Nieuws van politieke partijen over Haagse Stadspartij inzichtelijk

38 documenten

Den Haag wil een diverser en eerlijker kunstklimaat, maar hoe?

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij D66 's-Gravenhage 23-07-2019 14:37

De Haagse gemeenteraad heeft -met de gebruikelijke tegenstem van de PVV- unaniem ingestemd met het Beleidskader Kunst en Cultuur. Het beleidsstuk van cultuurwethouder Robert van Asten (D66) geeft aan wat de gemeente belangrijk vindt voor de komende Kunstenplanperiode (2021-2024) en vormt de basis voor het beoordelen van subsidieaanvragen van culturele instellingen. Peter Bos, raadslid van de Haagse Stadspartij, is positief gestemd over het beleidskader, maar heeft ook kritiekpunten. Concrete stappen om de culturele diversiteit van de instellingen te verbeteren ontbreken. Daarnaast is onduidelijk wat de financiële consequenties zijn van de Fair Practice Code, een maatregel om kunstenaars en medewerkers beter te gaan betalen. Hierover diende Peter Bos met wisselend succes moties in.

In onderstaand betoog de visie van Peter Bos op het Beleidskader

Beleidskader Kunst & Cultuur 2021-2024

Dank voor dit goed geschreven beleidskader. Het is toegankelijk en inhoudelijk sterk, complimenten. Het gaat om een onderwerp dat de Haagse Stadspartij nauw aan het hart gaat. Zonder kunst & cultuur is het leven voor veel mensen bloedeloos en saai en zeker voor een grote stad als Den Haag is een florerend cultureel klimaat van levensbelang.

De Haagse Stadspartij is verheugd dat wordt voortgebouwd op veel van wat met eerdere beleidskaders al in gang is gezet. Heel veel zaken waar de afgelopen periode op is ingezet zien we terug. Ik noem het makersklimaat, broedplaatsenbeleid en het versterken van de cultuurankers.

Nieuw in dit beleidskader is de aandacht voor Fair Pay, oftewel eerlijke beloning. Ook daar ben ik blij mee. Werken in de culturele sector is -zacht uitgedrukt- geen vetpot (70% van de kunstenaars in NL heeft een inkomen op of onder bijstandsniveau). Ook nieuw is de aandacht voor inclusie. Dat is hard nodig, want de diversiteit van publiek, makers en bestuurders laat nog veel te wensen over.

De grote vraag is of de wensen van het college die in het beleidskader staan wel realistisch zijn. Want aan de ene kant vraagt het college de sector om personeel en makers beter te gaan betalen, maar tegelijkertijd moet dat wel binnen de beschikbare financiële middelen. Extra geld voor deze beleidswens biedt het college niet en dat is teleurstellend. De instellingen moeten maar minder voorstellingen gaan maken of commerciëler gaan werken, is eigenlijk de boodschap van het college. Gevolg is ook dat de kunstinstellingen straks noodgedwongen minder kunnen experimenteren en innoveren, terwijl dat nu net een beleidswens is van dit college. De begrotingen van de instellingen zullen door de hogere arbeidskosten flink stijgen, zodat er ook meer subsidie aangevraagd gaat worden. Dat betekent dat er mogelijk veel instellingen buiten de subsidieboot gaan vallen, omdat het subsidiebudget absoluut niet toereikend is.

(De motie die Peter Bos indiende om onderzoek te doen naar de kosten van de Fair Practice Code werd aangenomen).

Het beschikbare kunstbudget van de gemeente is niet meegegroeid met de bevolkingsgroei. Er zijn sinds 2014 zo’n 30.000 Hagenaars bijgekomen. Deze groei is niet vertaald in hogere budgetten voor het Kunstenplan. Alleen de jaarlijkse trend (inflatie) en de 1 miljoen extra uit het Coalitieakkoord zijn er bijgekomen en daar moeten we het mee doen.

Inclusie

Inclusie en diversiteit krijgen meer nadruk in het beleidskader dan ooit. Dat is belangrijk, want er valt nog een hoop werk te doen op dat vlak. De diversiteit van de stad wordt nog lang niet goed genoeg gerepresenteerd in de culturele sector. Op de podia, in het publiek, bij het personeel en in de bestuurskamer is de kleur wit nog steeds dominant. Dat blijkt ook uit het onderzoek dat hiernaar is gedaan. Dat gaat niet vanzelf veranderen en daar moet stevig op gestuurd gaan worden. De intenties van het college zijn goed, maar vrijblijvend.

(De motie die Peter Bos indiende om de instellingen te verplichten om met een nulmeting te komen op het gebied van diversiteit en jaarlijks te monitoren haalde het net niet).

Huisvesting

Als het gaat om de financiën drukken de huisvestingskosten een zwaar stempel op de begroting van de culturele instellingen. De gemeente bezit en verhuurt 68 cultuurpanden. Is het college bereid om per instelling aan te geven wat de kosten en de baten zijn van de verhuur van de verschillende panden en hoe hier nog voordelen te behalen zijn? (De wethouder gaf aan om met een overzicht te komen).

De verschillende kunstdisciplines staan goed omschreven in het beleidskader. Ik ben erg blij met de ontwikkeling van het filmklimaat in Den Haag. Eindelijk is er voortgang geboekt. Het Haags Filmhuis als filmeducatiehub is een interessante stap. Goed ook om te lezen dat Haagse filmproducties goed ondersteund gaan worden. Ik pleit voor een fonds voor Haagse filmproducties, want dat missen filmmakers in Den Haag.

Op het gebied van de Letteren heb ik zorgen. In tegenstelling tot de meeste andere kunstdisciplines ontbreekt in het beleidskader aandacht voor het makersklimaat in de sector Letteren. Schrijvers en dichters heeft Den Haag in vele soorten en maten, maar ondersteuning en samenwerking is er nauwelijks. Een van de weinige organisaties die daar iets aan doet is Extaze, die met een literair tijdschrift, een website en presentaties veel Haagse makers een podium biedt. Dat zou zeker in de komende periode verder versterkt kunnen worden.

Debat wordt voor het eerst als kunstdiscipline naar voren gebracht in het beleidskader. Uiteraard heeft debat een belangrijke functie, maar ik zie niet zo goed in waarom dat als onderdeel van de culturele sector moet worden gezien.

Over de toekomst van de Amerikaanse ambassade zal ik kort zijn. De optie om het Eschermuseum een paar deuren te verhuizen naar de ambassade is voor mijn partij nog geen uitgemaakte zaak. Een andere culturele invulling dan Escher kan ook interessant zijn en echt iets nieuws en extra’s gaan betekenen. Ik heb een serie schriftelijke vragen hierover ingediend, en het voert te ver om daar nu verder op in te gaan.

Jammer dat het Migratiemuseum geen steun meer krijgt van dit college. Dat het Netwerk Erfgoed Haagse Migranten wel positief wordt gewaardeerd door het college is positief, maar een volwaardig Migratiemuseum is in onze hyperculturele en superdiverse stad eigenlijk onontbeerlijk.

Broedplaatsen

De Haagse Stadspartij ziet dat de wethouder veel waardering heeft voor broedplaatsen. In het voorwoord stelt de wethouder zelfs dat Den Haag zich onderscheidt met het succesvolle broedplaatsenbeleid. In het beleidskader wordt toegespitst op de Binckhorst als plek waar broedplaatsen zich kunnen ontwikkelen. Maar juist daar zijn de mogelijkheden wel zo’n beetje op, met alle plannen die er inmiddels zijn. De wethouder komt binnenkort nog met een update van het broedplaatsbeleid en zal -zoals in de laatste raad toegezegd- gaan kijken welke gebieden geschikt zijn naast de Binckhorst. Ik zie daar uiteraard zeer naar uit. Maar ondanks de mooie woorden en toezeggingen van de wethouder blijven er veel zorgen. Er zit geen geld voor broedplaatsen in het financiële kader en ook niet in het coalitieakkoord. Veel broedplaatsen zijn tijdelijk en nieuwe plekken zijn door de vastgoedhausse moeilijk te vinden. In de vorige periode zijn veel nieuwe broedplaatsen gerealiseerd die zich sterk hebben ontwikkeld, maar op dit moment weinig zekerheid hebben, zoals WD4X, De Helena, Trixie, Kunstpost, Helicopter etc. Ook n.a.v. het onderzoek naar een nieuw middenpodium voor popmuziek wijst het college naar broedplaatsen als mogelijk alternatief voor het gewenste middenpodium. De conclusie die ik helaas moet stellen is dat het college de broedplaatsen een zeer belangrijke rol geeft, maar dat niet waardeert in middelen en inzet.

De ambities van dit beleidskader zijn fors en de eisen die we aan de subsidieaanvragers gaan stellen zijn niet misselijk. We vroegen de afgelopen jaren al heel veel van de cultuursector en de opgaves nemen met dit beleidskader behoorlijk toe. De forse bezuinigingen uit 2013 zijn nog steeds niet helemaal teruggedraaid en dat is schrijnend.

Ik vind het ook ongepast dat je als overheid eist van instellingen om hun personeel en kunstenaars eerlijk te gaan belonen, terwijl je daar zelf niets aan wilt bijdragen. Ook de gemeente zal een “fair pay” moeten bieden aan de culturele sector.

Haagse Stadspartij en D66: “Geen Burger King op de Grote Markt”

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij D66 VVD 's-Gravenhage 22-07-2019 14:49

De mogelijke komst van een Burger King naar de Grote Markt zien de fracties van de Haagse Stadspartij en D66 niet zitten. Raadslid Peter Bos van de Haagse Stadspartij: “Fastfoodhoreca op deze plek is volstrekt misplaatst. Het vloekt met het prachtige Rijksmonument de Volharding en met de sfeer en het karakter van het Popdistrict op en rond de Grote Markt.” Daniel Scheper, D66: “Ik pleit al enige tijd voor een betere branchering, zodat we de groei van fastfood kunnen stoppen. Het college moet nu echt in actie komen”.

De geruchten over de komst van de hamburgerketen naar de Grote Markt leiden tot veel verontwaardiging in de stad. Gebleken is dat wethouder Revis (VVD) op 29 april 2019 een vergunning heeft verleend voor de vestiging van een restaurant. De eigenaar van het pand Accres Real Estate wil niet zeggen of het gaat om een Burger King.

In schriftelijke vragen wijzen de twee raadsleden op het gemeentelijk beleid voor de Grote Markt. In diverse nota’s wordt de Grote Markt geroemd als pophotspot met een eigen sfeer gericht op muziek.  Peter Bos: “Het college hecht veel waarde aan een zorgvuldige ontwikkeling van het Popdistrict op en rond de Grote Markt, maar bij het verlenen van de vergunning is totaal niet getoetst aan het beleid voor de Grote Markt”. Het gaat om het beeldbepalende pand op de hoek van de Grote Markt en de Grote Marktstraat, een Rijksmonument uit 1927 dat bekend is onder de naam de Volharding, een creatie van de architect Jan Buijs. De Volharding was de naam van een socialistische coöperatie die het gebouw destijds liet bouwen voor propagandadoeleinden middels lichtreclame, uniek voor die tijd.

Daniel Scheper, raadslid voor D66: “Den Haag telt inmiddels meer dan 450 fastfoodzaken. Branchering is hard nodig. Ik heb vorig jaar van het college de toezegging gekregen dat daar naar gekeken gaat worden, zodat we niet op elke straathoek een fastfoodtent krijgen”.  Ook het Voedingscentrum Nederland en tal van wetenschappers vinden dat de opmars van fastfood in de publieke ruimte moet stoppen. Met name in de grote steden is het aanbod aan friet, hamburgers, kebab en pizza enorm. Bij een groter ongezond aanbod, neemt voor de consument de verleiding toe. Meer ongezond eten leidt tot hoger risico op overgewicht en ziekten als diabetes type 2, hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker. Tenslotte zijn ook veel dierenwelzijnsorganisaties en milieuorganisaties kritisch over de groei van hamburgerketens.

Hieronder de schriftelijke vragen:

Schriftelijke vragen: Burger King Grote Markt

Indieners: Peter Bos, Haagse Stadspartij en Daniel Scheper, D66

Datum: 22 juli 2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 29 april heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van het kantoorgebouw Grote Markt 22 tot kantoor en restaurant.

Hierover stellen wij overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde de volgende schriftelijke vragen:

1. De vergunning betreft het veranderen van de functie van de begane grond, de entresolvloer en kelder van het kantoorgebouw ‘De Volharding’ in een restaurant. Gebleken is dat de aanvraag niet voldoet aan de bestemming Kantoor-2’, genoemd in artikel 14 van de planregels van het bestemmingsplan voor wat betreft het gebruik als middelzware horeca. Het bestemmingsplan biedt geen toereikende afwijkingsmogelijkheid voor de geconstateerde strijdigheid. Het college  is bereid gebleken de afwijking van de desbetreffende bestemmingsplanregels toe te staan op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 2º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, juncto artikel 4, lid 9 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Is het juist dat de vergunning is verleend met toepassing van de zogenaamde kruimellijst? Zo nee, waarom niet?

