Tweede Kamer en het kabinet in debat gaan. Jullie zijn uitgenodigd in de toekomst het gesprek tussen sector en politiek samen verder te brengen.

Wij roepen u op uw beurt op om uw ambities en commitment sneller om te zetten in actie. Kom met concrete plannen om de CO2-impact van uw portefeuille in 2030 met 55% terug te dringen. Geef inzicht in het ‘klimaatpad’ van uw huidige portefeuille. Wacht niet tot 2022 met het publiekelijk maken van reductiedoelstellingen als dat niet nodig is. Zet waar mogelijk uw middelen in om kennis te delen en achterblijvers aan te sporen. En gebruik ons duwtje in de rug om grondiger over duurzaamheidsrisico’s te rapporteren. Alleen zo brengen we de verduurzaming van de financiële sector in de juiste versnelling.

Bart Snels (GroenLinks), Joost Sneller (D66), Eppo Bruins (ChristenUnie) & Evert-Jan Slootweg (CDA)  

 

Dertig kilometer per uur: snel genoeg | Amersfoort

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie Amersfoort 31-08-2020 00:00

Op initiatief van D66, GroenLinks en ChristenUnie praat de gemeenteraad dinsdag 1 september over het verlagen van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom. Want van wie is de openbare ruimte eigenlijk? Deze vraag hebben wij de afgelopen jaren al regelmatig in de gemeenteraad opgeworpen. Dillian Hos licht toe.

 

De vraag van wie de openbare ruimte nu eigenlijk is, brengen wij vaak ter sprake in de context van het parkeerbeleid. Al die auto’s in onze woonstraten die daar een groot deel van de dag onze ruimte innemen… Al dat stilstaande blik beperkt de ruimte tussen onze woningen waar je kunt verblijven, spelen, wandelen, fietsen, neemt ruimte in waar je niets meer mee kan. De omgekeerde wereld, vinden wij.

Het recht van de snelste?

Hetzelfde geldt voor de manier waarop we met ons verkeer omgaan. In mei verscheen het boek ‘Het recht van de snelste’, van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet. Ik vind het een geweldig boek. Het beschrijft, zeer goed en feitelijk onderbouwd, hoe wij in de loop der jaren als vanzelfsprekend het gemotoriseerde verkeer de inrichting van onze openbare ruimte hebben laten domineren.

De straat is van de auto, die er met flinke snelheid doorheen mag rijden. Voor kinderen die willen spelen, hebben we aparte speelplaatsen ingericht waar ze naartoe moeten wandelen. Voor kinderen die veilig naar school willen kunnen, maakten we oversteekplaatsen waar je op een knopje moet drukken om de weg over te kunnen. Voor mensen die een balletje willen trappen, maakten we parken en sportterreinen. Het boek is geschreven vanuit een verwondering, die maakt dat je je ook zelf afvraagt: waarom moeten kinderen leren uitkijken voor de dode hoek, terwijl zij niet het probleem zijn?

Waarom nemen we beslissingen over verkeer vooral vanuit het idee dat automobilisten zo snel mogelijk moeten kunnen doorstromen?

 

Wat GroenLinks betreft is het tijd dat we veranderen wat we eerder hebben laten ontstaan. Onze stad, onze straten kunnen we weer zo inrichten dat je er fijn kunt verblijven, veilig kunt oversteken en we de meest kwetsbaren beschermen. Denk aan de spelende kinderen, voetgangers, ouderen die een ommetje maken, mensen met een scootmobiel, fietsers. Waarom zijn zij degenen die moeten oppassen? Dat kan anders! Vandaar dat wij het samen met D66 en ChristenUnie over verlaging van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom willen hebben. Waar nu 50 km/u de norm is en 30 km/u de uitzondering, willen wij dit omdraaien.

In de meeste woonstraten is 30 al de norm, maar op de stedelijke verbindingswegen niet. Dat zijn de grotere wegen in de wijk, waar ook veel mensen wonen en waar veel fietsverkeer is. Wij willen de norm ook daar naar 30 km/u. En alleen 50 km/u - of meer - als er vrijliggende voet- en fietspaden liggen. Zijn die er niet, dan is het 30 km/u als het aan ons ligt. Voor straten als de ring in Kattenbroek, de Noordewierweg, de Jan van der Heijdenstraat, de Zevenhuizerstraat en vele andere is dit een verbetering. Op het kaartje is precies te zien welke straten nu nog een 50 km/u-regime hebben (de blauwe).

