Tijdens de begrotingsvergadering op 9 november in het provinciehuis heeft Provinciale Staten Brabant een motie ingediend om de bouw van een kerncentrale in Brabant te voorkomen. Deze motie werd ingediend door D66 na een debat met de VVD, die de bouw van een dergelijke kerncentrale niet uit wilde sluiten. Uiteindelijk was er een meerderheid omdat alleen VVD, CDA, PVV en 50PLUS tegen stemden. De fracties van D66, SP, PvdA, Groenlinks, PvdD, ChristenUnie – SGP en Lokaal Brabant waren voor de motie.

Uit de motie blijkt dat D66 vindt dat de provincie met een schone energiemix uit hernieuwbare bronnen een echte energietransitie kan realiseren. Hier hoort kernenergie niet bij. Het is nog steeds niet zo dat de energie die hierdoor worden opgewekt zonder afval is. Ook is het zo dat er nog geen oplossing is om dit afval op te ruimen.

Het is juist een doel van de energietransitie om te komen tot een nieuwe energiehuishouding die ervoor zorgt dat we in de toekomst op een duurzame en hernieuwbare manier kunnen voorzien in onze energiebehoefte. Zonder schade voor mens en milieu. Fractievoorzitter Arend Meijer van D66: “Het is belangrijk dat de Brabanders vier maanden voor de verkiezingen weten waar de partijen staan op dit onderwerp. Ons standpunt is in ieder geval glashelder.”

Buiten dat D66 kernenergie niet als hernieuwbare bron ziet, is het ook zo dat een dergelijke centrale veel geld kost. Deze miljarden ziet de partij graag besteed aan andere meer duurzame innovaties. Denk hierbij aan nieuwe technieken om energie op te slaan en het isoleren van woningen.

Het voorstel in Brabant kan op steun rekenen in de Tweede Kamer, zo zegt D66 woordvoerder Matthijs Sienot: “wij willen dat we nu vaart maken met echt schone energie. Dat is goedkoper en sneller dan kernenergie. De bouw van een kerncentrale duurt minstens 15 jaar en kost zeker 10 miljard euro. De eerste deadline van de klimaatdoelen is al in 2030. Sowieso zijn we met kernenergie dus te laat. Bovendien steekt niemand zijn vinger op om een kerncentrale te bouwen. Laten we ons daarom niet afleiden en aan de slag gaan met de energie van de toekomst.”