2. Is het juist dat het college beleidsvrijheid heeft als het gaat om het toepassen van de kruimellijst? Zo nee, waarom niet?

3. Is het juist dat de verhuurder van het pand in gesprek is over de vestiging van Burger King in het pand? Zo nee, waarom niet?

4. Was het college op het moment van het verlenen van de vergunning hiervan op de hoogte? Zo nee, waarom niet?

5. Is de vergunning verleend zonder dat vaststond welke restaurant er in het pand zou komen? Zo ja, waarom?

6. En zo ja, waarom is een vergunning verleend zonder te toetsen welk restaurant hier zou komen?

7. Is het college met ons van mening dat een restaurant wezenlijk verschilt van een fastfoodinrichting? Zo nee, waarom niet?

8. Het college heeft als motivering voor het afwijken van het bestemmingsplan het volgende gesteld in de vergunning:

Omdat transformatie van een gedeelte van het kantoor in bestaand beleid past en omdat horeca op deze plek voorstelbaar is heeft het college besloten om mee te werken aan dit initiatief en de vergunning te verlenen.

Het college verwijst daarvoor o.a. naar de Kantorenstrategie, de Horecavisie en het Binnenstadsplan. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

9. In de vergunning wordt uit het Binnenstadsplan m.b.t. de Grote Markt het volgende geciteerd:

Deze plekken fungeren als bestemmingen, elk met een eigen profiel en aantrekkingskracht. Dit zijn bij uitstek locaties voor onder andere horeca. Vooral op de pleinen is de horeca dominant en sfeerbepalend.

Het Binnenstadsplan stelt verder dat bij het verder ontwikkelen van horeca- en uitgaansgebieden, waaronder de Grote Markt, horeca alle ruimte krijgt.

In werkelijkheid staat er in het Binnenstadsplan:

Deze plekken fungeren als bestemmingen, elk met een eigen profiel en aantrekkingskracht. Dit zijn bij uitstek locaties voor horeca, evenementen en terrassen, maar soms ook juist rustpunten. Bestemmingen zijn als attractiepunten van groot belang voor de leesbaarheid van de stad. Ze zijn niet alleen in ruimtelijke zin duidelijk herkenbaar, maar ook vanuit de functie (representatie) en voor de bijbehorende doelgroepen. Het gaat om: Grote Markt: pophotspot, uitgaanscentrum.

Welke sferen worden er in welk gebied gecreëerd? Horeca- en uitgaansgebieden: het Plein en het Buitenhof (historisch), het Spui (modern), Grote Markt (pop). Bij het verder ontwikkelen van deze locaties krijgt horeca alle ruimte.

Waarom heeft het college niet de volledige tekst en in context over de Grote Markt geciteerd?

10. In het Binnenstadsplan staat verder nog:

Belangrijke opgaven voor de schakels rondom de Winkel Kern: Grote Markt: poppodium; verbinden van het hoge en het lage niveau.

Het culturele aanbod in de binnenstad maakt van Den Haag een toeristische ‘must see’ bestemming en Culturele Hoofdstad 2018. Cultuur manifesteert zich in verschillende vormen in de sferen van de binnenstad: Grote Markt: muziek, pophotspot.

In 2020 staat de Haagse binnenstad in Nederland bekend om de culinaire kwaliteiten en toonaangevende (meng-) formules.

De Grote Markt, het Plein en het Buitenhof zijn aantrekkelijke horecapleinen geworden met ieder een eigen publiek. In het algemeen geldt dat Den Haag meer een stad van kwaliteit is dan van trendy concepten. Den Haag is een echte restaurantstad, maar wordt nog te weinig als zodanig (h)erkend.

De Haagse binnenstad zal ook op het gebied van uitgaan levendiger moeten worden. Dit gebeurt door:

Het verder ontwikkelen van een pophotspot met uitgaansvoorzieningen, gericht op jongeren en muziek op en rond de Grote Markt.

Welke sferen worden er in welk gebied gecreëerd? Horeca- en uitgaansgebieden: het Plein en het Buitenhof (historisch), het Spui (modern), Grote Markt (pop).

Waarom heeft het college deze onderdelen van het Binnenstadsplan niet genoemd in de vergunning?

11. In het Binnenstadsplan staat verder:

De gemeente hanteert op basis van de nota ‘Strategisch Locatiebeleid Binnenstad’ een pro-actieve aanpak om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken en aan te jagen. Het strategisch locatiebeleid vormt een belangrijke basis voor de aanpak van locaties in dit Binnenstadsplan. Strategisch locatiebeleid wordt verder geïntensiveerd.

Gaat het m.b.t. het pand Grote Markt 22 om een strategische locatie? Zo nee, waarom niet?

12. Past de vestiging van een Burger King op deze plek in het strategisch locatiebeleid? Zo ja, hoe?

13. Volgens de Horecavisie telt onze stad ruim 450 fastfood-ondernemingen. Is het college met ons van mening dat een verdere groei van het aantal fastfood-ondernemingen ongewenst is? Zo nee, waarom niet?

14. Wanneer komt de wethouder met de uitwerking van de branchering, zoals toegezegd tijdens de behandeling van de kadernota Detailhandel, en met de uitwerking van de detailhandelnota?

15. In de Haagse aanpak gezond gewicht 2010-2014 voor jongeren met overgewicht staat voedsel centraal. De aanpak richt zich op het voorkomen van overgewicht door kinderen te stimuleren gezonder te eten: op school, thuis, op de sportclub en in de vrije tijd. Is het college met ons van mening dat de vestiging van een fastfoodketen als Burger King in een uitgaanskern (waar veel jongeren komen)  in het kader van gezond eten volstrekt ongepast is? Zo nee, waarom niet?

16. In de Popnota staat het volgende m.b.t. de Grote Markt:

Het Popdistrict rondom de Grote Markt wil zich verder ontwikkelen tot een trekpleister voor partijen uit de popsector.

Net zoals dat het Museumkwartier rondom het Lange Voorhout een gebied is waar veel musea en erfgoed bezienswaardigheden zijn, heeft het gebied rondom de Grote Markt zich ontwikkeld tot Popdistrict, een plek waar veel initiatieven rond popmuziek plaatsvinden. De komende jaren wil het Popdistrict zich verder ontwikkelen tot een gebied waar steeds meer partijen uit de popsector naar toe trekken of zich vestigen. De Grote Markt en de aangelegen horeca- en cultuurgelegenheden bieden met regelmaat een podium aan muzikanten. Sinds 2017 wordt de naam Popdistrict gehanteerd (voorheen PopHotSpot). De programmering staat namelijk niet alleen op één spot maar verspreidt zich over het gebied rondom de Grote Markt: van het Paard en het Koorenhuis tot aan de Grey Space in the Middle, Lutherse Kerk, het Nutshuis en de Rootz. In de bijlage is een overzichtskaart van het Popdistrict opgenomen. Er bestaat binnen het Popdistrict een samenwerking tussen culturele en horecaondernemers en ook culturele partners zoals Musicon en het Haags Pop Centrum.

Beleidsvoornemen – De ontwikkeling van het Popdistrict zorgt voor een levendige binnenstad, een verhoging van de leefbaarheid en vergroot de aantrekkingskracht en positionering van het gehele gebied. Het college zal de ontwikkeling van het Popdistrict stimuleren.

Is het college met ons van mening dat de Popnota ook een ruimtelijk relevant beleidskader is? Zo nee, waarom niet?

17. Waarom heeft het college de Popnota niet genoemd als beleidskader bij het verlenen van de vergunning?

18. Is het college met ons van mening dat de vestiging van een Burger Kingfiliaal op de Grote Markt verstorend is voor de beleving van het Rijksmonument? Zo nee, waarom niet?

19. Is het college bereid om er alles aan te doen om de vestiging van Burger King op de Grote Markt te voorkomen en een andere beter passende invulling te bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Peter Bos                                    Daniel Scheper

Haagse Stadspartij                   D66

Haagse Stadspartij: “Escher in de ambassade wordt dure grap”

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 16-07-2019 07:19

De onlangs gepresenteerde plannen voor de verhuizing van het Escher Museum naar de Amerikaanse ambassade leiden bij de Haagse Stadspartij tot veel scepsis. Raadslid Peter Bos: “Het wordt een dure grap. Escher mag straks 5x zoveel huur gaan betalen als nu.”

Volgens een artikel in Den Haag Centraal moet het Escher Museum straks een huurprijs van 850.000 euro per jaar gaan betalen voor de huur van de ambassade. Op dit moment betaalt Escher 162.000 euro voor het huidige onderkomen in het Paleis op het Lange Voorhout.

Het college meldde onlangs dat er een partij was gevonden die de ambassade wil kopen en herontwikkelen tot Escher Museum en hotel. Daarvoor moet het Rijksmonument wel flink op de schop en ook dat lijkt problematisch.

In een reeks schriftelijke vragen wil raadslid Peter Bos weten hoe de vork precies in de steel zit. Bos: “De Amerikaanse ambassade is een iconisch gebouw op een strategische plek in het centrum. Het college lijkt te kiezen voor snelle verkoop in plaats van zorgvuldige besluitvorming. Escher wordt op kosten gejaagd en extra subsidie komt er niet”.

Zijn er alternatieven? Peter Bos: “De gemeente zou het gebouw niet moeten verkopen. Zo houdt de gemeente de regie over de toekomst van het gebouw en kan gekozen worden voor het beste plan i.p.v. wat de markt dicteert. Straks zijn we het gebouw kwijt, wordt het door verbouwingen verminkt en kan Escher de huur niet meer betalen.“

Wel is Bos zeer te spreken over de huidige, tijdelijke gebruikers van de ambassade: “Anna Vastgoed en Galerie West laten zien dat het gebouw zeer veel verschillende publieke en culturele functies aan kan. West heeft zelf ook serieuze toekomstplannen gemaakt voor het pand. Waarom wordt dat niet serieus genomen?”

Schriftelijke vragen: Resultaten Marktverkenning Amerikaanse Ambassade

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 19 juni 2019 ontvingen wij de brief (RIS302853) waarin de uitkomsten en het vervolg van de marktverkenning voor de verkoop van de Amerikaanse Ambassade zijn bekendgemaakt.

Hierover stel ik overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde de volgende schriftelijke vragen:

De voormalige Amerikaanse Ambassade is een bijzonder Rijksmonument van de architect Marcel Breuer. Om het programma van een museum, hotel en horeca in het gebouw te passen dient het te worden uitgebreid en aangepast.

1. Het huidige gebouw is 6.000 m2 groot. In het nieuwe plan van IQQN, Escher Museum, Gemeentemuseum en Syntrus Achmea (hierna: het consortium) wordt uitgegaan van een museum van 5.500 m2. Hoeveel m2 wordt er in het nieuwe plan opgenomen voor horeca, hoeveel voor het hotel en hoeveel voor eventueel andere functies?

2. Het consortium was tijdens de presentatie van hun plan (en daarna) erg vaag over de mogelijke sloop van onderdelen (zoals het auditorium), het optoppen van het gebouw en het bebouwen van het binnenterrein. Kan het college aangeven welke majeure ingrepen er nu op tafel liggen? Zo nee, waarom niet?

3. Is het college het met mij eens dat het aanpassen en uitbreiden van een Rijksmonument een gevoelig onderwerp is wat de hele stad aangaat? Waarom zijn het ontwerp en de plannen voor het gebouw dan nog niet gepresenteerd?

4. Uit verschillende berichten blijkt dat er al een ontwerp is gemaakt door het consortium en dat de gemeente dit plan heeft gezien. Kan het college aangeven op welke wijze zij dit ontwerp kent? En welke afdelingen daarbij betrokken zijn? In welk stadium van het aanvragen van een vergunning is het plan momenteel?

5. Van welke partijen moet men toestemming verkrijgen om het gebouw te mogen renoveren en uit te breiden? Welke van deze partijen zijn al benaderd? En kan het college aangeven of deze partijen al akkoord zijn?

6. Kan het college toezeggen om bij het beantwoorden van deze vragen de huidige stand van zaken zoals ontwerptekeningen, impressies en maquettes mee te sturen naar de raad? Zo nee, waarom niet?

7. Geïnteresseerde marktpartijen dienden business-cases en presentaties te geven van hun plannen. Zijn deze beschikbaar voor de raad of in te zien? Zo nee, waarom niet?

