Nieuws van politieke partijen over D66 inzichtelijk

206 documenten

Vooruitkijken na een jaar raadswerk

D66 D66 Enschede 03-04-2019 13:43

Het is inmiddels een jaar geleden dat Iris Rutjes werd beëdigd als raadslid voor D66 in onze mooie gemeente Enschede. In deze blog blikt ze terug op het afgelopen jaar en kijkt ze vooruit naar de komende periode.

Deel 1: wat ging eraan vooraf?

Het is inmiddels een jaar geleden dat ik ben beëdigd als raadslid voor D66 in onze mooie gemeente Enschede. Vorig jaar werd ik na een zeer intensieve en spannende verkiezingstijd met meer stemmen dan ik ooit had verwacht verkozen tot raadslid. Veel mensen vragen mij: hoe word je nou eigenlijk raadslid? Dit is uiteraard voor iedereen anders, maar ik kan jullie wel vertellen hoe ik op deze positie ben gekomen.

In 2014 ben ik lid geworden van de partij. Zelf was ik zeer ontevreden over een aantal zaken in Nederland en besloot om in plaats van te klagen zelf actief te worden. Alexander Pechtold was voor mij een voorbeeld van een politicus die niet alleen maar in beloften sprak, maar ook daadwerkelijk verandering bracht. In eerste instantie ben ik alleen lid geweest en heb ik mij meer verdiept in het gedachtegoed van D66. Zo ontdekte ik steeds meer van de partij: waar staan we voor en waar komt dit weg, wat zijn onze richtingwijzers en waarom worden bepaalde besluiten genomen? Gelukkig bleek D66 een partij die goed bij mij en mijn eigen waarden past. Ik bleek een ware sociaal liberaal te zijn en voelde destijds sterk de drang meer handen en voeten te geven aan mijn lidmaatschap.

Na een tijdje werd ik uitgenodigd voor een kennismakingsavond van de afdeling Enschede. Hier ontmoette ik raadsleden en andere enthousiastelingen. Zij konden mij meer vertellen over de afdeling en wat er allemaal mogelijk is. Kort hierna werd ik gebeld met de vraag wat ik binnen de afdeling zou willen doen, óf ik ook actief wilde worden en waar mijn interesse ligt. Naar aanleiding van dit gesprek ben ik aangesloten bij de Permanente Programmacommissie (PPC). Gedurende twee jaar heb ik meegeschreven aan ons verkiezingsprogramma en kreeg ik steeds meer mee van wat er binnen de Enschedese politiek speelt. Parallel hieraan ben ik actief geworden in het campagneteam; een leuke manier om meer mensen te leren kennen en mijn politieke vaardigheden te verbeteren. Naarmate de verkiezing van 2018 steeds dichterbij kwam begon het te kriebelen: ik wilde meer. In eerste instantie dacht ik dat raadswerk niets voor mij zou zijn, want wat had ik nou voor ervaring en hoe zou ik dit kunnen combineren met mijn werk en gezin? Na meerdere gesprekken met een aantal mensen en de daarbij komende aanmoediging om me vooral wél kandidaat te stellen heb ik dit gedaan. Dit was ontzettend spannend, maar ook erg leuk. Vol enthousiasme heb ik de procedure doorlopen en werd ik op plek 7 geplaatst van onze kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezing 20 maart 2018.

In aanloop naar de verkiezing ben ik actief campagne blijven voeren, niet per sé voor mijzelf maar voor onze partij. De kans dat ik in de gemeenteraad kwam was namelijk klein. Wij hadden 7 zetels en stonden in de peiling op verlies. Zelfs al zouden we weer een wethouder mogen leveren dan hadden we nog 6 zetels nodig voor mij om in de raad te komen. In mijn omgeving, thuis, op mijn werk en binnen de partij leefden veel mensen met me mee. Het was dan ook een enorme teleurstelling toen wij tijdens de uitslagenavond op 5 zetels uitkwamen. Als een ware optimist heb ik het behoud van in ieder geval 5 zetels gevierd en de kandidaten op plek 1 t/m 5 gefeliciteerd. De volgende dag werd ik wakker met een raar gevoel en besloot naar de bijeenkomst te gaan waar de uitslagen van het centraal stembureau bekend werden gemaakt. Het moment dat ik daar mijn naam hoorde zal ik nooit vergeten; geheel onverwacht bleek ik met voorkeurstemmen op plek 3 binnen te zijn gekomen. Deze dagen waren een emotionele rollercoaster vol gemengde gevoelens, blijdschap, teleurstelling, verdriet en compassie voor diegene die het niet hadden gehaald. En vanaf dat moment begon het raadswerk voor mij. Ik ben enorm dankbaar voor de stemmen die ik heb gekregen en voel mij een ware volksvertegenwoordiger. Het beste voor Enschede en haar inwoners is mijn uitgaanspunt, maar ik heb wel gemerkt dat ik zelf ook een enorme ontwikkeling heb doorgemaakt.

Deel 2: aan de slag

Raadslid word je niet van de een op de andere dag, maar je bent het wel ineens vanaf het moment van je benoeming. In eerste instantie was ik nog helemaal in een roes, ik voelde me als een puppy dat allerlei nieuwe dingen mocht doen en leren. Omdat er veel nieuwe dingen op je pad komen heeft de griffie een inwerkprogramma opgezet. Tijdens zo’n programma leg je bezoeken af aan allerlei organisaties binnen en buiten de gemeente en word je overladen met informatie. Deze periode was enorm intensief, zeker omdat ik er de eerste maand fulltime naast heb gewerkt. Het leuke vond ik dat je overal vriendelijk wordt onthaald en informatie krijgt waarvan je het bestaan niet eens wist. Zo heb ik veel geleerd over de organisatiestructuur van de gemeente, maar ook over bijvoorbeeld ondermijning, de omgevingswet, nieuwe projecten in Enschede, culturele en maatschappelijke organisaties, het reilen en zeilen van de raad en nog veel meer. Hiernaast was er veel gelegenheid om kennis te maken met mijn raadscollega’s.

Ondertussen liepen de coalitieonderhandelingen en werd langzaam zeker wie er in de oppositie én coalitie belandden. Voor mij is de samenwerking met andere raadsleden erg belangrijk; uiteindelijk moeten we het samen doen. Tot aan het zomerreces heb ik mij vooral kunnen oriënteren en mogen leren. Dit was een belangrijke vormingsperiode voor mij als raadslid. Toen kwam het zomerreces, een begrip dat geheel nieuw was voor mij aangezien in de wereld van zorg en welzijn juist in de zomer hard gewerkt wordt. Ik had dan ook het gevoel na het reces en daarmee ook na de coalitieonderhandelingen pas écht aan het werk te zijn.

De eerste gemeentebegroting was een pittige: zoveel informatie in zo’n korte tijd en vervolgens wilde ik alles begrijpen. Dit heeft mij wel geleerd dat ik niet alles kan volgen en begrijpen, al ben ik nog zo nieuwsgierig van aard. Mijn nieuwsgierigheid en al bestaande kennis op het gebied van zorg en welzijn hebben mij er goed doorheen geholpen. Inmiddels ben ik een jaar raadslid en denk ik in grote lijnen te begrijpen waar het allemaal om draait, wat er speelt en hoe ik hier mee aan de slag kan.

Inmiddels heb ik al veel mogen doen en heb ik 14 raadsvergaderingen bijgewoond, 19 stedelijke commissies, 6 stadsdeelcommissies zuid en nog véél meer fractievergaderingen. 5 november was de eerste keer dat ik heb gesproken in de stedelijke commissie en 4 februari deed ik voor het eerst het woord in een raadsvergadering. De eerste keer dat je op het knopje van de microfoon drukt is spannend: iedereen luistert mee en dan is het moment dat je alles wat je van tevoren hebt bedacht te zeggen ook daadwerkelijk gaat verwoorden. Ondanks dat ik vaker voor grote groepen heb gesproken voelde dit moment beladen, dan voel je ten volste je verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor het stemmen in raadsvergaderingen: voorafgaand bespreek je uitvoerig met je fractie de standpunten, maar met één druk op de knop worden belangrijke beslissingen genomen.

Dit jaar heb ik ook mijn eerste motie ingediend: de motie hoge nood voor betere bereikbaarheid van openbare toiletten in Enschede. Deze motie is met ruime meerderheid aangenomen en was uiteindelijk een mooi samenwerkingsverband tussen meerdere partijen. Dit geeft positieve energie. In deze raad worden veel moties en artikel 35 vragen ingediend. Soms lijkt dit instrument hierdoor wat kracht te verliezen. Als D66 zijn wij daarom zuinig op het indienen van moties en politieke vragen, maar als we iets indienen is dit zeker het lezen en volgen waard.

Vorige week heb ik voor het eerst een randprogramma geleid. Dit ging over LHBTI+ en emancipatie naar aanleiding van de beleidsnotie die wij als raad vorig jaar hebben aangenomen. Daarnaast heb ik samen met een aantal raadsleden een themabijeenkomst voorbereid tijdens de Stadsdeelcommissie Zuid. Dit soort avonden zijn intensief om voor te bereiden, maar ontzettend leuk om te doen. Zo kan ik handen en voeten geven aan abstracte ideeën en weet ik structuur aan te brengen in mijn raadswerk. Het is namelijk niet alleen maar meedoen en meedenken, maar ook voorruitplannen. Dit is ook precies het moment waar ik nu sta. Terugkijken op een veelbewogen jaar en vooruitkijken naar de komende jaren.