Scooters en critici

Groot voordeel van 30 km/u op deze straten: scooters kunnen makkelijker naar de rijbaan, omdat het verschil in snelheid met de auto dan kleiner is. En dat is veiliger en gezonder voor de fietser. Enig nadeel: een iets langere reistijd. Een paar minuten langer in de auto, voor de veiligheid van iedereen. Geen moeilijke keuze.

Critici komen met het voorspelbare argument ‘het is niet te handhaven’. Er staat inderdaad niet op elk hoek van de straat een handhaver of agent. Dat geldt voor heel veel meer zaken. Het gaat erom dat we een norm durven stellen, waarvan iedere verkeersdeelnemer weet dat deze geldt. Zonder die norm verandert er niks.

De meeste mensen zijn echt van goede wil, daar mogen we vertrouwen in hebben. Natuurlijk zal de inrichting van de weg soms aangepast moeten worden. Dat is niet van vandaag op morgen gebeurd, maar zal geleidelijk aan moeten. Eerst een begin maken. Wat we hebben laten ontstaan in vele jaren, kunnen we ook weer veranderen.

Dillian Hos

Partir c'est mourir un peu.... maar dat geldt gelukkig niet voor Erfgoed! | Leeuwarden

GroenLinks GroenLinks D66 PvdA Leeuwarden 31-08-2020 00:00

Tweeënhalf jaar heb ik met veel passie de portefeuille Erfgoed&Monumenten gedaan. Het voelde bij mijn aantreden in 2018 misschien wel als de meest zwaarwegende portefeuille omdat ik ermee in de voetstappen van dé Piet van der Wal stapte.  

Onze Piet van der Wal was een legendarische kenner van panden, regelingen, bedreigingen en oplossingen. Regelmatig dacht hij zelf plannen uit die de ambtelijke dienst hielp bij mooie oplossingen. Een aantal daarvan die hij nog in de pijplijn had toen hij stopte, beschreef hij bij mijn aantreden uitvoerig. Ik nam me na zijn overlijden voor om deze als een soort legacy vast te houden en waar mogelijk gerealiseerd te krijgen.

Zijn plan voor de verkeerssituatie bij de Vredeman de Vriesstraat en de povere ruimte voor fietsers, maar ook zijn overtuiging dat alle vooroorlogse wijken in een beschermde parapluregeling zouden moeten komen zodat we als gemeente meer controle in handen hebben en niet meer verrast worden door het verdwijnen van een pand waarvan iedereen dacht dat het monumentale waarde had, maar dat niet bleek te hebben (Stationsweg). Ook had hij een enorm dossier, het dossier Stienserstraat, over de verbouwing van een vooroorlogs pand tot garage waarbij de hele karakteristieke gevel verdween. Zijn voorstel om de gevelindeling, naast bv daklijn, onderdeel van het beschermen te maken kwam hieruit voort.

Tegelijkertijd bleek ook vanuit de waan van de dag genoeg gaande te zijn dat vanuit deze portefeuille moest worden aangevlogen. Daardoor verschenen er in de afgelopen tweeënhalf jaar diverse schriftelijke vragen waarin we het college bevroegen of erfgoed gerelateerde zaken.

Voorbeelden hiervan zijn de vragen die we stelden aan de hand van foto's van de opslag van het torentje van Cuypers. In de jaren negentig werd het torentje, dat uit 1882 stamt en onderdeel uitmaakte van het Sint-Fredericus Liefdesgesticht, voor veel geld gerestaureerd door Leeuwarder Corporatie Patrimonium en daarna geschonken aan de Gemeente Leeuwarden. Lange tijd stond het op het hoekje naast de Blokhuispoort. Door de herindeling van dat gebied was er geen plek meer. De foto's die wij onder ogen kregen toonden het torentje op zijn zijde liggend in een weinig deplorabele staat. Zo ga je niet om met erfgoed! En we stelden met succes schriftelijke vragen. In de antwoorden konden we lezen dat "van mening zijn dat we een goede plek te hebben gevonden voor herplaatsing en zullen zorgen dat de torenspits daar in ere wordt hersteld."