8. De gemeente heeft het pand destijds gekocht voor 10,5 miljoen. Om een eventuele herontwikkeling mogelijk te maken is daarna een voorziening gevormd van 7,15 miljoen. Van de voorziening is inmiddels 6 miljoen euro benut om de balanswaarde te verlagen. Deze bedraagt momenteel 4,5 miljoen. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

9. De opbrengst van de verkoop staat in de begroting van de gemeente voor 11,5 miljoen opgenomen. Bij verkoop voor dit bedrag maakt de gemeente derhalve een boekwinst van 7 miljoen. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

10. Gaat deze boekwinst naar de algemene middelen? Zo nee, waarom niet?

11. In het REIS zit ook nog een bedrag van 6,5 miljoen voor Escher in de ambassade. Waar wordt dit geld aan besteed?

12. Hoe hoog is de huidige taxatiewaarde van het pand?

13. Hoe hoog bedroeg de taxatiewaarde bij aankoop door de gemeente?

14. Volgens het uiteindelijk in 2017 vastgestelde Kunstenplan ontvangt het Escher Museum jaarlijks 430.000,- subsidie van de gemeente. In het artikel in Den Haag Centraal stelt directeur Benno Tempel dat het Escher Museum de huidige subsidie behoudt. Heeft het college dit inderdaad al toegezegd? Zo nee, waarom niet?

15. Is er door het college toegezegd dat er toch subsidie wordt verleend in het geval dat de adviescommissie m.b.t. het Kunstenplan 2021-2024 negatief adviseert over de aanvraag van het Escher Museum?

16. In het jaarverslag 2017 van de Stichting Escher Collectie staat dat het huidige pand Lange Voorhout 74 wordt gehuurd voor 159.876,- euro per jaar. In het jaarverslag staat ook dat de gemeente jaarlijks subsidie verleent voor hetzelfde bedrag. Daarnaast blijkt uit het jaarverslag dat in 2017 voor gebruikersonderhoud 91.590,- subsidie is verleend door de gemeente en voor de exploitatie van het museum 190.602,- . Uit het subsidieregister 2019 blijkt dat er drie bedragen aan de Stichting Escher Collectie zijn uitgekeerd die iets hoger zijn dan de hierboven genoemde bedragen. Klopt het dat de subsidie voor Escher uit deze drie delen bestaat? Zo nee, waarom niet?

17. Wat is de huidige huurprijs van Escher in het Paleis, hoeveel m2 wordt gehuurd en met welke m2-prijs wordt daarbij gerekend door de gemeente?

18. Op 11 juli 2019 verscheen een artikel in Den Haag Centraal waarin wordt gesteld dat het Escher Museum een huurprijs van 850.000 euro per jaar moet gaan betalen voor de huur van de ambassade. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

19. Vergeleken met het huidige pand betekent dit het Escher Museum jaarlijks zo’n 7 ton extra aan huur moet gaan ophoesten. Dit is een stijging van 430%. Beseft het college dit?

20. In het artikel van Den Haag Centraal staat dat de jaarlijkse subsidie van de gemeente momenteel 450.000 euro bedraagt en dat dit bedrag al is ingeboekt door het consortium onder het kopje “Huur museum gegarandeerd door de gemeente”. Dit terwijl uit het jaarverslag 2017 blijkt dat de subsidie van de gemeente uit drie componenten bestaat: huur, gebruikersonderhoud en exploitatie. Hoe kan het dat de totale subsidie besteed gaat worden aan de huur van het gebouw zodat voor de overige kosten van het museum geen geld meer is?

21. In de brief van het college staat dat de gemeente voor het beoogde plan geen extra structurele bijdrage aan de exploitatie van het Eschermuseum levert. Dit leidt tot de conclusie dat de huurverhoging geheel voor rekening komt van het Escher Museum. Is dit juist?

22. Kan het college garanderen dat ook geen incidentele bijdrages worden gedaan aan het plan? Zo nee, waarom niet?

23. Hoe wordt langjarig geborgd dat het Eschermuseum op termijn geen extra structurele bijdrage aan huur en onderhoud van het nieuwe onderkomen nodig heeft van de gemeente?

24. Hoe hoog zijn de jaarlijkse kapitaallasten van de ambassade bij benadering als de gemeente het gebouw in eigendom behoudt en gaat verhuren aan het Escher Museum zonder hotel?

25. Het gebouw is momenteel tijdelijk in gebruik door Galerie West en Anna Vastgoed en Cultuur. Is het college met mij van mening dat deze gebruikers het pand op het moment goed benutten, voor reuring in het museumkwartier zorgen, nieuwe toegevoegde activiteiten hebben opgezet, publiek uit binnen- en buitenland trekken, multidisciplinair zijn en dat al met al met deze activiteiten sprake is van gebruik dat past in de visie op het Museumkwartier? Zo nee, waarom niet?

26. Galerie West zit nu als presentatie-instelling in de landelijke Culturele Basisinfrastructuur 2017-2020 (de BIS) en ontvangt daardoor Rijkssubsidie. De minister van OCW wil in de periode 2021-2024 zes presentatie-instellingen behouden en extra investeren in twee presentatie-instellingen. Uit de uitgangspuntennota:

“Presentatie-instellingen liggen aan de basis van experiment en vernieuwing in de beeldende kunst. Hier wil ik zo veel mogelijk publiek mee in aanraking brengen. Daarom behoud ik 6 presentatie-instellingen in de basisinfrastructuur. Ik investeer een bedrag van 0,9 miljoen waarvan € 0,15 miljoen voor een betere beloning van beeldend kunstenaars. Daarbij geef ik twee instellingen de opdracht om zich specifiek te richten op het verbreden van hun (inter)nationale publiek.”

Is het college met mij van mening dat West grote kans maakt om opnieuw als presentatie-instelling in de BIS te worden opgenomen en zelfs kans maakt om de opdracht te krijgen zich specifiek op het (inter)nationale publiek te richten? Zo nee, waarom niet?

27. Galerie West is dankzij haar aansprekende programmering in de Amerikaanse ambassade samen met het Eye Filmmuseum uit Amsterdam en het De Pont museum uit Tilburg genomineerd voor de jaarlijkse prestigieuze oorkonde van de Nederlandse afdeling van AICA (Association Internationale des Critiques d’Art/Internationale Vereniging van Kunstcritici). Uit het juryrapport:

“West steekt zijn nek uit met gewaagde keuzes. Bij West kan het publiek zich over de breedte van contemporaine cultuur oriënteren. (…) De vindingrijke programmering is zowel kunsthistorisch-inhoudelijk sterk als hedendaags relevant: een unieke combinatie waar weinig musea naar streven, maar waar een kleine organisatie als West door flexibiliteit, het juiste netwerk en de samenwerking met andere instellingen tot kan komen.”

Is het college hiervan op de hoogte?

28. Is het college met mij van mening dat de groeiende nationale en internationale waardering die West krijgt aangeeft dat West voor de toekomst van het Museumkwartier van groot belang kan zijn? Zo nee, waarom niet?

In een persbericht maakte Galerie West bekend in gesprek te zijn met een investeerder om samen met die partij de voormalige ambassade te ontwikkelen.

29. Is het college hiervan op de hoogte? Zo nee, waarom niet?

30. Volgens onze informatie is er door Galerie West contact gezocht met de gemeente om hun plannen te bespreken. Klopt dit? En zo ja wanneer is door Galerie West contact gezocht met de gemeente? En is het college hier op ingegaan?

31. Het plan van Galerie West stelt geen uitbreidingen nodig te hebben en het huidige gebouw optimaal te gaan gebruiken. Heeft het college dit meegewogen in de beslissing met het consortium in zee te gaan? Zo nee, waarom niet?

Waarom heeft het college besloten exclusief met één partij verder te onderhandelen als ook West te kennen heeft gegeven dat er een investeerder is gevonden en plannen heeft? Was het afwegen van de twee plannen op voor- en nadelen niet een effectievere gang van zaken?

33. Zijn er met het consortium bindende afspraken gemaakt om het openbare en publieke karakter van de plek te borgen? Zo nee, waarom niet?

34. Zijn er met het consortium bindende afspraken gemaakt over het organiseren van op de stad gerichte kunst- en cultuurevenementen zoals de ambassade nu fungeert? Zo nee, waarom niet?

35. Kan het college aangeven hoeveel procent van bezoekers aan het Escher Museum binnen- en/of buitenlandse toerist zijn? En hoeveel procent zijn Hagenaars?

36. Kan het college aangeven in hoeverre het Escher Museum bijdraagt aan het makersklimaat?

37. Kan het college aangeven aan welke harde eisen het plan van het consortium moet voldoen?

38. Wat zijn de gevolgen als het consortium niet aan deze eisen kan voldoen?

39. Op welke wijze wordt geborgd dat de Amerikaanse ambassade voor de lange termijn en ook indien het Escher Museum om wat voor reden dan ook ophoudt te bestaan, na verkoop een publieke en culturele bestemming houdt?

Peter Bos

Peter Bos: “Shell onterecht toegelaten tot de veiling van Eneco”

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 08-07-2019 14:06

De koper van de Eneco-aandelen dient van onbesproken gedrag te zijn. Dat staat met zoveel woorden in de “pre-kwalificatiecriteria” die de aandeelhouders, waaronder de gemeente Den Haag, hebben opgesteld voor de partijen die mee willen doen met de veiling van de Eneco-aandelen. Toch blijkt uit de pers dat Shell een van de partijen is die voldoet aan de criteria en door is naar de volgende ronde. Onbegrijpelijk, vindt Peter Bos, raadslid van de Haagse Stadspartij.

Bos: “Shell is al decennialang betrokken bij allerlei dubieuze zaken. Corruptie en milieuvervuiling in Nigeria, de gaswinning in Groningen, de lobby om de dividendbelasting af te schaffen, veroordelingen wegens kartelafspraken, belastingontwijking, de oliewinning in Alaska, de apartheid in Zuid-Afrika, klimaatontkenning en noem maar op. Shell ligt voortdurend onder vuur bij actiegroepen en met rechtszaken over de hele wereld.”

Alleen Shell en een paar andere grote multinationals zijn nog in de race om de aandelen van Eneco over te nemen. Het Groene Consortium, de enige echt interessante partij die de duurzaamheids- en andere publieke belangen kan garanderen en die ook financieel interessant is werd door de aandeelhouders niet toegelaten tot de verdere aankoopprocedure.

In de raadsvergadering van 4 juli diende Peter Bos een motie in om Shell alsnog te diskwalificeren. De motie kreeg geen meerderheid.

Peter Bos: “Het is wrang om te zien dat er alles aan gedaan wordt om het Groene Consortium buiten te sluiten en voor Shell en andere fossiele partijen de rode loper uit te leggen. Triest dat de gemeenteraad, die met een grote meerderheid het Klimaatpact heeft ondertekend, niet thuis geeft als het echt ergens over gaat.”

Motie: Shell gediskwalificeerd

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De gemeenteraad van Den Haag op 4 juli 2019 in vergadering bijeen ter bespreking van de Beantwoording schriftelijke vragen uitsluiting van het Groene Consortium (RIS302768).

Constaterende dat:

De gemeente Den Haag de aandelen Eneco wil verkopen;

Hiervoor samen met andere gemeentes een veilingproces is opgestart;

Geïnteresseerde partijen in aanmerking komen voor deelname aan het proces op voorwaarde dat zij voldoen aan bepaalde criteria (de “Pre-Kwalificatie Criteria”);

Een van de voorwaarden van de pre-kwalificatie betreft Reputatie, wat inhoudt dat de reputatie van de geïnteresseerde partij “good, given the public interest at stake and the risk of reputational damage” dient te zijn;

De pre-kwalificatie van het veilingproces is afgerond;

Daarmee bepaalde partijen zijn gekwalificeerd en andere partijen zijn afgevallen;

Naar verluidt de combinatie Shell/PGGM zich heeft gekwalificeerd.

Overwegende, dat:

De reputatie van Shell voortdurend onder druk staat (Steun Apartheid Zuid-Afrika, corruptie en milieuvervuiling in Nigeria, klimaatontwrichting etc.);

Shell voortdurend kampt met rechtszaken, publieke verontwaardiging en onder vuur ligt bij actievoerders.

Van mening, dat:

Het risico op reputatieschade bij een bedrijf als Shell onmiskenbaar is.

Verzoekt het college:

Aan de aandeelhouderscommissie (AHC) over te brengen dat Shell niet aan de voorwaarden van de pre-kwalificatie voldoet;

Daarnaast over te brengen dat bij alle andere geïnteresseerde partijen de reputatietoets strikt moet worden toegepast.

Peter Bos

Bende op straat blijft (helaas) nog even

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 08-07-2019 13:17

In april zwengelden we de discussie over de troep op straat al aan met schriftelijke vragen over de situatie tijdens de Pasen en de actie #richardruimtop. De antwoorden stellen ons niet gerust. Daarom hadden we bij de bespreking van de programmarekening in de gemeenteraad een motie klaar om in ieder geval het bederfelijke afval sneller op te ruimen. Volgens de huidige afspraken mag de gemeente daar namelijk drie dagen over doen. Dat is echter veel te lang in de steeds warmere zomer en trekt dan drie dagen lang ongedierte aan.