Deel 3: vooruitkijken

Zoals ik eerder beschreef is het eerste jaar een veelbewogen jaar geweest wat voornamelijk in het teken van leren en ontwikkelen heeft gestaan. Komende jaren wil ik mij verder blijven ontwikkelen als raadslid, zodat we samen veel goede dingen kunnen doen voor onze stad en hopelijk komende verkiezing ten minste onze zetels weten te behouden. Het is af en toe nog zoeken naar een manier om inwoners op te hoogte te houden van wat ik doe, waar werk ik aan en wat heb ik bereikt. Zelf ben ik daarom voornemens om vaker een blog te schrijven over mijn werk als raadslid.

De komende tijd zal ik voornamelijk bezig zijn met werken richting de zomernota. Mijn focus ligt op de transformatie in het sociaal domein met in het bijzonder welzijn, de wijkteams, jeugd en LHBTI+. We hebben een enorme taak te volbrengen, niet alleen financieel maar ook sociaal maatschappelijk. Inmiddels heb ik het gevoel voldoende ingewerkt te zijn om hier ook structureel aan te kunnen werken. Jullie zullen dan ook nog veel van mij voorbij zien komen. En mocht je mij iets willen vragen, dan mag dat altijd. Ik ben goed bereikbaar via whatsapp en email en kom graag een keertje langs. In contact blijven met de maatschappij vind ik erg belangrijk. Ik wil niet in de politieke bubbel belanden, maar mij bezig blijven houden met wat er leeft in de stad.

Iris Rutjes. (Nét niet meer versgebakken) raadslid voor D66 Enschede.

Het bericht Vooruitkijken na een jaar raadswerk verscheen eerst op Enschede.

Robot Jetten is verleden tijd…

D66 D66 Oldambt 14-03-2019 09:26

De eerste dagen nadat hij Alexander Pechtold opvolgde waren voor Rob Jetten (fractievoorzitter D66) nog onwennig en kwamen zijn antwoorden gekunsteld over. Dit leverde hem de bijnaam Robot Jetten op. Maar na vijf maanden als fractievoorzitter van D66 kan er geconcludeerd worden dat hij op stoom is en dat hij het robot imago definitief van zich heeft afgeschud. Zit er onder dat pak dan toch een ware superman of Clark Kent?

D66 is weer de partij zoals ze begon: progressief en met lef Toen D66 begon, in 1966, was het een partij van jonge dames en heren die vooruit wilden, die durfden anders te denken, die verandering wilden. Maar de jonge honden van toen, zijn allang niet jong meer. Toen Alexander Pechtold aangaf te willen stoppen, was het logisch geweest om een opvolger te kiezen uit één van de ervaren veertig- of vijftigplussers die D66 rijk is. Maar D66 maakte een keuze die getuigd van lef. Ze kozen voor een jonge hond met visie, die binnen de partij al heeft laten zien dat hij mensen kan verbinden. Iemand met lef, die durft radicale voorstellen te doen. Daarmee is D66 weer terug zoals ze ooit begonnen zijn: Een vernieuwde partij met progressieve gedachten en met lef, maar dit keer met de politieke ervaring om te komen tot verandering.

Rob Jetten, uitgegroeid tot inspirerende politicus Rob Jetten sprak afgelopen zondag zelfverzekerd tijdens het D66 congres in Zaandam. Vloeiend kwamen zijn woorden eruit en hij wist de zaal te inspireren. Daarmee laat hij definitief de bijnaam Robot Jetten achter zich. In de media gaat alweer een nieuwe bijnaam rond. Alleen is het dit keer de geuzennaam van ‘Klimaatdrammer’. Rob Jetten, “Wij staan voor vooruitgang. Wij hebben het lef om radicale voorstellen te doen. Wij hebben het lef om samen te werken. Om onze idealen dichterbij te brengen.. Ik doe een oproep om niet weg te lopen, maar om samen door te lopen. Om niet te leven bij de gedachte hoe de wereld is, maar bij hoe de wereld zou kunnen zijn. Er is geen tijd meer om te dromen, maar het is tijd om te drammen. Ik wil iedereen graag meegeven; denk aan elkaar. Kies altijd voor de toekomst.”

Het bericht Robot Jetten is verleden tijd… verscheen eerst op D66 Oldambt.

Speech Rob Jetten congres 109

D66 D66 CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid VVD Nederland 10-03-2019 11:53

Congres!

Het is een wonder. Dat ze jullie, volop in de campagnestand, een dag naar een congreszaal hebben weten te lokken. Want partijgenoten, wat heb ik jullie de afgelopen weken veel gezien. Overal in Nederland. Op straat, in onze groen-witte jassen. Flyerend, canvassend, en vastbesloten om in al die provincies een goede uitslag voor D66 neer te zetten.

Zodat D66’ers zich ook de komende jaren als bezetenen kunnen inzetten. Voor betaalbare huizen. Voor meer fietssnelwegen. En voor behoud van natuur!

D66’ers die kiezen voor de toekomst. Ik wens onze twaalf lijsttrekkers en hun teams heel veel succes toe! Zoals hier in Noord-Holland onze fantastische lijsttrekker Ilse Zaal!

Vrienden,

Voor mij persoonlijk stond de wereld de afgelopen vijf maanden even helemaal op z’n kop. Maar ik kan me voorstellen dat het ook voor jullie gek is. Na 12 jaar opeens een nieuwe fractievoorzitter.

Ik wil jullie graag vertellen waarom ik de politiek ben ingegaan. Wat me drijft. En waarom ik lid werd van D66.

Ik ben 31. Ik ben van de generatie die opgroeide met de verschrikkelijke aanslagen van 11 september en de oorlogen die volgden in Afghanistan en Irak. Ik zat uren aan de buis gekluisterd. Wilde al het politieke nieuws lezen. In eigen land werd de politiek opgeschrikt door opkomst van Fortuyn en de laffe moordaanslagen op hem én op Theo van Gogh. Dat maakte indruk.

De vrije wereld waarin ik opgroeide, waarin mijn generatie meer kansen had dan ooit, die wereld die alleen maar beter zou worden, bleek opeens minder vanzelfsprekend dan iedereen dacht. En de reactie van sommigen was: Groepen uitsluiten. Ophitsen. Grondrechten schenden.

Reacties die onze samenleving verdeelden. Reacties waardoor veel Nederlanders zich afvroegen: Ben ik hier nog welkom?

Op datzelfde moment worstelde ikzelf ook met mijn identiteit. Ik zat in het laatste jaar van de middelbare school. Toen ik durfde te erkennen: Ik ben homo. Dat was niet altijd gemakkelijk. Kan dat wel? Wat zullen anderen denken?

En toen ik steeds lekkerder in mijn vel zat, ook de vraag: Waar halen die types het lef vandaan om mij of anderen te vertellen dat we er niet bij horen omdat we niet in hun hokje passen?

Langzaamaan werd ik activistischer. Ik wilde me ergens bij aansluiten. Politiek actief worden.

Ik zocht een partij die pal stond voor de vrijheid jezelf te zijn. Die stelling nam tegen de rechts-populisten die alleen maar ophitsen en uitsluiten. En die wist dat Nederland beter af was, zonder verdeeldheid.

Die partij was D66. Toen nog geen partij, maar een ‘partijtje’. Nul zetels in de peilingen. Met leeuwenmoed hielden Alexander, Boris en Fatma en een handvol medewerkers zich staande in de Tweede Kamer.

En met succes. Toen CDA en PvdA in Balkende-IV waren vergeten dat regeren een werkwoord is, kwamen zij in opstand. Toen iedereen nog in een kramp lag na de afgewezen Grondwet van 2005, koos D66 als enige voor Europa.

En toen de PVV in de Tweede Kamer kwam, en niet alleen de Koran, maar ook de Grondwet wilde verscheuren, was D66 de enige die met hen de strijd aanbond. Die partij, met het lef om ergens vol voor te gaan, daar wilde ik bij horen.

Ik werd lid. Wat daarna kwam, herkennen vast veel leden. Een prachttijd bij de Jonge Democraten. Campagnevoeren voor elke verkiezing. Op een dag van wind en regen, een dag als vandaag, posters plakken. En uiteindelijk werd ik Raadslid in Nijmegen. Dus Menno: je hebt nog heel wat in te halen bij deze prachtige club.

Ik werd actief aan de vooravond van een decennium waarin Nederland D66-groen zou kleuren. Want kijk waar we nu staan. Honderden volksvertegenwoordigers, wethouders en gedeputeerden door het hele land. Negentien zetels in de Tweede Kamer. Tien in de Eerste. En zes ijzersterke bewindspersonen.

Dat was allemaal nooit gebeurd, zonder één persoon. Alexander Pechtold. Alexander, ik heb je de afgelopen maanden ook wel eens vervloekt. Als ik in je grote schoenen stond en me afvroeg: Wat zou Alexander doen?

Ik ben ongelofelijk blij dat je na jouw vertrek niet achter de geraniums bent gaan zitten. Maar dat jij er vandaag alweer bij bent. Ik spreek niet alleen namens mijzelf, maar namens de hele fractie en alle leden: We bewonderen hoe je iedereen, op het vorige congres in Den Bosch, muisstil wist te krijgen met die prachtige, persoonlijke afscheidsspeech. Dat raakte ons allemaal.