Het torentje zal geplaatst worden in het buurtschap De Klamp waar aan het centrale dorpspleintje met de plaatsing "een extra dimensie toe en legt een link met de bestaande stad, terwijl duidelijk is dat het een toevoeging is", aldus te lezen in de beantwoording. Op de vraag wanneer werd geantwoord dat "De eerste fase van De Klamp wordt in het najaar van 2018 bouwrijp gemaakt. Vanaf midden 2019 kan de spits van het arkeltorentje geplaatst worden."

Tot op heden hebben we nog geen uitnodiging ontvangen voor de feestelijke herplaatsing, maar we houden onze vinger aan de pols.

Nog voor Buma als burgemeester in beeld was, hadden wij ons vizier op de Buma State laten vallen. Gealarmeerd door -wederom- de deplorabele staat gingen we op onderzoek uit. In dezelfde tijd verscheen een noodkreet van Heemschut Frysl^an over het achterstallige onderhoud en het uitblijven van de renovatie. Ook hierover stelden we schriftelijke vragen.

Ondertussen bleek de koers van het tot stand komen van de nieuwe Erfgoednota een spannend traject. Er werd gekozen voor een Erfgoed Agenda in plaats van de oldfashion vorm. Een meer eigentijdse vorm waarbij inbreng van onderop centraal stond, er tal van bijeenkomsten werden georganiseerd en het uitgangspunt om tot een levend document te komen even wennen was.

Na de Startnotitie Erfgoedagenda van de toekomst in mei 2019 is er op 17 september 2019 een brainstormsessie georganiseerd voor de raad in De Fabriek in Wergea. Tijdens deze brainstormsessie is input geleverd voor de "Erfgoedagenda van de toekomst". Daarnaast werd gevraagd om ook de maatschappelijke betrokkenen en belanghebbenden op het gebied van erfgoed bij het opstellen van de "Erfgoedagenda van de toekomst" te betrekken.

Met  het  thema  'Alles  is  erfgoed,  en  erfgoed  is  van  iedereen'  zijn  vervolgens  een  5-tal meepraat-sessies  voor  maatschappelijke  organisaties  en  belanghebbenden  georganiseerd. Deze sessies vonden plaats in Jelsum, Baard (december 2019), Jirnsum en twee in Leeuwarden(januari  en  februari  2020).  Alle  historische  verenigingen,  dorpsbelangen,  wijkpanels  en  een aantal andere organisaties en vertegenwoordigers die, op wat voor manier dan ook, met erfgoed annex zijn, waren uitgenodigd. De laatste bijeenkomst in Leeuwarden was een speciale sessie met  alleen  studenten  van  NHL  Stenden  en  een  paar  docenten.  Samen  met  algemene maatschappelijke  ontwikkelingen,  rijkskaders  en  de  input  vanuit  de  meepraatsessies  is  het visiedeel van de Erfgoedagenda van de toekomst tot stand gekomen.

In de motie die we in juli 2019 indienden tijdens de begrotingsbehandeling samen met D66, PvdA en FNP indienden konden we ons punt waar wij uit de samenleving volop geluid over kregen! Afgelopen week werd duidelijk dat het college dit afschaffen van leges op zonnepanelen en andere duurzame installatie kwijtschelden bij beschermde en monumentale panden zoals in Apeldoorn gebeurt ziet zitten. In de brief die hierover in augustus verscheen lezen we: "Om eigenaren van panden in beschermde gezichten en van 

monumenten tegemoet te komen bij het verduurzamen van hun pand, kan hetvoorstel worden gedaan om de leges voor het plaatsen van zonnepanelen op monumenten en in beschermde gezichten per 2021 af te schaffen. Dit zou dan meegenomen kunnen worden bij de vaststelling Legesverordening 2021.  