De coalitie hield de gelederen gesloten achter verantwoordelijk wethouder Richard de Mos. Hij stelde eerst de werkbespreking over zwerfvuil in september af te willen wachten en geeft vooral de bewoners de schuld van de overlast. Terwijl toch eerst de gemeente haar zaken op orde moet hebben. Daarom gaan we de komende maanden gewoon door met het melden van overvolle containers, orac’s, bijplaatsingen of illegale stortingen. U kunt daar gewoon aan meedoen door overlast te (blijven) melden aan de gemeente via 14070 en sociale media.

Motie: Huishoudelijk afval met spoed opruimen

Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 4 juli ’19 ter bespreking van Voorstel van het college inzake Programmarekening 2018 (RIS302204).

Constaterende, dat:

De overlast van slingerend afval de laatste tijd lijkt toe te nemen;

Het aantal meldingen van ratten- en meeuwenoverlast toenemen;

Prullenbakken en oracs soms overvol zijn;

Het college een rattenoffensief heeft aangekondigd;

Op dit moment de gemeente 3 dagen mag doen over het afhandelen van huisvuil op straat en 5 werkdagen over zwerfvuil in het water;

Van mening, dat:

Slingerend huishoudelijk afval ongedierte aantrekt;

Slingerend afval uitnodigt tot meer afval laten slingeren;

Huishoudelijk afval in deze zomerwarmte gaat broeien en zodoende een bedreiging kan vormen voor de gezondheid van Hagenaars en Hagenezen;

Verzoekt het college:

om meldingen van zwerfafval van bederfelijke aard ( verkeerd aangeboden huisvuil, bijplaatsingen en dode dieren) altijd af te handelen als spoedmelding en dus binnen een dag te verwijderen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Joris Wijsmuller

Fameuze Haagse dance- en teknoscene verliest atoombunker

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij GroenLinks 's-Gravenhage 01-07-2019 08:36

Op 1 juli as. is het gedaan met de internationaal befaamde culturele broedplaats aan de Schenkweg 58-60 in Den Haag. Het pand wordt al bijna vier jaar gebruikt door zo’n 30 kunstenaars, creatieve ondernemers, dj’s, producers en bedrijfjes die samen een community en een culturele broedplaats hebben opgezet, vooral op het gebied van electronic dance met o.a. studio’s, een radiostation, een zeefdrukkerij en nog veel meer. In deze creatieve hub wordt de muziek ontwikkeld die op de podia van PIP, het Magazijn en Festival The Crave en ver daarbuiten furore maakt.

De gebruikers kregen in mei te horen dat zij per 1 juli in allerijl moeten vertrekken. Wethouder Bert van Alphen (GroenLinks) wil in het pand daklozen gaan huisvesten, een nobel streven, maar heeft kennelijk geen oog voor de culturele betekenis van het huidige gebruik. Het pand bleek dankzij de aanwezige atoombunker uitermate geschikt voor muziekstudio’s. De community die in het pand is ontstaan is een belangrijke pijler onder de wereldberoemde Haagse dance- en teknoscene. Zo maken o.a. festivalorganisatie The Crave, I-F, Gamma Intel, 543FF, Distrikt 25, Intergalactic FM, ONDERWERELD en veel anderen onderdeel uit van deze community. Een vervangende plek is wel het minste dat het college kan regelen vind Peter Bos, raadslid van de Haagse Stadspartij.

Peter Bos: “Dit college beweert dat zij de dancescene in Den Haag wil ondersteunen en een impuls wil geven, maar wist van het bestaan van deze belangrijke plek niet af en heeft ook nog in strijd met het broedplaatsbeleid gehandeld. Dat vind ik kwalijk”.

De start van de daklozenopvang staat gepland voor eind 2020. Een vergunning om het pand te verbouwen is nog niet aangevraagd. Peter Bos: “Ik snap werkelijk niet waarom het pand nu al leeg moet zijn. Het lijkt er op dat de broedplaats veel te voortvarend wordt opgedoekt. Om Den Haag aantrekkelijk te houden voor jonge cultuurmakers hebben we o.a. broedplaatsbeleid ontwikkeld. Dat ziet er op papier prima uit, maar dan moet je het wel uitvoeren.”

In schriftelijke vragen heeft het raadslid om opheldering gevraagd.

Zie voor info over de broedplaats:

Schriftelijke vragen: Broedplaats Schenkweg

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Per 1 juli 2019 dreigt een einde te komen aan de culturele broedplaats aan de Schenkweg 58-60. Hierover stel ik overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde de volgende schriftelijke vragen:

1. Is het juist dat het pand eigendom is van de gemeente en anti-kraak wordt beheerd door Bewaakt en Bewoond?

2. Het pand wordt al vier jaar gebruikt door zo’n 30 kunstenaars, creatieve ondernemers, dj’s, producers en bedrijfjes die samen een community en een culturele broedplaats hebben opgezet vooral op het gebied van dancemuziek met o.a. studio’s, een radiostation, een zeefdrukkerij etc. Door de aanwezige atoombunker in het pand is het uitermate geschikt voor de huidige activiteiten. Is het college daarvan op de hoogte? Zo nee, waarom niet?

3. De community die zij hebben gevormd is een belangrijke pijler onder de Haagse dance- en teknoscene. Zo maken o.a. festivalorganisatie The Crave, I-F, Gamma Intel, 543FF, Distrikt 25, Intergalactic FM, ONDERWERELD en veel anderen onderdeel uit van deze community. Is het college daarvan op de hoogte? Zo nee, waarom niet?

4. Is het juist dat de gebruikers op 20 mei 2019 een brief hebben gekregen dat zij op 1 juli 2019 het pand moeten verlaten? Zo nee, waarom niet?

5. Het pand zal in de toekomst gaan voorzien in de opvang van daklozen. Volgens de brief d.d. 14 mei 2019 van wethouder Sociale zaken, Armoedebestrijding en Maatschappelijke opvang (RIS302525) zullen de eerste bewoners eind 2020 hun intrek nemen in het pand. Is dit juist?

6. Is er voorafgaande aan het besluit om in het pand daklozenopvang te realiseren overleg gevoerd in het college over het feit dat hierdoor een waardevolle culturele functie dreigde te verdwijnen? Zo nee, waarom niet?

7. Is opvang van daklozen in overeenstemming met het bestemmingsplan? Zo nee, waarom niet?

8. Welke bestuursrechtelijke procedures zullen er gevoerd moeten worden om de verbouwing in gang te kunnen zetten?

9. Hoe kan het dat het pand al op 1 juli 2019 leeg moet zijn, terwijl de omgevingsvergunning nog moet worden aangevraagd en de eerste bewoners pas eind 2020 hun intrek zullen nemen in het pand?

10. In het broedplaatsbeleid (o.a. RIS 282302) van de gemeente is vastgelegd dat over het algemeen bij het in bruikleen geven van tijdelijk vastgoed een opzegtermijn van een maand wordt gehanteerd. Daarnaast is vastgelegd dat indien tijdelijk gebruik langer duurt dan een jaar, een langere opzegtermijn meer reëel is, bijvoorbeeld door een opzegtermijn van een maand per gebruiksjaar te hanteren met een maximum van zes maanden. Zo wordt een soepele overgang naar een nieuwe locatie mogelijk gemaakt. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

11. Het tijdelijk gebruik van de huidige gebruikers duurt inmiddels vier jaar, zodat een opzegtermijn conform het broedplaatsbeleid van vier maanden reëler is. Waarom is deze termijn niet gehanteerd?

12. Het broedplaatsbeleid stelt ook het volgende:

Maximale inspanningsverplichting bij herhuisvesting van waardevolle initiatieven bij beëindiging van de bruikleen- of huurovereenkomst. Op basis van een advies van OCW/Cultuur die bepaalt of een initiatief waardevol is beziet de CVDH bij beëindiging van tijdelijk gebruik van het vastgoed binnen de eigen portefeuille of het mogelijk is andere huisvesting aan te bieden. Gebruikers worden tijdig geïnformeerd over beëindiging van het gebruik.

Heeft OCW/Cultuur advies uitgebracht over deze broedplaats? Zo nee, waarom niet?

13. Welke maximale inspanningen heeft het college gedaan om deze belangrijke broedplaats voor de stad te behouden?

14. In het coalitieakkoord staat: “Ook willen we een impuls geven aan de dancescene” en over culturele broedplaatsen: “De begeleiding van jonge kunstenaars blijft belangrijk en we stimuleren cultureel ondernemerschap. Daar hoort het faciliteren van culturele broedplaatsen bij. Wij hechten grote waarde aan creatieve broedplaatsen. Een culturele broedplaats is meer dan een inspirerende plek waar jonge kunstenaars en cultureel ondernemers werken aan innovatieve ideeën. Broedplaatsen geven vaak een heel nieuwe impuls aan een wijk: ze brengen leven, creativiteit en economische bedrijvigheid. En ze geven kleur aan een stad. Er ontstaan zo nieuwe verbanden en samenwerkingsvormen in onze stad. Bovendien worden op deze manier leegstaande gebouwen effectief hergebruikt.”

Waarom heeft het college niet in lijn met het coalitieakkoord gehandeld m.b.t. de broedplaats aan de Schenkweg 58-60 en er voor gezorgd dat deze broedplaats behouden blijft voor Den Haag?

Peter Bos

HSP: “Nieuwe huisvestingsverordening bevordert de tweedeling in Den Haag”

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij VVD Partij voor de Dieren ChristenUnie PvdA 's-Gravenhage 17-06-2019 06:20

Op 13 juni 2019 besprak de Haagse gemeenteraad de nieuwe Huisvestingsverordening van wethouder Revis (VVD). De media (zelfs het NOS Journaal) schonken veel aandacht aan de onorthodoxe maatregelen die wethouder Revis voor de middenhuur had bedacht. Met een vergunningplicht voor de middenhuur (tussen de 720 en 950 euro per maand) voor middeninkomens wil Revis rijkere inkomensgroepen weren. Peter Bos, raadslid van de Haagse Stadspartij: “Deze maatregel is een wassen neus, want de gemeente laat de vergunningverlening over aan de markt en heeft geen capaciteit om te handhaven. Daarnaast gaan de kwetsbaarste woningzoekenden er met allerlei maatregelen op achteruit. Ook komt er een splitsingsverbod voor woningen in de betere wijken, waardoor de segregatie wordt verergerd. Den Haag is al de meest gesegregeerde stad van Nederland.” Wel steunde de gemeenteraad drie moties van Peter Bos. Zo zullen huurders gewezen worden op hun rechten bij nieuwe huurcontracten, zal de gemeente de huisvestingsvergunning voor de particuliere sector gaan handhaven en zullen urgent woningzoekenden begeleid worden bij het aanvragen van de voorrangsverklaring.

Hieronder het betoog van Peter Bos in de raad:

Zo lang er schaarste is op de woningmarkt is een huisvestingsverordening hard nodig. Maar in de eerste plaats zal er vooral veel gebouwd moeten worden en bestaande woningen dienen behouden en betaalbaar te blijven. Gevolg van de huidige schaarste is dat de wachttijden oplopen en de huur- en koopprijzen blijven stijgen.

Het voorstel voor de nieuwe huisvestingsverordening gaat in de ogen van de Haagse Stadspartij weinig opleveren. De rechten worden voor sommige woningzoekenden verbeterd, terwijl andere woningzoekenden worden benadeeld. Per saldo gaat dat weinig opleveren.

De belangrijkste nieuwe maatregel is de verplichte huisvestingsvergunning voor middeldure woningen. De Haagse Stadspartij was in eerste instantie enthousiast over deze maatregel, maar dan moet je het wel goed doen. En daar wringt de schoen. Want hoe krijg je grip op de markt voor middeldure woningen als je de uitvoering overlaat aan de markt, als je als gemeente niet handhaaft en niet goed kan toetsen of de opgegeven huurprijs en het inkomen kloppen? De maatregel dreigt dus een wassen neus te worden. Ik heb daarom een aantal moties en een amendement gemaakt om deze “bugs” uit de verordening te halen.

De eerste motie vraagt het college om de vergunningverlening niet aan de markt over te laten en dat zelf ter hand te nemen. De overheid is immers de marktmeester en moet voorkomen dat er fraude en misbruik plaatsvindt. Er zijn teveel voorbeelden van zelfregulering door de markt die niet werkt. Zeker als het gaat om huisvesting, een mensenrecht dat is verankerd in het Internationale Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Grondwet, moet je dat gewoon niet willen. De motie roept het college op geen gebruik te maken van de mandaatregeling voor de middenhuur, maar de vergunningverlening in handen van de gemeente te houden. (Deze motie werd verworpen).

De tweede motie vraagt het college om huurders te informeren over de regels m.b.t. middenhuur. Ook huurders hebben rechten en zouden goed geïnformeerd moeten worden over hun rechten zodat zij bezwaar kunnen maken tegen een eventueel te hoog vastgestelde huurprijs. Zeker nu de vaststelling van de huurprijs aan de markt wordt overgelaten is het van groot belang dat huurders ook hun recht kunnen halen. (Deze motie werd aangenomen).