Ik kan je niet genoeg bedanken voor wat jij hebt betekent voor onze partij. Je bent voor altijd mijn eerste politieke held. Heldhaftig, vastberaden, vol goede moed. Baken van redelijkheid in een steeds meer versplinterd politiek landschap. En altijd zingend aan het werk. Alexander, bedankt!

Congres,

De afgelopen jaren waren voor mij een politieke leerschool. Het leerde me dat Nederland D66 nodig heeft om vooruit te komen, door samen te werken. Er kwam pas beweging in Rutte-I toen Rutte ons nodig had na het weglopen van de PVV. Er gebeurde weer wat aan het Binnenhof, toen D66 een begrotingsakkoord sloot met Rutte en Samsom. En wat toen gold, geldt nu weer:

Een klimaatwet en een naderend klimaatakkoord. Een miljardeninvestering in onderwijs, 8% meer salaris voor docenten. Een kinderpardon, dat er eigenlijk al lang had moeten zijn. Maar ons nu toch gelukt is!

Een pro-Europese houding van onze premier. Een soepele draai, en dat zonder dat vaasje uit zijn handen te laten vallen. Was dit ooit mogelijk geweest, met D66 aan de zijlijn? Hadden we dit op z’n GroenLinks kunnen doen, vanuit de oppositie? Is er ook maar iemand die betwijfelt of dit gelukt was zónder ons?

Het simpele antwoord is nee. En dat is waarom ik trots ben dat we meedoen. Bouwen. En, even belangrijk: dankbaar voor het vertrouwen van iedereen hier.

Dankbaar voor de ruggengraat van deze volwassen, stabiele en onmisbare partij.

Congres,

Dat betekent niet dat ik tevreden achteroverleun. Ik zal mijn Kerdijklezing van maandag niet herhalen – dingen herhalen heb ik vrij snel afgeleerd. Maar wij hebben een agenda die verder reikt dan dit kabinet.

Ons liberalisme is sociaal. Het is radicaal. Wij weten dat echte vrijheid twee kanten heeft. Niet alleen de ‘vrijheid blijheid’ van de VVD. Nee, wij staan voor de vrijheid om iets van het leven te maken. Om je te kunnen ontwikkelen, te ontplooien.

Dat vraagt om kansengelijkheid, om emancipatie, om gelijkwaardigheid, om invloed en zeggenschap in een echte democratie. We staan er in Nederland ontzettend goed voor. We zijn welvarender, gezonder en gelukkiger dan ooit.

Maar er zijn ook nieuwe muren ontstaan. Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid. Muren tussen mensen met wortels in Nederlander en mensen met wortels elders. En muren tussen mensen met macht en mensen zonder macht. Dat is onverteerbaar. En daarom zetten we samen de sloophamer in de muren die ons verdelen.

De eerste stappen zetten we met deze coalitie. Ik accepteer geen treuzelende bewindspersonen. Ik beloof u vandaag: Zolang ik het voorrecht heb fractievoorzitter te zijn, zorg ik dat we het kabinet aansporen tot actie.

Kajsa weet dat wij haar niet met rust laten totdat mensen niet alleen mee kunnen praten maar ook mee kunnen doen. Wouter heeft het moeilijk genoeg met de polder, maar hij weet als geen ander dat D66 niet rust voor we rechtvaardige pensioenen en zekere banen hebben. Ingrid weet heel goed dat wij haar zullen afrekenen op de toegankelijkheid van het onderwijs. Als Sander Dekker treuzelt met het regenboog-stembusakkoord, weet hij dondersgoed dat hij ons op zijn dak krijgt. En vergeet niet hoe wij Ank Bijleveld dwingen haar middelen voor defensie daar te investeren waar het onze veiligheid het meest vergroot: in een sterke, eensgezinde Europese krijgsmacht.

Congres,

als nieuwkomer in het hart van de Haagse politiek valt me iets op. Een gevatte oneliner wordt meer gewaardeerd dan een doorwrocht verhaal. Twitter is de norm. We zitten vast in de loopgraven van het eigen gelijk.

Het bewijs stapelt zich op: de pensioenonderhandelingen waren nog niet geklapt, of de SP knalde al een verdacht professioneel filmpje online. Na de vorige verkiezingen was een historisch klein aantal zetels in de Tweede Kamer bereid verantwoordelijkheid te nemen.

De formatie werd daarom de langste in de Nederlandse geschiedenis. Iedereen leek voor het gemak te vergeten dat vooruitgang niet vanzelf gaat. Dat daar samenwerking voor nodig is.

“Stem het kabinet naar huis”, zeggen partijen van links tot rechts. “Een referendum over Rutte”, roept Lilian Marijnissen. “Alles wordt anders na 20 maart”, denkt Baudet.

Maar dan? Deze partijen zijn zo verliefd op zichzelf, dat de liefde voor samenwerking ver te zoeken is. Welke risico’s dat met zich meebrengt, zien we over de grens. Kijk naar Italië: elk jaar een nieuwe regering. Kijk naar België: jaren zónder regering. Waar partijen elkaar niet halverwege durven te vinden.

Juist Nederland zou hier de weg kunnen wijzen. Wij hebben al zo vaak laten zien dat we voorop kunnen lopen. Laten we dat ook nu doen. Met alleen ‘nee’ zeggen, met alleen mensen uitsluiten, met nooit aan de formatietafel zitten, of daar zonder reden van weglopen, kom je er niet.

De tijd van de smoesjespolitiek is voorbij. Er is geen tijd om te dromen. Het is tijd om te drammen. Niet weglopen, maar doorlopen. Niet leven bij de gedachte hoe de wereld is, maar bij de hoop hoe de wereld zou kunnen zijn. Niet elkaar afstoten, maar – en dat heb ik van onze Christelijke vrienden geleerd – het goede in elkaar zoeken.

Democraten,

Kiezen voor de toekomst is kiezen voor samenwerking.Dat geldt nu en dat geldt ook na de verkiezingen van 20 maart. En daar wil ik best een hand voor uitsteken. Zonder taboes van mijn kant. En hopelijk zonder smoesjes van de rest.

Voor een uitgestoken hand aan Lodewijk Asscher en Lilian Marijnissen – in de strijd voor radicale kansengelijkheid. Voor een uitgestoken hand aan Jesse Klaver – voor humaan migratiebeleid. En ja, voor een uitgestoken hand aan onze conservatieve partners van CDA en VVD. Voor hen is het ook niet makkelijk om al dat vooruitstrevende D66-beleid te dragen.

Democraten,

De verkiezingen van 20 maart ga ik vol vertrouwen tegemoet. En ik zal jullie zeggen waarom.

Onze continue inzet is die voor de vrijheid om jezelf te zijn. Voor kansengelijkheid. En voor meer investeringen in onderwijs. Maar deze verkiezingen, net als de vorige, gaan ook over klimaat.

Komt dat even goed uit. Want vandaag is hier bijeen de enige serieuze klimaatpartij van Nederland. Jesse Klaver wil ons doen geloven dat de aandacht voor klimaat zijn verdienste is. Maar ver, ver voor Jesse… was er Jan. De allereerste klimaatdrammer van Nederland. En ik ben blij dat hij hier vandaag bij ons is. Als stem van onze nieuwe campagnespot. Als lijstduwer bij de Europese Verkiezingen. En als inspiratie voor ons allemaal. Dames en heren, Jan Terlouw!

Congres,

De politieke erfenis van Jan, is vandaag actueler dan ooit. We kennen de doorrekeningen van het klimaatakkoord nog niet, maar laat het volgende glashelder zijn: Wij gaan naar Parijs!

En ik zal eerlijk zijn: dat is geen sinecure. De vorige kabinetten hebben zulke steken laten vallen dat we van ver moeten komen. Maar we zijn op weg. In de zonneauto van het hoge noorden naar het Île de France.

Bij Groningen kregen we de klimaatwet. Ter hoogte van Zwolle sloten we een klimaatakkoord. Bij Almere kregen we van Menno een vliegtaks en een vrachtwagentaks, en van Stientje fikse investeringen in de fiets.

En wat zien we nu? Een gigant van een poster langs de A10, pal naast die grote, vervuilende Hemweg-kolencentrale. De tekst doet mijn hart zingen. WIJ HALEN HEM WEG! Met de groeten van D66!

Vrienden,

Niet alleen Nederland, ook Europa kan meer samenwerking gebruiken. Elke dag opnieuw, zien we aan de overkant van het kanaal wat het alternatief is. Britse boeren slaan alarm over voedseltekorten. Patiënten zijn medicijnen aan het hamsteren. Duizenden mensen raken hun baan kwijt in de auto-industrie. En de politiek is hopeloos verstrikt geraakt.

Dat allemaal door die knoop die Brexit heet. Een knoop die werd gelegd door liegende politici. En door al die jonge mensen die wegbleven van de stembus.

Wij krijgen een nieuwe kans. Een kans om het beter te doen. Voor de politici is het een simpele opdracht. Wél het echte verhaal te vertellen. Staan voor onze zaak. Zonder angst of twijfel.

Voor de jonge kiezer is het net zo simpel. Wél stemmen. Vechten voor de toekomst. Op 23 mei zijn de verkiezingen. Dan kiezen wij voor de toekomst van Europa.

Willen we een Unie die langzaamaan, land voor land, uit elkaar valt? In een deel mét rechtsstaat en een deel zonder? Waar economische groei en welvaart in het Noorden wel en in het Zuiden niet voor handen is? Waar het ene land honderdduizenden vluchtelingen opvangt en het andere land hekken bouwt?