Het voorstel tot afschaffen van leges voor het plaatsen van zonnepanelen op monumenten en in beschermde gezichten heeft een beperkte invloed op de financiële opbrengsten, en daarmee de kostendekkendheid, van de gemeente Leeuwarden."

Terwijl ik dit schrijf zitten we midden in de behandeling in de raad van de Erfgoedagenda. Maar in de raadszaal zit niet ik, maar mijn collega Pim Astro. 

Omdat in de loop van de tijd mijn portefeuille werd uitgebreid met onder andere Wmo, bleek Erfgoed toch een wat eenzaam eilandje in mijn portefeuille. Ik bemerkte dat ik niet altijd de tijd en energie erin kon steken die het nodig had.

Ondertussen kwam Erfgoed wel aan bod in bestemmingsplannen of in relatie tot wonen en groen maar deze zaken waren vaak in handen van Pim Astro.

Dit alles heeft mij doen besluiten om Pim  -die als tweede woordvoerder wel altijd meekeek- te vragen om dit portefeuille onderdeel over te nemen. Dus dit schrijven is ook een beetje afscheid nemen...

Langs deze weg even speciale dank aan Tom Sandijck die mij altijd bijstond met raad en advies. Ook dank aan de beleidsadviseur (en tevens oud studiegenoot van mij) Leo van der Laan en de voorzitter van de Leeuwarder Historische Vereniging Aed Levwerd met wie ik vele uurtjes heb volgepraat!

Femke Molenaar

Gebruik koelkracht van bomen: minder kappen, meer aanplant! | Deventer

GroenLinks GroenLinks D66 CDA PvdA Deventer 14-08-2020 00:00

De eerste helft van augustus zuchtte Nederland onder een heftige hittegolf. Met name in de stedelijke gebieden liep de warmte op tot ongebruikelijke temperaturen waar de Nederlandse mens, dier en natuur niet aan gewend zijn. Tijdens de hittegolf bleek ook weer eens hoe belangrijk (vooral de volgroeide) bomen zijn om de stad te verkoelen. Fractievoorzitter Tjeerd van der Meulen plaatste een bericht op twitter en dit leidde tot een interview met de Stentor. De centrale boodschap : minder kappen, meer aanplanten!

In Deventer hebben we een Bomenbeleidsplan en een Groenbeleidsplan. Beide plannen zijn meer dan 10 jaar oud en is het dus hoog tijd voor actualisatie. De afspraak om deze plannen te actualiseren staat in het coalitieakkoord "Met lef en liefde voor Deventer" (2018) van Gemeentebelang, PvdA, CDA, D66 en GroenLinks. Volgens GroenLinks Deventer toont de huidige hittestress aan - dat naast het belang voor luchtzuivering, water vasthouden, biodiversiteit en natuurlijk intrinsieke schoonheid - het van groot belang is om zoveel mogelijk volwassen bomen te behouden. Die moeten volgens ons gekoesterd worden en pas gekapt als ze bijvoorbeeld een gevaarlijke situatie opleveren of als het echt niet anders kan. In Deventer kan het nu nog steeds voorkomen dat gezonde bomen het loodje leggen omdat het beter past bij het straatbeeld of omdat ze in de weg staan bij de aanleg van een nieuwe wijk of bij renovatie/reconstructie. Wij denken dat andersom moet worden geredeneerd en het behoud van bomen het uitgangspunt moet zijn. Zorgvuldige keuzen bij het kappen dus!
 
Een andere zorg zit bij de aanplant. Er zijn nog talloze lege plekken en straten die kaal en leeg aandoen. Volgens ons is het goed om met het oog op de toekomst bomen te planten waar het kan. 
 
De tweet van Tjeerd van der Meulen was aanleiding voor een interview met de Stentor (zie bijlage). De komende tijd zullen wij onze ideeen over terughoudend kapbeleid en vooruitstrevend aanplantbeleid verder uitwerken en voorstellen bij de actualisatie van de genoemde plannen. Heb jezelf ideeen of wil je reageren? Mail naar info@groenlinksdeventer.nl
 
Foto's zijn van Ronald Hissink (in opdracht van De Stentor)
 

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.