De derde motie gaat over de handhaving van de huisvestingsvergunning. Gebleken is dat de huisvestingsvergunning tot voor kort niet werd gehandhaafd. Met de uitbreiding van de vergunningplicht met een ingewikkelde regeling voor de middenhuur is handhaving essentieel. De middenhuur vindt vooral plaats binnen de particuliere sector en de motie roept op de handhaving van de huisvestingsvergunning in de particuliere sector met kracht ter hand te nemen. (Deze motie werd aangenomen).

Daarnaast heb ik een amendement om te voorkomen dat expats met een hoog inkomen toch een vergunning kunnen krijgen. Door belastingregels hoeven werknemers van internationale organisaties vaak geen belasting te betalen en is hun inkomen nihil. Dat betekent dat zij gewoon een huisvestingsvergunning kunnen krijgen en dat vindt de Haagse Stadspartij onwenselijk en oneerlijk. (De wethouder betoogde dat het amendement sympathiek was, maar in strijd met de Huisvestingswet. Wel zei hij toe dat hij gaat monitoren of expats oneigenlijk gebruik gaan maken van betaalbare woningen. Daarop heb ik het amendement ingetrokken).

De overige maatregelen

De urgentieregeling wordt met de nieuwe verordening verder uitgekleed. Dat vinden we zwaar teleurstellend. Het is nu al erg moeilijk voor mensen die in een noodsituatie zitten om een urgentieverklaring te krijgen. Om een voorbeeld te geven: De bewoners van de woningen die door de gasexplosie in de Jan van der Heijdenstraat in één klap hun woning kwijtraakten, kwamen niet in aanmerking voor een urgentieverklaring en hebben via een makelaar in de particuliere sector een woning moeten vinden. Hoe wrang is dat? Om de aanvragers van een urgentieverklaring te helpen door het bureaucratische doolhof te loodsen heb ik een motie gemaakt. (Deze motie werd aangenomen).

Een andere nieuwe maatregel van dit college is het lokale maatwerk voor de onmisbare beroepen zoals o.a. de politieagenten. Dat vinden we een vorm van positieve discriminatie binnen de schaarse woningmarkt die totaal misplaatst is. Want zijn er dan ook misbare beroepen? En waarom zou het ene beroep meer waard zijn dan het andere? We kennen in Nederland meer dan 1.200 verschillende en veel voorkomende beroepen. En dat zijn net zo goed onmisbare beroepen in de ogen van de Haagse Stadspartij.

Verder zullen we een hoop voorstellen van andere partijen vandaag steunen die recht doen aan een socialer en eerlijker woningverdeelsysteem. Zoals het behoud van de woonduur voor gescheiden mensen en voor mensen die door stadsvernieuwing hun woning moeten verlaten.

En tenslotte zullen we de voorstellen steunen om woningen te kunnen splitsen in de duurdere wijken met veel grote woningen. Wat een waanzin om juist deze wijken op slot te zetten. Het is echt niet uit te leggen dat in tijden van woningnood dit wordt verboden en getto’s voor rijkelui worden bevorderd. Tegelijkertijd wordt in overbelaste wijken met kleinere woningen de overbewoning door kamerverhuur niets in de weg gelegd.

Al met al is deze nieuwe Huisvestingsverordening teleurstellend en ook nog in strijd met de Woonvisie van de gemeente. Want daarin is vastgelegd dat de segregatie in deze stad moet worden aangepakt en dat er gemengd gewoond en geleefd moet worden. Daar komt met deze verordening niets van terecht.

(Uiteindelijk werd de Huisvestingsverordening aangenomen door de gemeenteraad. De Haagse Stadspartij en vrijwel de hele oppositie stemden tegen).

Hieronder de moties en het amendement van de Haagse Stadspartij:

Motie: Geen mandaatregeling middenhuur (VERWORPEN)

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 13 juni 2019, ter bespreking van het Voorstel van het college inzake vaststelling Huisvestingsverordening Den Haag 2019 (RIS302513).

Constaterende, dat:

door burgemeester en wethouders aan eigenaren of beheerders van woonruimte mandaat kan worden verleend m.b.t. de bevoegdheden krachtens de artikelen 15 tot en met 17 van de Huisvestingswet om huisvestingsvergunningen te verlenen.

Overwegende dat:

eigenaren en beheerders van middenhuurwoningen veelal een commercieel belang hebben.

Van mening, dat:

vergunningverlening niet aan de markt moet worden overgelaten, maar een overheidstaak is.

Verzoekt het college:

geen toepassing te geven aan de mandaatregeling bij middenhuur

En gaat over tot de orde van de dag.

Peter Bos                       Martijn Balster

Motie: Huurders informeren (AANGENOMEN)

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 13 juni 2019, ter bespreking van het Voorstel van het college inzake vaststelling Huisvestingsverordening Den Haag 2019 (RIS302513).

Constaterende, dat:

het College met de Huisvestingsverordening Den Haag 2019 inzet op communicatie naar huurders en verhuurders zodat Hagenaars op de hoogte zijn van de nieuwe regels (zie mail aan de commissie Ruimte van wethouder SWS d.d. 4 juni 2019);

het College stelt dat er een belangrijke verantwoordelijkheid ligt bij de verhuurders om te checken of een (aspirant) huurder in aanmerking komt voor de te verhuren woning;

huurders de wettelijke mogelijkheid hebben om de aanvangshuurprijs te laten toetsen door de Huurcommissie.

Overwegende, dat:

de nieuwe regels voor de middenhuur tamelijk ingewikkeld zijn;

veel huurders niet op de hoogte zijn van hun rechten;

de situatie op de woningmarkt gespannen is, met prijsopdrijving tot gevolg.

Van mening, dat:

het ongewenst is als huurders meer huur betalen dan wettelijk is toegestaan;

huurders de mogelijkheid moeten hebben om hun recht te halen.

Verzoekt het college:

bij de communicatie over de nieuwe regels naar huurders en verhuurders tevens te wijzen op de rechten die huurders hebben om de aanvangshuurprijs te laten toetsen door de Huurcommissie.

Peter Bos                        Hanne Drost    Martijn Balster

Haagse Stadspartij       SP                      PvdA

Motie: Handhaving Huisvestingsvergunning particuliere sector (AANGENOMEN)

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 13 juni 2019, ter bespreking van het Voorstel van het college inzake vaststelling Huisvestingsverordening Den Haag 2019 (RIS302513).

Constaterende, dat:

in de vigerende verordening een huisvestingsvergunning verplicht is voor woningen tot de huurprijsgrens;

in 2018 in de particuliere voorraad, voor woningen tot de huurprijsgrens, 205 huisvestingsvergunningen zijn afgegeven;

handhaving en communicatie naar huurders en verhuurders m.b.t. de verplichte huisvestingsvergunning de afgelopen jaren niet hebben plaatsgevonden.

Overwegende dat:

veel woningen in de particuliere sector zonder huisvestingsvergunning worden verhuurd en bewoond;

betaalbare woningen ook in de particuliere sector schaars zijn;

de huisvestingsvergunning een middel is om schaarse woningen eerlijk te verdelen.

Van mening, dat:

de woningvoorraad in de particuliere sector een substantiële bijdrage levert aan de betaalbare voorraad.

Verzoekt het college:

de handhaving van de huisvestingsvergunning ook in de particuliere sector met kracht ter hand te nemen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Peter Bos                      Martijn Balster           Robert Barker

Haagse Stadspartij     PvdA                              Partij voor de Dieren

Amendement: Reële inkomenstoets expats (INGETROKKEN NA TOEZEGGING WETHOUDER)

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 13 juni 2019, ter bespreking van het Voorstel van het college inzake vaststelling Huisvestingsverordening Den Haag 2019 (RIS302513).

Besluit:

In artikel 1:1 de begripsomschrijving huishoudinkomen als volgt te wijzigen:

Huishoudinkomen: huishoudinkomen zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet, met dien verstande dat bij de bepaling van het verzamelinkomen de vrijstellingen van Artikel 33 van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 niet van toepassing zijn.

Toelichting

Het arbeidsinkomen van leden van diplomatieke vertegenwoordigingen, leden van consulaire vertegenwoordigingen en functionarissen van internationale organisaties is vrijgesteld van de heffing van inkomstenbelasting. Met dit amendement wordt voorkomen dat mensen met een hoog inkomen, maar met een door vrijstellingen verlaagd verzamelinkomen toch in aanmerking komen voor woningen in de gereguleerde sector (sociaal en middenhuur).

Peter Bos                       Martijn Balster           Pieter Grinwis

Haagse Stadspartij      PvdA                             ChristenUnie-SGP

Motie: Steun urgentiezoekers bij aanvraag (AANGENOMEN)

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 13 juni 2019, ter bespreking van het Voorstel van het college inzake vaststelling Huisvestingsverordening Den Haag 2019 (RIS302513).

Constaterende, dat:

in 2018 het aanvraagproces voor een urgentieverklaring is gedigitaliseerd;

in eerdere jaren urgentieaanvragen werden aangevraagd bij een case manager;

uit de recente beantwoording van schriftelijke vragen (RIS 302214) blijkt dat er veel urgentieaanvragen worden afgewezen doordat antwoorden foutief worden ingevuld.

Overwegende, dat:

kwetsbare mensen die in een precaire woonsituatie zitten niet altijd beschikken over de juiste vaardigheden om de aanvraagprocedure goed te kunnen doorlopen;

de schrijnendheid van veel situaties niet altijd past binnen de lijntjes van standaardvragen en checklijsten;

mensen die een urgentie nodig hebben niet altijd op de hoogte zijn van alle regeltjes.

Van mening, dat:

iedereen die daar recht op heeft, in aanmerking moet kunnen komen voor een urgentieverklaring en niet mag worden belemmerd door bureaucratische drempels.

Verzoekt het college:

om mensen die dat nodig hebben te helpen bij het formuleren en indienen van een urgentieaanvraag;

ook niet-digitale aanvragen mogelijk te maken;

om het urgentiebeleid zodanig toe te passen dat het menselijke aspect niet uit het oog verloren wordt i.p.v. klakkeloos de regeltjes te volgen;

Peter Bos                       Hanne Drost    Martijn Balster      Adeel Mahmood      Robert Barker

Haagse Stadspartij      SP                        PvdA                       NIDA                          PvdD

Debacle sociale woningen in Spuikwartier roept veel vragen op

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij PvdA Partij voor de Dieren 's-Gravenhage 07-06-2019 08:55

De Haagse Stadspartij, PvdA en Partij voor de Dieren hebben het Haagse college van b&w om opheldering gevraagd over het schrappen van sociale woningbouw in de hoogbouw van het Spuikwartier. Met maar liefst 61 vragen hierover willen de raadsfracties precies weten hoe dit heeft kunnen gebeuren. Zeker nu in de toekomst veel sociale woningen in hoogbouw gerealiseerd moeten worden wordt gevreesd dat deze plannen vaker geschrapt gaan worden.

Het bouwconcern Volker Wessels dat ook het OCC bouwt in het Spuikwartier is onder de bouw van de sociale woningen uit gekomen door te stellen dat de kostprijs was opgelopen tot 280.000 euro per woning. En daarmee haakten ook de corporaties af die de woningen zouden gaan verhuren. De bouw van 88 sociale woningen was onderdeel van het programma voor de drie torens die in het Spuikwartier onder de naam Sonate gebouwd worden. De kwestie werd onlangs besproken in de raadscommissie waar wethouder Revis de gang van zaken verdedigde. De drie partijen nemen hier geen genoegen mee.

Peter Bos, raadslid van de Haagse Stadspartij: “Er zou sprake zijn van hoge kosten vanwege de funderingsconstructie en sterk gestegen bouwprijzen, maar daar heb ik grote twijfels over. Laat het college maar aantonen hoe het precies zit, het verhaal van Revis rammelt”.

Martijn Balster (PvdA): “Als projectontwikkelaars zo makkelijk onder afspraken uit kunnen dan wordt er straks geen enkele sociale woning meer gebouwd, terwijl we een enorm tekort hebben”.

Robert Barker (PvdD): “Het klopt dat de bouwprijzen gestegen zijn, maar de bedragen die genoemd worden zijn absurd. Elke keer buigt het college voor projectontwikkelaars in plaats van ze aan hun afspraken te houden”.