Of kiezen we voor hechte samenwerking? Waarin landen hun macht niet inleveren, zoals de complotdenkers roepen, maar hun macht versterken door naast elkaar te staan. Daarom ben ik zo blij dat onze kandidaten onvermoeibaar strijden voor iedere stem vóór Europa.

Bij de vorige Europese verkiezingen gingen minder dan twee op de tien jongeren naar de stembus. Zij hebben nu een duidelijke keuze. Tussen de Nexit-nationalisten van de firma Baudet. En de Europese democraten van D66. Of is voor Baudet de Nexit toch pas ‘later aan de orde’? Ik weet het even niet meer.

Hoe dan ook, democraten, zegt het voort: Alle jonge Nederlandse Europeanen horen thuis bij de enige partij die sinds haar oprichting met geduldige toewijding werkt aan een Europese toekomst.

Congres,

De gruwelen van 9/11, de moorden op Fortuyn en Van Gogh en mijn zoektocht naar mijn eigen identiteit trokken mij naar de politiek. Naar D66. Een club van open mensen.Waar generositeit het altijd wint van bekrompenheid.

In de afgelopen 12 jaar heb ik me hier altijd thuis gevoeld. Laten we die partij blijven. Een partij die staat voor vooruitgang. Een partij met het lef om radicale voorstellen te doen. Maar vooral een partij die het lef heeft om samen te werken,  Om onze idealen dichterbij te brengen. Ook als dat moeilijk is.

In het RTL-debat afgelopen donderdag verraste Klaas Dijkhoff mij. Opeens kreeg ik het laatste woord. Een sympathiek gebaar, dat laat zien dat je verder komt als je elkaar ook eens iets gunt. Dat is de gedachte waarmee ik het de komende jaar in de Tweede Kamer aan de slag wil. Dat is de gedachte die ik jullie mee wil geven, als jullie de komende anderhalve week massaal de straat op gaan om campagne te voeren.

En als jullie na de verkiezingen op 20 maart in alle provincies onderhandelen over een akkoord voor Fryslan, voor Gelderland, voor Zuid-Holland en in al die andere provincies waar het spannend wordt: denk aan elkaar. Kies altijd voor de toekomst. En zet hem op!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Alexander Pechtold bezocht vanmiddag ...

D66 D66 Heerlen 06-02-2019 20:14

Alexander Pechtold bezocht vanmiddag Heerlen en had daarbij onderstaande mooie woorden over voor onze stad!

Eerste Els Borst Netwerk Lezing door Pia Dijkstra

D66 D66 SGP VVD PvdA Nederland 05-02-2019 19:25

Eerste Els Borst Netwerk Lezing door Pia Dijkstra

Op 8 februari is het vijf jaar geleden dat D66’er Els Borst werd vermoord. Als ode aan de eerste vrouwelijke vicepremier organiseert het Els Borst Netwerk de allereerste Els Borst Netwerk Lezing. Lees de toespraak van Pia Dijkstra hier terug.

Het was in de zomer van 2010. De val van het kabinet Balkenende IV had tot nieuwe verkiezingen geleid. D66 won spectaculair. Van drie naar tien. Al snel ontstond wat rumoer over één van de nieuwe leden van de D66-delegatie in de Tweede Kamer. Die mevrouw van het journaal die zo leuk de autocue kon lezen, wat moest die in de Tweede Kamer?

Ik moest iets doen. Want beginnen aan een krankzinnig avontuur in de wetenschap dat er aan je getwijfeld wordt, zag ik niet zitten.

Dus op een warme nazomerdag reed ik naar het lommerrijke Bilthoven. Op het pad stond een blauw autootje. De versleten velgen verraadden de reislust van de automobilist. Ik belde aan. De deur ging open en voor me stond een vrouw die ik alleen van afstand kende. Als journalist die de minister bevroeg. Als dagvoorzitter en programmamaker die de wetenschapper een podium gaf. Haar naam: Els Borst.

Els woonde alleen in dat grote huis. Maar er was geen spoor van eenzaamheid te bekennen. Ze was kwiek, mede dankzij haar kinderen en kleinkinderen. Ze ging verzorgd gekleed, zoals ik haar kende. Netjes zijn, representatief; daar was ze op gesteld.

Mijn gedachten flitsten terug naar een paar jaar eerder. We zaten samen aan tafel bij Medisch Contact Live. Ik was afgeleid. Niet door het publiek, maar door de prachtig verzorgde handen van Els. Ze had zulke mooi gemanicuurde nagels. Ik keek naar mijn eigen handen en dacht: die steek ik onder de tafel.

Bij Els thuis was ik wel gefocust. Ik kwam met een missie.

In het kader van mijn vorming als nieuwbakken Kamerlid wilde ik haar kennis en hulp, want ik wist veel over ziekte maar nog weinig over zorg. Ik wilde me gedegen inwerken in mijn portefeuille voordat ik in de pers verscheen.

Daarnaast hoopte ik op haar vertrouwen.

Ik deelde met haar de twijfels van sommigen. Twijfels over mij en mijn geschiktheid voor de politiek. Els stelde me direct gerust. Het was goed, zei ze, dat iemand van buiten de politiek—die de patiënten kent—in de Kamer kwam. Ze had er vertrouwen in:  ‘Trek je niets aan van de mensen die dat zeggen’, zei ze me. ‘Jij kent de praktijk’. Dat gaf mij het vertrouwen om mijn politieke werk te doen. En dat doet het nog steeds.

Dames, heren, familie van Els, partijgenoten,

Wat fijn om jullie hier vanavond allemaal te zien. Dat jullie tijd vrij maken om samen met ons stil te staan bij het leven van Els Borst. Dat haar familie ook gekomen is: Dirk, Andra, Sjaak, Jet, Els, Cor, Anna, wat een eer om jullie er vanavond bij te hebben.

Aanstaande vrijdag, 8 februari, is het vijf jaar geleden dat Els is vermoord. Een dag die voor haar familie en haar dierbaren is. Daarom herdenken we haar, hier bij D66, vanavond al.

Ik denk dat iedereen in deze zaal een beeld heeft bij Els Borst. Of dat nu is als geliefd familielid, vriendin, arts, lijsttrekker, minister of als vicepremier. Ik durf ook te wedden dat er sommigen zijn die meteen aan één specifiek citaat denken als ze de naam Els Borst horen. Een citaat dat aan de basis stond van dit netwerk. Dit netwerk dat naar haar vernoemd is. Ja, ik hoor het u al zeggen: “politiek is te belangrijk is om aan mannen over te laten.”

Gelijk had ze, maar er is alleen zoveel meer dan dat ene citaat dat zo lekker bekt.

Bovendien kun je onmogelijk met één citaat een politicus vangen, laat staan een politica als Els.

Ik neem jullie vanavond mee in mijn eigen herinneringen, én in die van anderen. Ik hoop vooral ook te laten zien wat Els Borst nog meer was. Meer dan een vicepremier. Meer dan een Democraat. Meer dan een vrouw.

Iedereen in deze zaal heeft een beeld bij Els Borst. Maar iedereen draagt ook een beetje Els in zich. Iedereen is een beetje Els.

Dat klinkt weliswaar een beetje pretentieus, maar ik zal het proberen uit te leggen.

Iedereen zou een beetje Els willen zijn… als het gaat om haar persoonlijkheid.

Toen Els aantrad als voorvrouw van D66 waren vriend en vijand lovend over haar. Ze was geliefd in het veld. En ze had zich als minister bewezen. Het werd haar gegund. Niet per se door de Telegraaf, maar dat is ook geen aanbeveling.

Ze was rustig. Beheerst. Zachtaardig misschien zelfs.

Maar voorafgaand aan vanavond heb ik daar ook met een aantal mensen over gesproken. En één ding staat als een paal boven water: Els was geen doetje. Achter haar zachtmoedigheid school een Iron Lady van de lage landen. ‘Er zat staal in haar fluwelen handschoenen’. Ze stond haar mannetje in een mannenwereld. Haar harde, Engelse humor—die ik zelf nooit heb meegemaakt—deed de mannen schijnbaar vaker blozen dan hen lief was.

Dat Els niet alleen zachtaardig was wist ik natuurlijk ook wel. Aan het begin van mijn tijd in de Kamer las ik graag stukken over het zorgstelsel in het Financieel Dagblad. Een snelle leerschool voor beginnende politici. Ik was al heel trots dat ik überhaupt het FD las. Maar toen ik Els vertelde dat ik die stukken las, zei ze gedecideerd: je moet wel de hele krant lezen. Vriendelijk, met een glimlach, maar de boodschap was duidelijk.

Ik wil maar zeggen: Els nam geen blad voor de mond. Daar werden de ambities van anderen nog wel eens het slachtoffer van. Zo herinnert deze zaal zich vast de graag herhaalde anekdote van Alexander Pechtold over het burgemeesterschap van Utrecht.

Ik citeer Alexander:

“Het zong rond dat ik misschien interesse zou hebben in een burgmeesterschap in Utrecht. En daar dacht Els het hare over. Dus zo besloot ze, dat ze langs moest komen. Een dag van te voren had ze mijn secretaresse gebeld en gezegd ‘ik kom morgen op de thee’. En daar was ze, rond thee tijd. Ze liep naar binnen. Zette haar handtas neer en zei “Ik hoor dat je mogelijk interesse hebt het burgemeesterschap van Utrecht. Nou dat gaat dus mooi niet door. Je bent hier nog veel te hard nodig én je hebt nog geen opvolger. Anders zou Hans  je dit gezegd hebben, maar die is er niet meer, dus doe ik het.” En in plaats van haar thee op te drinken zei ze: “Ik geloof dat de boodschap duidelijk is. Dan ga ik maar weer.”