Schriftelijke vragen: SonateIndiener: Peter Bos, Martijn Balster, Robert Barker

Datum: 5 juni 2019Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Het Spuikwartier is het hart van de stad en moet een levendig en aantrekkelijk gebied worden voor alle Hagenaars. Daarvoor is de keuze om het Spuiplein te behouden van belang en ook de keuze om in het commerciële programma 88 sociale woningen te realiseren. Door dit laatste heeft het college een streep gehaald waardoor de 88 sociale woningen er niet dreigen te komen. Gesteld wordt dat sociale woningen hier niet te realiseren zijn omdat drie Haagse woningcorporaties de 88 woningen niet willen overnemen tegen de aangeboden prijs. Hierover stellen wij overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde de volgende schriftelijke vragen:

1. In de beantwoording van technische vraag nr. 83 m.b.t. de kwartaalrapportage Q3 van 2017 (RIS 298430) stelde het college het volgende m.b.t. het woningbouwprogramma:

Toren A: De maatvoering van de marktwoningen van toren A is gemiddeld 61 m2 GBO met een gemiddelde huur van € 1.037. Het gaat daarbij om 44% van de woningen. Daarnaast omvat toren A woningen onder de € 711. De kleinste woningen in toren A zijn 52 m2 GBO met een huur van € 884.

Toren B: De maatvoering van de marktwoningen van toren B is gemiddeld 70 m2 GBO met een gemiddelde huur van € 1.190. De kleinste marktwoningen van toren B zijn 48 m2 GBO met een huur van € 816.

Toren C: De maatvoering van de marktwoningen van toren C is gemiddeld 100 m2 GBO met een gemiddelde huur van € 1.700.

Hoe ziet het meest actuele woningbouwprogramma van Sonate er op dit moment per toren uit?

2. In 2016 is met ontwikkelaar Heijmans overeengekomen dat er 88 sociale woningen zouden komen in het Spuikwartier. Dit was onderdeel van een ontwikkelings- en uitgifteovereenkomst tussen gemeente en Heijmans m.b.t. het Spuikwartier. Als bijlage bij deze overeenkomst zit een bieding van Heijmans. Met welke bedrag voor een sociale woning in het Spuikwartier is in 2016 gerekend door ontwikkelaar Heijmans volgens deze bieding?

3. Tijdens de bespreking van de brief over Sonate (RIS301595) in de commissie Ruimte stelde de wethouder SWS dat de woningen uiteindelijk zijn aangeboden aan de corporaties voor de kostprijs, te weten een bedrag van 280.000,- euro per woning. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

4. Was het aanbieden tegen de kostprijs contractueel overeengekomen met Heijmans en later Volker Wessels? Zo nee, waarom niet?

5. Volker Wessels kan nu over het volledige woningbouwprogramma winst incasseren. Hoe groot is het financiële voordeel voor Volker Wessels door het vervallen van de sociale woningbouw?

6. Heeft het college aan Volker Wessels gevraagd om compensatie te bieden voor het vervallen van de sociale woningen in het Spuikwartier? Zo ja, hoe? En zo nee, waarom niet?

7. Wat is de gemiddelde kostprijs van een nieuwe sociale woning op dit moment?

8. Wat verstaat het college precies onder kostprijs? Zijn dat de bouwkosten of de stichtingskosten, en is dat inclusief of exclusief de grondprijs?

9. Hoe is de kostprijs van 280.000 euro precies berekend, kan het college daar een specificatie van geven? Zo nee, waarom niet?

10. Hoe staat de kostprijs in verhouding tot de verwachte marktwaarde van deze woningen? Vindt het college 280.000 euro een redelijke kostprijs mede gegeven de marktwaarde?

11. Heeft het college een second opinion of een andere onafhankelijke toets gedaan of de kostprijs juist is berekend? Zo ja, hoe? En zo nee, waarom niet?

12. Waarom zijn de 88 sociale woningen niet ook aan andere in Den Haag actieve corporaties (bijv. Arcade en RijswijkWonen) aangeboden of aan corporaties buiten Den Haag?

13. De hoge kostprijs ligt volgens het college aan de complexiteit van de ontwikkeling, door “het maken van een kostbare funderingsconstructie (..) in combinatie met de excessief gestegen bouwprijzen”. Welke ontwikkeling wordt precies bedoeld?

14. Om welke funderingsconstructie gaat het hier precies?

15. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie precies?

16. Gaat het hier sec over de funderingsconstructie van de toren waarin de sociale woningen waren voorzien? Zo nee, waarom niet?

17. Hoe zijn of worden alle gebouwen binnen het grondexploitatiegebied Spuikwartier precies gefundeerd en wat zijn de funderingskosten per gebouw?

18. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie voor Toren A precies?

19. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie voor Toren B precies?

20. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie voor Toren C precies?

21. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie voor het OCC precies?

22. In eerste instantie zouden de sociale woningen gebouwd worden in Toren C. Later is dat gewijzigd in Toren A. Wat is daarvan de reden?

23. Is het juist dat onder Toren B geen parkeergarage is gesitueerd en daar geen complexe funderingsproblemen spelen? Zo nee, waarom niet?

24. Waarom is niet overwogen om de sociale woningen alsnog in Toren C of eventueel in Toren B te situeren?

25. Zijn de kosten van de funderingsconstructie evenredig verdisconteerd in de kostprijs van alle onderdelen van het bouwprogramma van Sonate? Zo ja, hoe? En zo nee, waarom niet?

26. In het projectdocument voor het OCC (RIS 292663) is bepaald dat er als onderdeel van het OCC een parkeergarage moet worden gerealiseerd van 280 openbare plaatsen. Daartoe wordt de bestaande Spui Centre garage aangepast, alsmede de toeritten naar de parkeergarage. Dit is onderdeel van het DBM-contract van Cadanz. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

27. Wat is de huidige stand van de geraamde kosten en opbrengsten van deze garage en hoe is dat verwerkt in de grondexploitatie Spuikwartier?

28. Hoe verhoudt de actuele raming van de kosten en opbrengsten van deze garage zich tot de oorspronkelijke ramingen en welke verschillen komen voor rekening van de gemeente?

29. Ook de Turfmarktgarage wordt in het kader van de herontwikkeling van het Spuikwartier verbouwd. Welke partijen hebben de opdracht gekregen om deze garage te verbouwen en welke contracten zijn hiervoor afgesloten en met wie?

30. Wat is de huidige stand van de geraamde kosten en opbrengsten van deze garage en hoe is dat verwerkt in de grondexploitatie Spuikwartier?

31. Hoe verhoudt de actuele raming van de kosten en opbrengsten van deze garage zich tot de oorspronkelijke ramingen en welke verschillen komen voor rekening van de gemeente?

32. Volgens de GRIP-rapportage over het Spuikwartier d.d. 8 februari 2016 (bijlage bij RIS292663) waren er toen al wijzigingen in de investeringen “door toevoeging van het versterken van het dak van de Turfmarktgarage”. Om welke wijzigingen gaat het hier, voor welke bedragen en voor wiens rekening kwamen deze investeringen ?

33. In 2016 is tussen de gemeente en Heijmans een 2e allonge gesloten m.b.t. de verdere ontwikkeling van het Spuikwartier. Onderdeel van de allonge was een overeengekomen grondprijs. Als bijlage bij deze overeenkomst zit een bieding van Heijmans. Is de overeengekomen grondprijs conform het grondbod van Heijmans? Zo nee, waarom niet?

34. Heeft Heijmans bij de totstandkoming van het grondbod, danwel de onderhandelingen over de grondprijs aangegeven dat rekening moest worden gehouden met extra bouwkosten i.v.m. de fundering of de constructie van de toren, danwel de parkeergarages? Zo nee, waarom niet? En zo ja, met welke bedragen diende volgens Heijmans rekening te worden gehouden en hoe is dat contractueel vastgelegd?

35. Is het juist dat tijdens de onderhandelingen met Heijmans en de overname van het contract door Volker Wessels al bekend was dat er rekening gehouden moest worden met extra bouwkosten vanwege de fundering en dat dit is verdisconteerd in het grondbod? Zo nee, waarom niet?

36. In 2016 heeft Volker Wessels het contract van Heijmans overgenomen. Heeft Volker Wessels een bedrag aan Heijmans betaald of een andere tegenprestatie ontvangen m.b.t. de overname van het contract? Zo nee, waarom niet?

37. Is bij de overname van het contract door Volker Wessels een andere grondprijs overeengekomen met de gemeente? Zo nee, waarom niet?

38. Ook in de 3e kwartaalrapportage 2017 d.d. 31 oktober 2017 (RIS298243) over het Spuikwartier staat dat de gemeente al eerder heeft meegewerkt aan het oplossen van de funderingsconstructie: nl. door toe te staan dat het verlies aan parkeerplaatsen elders gecompenseerd mag worden, en door de lagere opbrengsten in de GREX (door het verlies aan parkeerplaatsen) voor haar rekening te nemen. Het bleek volgens Sonate erg lastig om de funderingsconstructie van de toren tussen het OCC en het Wijnhavenkwartier (toren A) door de keldervloer van de Turfmarktgarage te bouwen. Hiervoor heeft Sonate een alternatief constructieprincipe gepresenteerd waarbij op laag -1 een nieuw parkeerveld ontstaat. Het verlies aan parkeerplekken in het deel van de Turfmarktgarage onder toren A wordt hierdoor beperkt tot 30-40. Dit verlies aan parkeerplekken wordt door Sonate gecompenseerd door parkeerplekken in de Turfmarktgarage onder het Wijnhavenkwartier te verwerven en aan het programma toe te voegen. Daarbij wordt gestreefd naar een integrale exploitatie van de parkeergarages. Waarbij de gemeente een inspanning heeft om een integrale exploitatie tot stand te brengen. Dit leidde ook tot een herziening van de GREX, want minder parkeerplaatsen betekent minder grondopbrengsten. Is dit juist? En zo ja, hoeveel minder grondopbrengsten zijn hierdoor ontstaan? Zo nee, waarom niet?

39. In de beantwoording van technische vraag 226 m.b.t. de kwartaalrapportage Q3 van 2017 (RIS 298430) stelde het college dat er aanvullende afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de parkeeroplossing onder toren A en de verdeling van de risico’s in de uitvoering en dat er nieuwe afspraken zijn gemaakt met betrekking tot indexering en fasering. Kan het college exact aangeven welke aanvullende afspraken zijn gemaakt en hoe en welke risico’s in de uitvoering zijn verdeeld en met wie?

40. De hoge vraagprijs van de sociale woningen ligt volgens het college niet alleen aan de kostbare funderingsconstructie, maar ook aan “de excessief gestegen bouwprijzen”. Kan het college aangeven hoe de bouwkosten zijn gestegen sinds de 2e allonge in 2016 met Heijmans is afgesloten?

41. Volgens de “Staat van de volkshuisvesting” van mei 2018 van minister Ollogren zijn in 2018 de prijzen per vierkante meter van gestapelde bouw 22 procent hoger in vergelijking met 2016. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

42. Hoe verhoudt zich de stijging volgens de “Staat van de volkshuisvesting” tot de stijging van de bouwkosten van de Sonatewoningen in de periode 2016 tot 2018?

43. Wat gebeurt er met de 1 miljoen uit het potje voor sociale woningen dat is ingezet voor het Sonateplan?

44. Hoeveel woningen met welke grootte en welke VON-, danwel huurprijs komen er in de plaats van de 88 sociale woningen in het Spuikwartier?

45. Het college stelt dat de sociale woningen elders gecompenseerd kunnen worden. Gaat Sonate cq. VolkerWessels dat doen? Zo nee, waarom niet?

46. De locaties die als alternatief genoemd worden zijn de Zwetstraat en de Van Maanenkade. Deze twee locaties zijn niet in de binnenstad. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

47. Is het juist dat de alternatieve locaties al veel eerder in beeld waren en derhalve niet kunnen gelden als compensatie voor de 88 sociale woningen in het Spuikwartier? Zo nee, waarom niet?

48. Wat kost de bouw van een sociale woning in de Zwetstraat en de van Maanenkade en welke garanties zijn er dat deze woningen ook echt gebouwd gaan worden en sociaal blijven?

49. Vergeleken met de kwartaalrapportage van 31 oktober 2017 zijn er nu 32 minder woningen voorzien in de plannen. Is dit juist? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hiervan de reden en wat betekent deze vermindering voor de grondexploitatie?

50. Ook als het gaat om de commerciële ruimte en de parkeerplaatsen lijkt er sprake te zijn van een kleiner programma t.o.v. de kwartaalrapportage van 31 oktober 2017. Is dit juist? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hiervan de reden en wat betekent deze vermindering voor de grondexploitatie?

51. VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling Nederland BV heeft in 2016 het contract overgenomen van Heijmans om de gebiedsontwikkeling van het Spuikwartier uit te voeren. Het college is hiermee destijds akkoord gegaan omdat deze contractovername “zicht biedt op een snellere realisatie van het commerciële programma door een efficiëntere bouwlogistiek”. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

52. Kan het college aangeven welke versnelling er is opgetreden door de contractovername?

53. In de GRIP-rapportage behorend bij het Halfjaarbericht 2018 (RIS300605) valt te lezen dat het saldo van de grondexploitatie is gewijzigd. De wijziging heeft grotendeels betrekking op meerkosten voor het verbouwen van de Turfmarktgarage omdat maatregelen getroffen moeten worden tegen het opdrijven van de bak. Daarnaast is sprake van meerkosten om bouwrijpe grond aan Cadanz te kunnen leveren en tenslotte is er sprake van minder opbrengsten als gevolg van het besluit van de gewijzigde openingstijden van de Stadshuisgarage. Kan het college deze drie zaken nader verantwoorden, zowel inhoudelijk als in geld? Zo nee, waarom niet?