Een stevige dame die wist wat ze wilde. Als Alexander al had willen vertrekken, weet ik zeker dat hij het na deze boodschap niet meer aandurfde.

Els was een bijzonder mens, een erudiete vrouw. Ze stond open voor mensen. Ze voorzag iedereen van advies. Gevraagd en ongevraagd. En ze was voor veel mensen ook een lopende huisarts. Een korte blik op je gesteldheid (plus bijbehorend oordeel) gaf ze altijd. Het is maar goed dat ze de kleur van mijn wallen nu niet kan inspecteren.

Els was een arts in de politiek, een wetenschapper. Ze bleef wikken en wegen. Ze was wars van zwart-witdenken. Nooit dwingend. Altijd prikkelend.

Bovendien was Els veelzijdig. Ze had alles in zich om te overleven in de hectiek van Den Haag. En dat deed ze.

Na acht jaar ministerschap moest Els  zelfs “afkicken”.

Ze had zich gaandeweg wonderwel aangepast aan de wereld van de politiek, die de hare niet was, maar waar ze zich steeds meer thuis voelde.

Ze kende inmiddels de regels van het spel.

En het spel stond haar wel aan.

Carla Pauw, de grande dame van D66, zonder wie het politieke scheepje van Els al vroeg was vergaan, herinnert zich hoe Els was in de dagen na haar ministerschap.

“We gingen een week naar Zuid-Limburg, een klein hotelletje, een tweepersoonsbed in een tweepersoonskamer. Heel knus. Heel ontspannen. Els werd niet gebeld, alleen door iemand van de NRC. We gingen lopen, niet wandelen. We gingen eten en drinken en shoppen in Maastricht. Els kocht een rood leren jasje in een dure winkel in de Stockstraat. Daar stond de radio aan en hoorden we als eerste item op het nieuws dat haar opvolger op VWS, de net aangetreden Bomhoff van de LPF, op het punt stond een hoge ambtenaar van het ministerie te ontslaan. Waarschijnlijk stond zijn politieke kleur, hij was van de PvdA, de nieuwe bewindsman niet aan. Het stond groot op de voorpagina van – jawel — de NRC. Het werd een politieke rel. De vrouwelijke aanstichters van die rel proostten ’s avonds in Maastricht samen nog maar eens op de goede afloop…”

Els bleef niet alleen betrokken bij de politiek, ook bij onze partij. Op haar 36

was ze lid geworden van D66. Samen met haar man, Jan Borst, zag ze een spotje van D66 op televisie. Een man met de looks van Ramses Shaffy en de stem van Jacques Brel keek recht in de camera. “We waren ongerust, over de politieke situatie in ons land,” zei hij, lopend door Amsterdam.

Els zei daar later over: ‘Eerlijk gezegd hadden mijn man en ik ons nooit gerealiseerd dat we ongerust waren over de devaluatie van onze democratie. Maar nadat we het appèl hadden gelezen en Hans over de gracht hadden zien lopen, wisten wij het opeens heel zeker: wij zijn erg ongerust. Wij gaan lid worden van die partij.’

Ze kwam daarna naar bijna alle congressen. Op die congressen waren wij als een magneet. En dat ging altijd over ons vak. ‘Hallo Pia’ en ‘Hallo Els, alles goed?’ kon er nog wel af. Maar daarna gingen we gelijk de diepte in.

Op het laatste congres waar ze bij was—in februari 2014—werden wij naast elkaar op de eerste rij gezet. Daar was nog wel wat sturing voor nodig. Els was meestal druk bezig achterin de zaal. Maar eenmaal gesettled ging het moties- en amendementen boek open en bleek dat ze alles vooraf gelezen en bestudeerd had.

Aan het eind van de dag namen we afscheid. ‘Els, hoe ben je hier gekomen?’, vroeg ik. ‘Kan ik je thuisbrengen?’, vroeg ik als een van de velen. Daar zat ze niet op te wachten. ‘Nee’, zei ze,’ ik ben met de trein en mijn auto staat op het station in Bilthoven’. Mijn man en ik vroegen haar snel eens een hapje te komen eten. We zouden een mail sturen met een datumvoorstel. Zover is het helaas niet gekomen.

Sinds 2014 ben ik, en ik denk veel van de hier aanwezigen, daarom veroordeeld tot mijn dierbare herinneringen aan haar. Aan de mens, aan de vrouw, aan de persoonlijkheid.

En wat ik nog daar nog over kwijt wil, nu ik de kans heb te spreken voor dit Els Borst netwerk: Els, zoals ik haar heb meegemaakt, heeft zich nooit geprofileerd als feministe. Wel als een zeer geëmancipeerde vrouw. Het was voor haar  geen belemmering vrouw te zijn. Geen punt van discussie. Ze heeft zich bewezen. Ze was een vanzelfsprekende autoriteit.

Een autoriteit met vrienden. En vrienden had ze te over. Haar dierbare vriend Roger van Boxtel hebben we daarom gevraagd om een herinnering aan Els met ons te delen. Licht gepikeerd antwoordde hij dat Els niet samen te vatten was in een paar zinnen. Maar zijn poging dat toch te doen treft doel:

“Els had de nauwkeurigheid en de scalpel van een chirurg, was hulpvaardig als een verpleegkundige of huisarts, was mentaal vaardig als een psychiater, vond voorkomen beter dan genezen als een ware epidemioloog en had bovenal een open geest en een warm hart voor zorgvragers én voor dierbaren. En tenslotte: ze had humor en gezonde zelfspot.

Conclusie: ‘t was een héél bijzondere vrouw en wij van D66 zijn trots omdat ze toegewijd tot onze familie behoorde!”

Dames en heren,

Iedereen zou een beetje Els willen zijn… als we kijken naar haar politieke lessen.

Of preciezer: iedereen politicus zou een beetje Els moeten zijn, als het gaat om haar politieke lessen.

Vlijmscherp, loyaal en met een blik op de toekomst. Voorafgaand aan vanavond hebben we ook Winnie Sorgdrager gevraagd om haar herinnering aan Els op papier te zetten. Net als Roger werkte ze nauw met Els samen. Allebei dragen ze het predicaat ‘Minister van Staat’, en daar was Els trots op.

Twee wijze vrouwen. En dat was ook meteen wat Winnie meegaf, de wijsheid van Els. Ik citeer:

“Els Borst was een wijze vrouw. Fijn om mee samen te werken. Dat deden wij tijdens het eerste kabinet Kok op het gebied van medisch ethische onderwerpen en het drugsbeleid. Eén van de zaken in het kader van dat laatste is het experiment met gratis heroïne verschaffing. Bijna onopgemerkt, en dat was ook de bedoeling, is dat een groot succes geworden.”

Bijna onopgemerkt, dat viel mij meteen op. Dat Els visie had weten we. Dat ze wist waar ze met Nederland naartoe wilde wisten we. Maar de manier waarop ze haar idealen realiseerde is ongekend. Els kon in stilte de grootste overwinningen gestalte geven.

D66 is een partij die de samenwerking niet schuwt. Zelfs in coalities die we niet zelf zouden bedenken. In Paars I en Paars II zat D66 met de VVD in de coalitie. Oké, de christelijke vrienden ontbraken nog. Maar wat Els daarover zei heeft me toch aan het denken gezet. Want, zo zei ze: “vier jaar is te kort om van de VVD een progressieve partij te maken”.

Dat is onverminderd waar gebleken. En dat is ook niet erg. De Nederlandse democratie behoort toch ook een Conservatieve Partij te hebben.  We hadden misschien nog de hoop in onze coalitiegenoten tenminste de restanten van liberale gezindheid te vinden. Maar in sommige – recente – discussies heeft die hoop tot meer teleurstelling dan vreugde geleid.

We blijven stug ons best doen. De aanhouder wint.

D66 is natuurlijk ook een partij van idealisten. Els zei ooit: “D66 loopt vooruit, en anderen volgen aarzelend. Dat heet politieke moed.”

Ik heb altijd gevonden dat onze vorig politiek leider, Alexander Pechtold steeds naar die gedachte heeft gehandeld. In een politiek landschap dat steeds meer getekend werd door verharding en ontmenselijking, durfde hij ook over zijn schaduw heen te stappen op het moment dat het ertoe deed.

“Wie voor D66 kiest, kijkt verder,” mocht Els graag zeggen. Het had nu onze nieuwe verkiezingsslogan kunnen zijn.

Iedereen is een beetje Els… als het gaat om de bescherming van onze leefomgeving.

De keren dat ik de eer had Els te ontmoeten spraken we vooral over onze vrijzinnige agenda. De donorwet, de euthanasiewet. Wat ik eigenlijk niet wist is dat Els zo mogelijk nog eloquenter sprak over het klimaat dan Jan Terlouw.

De nieuwe generatie verbindt de strijd tegen de dreigende klimaatramp nu misschien vooral met onze huidige fractievoorzitter Rob Jetten. Maar Els was echt een klimaat-D66’er avant la lettre.

“Sommigen in ons land twijfelen nog aan de huwelijkskansen van economische groei en milieukwaliteit,” zei ze. “Feiten bewijzen [echter] dat het kan. Investeren in milieutechnologie loont en is een absolute voorwaarde om het huwelijk in stand te houden.”