54. Daarnaast is volgens deze GRIP-rapportage een risico opgenomen met betrekking tot genomen uitgangspunten in de overeenkomsten met Cadanz enerzijds en met Sonate anderzijds die aanleiding geven tot discussies. Kan het college dit nader verantwoorden, zowel inhoudelijk als in geld? Zo nee, waarom niet?

55. In de GRIP-rapportage behorend bij de Programmarekening 2018 valt te lezen dat in de risicoanalyse per juni 2018 reeds voor € 2,2 miljoen rekening was gehouden met de vertraging en meerkosten door gelijktijdig bouwen. Is dit hetzelfde risico als in de hierboven gestelde vraag? Zo nee, waarom niet?

56. In de GRIP-rapportage behorend bij de Programmarekening 2018 valt te lezen dat het saldo van de grondexploitatie is gewijzigd. De wijziging van het saldo heeft o.a. betrekking op de meerkosten om bouwrijpe grond aan Sonate te kunnen leveren, het aanpassen van de tramsporen in verband met de veiligheid en meerkosten voor de verbouwing van de Spui Centre Garage. Kan het college deze drie zaken nader verantwoorden, zowel inhoudelijk als in geld? Zo nee, waarom niet?

57. Wat heeft het college gedaan om er voor te zorgen dat meerkosten m.b.t. de samenloop en coördinatie van de bouw van het OCC en de commerciële ontwikkeling van het Spuikwartier niet voor rekening van de gemeente zouden komen?

58. Welke contractuele afspraken heeft het college gemaakt om de bovengenoemde risico’s met ontwikkelaars uit te sluiten?

59. Hoe kan het dat de extra kosten van gelijktijdig bouwen door een en hetzelfde bouwconcern voor rekening van de gemeente komen?

60. Zoals bekend is VolkerWessels onder de werknaam Sonate verantwoordelijk voor de realisatie van de drie torens. Met Volker Wessels heeft de gemeente een package deal gesloten van 31 miljoen m.b.t. de bouw van het OCC in het Spuikwartier. Waarom kon de bouw van de sociale woningbouw in het Spuikwartier niet veilig gesteld worden in de package deal?

61. Kan het college deze vragen beantwoorden voordat de commissie Ruimte de halfjaarrapportage Nieuwbouw OCC Q4 2018 & Q1 2019 bespreekt?

Peter Bos                               Martijn Balster                  Robert Barker

Haagse Stadspartij              PvdA                                    Partij voor de Dieren

Debacle sociale woningen in Spuikwartier roept veel vragen op

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij Partij voor de Dieren PvdA 's-Gravenhage 07-06-2019 08:55

3. Tijdens de bespreking van de brief over Sonate (RIS301595) in de commissie Ruimte stelde de wethouder SWS dat de woningen uiteindelijk zijn aangeboden aan de corporaties voor de kostprijs, te weten een bedrag van 280.000,- euro per woning. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?4. Was het aanbieden tegen de kostprijs contractueel overeengekomen met Heijmans en later Volker Wessels? Zo nee, waarom niet?

5. Volker Wessels kan nu over het volledige woningbouwprogramma winst incasseren. Hoe groot is het financiële voordeel voor Volker Wessels door het vervallen van de sociale woningbouw?

6. Heeft het college aan Volker Wessels gevraagd om compensatie te bieden voor het vervallen van de sociale woningen in het Spuikwartier? Zo ja, hoe? En zo nee, waarom niet?

7. Wat is de gemiddelde kostprijs van een nieuwe sociale woning op dit moment?

8. Wat verstaat het college precies onder kostprijs? Zijn dat de bouwkosten of de stichtingskosten, en is dat inclusief of exclusief de grondprijs?

9. Hoe is de kostprijs van 280.000 euro precies berekend, kan het college daar een specificatie van geven? Zo nee, waarom niet?

10. Hoe staat de kostprijs in verhouding tot de verwachte marktwaarde van deze woningen? Vindt het college 280.000 euro een redelijke kostprijs mede gegeven de marktwaarde?

11. Heeft het college een second opinion of een andere onafhankelijke toets gedaan of de kostprijs juist is berekend? Zo ja, hoe? En zo nee, waarom niet?

12. Waarom zijn de 88 sociale woningen niet ook aan andere in Den Haag actieve corporaties (bijv. Arcade en RijswijkWonen) aangeboden of aan corporaties buiten Den Haag?

13. De hoge kostprijs ligt volgens het college aan de complexiteit van de ontwikkeling, door “het maken van een kostbare funderingsconstructie (..) in combinatie met de excessief gestegen bouwprijzen”. Welke ontwikkeling wordt precies bedoeld?

14. Om welke funderingsconstructie gaat het hier precies?

15. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie precies?

16. Gaat het hier sec over de funderingsconstructie van de toren waarin de sociale woningen waren voorzien? Zo nee, waarom niet?

17. Hoe zijn of worden alle gebouwen binnen het grondexploitatiegebied Spuikwartier precies gefundeerd en wat zijn de funderingskosten per gebouw?

18. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie voor Toren A precies?

19. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie voor Toren B precies?

20. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie voor Toren C precies?

21. Hoe kostbaar is de funderingsconstructie voor het OCC precies?

22. In eerste instantie zouden de sociale woningen gebouwd worden in Toren C. Later is dat gewijzigd in Toren A. Wat is daarvan de reden?

23. Is het juist dat onder Toren B geen parkeergarage is gesitueerd en daar geen complexe funderingsproblemen spelen? Zo nee, waarom niet?

24. Waarom is niet overwogen om de sociale woningen alsnog in Toren C of eventueel in Toren B te situeren?

25. Zijn de kosten van de funderingsconstructie evenredig verdisconteerd in de kostprijs van alle onderdelen van het bouwprogramma van Sonate? Zo ja, hoe? En zo nee, waarom niet?

26. In het projectdocument voor het OCC (RIS 292663) is bepaald dat er als onderdeel van het OCC een parkeergarage moet worden gerealiseerd van 280 openbare plaatsen. Daartoe wordt de bestaande Spui Centre garage aangepast, alsmede de toeritten naar de parkeergarage. Dit is onderdeel van het DBM-contract van Cadanz. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

27. Wat is de huidige stand van de geraamde kosten en opbrengsten van deze garage en hoe is dat verwerkt in de grondexploitatie Spuikwartier?

28. Hoe verhoudt de actuele raming van de kosten en opbrengsten van deze garage zich tot de oorspronkelijke ramingen en welke verschillen komen voor rekening van de gemeente?

29. Ook de Turfmarktgarage wordt in het kader van de herontwikkeling van het Spuikwartier verbouwd. Welke partijen hebben de opdracht gekregen om deze garage te verbouwen en welke contracten zijn hiervoor afgesloten en met wie?

30. Wat is de huidige stand van de geraamde kosten en opbrengsten van deze garage en hoe is dat verwerkt in de grondexploitatie Spuikwartier?

31. Hoe verhoudt de actuele raming van de kosten en opbrengsten van deze garage zich tot de oorspronkelijke ramingen en welke verschillen komen voor rekening van de gemeente?

32. Volgens de GRIP-rapportage over het Spuikwartier d.d. 8 februari 2016 (bijlage bij RIS292663) waren er toen al wijzigingen in de investeringen “door toevoeging van het versterken van het dak van de Turfmarktgarage”. Om welke wijzigingen gaat het hier, voor welke bedragen en voor wiens rekening kwamen deze investeringen ?

33. In 2016 is tussen de gemeente en Heijmans een 2e allonge gesloten m.b.t. de verdere ontwikkeling van het Spuikwartier. Onderdeel van de allonge was een overeengekomen grondprijs. Als bijlage bij deze overeenkomst zit een bieding van Heijmans. Is de overeengekomen grondprijs conform het grondbod van Heijmans? Zo nee, waarom niet?

34. Heeft Heijmans bij de totstandkoming van het grondbod, danwel de onderhandelingen over de grondprijs aangegeven dat rekening moest worden gehouden met extra bouwkosten i.v.m. de fundering of de constructie van de toren, danwel de parkeergarages? Zo nee, waarom niet? En zo ja, met welke bedragen diende volgens Heijmans rekening te worden gehouden en hoe is dat contractueel vastgelegd?

35. Is het juist dat tijdens de onderhandelingen met Heijmans en de overname van het contract door Volker Wessels al bekend was dat er rekening gehouden moest worden met extra bouwkosten vanwege de fundering en dat dit is verdisconteerd in het grondbod? Zo nee, waarom niet?

36. In 2016 heeft Volker Wessels het contract van Heijmans overgenomen. Heeft Volker Wessels een bedrag aan Heijmans betaald of een andere tegenprestatie ontvangen m.b.t. de overname van het contract? Zo nee, waarom niet?

37. Is bij de overname van het contract door Volker Wessels een andere grondprijs overeengekomen met de gemeente? Zo nee, waarom niet?

38. Ook in de 3e kwartaalrapportage 2017 d.d. 31 oktober 2017 (RIS298243) over het Spuikwartier staat dat de gemeente al eerder heeft meegewerkt aan het oplossen van de funderingsconstructie: nl. door toe te staan dat het verlies aan parkeerplaatsen elders gecompenseerd mag worden, en door de lagere opbrengsten in de GREX (door het verlies aan parkeerplaatsen) voor haar rekening te nemen. Het bleek volgens Sonate erg lastig om de funderingsconstructie van de toren tussen het OCC en het Wijnhavenkwartier (toren A) door de keldervloer van de Turfmarktgarage te bouwen. Hiervoor heeft Sonate een alternatief constructieprincipe gepresenteerd waarbij op laag -1 een nieuw parkeerveld ontstaat. Het verlies aan parkeerplekken in het deel van de Turfmarktgarage onder toren A wordt hierdoor beperkt tot 30-40. Dit verlies aan parkeerplekken wordt door Sonate gecompenseerd door parkeerplekken in de Turfmarktgarage onder het Wijnhavenkwartier te verwerven en aan het programma toe te voegen. Daarbij wordt gestreefd naar een integrale exploitatie van de parkeergarages. Waarbij de gemeente een inspanning heeft om een integrale exploitatie tot stand te brengen. Dit leidde ook tot een herziening van de GREX, want minder parkeerplaatsen betekent minder grondopbrengsten. Is dit juist? En zo ja, hoeveel minder grondopbrengsten zijn hierdoor ontstaan? Zo nee, waarom niet?

39. In de beantwoording van technische vraag 226 m.b.t. de kwartaalrapportage Q3 van 2017 (RIS 298430) stelde het college dat er aanvullende afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de parkeeroplossing onder toren A en de verdeling van de risico’s in de uitvoering en dat er nieuwe afspraken zijn gemaakt met betrekking tot indexering en fasering. Kan het college exact aangeven welke aanvullende afspraken zijn gemaakt en hoe en welke risico’s in de uitvoering zijn verdeeld en met wie?

40. De hoge vraagprijs van de sociale woningen ligt volgens het college niet alleen aan de kostbare funderingsconstructie, maar ook aan “de excessief gestegen bouwprijzen”. Kan het college aangeven hoe de bouwkosten zijn gestegen sinds de 2e allonge in 2016 met Heijmans is afgesloten?

41. Volgens de “Staat van de volkshuisvesting” van mei 2018 van minister Ollogren zijn in 2018 de prijzen per vierkante meter van gestapelde bouw 22 procent hoger in vergelijking met 2016. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

42. Hoe verhoudt zich de stijging volgens de “Staat van de volkshuisvesting” tot de stijging van de bouwkosten van de Sonatewoningen in de periode 2016 tot 2018?

43. Wat gebeurt er met de 1 miljoen uit het potje voor sociale woningen dat is ingezet voor het Sonateplan?

44. Hoeveel woningen met welke grootte en welke VON-, danwel huurprijs komen er in de plaats van de 88 sociale woningen in het Spuikwartier?

45. Het college stelt dat de sociale woningen elders gecompenseerd kunnen worden. Gaat Sonate cq. VolkerWessels dat doen? Zo nee, waarom niet?

46. De locaties die als alternatief genoemd worden zijn de Zwetstraat en de Van Maanenkade. Deze twee locaties zijn niet in de binnenstad. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

47. Is het juist dat de alternatieve locaties al veel eerder in beeld waren en derhalve niet kunnen gelden als compensatie voor de 88 sociale woningen in het Spuikwartier? Zo nee, waarom niet?

48. Wat kost de bouw van een sociale woning in de Zwetstraat en de van Maanenkade en welke garanties zijn er dat deze woningen ook echt gebouwd gaan worden en sociaal blijven?

49. Vergeleken met de kwartaalrapportage van 31 oktober 2017 zijn er nu 32 minder woningen voorzien in de plannen. Is dit juist? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hiervan de reden en wat betekent deze vermindering voor de grondexploitatie?

50. Ook als het gaat om de commerciële ruimte en de parkeerplaatsen lijkt er sprake te zijn van een kleiner programma t.o.v. de kwartaalrapportage van 31 oktober 2017. Is dit juist? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hiervan de reden en wat betekent deze vermindering voor de grondexploitatie?

51. VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling Nederland BV heeft in 2016 het contract overgenomen van Heijmans om de gebiedsontwikkeling van het Spuikwartier uit te voeren. Het college is hiermee destijds akkoord gegaan omdat deze contractovername “zicht biedt op een snellere realisatie van het commerciële programma door een efficiëntere bouwlogistiek”. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

52. Kan het college aangeven welke versnelling er is opgetreden door de contractovername?

53. In de GRIP-rapportage behorend bij het Halfjaarbericht 2018 (RIS300605) valt te lezen dat het saldo van de grondexploitatie is gewijzigd. De wijziging heeft grotendeels betrekking op meerkosten voor het verbouwen van de Turfmarktgarage omdat maatregelen getroffen moeten worden tegen het opdrijven van de bak. Daarnaast is sprake van meerkosten om bouwrijpe grond aan Cadanz te kunnen leveren en tenslotte is er sprake van minder opbrengsten als gevolg van het besluit van de gewijzigde openingstijden van de Stadshuisgarage. Kan het college deze drie zaken nader verantwoorden, zowel inhoudelijk als in geld? Zo nee, waarom niet?

54. Daarnaast is volgens deze GRIP-rapportage een risico opgenomen met betrekking tot genomen uitgangspunten in de overeenkomsten met Cadanz enerzijds en met Sonate anderzijds die aanleiding geven tot discussies. Kan het college dit nader verantwoorden, zowel inhoudelijk als in geld? Zo nee, waarom niet?

55. In de GRIP-rapportage behorend bij de Programmarekening 2018 valt te lezen dat in de risicoanalyse per juni 2018 reeds voor € 2,2 miljoen rekening was gehouden met de vertraging en meerkosten door gelijktijdig bouwen. Is dit hetzelfde risico als in de hierboven gestelde vraag? Zo nee, waarom niet?

56. In de GRIP-rapportage behorend bij de Programmarekening 2018 valt te lezen dat het saldo van de grondexploitatie is gewijzigd. De wijziging van het saldo heeft o.a. betrekking op de meerkosten om bouwrijpe grond aan Sonate te kunnen leveren, het aanpassen van de tramsporen in verband met de veiligheid en meerkosten voor de verbouwing van de Spui Centre Garage. Kan het college deze drie zaken nader verantwoorden, zowel inhoudelijk als in geld? Zo nee, waarom niet?

57. Wat heeft het college gedaan om er voor te zorgen dat meerkosten m.b.t. de samenloop en coördinatie van de bouw van het OCC en de commerciële ontwikkeling van het Spuikwartier niet voor rekening van de gemeente zouden komen?

58. Welke contractuele afspraken heeft het college gemaakt om de bovengenoemde risico’s met ontwikkelaars uit te sluiten?

59. Hoe kan het dat de extra kosten van gelijktijdig bouwen door een en hetzelfde bouwconcern voor rekening van de gemeente komen?

60. Zoals bekend is VolkerWessels onder de werknaam Sonate verantwoordelijk voor de realisatie van de drie torens. Met Volker Wessels heeft de gemeente een package deal gesloten van 31 miljoen m.b.t. de bouw van het OCC in het Spuikwartier. Waarom kon de bouw van de sociale woningbouw in het Spuikwartier niet veilig gesteld worden in de package deal?

61. Kan het college deze vragen beantwoorden voordat de commissie Ruimte de halfjaarrapportage Nieuwbouw OCC Q4 2018 & Q1 2019 bespreekt?

Peter Bos                               Martijn Balster                  Robert Barker

Haagse Stadspartij              PvdA                                    Partij voor de Dieren

Foto: Woontorens Spuikwartier Den Haag. © Sonate|Delta

Geen dancemuziek, maar valse opera

Haagse Stadspartij Haagse Stadspartij 's-Gravenhage 21-05-2019 13:23

De manier waarop een aantal Haagse zalencentra aan een nachtontheffing dreigt te komen roept veel vraagtekens op. De sterke verwevenheid tussen zalencentrum de Opera en Groep de Mos en het feit dat dit zalencentrum twee van de vijf beschikbare ontheffingen dreigt te bemachtigen leidt terecht tot veel ophef. Ook de Haagse Stadspartij is geschrokken en heeft in de raad van 16 mei 2019 gepoogd om de procedure te veranderen: Geef alle ondernemers de kans om een nachtontheffing aan te vragen en kies voor kwaliteit en niet voor een sponsor. Deze motie haalde helaas geen meerderheid.

De Haagse Stadspartij is een groot voorstander van een beter nachtleven in Den Haag. Zo hebben we regelmatig een lans gebroken voor meer dance in Den Haag. De laatste jaren is er veel verbetering gekomen. Clubs als het Magazijn en PIP voorzien in een grote behoefte en dancefestivals als The Crave en Den Haag Outdoor worden mede dankzij de gemeente mogelijk gemaakt. Maar het kan nog veel beter. Een nieuwe visie op het uitgaansleven lijkt ons geen overbodige luxe. De vijf nachtontheffingen die de burgemeester nu wil gaan verlenen lijkt leuk, maar duidt op hap-snapbeleid. Het wordt verkocht als nieuw beleid, zonder dat we dit als raad kunnen bespreken. Dat is bizar en is een ondermijning van de kaderstellende rol van de gemeenteraad. In het nieuwe beleid wordt bovendien verkeerd geciteerd uit het coalitieakkoord, want grootschalige dance-events worden helemaal niet genoemd in het coalitie-akkoord. Het wordt ook geen pilot zoals het coalitieakkoord stelt. Verder zijn er geen kwaliteitscriteria, en alleen horecazaken groter dan 1.000 m2 komen in aanmerking. Dan kom je automatisch uit bij een paar zalencentra in deze stad, zodat 99% van alle horeca-ondernemers geen kans maakt. Inmiddels is gebleken dat twee van de razendsnel aangevraagde nachtontheffingen waarschijnlijk verleend zullen worden aan De Opera aan de Fruitweg, oftewel het partycentrum van Groep de Mos. Dit bedrijf heeft zowel financiële als persoonlijke banden met de partij van wethouder de Mos, en dan kan het natuurlijk niet zo zijn dat de schijn wordt gewekt dat deze onderneming bevoordeeld wordt.

Eerder al stelde de Haagse Stadspartij dit aan de kaak in schriftelijke vragen en in de raad van 16 mei diende raadslid Peter Bos een motie hierover in:

Het bemachtigen van een nachtontheffing mag geen hardloopwedstrijd zijn, en mag ook geen opzetje zijn om sponsors van een politieke partij een voorkeurspositie te verschaffen. Daarom de volgende motie:

Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 16 mei 2019, ter bespreking van het agendapunt Nachtontheffing voor horeca buiten de uitgaanskernen.

De burgemeester op 18 april 2019 aanvullend beleid heeft vastgesteld waarin ruimte wordt geboden voor maximaal vijf nieuwe nachtontheffingen voor horeca-inrichtingen buiten de uitgaanskernen indien zij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m² hebben;

In de toelichting van het besluit wordt verwezen naar het Coalitieakkoord waarin zou staan dat er ‘binnen de uitgaanskernen nauwelijks potentieel geschikte locaties zijn voor grootschalige (dance)events en andere uitgaansmogelijkheden’.

In de toelichting van het besluit staat dat “een aantal ondernemers van grote horeca-inrichtingen al eerder heeft aangegeven dat zij festivals, muziekoptredens of dancefeesten wil organiseren en daarom behoefte heeft om langer open te kunnen zijn (..) zij willen ieder weekend langer open blijven”;

Gebleken is datvier van de vijf beschikbare nachtvergunningen zijnaangevraagd door zalencentra die gespecialiseerd zijn in bruiloften en partijen;

Er volstrekt verkeerd geciteerd is uit het Coalitieakkoord, waarin “grootschalige (dance)events” niet worden genoemd;

Het juiste citaat uit het Coalitieakkoord luidt:

“Daarom blijven we ons in de uitgaansgebieden samen met de horecasector inzetten voor ruimere openingstijden, realistische geluidsnormen in de horeca en een soepel terras- en vergunningsbeleid. Ook willen we een impuls geven aan de dancescene. Binnen de uitgaanskernen bestaan nauwelijks potentieel geschikte locaties. Daarom komt er een pilot voor nachtontheffingen voor locaties buiten deze kernen”.

Bij de aanvragen voor de vijf nieuwe nachtontheffing niet getoetst gaat worden hoe en of de dancescene wordt bevorderd;

Van een pilot geen sprake is aangezien de nachtontheffingen voor 10 jaar gaan gelden.

Het niet uit te leggen valt waarom alleen tegemoet wordt gekomen aan “een aantal ondernemers van grote horeca-inrichtingen” zoals genoemd in de toelichting bij het besluit;

De horeca-inrichtingen die een nachtontheffing hebben aangevraagd geen onderdeel zijn van de dancescene.

Met nieuw aanvullend beleid te komen m.b.t. nachtontheffingen dat is gebaseerd op de wensen van het uitgaanspubliek, culturele organisaties en horeca-inrichtingen kleiner dan 1.000 m2, dat de dancescene bevordert en iets toevoegt aan het huidige aanbod.

Behalve deze motie diende Peter Bos eerder nog deze schriftelijke vragen in:

Schriftelijke vragen: Nachtontheffingen horeca

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 8 mei 2019 is in de commissie Bestuur gesproken over het burgemeestersbesluit Nachtontheffing voor horeca buiten de uitgaanskernen (RIS302417). Hierover stel ik overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van Orde de volgende schriftelijke vragen:

Volgens het college is dit besluit besproken in het college. Kan het college aangeven in welke collegevergadering dit is besproken en in welke besluitenlijst dit is te vinden?Zo nee, waarom niet?

Kan het college aangeven op wiens initiatief dit besluit tot stand is gekomen? Zo nee, waarom niet?

In het burgemeestersbesluit wordt gesteld dat  op grond van het geldende horecabeleidin beginsel geen nieuwe nachtontheffingen kunnen worden verstrekt. Is het juist dat met het geldende horecabeleid de Horecavisie Den Haag (RIS 288645) wordt bedoeld die op 11 februari 2016 is vastgesteld door de gemeenteraad? Zo nee, waarom niet?

In het burgemeestersbesluit wordt gesteld dat in aanvulling op de huidige vaste gedragslijn, zoals weergegeven in het horecabeleid, aanvullend beleid vast wordt gesteld waarin ruimte wordt geboden voor maximaal vijf nieuwe nachtontheffingen voor horeca-inrichtingen. Is het college bereid om dit aanvullend beleid ter besluitvorming voor te leggen aan de raad? Zo nee, waarom niet?

Waarom is de raad tot op heden niet actief geïnformeerd over dit aanvullend beleid?

Volgens het burgemeestersbesluit d.d. 19 april 2019 wordt dit aanvullende beleid gepubliceerd in het Gemeenteblad. Wanneer is of wordt dit beleid gepubliceerd in het Gemeenteblad?

Hoe heeft het college het burgemeestersbesluit extern gecommuniceerd?

Waarom is er op de website van de gemeente nog niets te vinden over de mogelijkheid om een ontheffing aan te vragen?

Volgens het college zijn inmiddels zes aanvragen ingediend voor nieuwe nachtontheffingen. Welke horeca-inrichtingen zijn dit en op welke data zijn de aanvragen binnengekomen bij de gemeente?

Kan het college aangeven waar de drie horeca-inrichtingen zich precies bevinden die tot op heden volgens het college kansrijk zijn om in aanmerking te komen voor een nachtontheffing? Zo nee, waarom niet?

Volgens het college is het de bedoeling dat met de nieuwe nachtontheffingen het Haagse nachtleven (onder meer de dance-scene) bevorderd gaat worden. Hoe gaat het college er voor zorgen dat voorkomen wordt dat zalencentra die zich vooral richten op bruiloften en partijen er met de vijf nachtontheffingen vandoor gaan?

Welke aanvragers hebben te kennen gegeven dat zij de Haagse dancescene gaan bevorderen en op welke wijze wordt dit in het ontheffingsbesluit als voorwaardeopgenomen?

Is het college bereid om de raad de mogelijkheid te bieden om het aanvullend beleid te bespreken voordat het college een besluit neemt over de aangevraagde nachtontheffingen? Zo nee, waarom niet?

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.