De huwelijksmetafoor zou Rob misschien niet zo snel gebruiken. Ik hoorde hem zelfs op de radio zeggen dat hij het huwelijk niet zo ziet zitten. Als hij de tekst van Els onder ogen zou krijgen zou zijn enige commentaar zijn: ‘we veranderen milieu in klimaat’. Daar houdt het wel op, want haar stelling staat nog steeds. Werken aan een beter klimaat loont. Niet alleen voor huidige generaties, ook voor toekomstige generaties. Goed klimaatbeleid is niet alleen een morele plicht, het is ook een economische buitenkans.

Zo bezien is het onterecht dat Els Borst enkel wordt geassocieerd met volksgezondheid en vrijzinnigheid. Ze was eerst en vooral staatsvrouw. Met visie voor de toekomst van ons land. Radicaal haar tijd vooruit.

Bovenal zou iedereen een beetje Els willen zijn… als het gaat om vrijzinnigheid.

Zoals sommigen van jullie misschien weten ben ik lid van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Het zal geen geheim zijn dat ik het vrijwillig levenseinde anders wil vormgegeven. En dat ik deze maanden en jaren de ruimte krijg om door te gaan met mijn initiatief.

Het duurt hoop ik nog even, maar als de tijd komt wil ik zelf kunnen besluiten of ik nog door wil leven. En die vrijheid gun ik iedereen. De vrijheid zelf te bepalen wanneer het genoeg is geweest.

Die vrijheid had ik mijn ouders ook gegund. Misschien zelfs wel om er samen tussenuit te stappen. Twee weken geleden las ik daar een ontroerend stuk over in de Volkskrant. Ongeveer tien aanvragen per jaar bij de NVVE zijn van echtparen. Gecompliceerde aanvragen omdat beide partners er vaak medisch en psychisch anders aan toe zijn. En omdat je van te voren nooit weet hoe het leven zal zijn als je partner wegvalt. Veel stellen spraken over hun wens om samen uit het leven te stappen. Ik kan mij best voorstellen dat als je een heel leven samen hebt opgebouwd, je het  ook samen wilt beeindigen. Natuurlijk zie ik ook de bezwaren, want de motieven van twee verschillende mensen zijn nooit identiek. Maar wie wij zijn om daarover te oordelen? Wie zijn wij om die motieven te wegen?

Je hoort ook mensen die stellen dat als de overheid dit links laat liggen, ze het dan wel zelf gaan doen. Daarin zie ik grote risico’s. Mensen die op een onveilige, pijnlijke manier een einde aan hun leven maken. Schrijnend én te voorkomen. De samenleving kan hier uitkomen.

Natuurlijk zie ik ook de maatschappelijke gevoeligheden en de hobbels op de weg. Zorgvuldigheidseisen zijn essentieel. Discussie over een leeftijdsgrens evenzo. Ik wil niet dat we ouderen lichtzinnig richting het einde van hun leven begeleiden. Ik wil wél dat we mensen, die er goed over na hebben gedacht—die genoeg van het leven hebben gezien, genoten of geproefd—de ruimte hebben om zelf te kiezen hoe en wanneer ze het leven willen verlaten.

In 2002 werd de euthanasiewetgeving van kracht: een mijlpaal voor het kabinet Paars II. Een persoonlijke overwinning voor onze minister, voor onze idealen.

Voor christelijke partijen die tot die tijd toch voornamelijk de dienst hadden uitgemaakt in Nederland was de wet een behoorlijk bittere pil. Diezelfde partijen zouden al snel wakker liggen van een inmiddels fameuze uitspraak van de architect van die wetgeving. Want nadat in 2001 de wet door beide Kamers was gekomen sprak zij de woorden: ‘het is volbracht’.

Het interview waarin Els die woorden sprak was dan wel in het Paasweekend uitgekomen, ze doelde toch echt niet op de laatste woorden van Jezus. Begrijpelijkerwijs viel dat niet goed bij de christelijke partijen. Hoewel ik mij wel wat kan voorstellen bij hoe Els zich toen moet hebben gevoeld – er was een discussie van 30 jaar aan vooraf gegaan – onthoud ik mij in deze coalitie van dergelijke uitspraken.

Die uitspraak had het nieuws helemaal niet moeten domineren. Boven het interview stond namelijk in koeienletters op de voorpagina van de krant: “Borst niet tegen zogenoemde Pil van Drion”. De medewerkers van Els vreesden dat deze uitspraak tot een storm van kritiek zou leiden.

Een onder voorwaarden verkrijgbaar euthanasiemiddel, waar ‘De Pil van Drion’ naar verwijst, was op zijn zachtst gezegd niet onomstreden. Natuurlijk had Els in het interview meteen ook de zorgvuldigheidseisen aangestipt. Bovendien had ze gezegd dat ze alleen voor was, en ik citeer: ‘mits het zo zorgvuldig geregeld kan worden dat het alleen díe hoogbejaarde mensen betreft die klaar zijn met leven’.

Els voorzag zelf ook dat dit standpunt tot rumoer zou leiden. Na inzage van het interview belde ze daarom met de journalist. Ze wilde weten of het werkelijk zó nadrukkelijk moest worden opgeschreven. Maar ze ontkende natuurlijk niet wat ze had gezegd. Els was haar tijd weer eens ver vooruit.

Enigszins verwonderlijk was het wel  dat de christendemocraten niet over het standpunt vielen, maar over de woordkeus. De SGP zag het anders en kwam met haar eerste motie van wantrouwen in de geschiedenis van de partij. In het daaropvolgende debat nam Els geen woord terug. Ze stond voor haar zaak.

En ook dat was Els: ieder woord gewogen, en nooit lichthartig teruggetrokken. In de strijd voor de vrijheid van mensen was voor Els geen ruimte voor een wapenstilstand.

Dames en heren,  iedereen zou een beetje Els willen zijn.

Ze is één van de grote vrouwen in de hall of fame van de Nederlandse politiek.  Zonder Els was er geen embryowetgeving geweest. Zonder Els zouden mensen nog altijd het risico lopen aan het eind van hun leven uitzichtloos weg te kwijnen in onmetelijke pijn.

Het zou daarom misschien bijna passen om met weemoed te spreken over de tijd dat ze bij ons was. Dat haar politiek de krantenkoppen bepaalde. En ik geef toe: het is verleidelijk haar vanavond te canoniseren.

Toch is dat niet wat ik heb willen doen. En ook niet wat Els had gewild. Ik besef dat zoiets zelfs een gevaar in zich draagt. Het is namelijk te vroeg om terug te blikken op een agenda die nog niet voltooid is. Er is werk aan de winkel.

In 2012 won Els Borst de Aletta Jacobsprijs voor de genuanceerde manier waarop zij medisch-ethische kwesties in het publieke debat aan de orde heeft gesteld. En voor wat zij daarmee heeft bereikt.

De hare was een grootse manier van politiek bedrijven. Waar sommigen binnen de partij uitgroeiden tot mastodont, werd Els een icoon van de proportie van Aletta Jacobs zelf. Eén van de weinigen die de verpersoonlijking van iets is geworden waar iedere D66’er zich thuis bij voelt. We laten haar daarom geen stof vergaren in het museum van gisteren. We koesteren haar voor vandaag.

Nog niet zo lang geleden werd ons gedachtengoed gevat in vijf richtingwijzers. Mijn voorstel is Els Borst als de zesde te omarmen. Het gaat mij om de houding. Els als gids voor ons politieke handelen.

Wie redelijk radicaal is, kan de wereld veranderen met radicale redelijkheid.

Ze liet ons zien dat politiek de kunst is van het langzaam boren in hard hout. Het is noeste arbeid. Dat beeld lijkt gespeend van enige visie. Maar schijn bedriegt. Want waar geboord wordt, ontstaat creativiteit. Ontstaat visie. Visie is geen eurekamoment. Het wordt geboren in hard werk. Juist in het taaie werk dat politiek soms is.

D66 moet wat mij betreft onvermoeibaar blijven boren, hoe groot de weerstand soms ook is. Altijd trendzetter zijn. Verkenner van onontgonnen ideeën. Een club van politieke ontdekkingsreizigers.

In die geest heeft Els ons land en onze partij verrijkt. In die geest werken wij verder aan het Nederland van morgen.

Dankuwel.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Maidenspeech Kamerlid Rutger Schonis

D66 D66 Nederland 28-01-2019 13:47

Maidenspeech Kamerlid Rutger Schonis

Afgelopen dinsdag 22 januari hield Tweede Kamerlid Rutger Schonis  zijn maidenspeech, zijn eerste speech in de plenaire zaal van de Tweede Kamer, bij het ‘debat over het rapport van TNO inzake de Stint’. Lees zijn inbreng hier terug.

Voorzitter,

Vandaag mag ik, op mijn 105de dag als Kamerlid, mijn maiden speech geven. Een mooie mijlpaal. Al had het mij een lief ding waard geweest, wanneer de aanleiding voor mijn bijdrage van vandaag een andere was dan het tragische ongeval met de Stint afgelopen september.

Het kan verkeren.

Toen ik mij in het najaar van 2016 kandidaat stelde als Kamerlid, deed ik dat omdat ik de vele lessen uit de praktijk van het ontwikkelen van projecten voor nieuwe windturbineparken wilde vertalen in goed landelijk beleid. Een van de uitdagingen in dat werk was hoe je aan de ene kant ruimte in regelgeving kon geven voor toekomstige innovaties van nieuwe windturbines. Terwijl je aan de andere kant voldoende zekerheid kon bieden aan de direct omwonenden dat het qua milieuhinder in de toekomst niet te gek ging worden.

Toen ik de zetel van Alexander Pechtold mocht innemen in oktober, had ik vooral

rol als Kamerlid in gedachten. De rol van (mede-) wetgever. Geen moment heb ik gedacht dat ik hier in de plenaire zaal bij mijn eerste onderwerp het woord voeren in de hoedanigheid van die

rol die een Kamerlid heeft: namelijk die van controleur op hoe beleid wordt uitgevoerd en die -daar waar nodig- ook bijstuurt.

Het dossier van het ongeval met de Stint heeft de eerste 105 dagen van mijn werk als Kamerlid dan ook beheerst. Als nuchtere Zeeuw heb ik in eerste instantie vooral geprobeerd om mij dat dossier zoveel mogelijk eigen te maken. Hoewel ik een nieuwkomer ben in Den Haag, herkende ik bij het lezen in al die documenten dezelfde worsteling als die ik in mijn vorige werk ook heb ervaren.

Hoe kan je als regelgever een innovatief nieuw voertuig als de Stint

de openbare weg op laten gaan, zonder de boel op voorhand dicht te regelen. En heb je de tussentijdse monitoring gewaarborgd om je beleid aan te passen wanneer nieuwe ontwikkelingen zich aandienen?

Het begint natuurlijk met de eigen verantwoordelijkheid van de producent. Iedereen die met een Stint op de weg gaat, moet ervan op aan kunnen dat deze schoon en veilig rijdt. Het TNO-onderzoek laat echter zien dat de Stint een aantal technische gebreken kent. Het goede nieuws is dat deze gebreken verholpen kunnen worden.

Gebruikers van de Stint, zoals kinderdagverblijven, hebben alleen nog steeds geen uitzicht op wanneer die technische gebreken worden gefikst.

Is de minister in overleg met de fabrikant over wanneer deze aanpassingen kunnen worden doorgevoerd?

Het door de producent aangevraagde faillissement is afgewezen en hij kan dus de aanpassingen doorvoeren. Wijst de minister hem op zijn eigen verantwoordelijkheid in deze?

Dat brengt mij voorzitter op de rol van de Tweede Kamer en de minister als wetgever.

De Kamer heeft -op de toelating van de Segway in 2008 na- geen andere of nieuwe toetsingskaders vastgesteld als het gaat om de toelating van nieuwe bijzondere voertuigen zoals de Stint. Het argument hiervoor was juist dat nieuwe innovatieve manieren van transportmiddelen op de openbare weg moesten worden gestimuleerd en niet worden dichtgeregeld.

Het tragische ongeval in september met de Stint wees ons erop dat een goede set regels en bijbehorend toezicht en handhaving in deze helaas heeft ontbroken.

De toelating van innovatieve voertuigen op de openbare weg is jarenlang aan de hand van een beperkt aantal beleidsregels getoetst. Toezicht heeft naar eigen zeggen van de minister niet of nauwelijks plaats gevonden. En een jaarlijkse monitoring van bijvoorbeeld de groei van het aantal nieuwe voertuigtypen op de openbare weg bleef tot op heden achterwege. Van bijsturing of aanpassing was dan ook geen sprake.

Vooropgesteld dat de uitkomsten van de onderzoeken het besluit van de minister om de Stint van de weg te halen meer en meer lijken te onderbouwen. Wij zijn van mening dat de minister hiermee vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid dan ook juist heeft gehandeld.

Maar daarmee is de minister wat D66 betreft nog niet klaar.

Onduidelijk is, of zelfs na het doorvoeren van de technische aanpassingen, de Stint

de weg op mag. Het nieuwe toetsingskader voor bijzondere voertuigen is immers nog steeds in ontwikkeling.

Wanneer verwacht de minister dat zij een uitgewerkt toetsingskader naar onze Kamer kan toezenden?

En, wordt daarbij de hernieuwde toelating van de Stint op de openbare weg betrokken?

Hoe borgt de minister dat de Kamer deze keer wel goed geïnformeerd wordt -en blijft- over de uitvoering van het toelatingsbeleid bijzondere voertuigen op de openbare weg?

Tot slot voorzitter: hoe waarborgt de minister dat ook in het nieuwe toetsingskader ruimte blijft bestaan voor nieuwe innovaties?

Voorzitter, dank u voor uw aandacht.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Speech Rob Jetten op de I am Europe Convention

D66 D66 Nederland 26-01-2019 18:43

Speech Rob Jetten op de I am Europe Convention

D66 organiseerde samen met pro-Europese partners de I am Europe Convention in Brussel. Lees de speech van fractievoorzitter Rob Jetten over de toekomst van Europa hier terug.

Ladies and Gentlemen, Madames et Messieurs, bonjour! Thank you.

It is wonderful to see all of you, and I want to begin with a special thanks to our friends from En Marche. Ever since La Republique En Marche entered the stage and shook up the political landscape in France, you have worked tirelessly towards a reformed, stronger and more vigorous French republic.

It is no secret D66 admires the fresh energy En Marche has given France. We admire the badly needed leadership Emmanuel Macron now provides for all of Europe. It is also no secret that over the course of the past months you have managed to build quite a following.

In fact, I heard that in every place a representative of En Marche show up, a large group of people in yellow vests follow their tracks. Now, this is a beautiful hall of fine arts, but quite a small one. I haven’t seen any yellow vests around Bozar as yet, so I think En Marche decided to leave their friends at home today. And for that, I say: merci!

Citoyens de l’Europe, ladies and gentlemen, Democraten, young people,

I want to begin with a story from my youth. Many, many moons ago I was 25 years old, settling into my first serious job for a railway agency. I lived in Nijmegen as I do still, a proud but quiet medieval town near the German border.

News had reached the eastern provinces of the Netherlands that David Cameron was due to make a high-impact announcement in Amsterdam. He cancelled at the last moment, relocating to the Bloomberg offices in London. And what he said there, I will never forget. Cameron announced an in-out referendum on the UK’s EU membership. In the course of his speech he promised there would be time for – and I quote – “a proper, reasoned debate”. And here we are now. Six years later this week.

We know what utter nonsense this was and continues to be. You will all remember how the debate unfolded. You will all remember how the nationalists gained their narrow victory. And how, after the referendum, they hurried off the stage like nervous high school actors who lost the plot. Not that there was a plot to begin with. This was improvised theatre from the get-go.

Theatre designed to swindle a generation of young British Europeans out of their futures. Theatre designed to end badly. Britain, as we’ve been able to observe these past few weeks, is on a collision course with reality. What Theresa May calls “the promise of Brexit” is more than a fallacy. It is lunacy.

It is an Alice in Wonderland-like turnaround. It can only make sense once you are on the other side of the looking glass. Once you start believing in fairy tales, you can simply deny reality. Populist denial has had just one result: Britain is crashing out of the European Union without any clear plans for finding a new role. There is no one in Europe who will not be affected by Brexit. But for millions, this is much worse.

They don’t know if they can even stay in the cities and the towns where the live, work and love after midnight, March 29th. It is for those people that my colleague Sjoerd Sjoerdsma has drafted emergency legislation to ensure that their citizenship is not limited to the borders of the Netherlands alone. We are Europeans. And we will never let that be taken away from us.

On a personal level, I myself found a new role a little over a hundred days ago. Having grappled with the realities of local politics for nearly a decade, I was elected to the Dutch parliament at the last election. And then, before I knew it, I was entrusted the daunting task of succeeding our illustrious former leader, the great European Alexander Pechtold.  So I’m speaking here today from a national perspective. And I’m trying to draw lessons from the Brexit disaster.

Why is it that more people turned out to vote leave than those who voted remain? The roots of Cameron’s spectacular Brexit-failure are deep in the grounds of British politics. And, yes, those roots have equally taken hold on this side of the channel. Why is it that people stopped believing in the ideal of European unity?

It is because no politician of the main political parties stood to make a positive case. No politician endowed with the power of the platform stood to make the case for a European future.

No politician was willing to tell a story to believe in. To inspire. To defend the essence of what is still the most successful invention of peaceful cooperation in human history: our European Union. Lazy politicians of left and right turned to scare tactics. Facts and figures. Their heart was never in it. They advocated staying on a train whose direction they hated. No wonder young people didn’t turn out to vote. No wonder the Brexiteers won the battle for the heart, which in politics as in life is still much stronger than the mind.

How do we now win the battle for the heart? I believe the key is to do something risky. Something different. To tell a story of where we came from, who we are, and where we want to go. Overlooking the history of Europe after the war, one thing stands out to me like a firefly in the dark. The unity of European countries is no longer a dream of the few.

It is, as Konrad Adenauer said: Eine Hoffnung für viele. Eine Notwendigkeit für uns alle. A hope for the many. A necessity for all. It is imperfect and unfinished. But it is reality. Our reality.

We haggle over financial responsibilities. We quibble over the rules of our market. We are seriously divided over the burdens of migration. And we are frustrated with the bureaucracy knelling our democracy. But never in the last 70 years have Europeans shot each other in a war of EU member states. Never.

The achievements of constitutional democracy, industry, science and the arts have brought prosperity beyond imagination. The European Union has become the second-largest democracy and the second-largest economy in the world.

This is the world I was born into in 1987. The year of the Single European Act, which introduced the single largest integrated market in the world. This is the world my generation has always taken for granted. And this is our challenge.

We do not know anything else than to be living in the most progressive and peaceful era in human history. But just as it could hardly get better, we are confronted with the dark forces of the past. Nationalism, xenophobia, and even anti-Semitism are growing stronger by the day.

They are a mortal danger to our open society and the future of Europe. What will be our answer? Will we be guided by fear? Will we attempt to be fashionable and join the populist desire to break the institutions we took so long to build? Will we copy the policies of the nationalists, playing to the crowd?

My answer is clear. Call me the man of stainless steel robotics, be my guest, but I will repeat with the Iron Lady: No. No. No. Our answer is one of old-fashioned hope. “Hope,” wrote Vaclav Havel, “is not the conviction that something will turn out well but the certainty that something makes sense, regardless of how it turns out.”

Given the history of our continent, we take confidence in our ability to shape our own destiny. But we cannot be sure how something turns out. We can do our best. Do our duty. Our duty – now as before – is to do something that makes sense. And at this dark hour nothing makes more sense than to resist the demagogues shaking the foundations of our precious Union. To build and not break. To trust and not fear. To create and not destruct. To love and not hate.

If you love Europe, you have come to the right place. If you want to fight for Europe, you have come to the right place. If you want to vote for Europe, you have come to the right party. And I urge you to think about your friends whose party loyalties normally lie elsewhere. Social-democrats, greens, conservatives. They will have their reasons to vote as they do in national elections. But this election is different.

This is about the future of Europe. About democracy itself. Our conservative friends belittle these elections. The Dutch Prime Minister even went on television, saying he thinks these elections are – and I quote — ‘not so relevant’. Well, I’ve got news for him: his young voters will find their way to the only party that has always found European elections relevant: D66!

We think these European elections are the most important in modern history. History teaches us that when freedom and autocracy rival for dominance, we must choose freedom. Without any reservation. I have the privilege to lead the one party in the Netherlands that has always worked to improve Europe. To deliver on the European promise of a balance between freedom and equality. An ever-closer union ready to meet the great challenges of our time. And ready we will be.

If we were able to become this prosperous, we can create a market that works for all. If we were able to win the Nobel Peace Prize, we can provide shelter to human beings fleeing war and persecution. If we were able to wrest democracy from the claws of tyranny, we can give the people of Europe the power to define their future at the ballot box. And if we were able to bring an end to the violence of nations, we can protect our planet from the violence of nature.

Friends, this is not a time for self-congratulation. This is not a time to sit still. More than ever before, we are in need of the light that a living flame of progress can spread. And so I ask you, and especially all of the young people here today: stand up and be counted. Light a fire.

You don’t need to become a member of D66 to defend an ideal. Join this movement for Europe as one of its supporters. Go online and sign up to join the team. And then go out and spread hope for the future to your friends and neighbors.

The future of Europe is on the line.

Thank you. Merci. Dankuwel!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Rob Jetten bij Politiek in de Pol te Diepenheim

D66 D66 GroenLinks VVD CDA PvdA Hof van Twente 27-12-2018 14:38

De nieuwe fractievoorzitter van D66 in de Tweede Kamer, Rob Jetten, komt zondag 20 januari 2019 naar de 20e aflevering van ‘Politiek in de Pol’ in het Twentse Diepenheim. Ook te gast is Manouska Molema, lijsttrekker van Groen Links in Overijssel bij de komende provinciale verkiezingen.

‘Politiek in de Pol’ is de maandelijkse politieke talkshow in Diepenheim in de aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten in maart 2019. In de voorgaande edities van ‘Politiek in de Pol’ waren onder andere Hans Wiegel (VVD), Sybrand Buma (CDA) en Sharon Dijksma (PvdA) te gast.

Het is voor het eerst dat Rob Jetten te gast is bij ‘Politiek in de Pol’. Rob Jetten (31) volgde in oktober Alexander Pechtold op als fractievoorzitter van D66 in de Tweede Kamer. Mede op zijn initiatief wordt de bestaande procedure voor de aanstelling van burgemeesters veranderd. Jetten is tevens een van de pleitbezorgers van de nieuwe Klimaatwet.

Ook te gast is Manouska Molema uit Oldenzaal. Zij is de lijsttrekker van Groen Links bij de komende Provinciale Statenverkiezingen in Overijssel. Molema (36) is nu nog gemeenteraadslid in Oldenzaal, waar zij in de vorige periode wethouder was.

De vaste columniste Alexa Gratama is ook weer van de partij. De bluesrockband Groundhog zorgt voor de muziek. Presentator is Hans Verbeek. Ook het publiek kan meedoen door bij de ingang eigen vragen op te geven.

De 20e aflevering van ‘Politiek in de Pol’ is zondag 20 januari 2019 om 17.00 uur in Herberg de Pol aan de Raadhuisstraat 8 te Diepenheim. De muziek begint om 16.30 uur.

Nieuwsbrief D66 Bommelerwaard december 2018

D66 D66 Gelderland 22-12-2018 15:19

Klik hier voor de nieuwsbrief van december 2018

2018 was het jaar van de komst van D66 in Maasdriel, de gemeenteraadsverkiezingen, het aannemen van de Donorwet, de wisseling van Alexander Pechtold en Rob Jetten, het afscheid van Thom Ummels als gemeenteraadslid en Piet van Wesemael samen met Aart Harder in het bestuur, het aantreden van Elke Smulders in de gemeenteraad van Zaltbommel en Daniëlle Vlasman en mijzelf in het bestuur, en het aannemen van de klimaatwet. Het was een bewogen jaar, waarbij vernieuwing van D66, zowel in de Bommelerwaard als door het hele land, de rode draad was.

In 2019 pakken we deze draad weer op en bouwen we verder aan een krachtige partij, aanwezig in beide gemeenten. Door samen te werken, komen we verder in de Bommelerwaard! Door mensen uit eigen kracht te laten bijdragen, kunnen we effectiever onze idealen verwezenlijken. Juist door al deze plussen kunnen we het verschil gaan maken. Als vereniging en als politieke partij voor onze maatschappij.

Fijne feestdagen!

Manon Beekhuijzen

Voorzitter D66 Bommelerwaard

Een warme winterse kerstgroet van de fractie en wethouders D66 Rotterdam

D66 D66 Rotterdam 22-12-2018 10:22

De feestdagen, kerst en oud&nieuw zijn een moment van reflectie. Een moment om terug te kijken op het afgelopen jaar. We begonnen het jaar verdrietig. In januari namen we afscheid van D66-raadslid en vice-fractievoorzitter Gerda Eeuwijk. Helaas moesten we haar enthousiasme en haar campagne-ontbijtjes missen tijdens campagneperiode, maar zij is vaak in onze gedachten geweest. Gelukkig hebben we na een intensieve periode, met een ambitieus verkiezingsprogramma, vijf zetels in de gemeenteraad bereikt. Ook de coalitieonderhandelingen waren succesvol, waardoor we opnieuw met twee wethouders deel uitmaken van het Rotterdamse college. 2018 sluiten wij af als een mooie en leerzame periode waar wij als fractie trots op zijn.

Wij zijn trots op de resultaten die wij dit jaar hebben behaald. Zo zijn we in samenwerking met de coalitie tot een mooi coalitieakkoord gekomen. Hierin staan veel van onze ambities verwoord op het gebied van duurzaamheid, wonen, onderwijs, stadscultuur, armoede-aanpak en aandacht voor LHBTI. De laatste week voor het reces bracht bovendien veel goed nieuws met zich mee: de verkoop van de aandelen Eneco, het groene licht van Feyenoord voor de bouw van het nieuwe stadion, en een concrete stap om een duurzaam Rotterdam dichterbij te brengen. We blijven ons inzetten voor een groene en duurzame wereldstad, met woonruimte voor iedereen. Een stad om jezelf te kunnen zijn, jezelf te ontplooien en, wanneer je dit wilt, te recreëren, winkelen en feestvieren.

D66 heeft een heldere boodschap, met gedeelde waarden en een allesomvattend verhaal. We staan positief tegenover verandering en zoeken naar manieren om deze in goede banen te leiden. We geloven in de kracht van mensen en we waarderen de kracht van het verschil. We zijn sociaal en liberaal. Ook onze ambities voor 2019 komen hieruit voort. Die van de fractie, wethouders, bestuur, gebiedscommissies, wijkraadsleden en alle andere leden die zich inzetten voor een levendige stad.

Gelukkig hebben we voldoende inspiratiebronnen om deze ambities waar te maken. Wij kijken met enthousiasme terug op de speech van Sigrid Kaag tijdens de Abel Herzberg-lezing en het optreden van Rob Jetten in Buitenhof. De cirkel is voor mij als fractievoorzitter rond met een quote van Alexander Pechtold toen hij aan zijn voorzitterschap begon: “Wij stellen iedereen in staat erbij te horen. Zijn plek te hebben. Wij gunnen het iedereen medeverantwoordelijkheid te dragen, deel te zijn van de gemeenschap. Wij kunnen er niet tegen als mensen apart staan. Buiten hun schuld hun hand moeten ophouden (Rotterdam, 2007)”.

Wij wensen iedereen fijne feestdagen en een gelukkig 2019.

Een warme groet,

Chantal, Nadia, Ingrid, Elene, Robin, Said en Adriaan

 

Het bericht Een warme winterse kerstgroet van de fractie en wethouders D66 Rotterdam verscheen eerst op Rotterdam.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.