Nieuws van GroenLinks over PvdA inzichtelijk

81 documenten

GroenLinks pleit voor open blik bij regionale energietransitie | Noordwijk

GroenLinks GroenLinks PvdA Noordwijk 30-07-2020 00:00

Deze zomer heeft de gemeente Noordwijk haar wensen geformuleerd voor de Regionale Energie Strategie (RES)* in Holland Rijnland. Op de manier waarop Noordwijk die wensen met betrekking tot de landschappelijke invulling nu heeft geformuleerd bieden ze volgens GroenLinks te weinig mogelijkheden voor robuuste duurzame energieopwekking. 

 

Klimaatwetenschapper en raadslid Cynthia Maan beklemtoont namens GroenLinks Noordwijk dat landschappelijke overwegingen in de afwegingen natuurlijk moeten worden betrokken. Maar zij pleit voor meer open overleg in dat proces. En spreekt zich dan ook nadrukkelijk uit tegen het vooraf – onnodig – opwerpen van belemmeringen. Zoals zij het kort en bondig formuleert: “Omvang en urgentie van het klimaatprobleem zijn te groot om deze NIMBY-houding van Noordwijk te rechtvaardigen”.

Adequate klimaatmaatregelen urgent

GroenLinks Noordwijk wijst er, net als talloos veel miljoenen, al lang op dat het klimaat verandert. Er zullen snel adequate maatregelen moeten worden genomen om de wereld voor volgende generaties leefbaar en bewoonbaar te houden. De zeespiegel stijgt door het smelten van de ijskappen en de landbouw lijdt onder extreem weer. De voedsel- en watervoorziening in de hele wereld loopt gevaar als we weigeren om de noodzakelijke maatregelen te nemen. En waar voedsel- en watervoorziening een probleem worden liggen hongersnoden, overstromingen en oorlogen op de loer.

Vermijd onnodige belemmeringen

Maan: “Het is dus hoog tijd dat we echt werk gaan maken van de energietransitie. Natuurlijk zal het landschap veranderen omdat we over zullen gaan op schone energie van zonneparken en windturbines. Maar we zullen innovatief en toekomstgericht moeten denken. Wie nu stil blijft staan wordt door de geschiedenis ingehaald.”

Maan refereert hierbij aan voorstellen van het college van B en W en de fracties van PUUR en PvdA om respectievelijk bollenvelden, duin- en kuststroken en weidegronden ‘te ontzien’. “Tja, als je al begint met vooraf zulke piketpaaltjes slaan…. Natuurlijk moeten we oog hebben voor landschappelijke kwaliteit. Maar als we deze terreinen allemaal bij voorbaat uitsluiten blijven er weinig mogelijkheden over. Met de toekomst van volgende generaties op het spel kun je je dat niet permitteren. GroenLinks heeft zich dan ook tegen die ‘beperkingen vooraf’ uitgesproken.”

GroenLinks motie ‘GOM with the wind’ aangenomen

“Gelukkig is onze motie ‘GOM with the wind’ wel aangenomen,” laat Maan weten. Noordwijk is niet alleen onderdeel van de regio Holland Rijnland maar participeert ook in de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij Duin- en Bollenstreek (GOM). De GOM is verantwoordelijk voor actieve gebieds(her)ontwikkeling in Duin- en Bollenstreek en kan dus een belangrijke stem hebben bij eventuele toewijzing van locaties voor duurzame energieopwekking.

Om te voorkomen dat de keuzevrijheid voor dergelijke locaties zou worden ingeperkt heeft Louis Koppel namens GroenLinks de motie ingediend. Hierin wordt de gemeente opgeroepen om te onderzoeken of de doelstellingen van de GOM te combineren zijn met de duurzame energie-ambities. Maan: “We zijn blij dat de motie is aangenomen. Want potentiële kansen voor duurzame energieopwekking kunnen op die manier niet eenvoudigweg door andere afspraken extra worden bemoeilijkt of doorkruist.”

GroenLinks aanvullingen op wensenlijst

Dankzij GroenLinks is de gemeentelijke ‘wensen- en bedenkingen’-lijst voor de RES daarnaast met een aantal belangrijke onderdelen uitgebreid. In het amendement biomassa wordt Holland Rijnland opgeroepen om biomassa uit te sluiten als energiebron. Ook wordt Holland Rijnland opgeroepen concrete doelen voor de verduurzaming van mobiliteit vast te stellen.

Het amendement opwekopgave vs. besparingsopgave vraagt om een eventuele verhoogde vraag naar elektriciteit door de warmtetransitie te compenseren met een extra duurzame besparings- dan wel opwekopgave.

Met het amendement lokale en regionale warmtebronnen tenslotte roepen we op om op korte termijn (0-5 jaar) volop in te zetten op lokale en regionale warmtebronnen, zoals bijvoorbeeld geothermie in Noordwijk en Katwijk. En om niet eenzijdig in te zetten, en te lang te wachten, op verwarmingsmogelijkheden uit Rotterdamse restwarmte.

* Wat is de (concept-) RES?

Op 28 juni 2019 ondertekende het kabinet het Klimaatakkoord: de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). Het doel van het akkoord is dat we onze CO2-uitstoot sterk verminderen: in 2030 met 49% ten opzichte van 1990, in 2050 met 95%.

Eén van de afspraken is dat 30 energieregio’s (waaronder Holland Rijnland) in Nederland onderzoeken waar en hoe het beste duurzame elektriciteit op land (wind en zon) opgewekt kan worden, en welke warmtebronnen we moeten gebruiken zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen.

Waar is ruimte en hoeveel? Zijn de plekken maatschappelijk gezien acceptabel en financieel haalbaar? In de Regionale Energiestrategie (RES) beschrijft elke energieregio de eigen keuzes. De concept RES is een eerste stap naar de definitieve versie, de RES 1.0, die op 1 juli 2021 klaar moet zijn.

De gemeentes binnen Holland Rijnland mochten voor de (concept-)RES hun lijstje met ‘wensen en bedenkingen’ inleveren.

 

Regionale Energie Strategie | Wageningen

GroenLinks GroenLinks D66 CDA PvdA Wageningen 04-07-2020 00:00

Raadslid Wim Haver geeft een update over de Regionale Energie Strategie (RES):

Als gevolg van het Klimaatakkoord moeten gemeenten regionaal samenwerken in Energiebeleid. GroenLinks is daar blij mee. We kunnen van elkaar leren, elkaar stimuleren en nadenken hoe we elkaar kunnen helpen. Want niet iedere gemeente is groot genoeg haar eigen klimaatneutrale broek op te houden. Een nadeel van samenwerking is dat er water in de wijn moet. Wageningen wil al jaren klimaatneutraal worden en in de regio ook als eerste al in 2030. De ambitie van andere gemeenten in de regio is lager. Het concept bod dat opgesteld is om te voldoen aan de eis van het klimaatakkoord, 49 % energiebesparing en duurzame energie in 2030, is 0,75 TWh. Met een ambitie om het naar 1,0 TWh te verhogen als Rijk en provincie een twintigtal belemmeringen oplossen. Als de regio voldaan had aan de afspraak, die de gemeenten samen maakten in het Gelders Energie Akkoord, had het bod 1,3 TWh moeten zijn. GroenLinks stelde een amendement op om bij de regio aan te dringen om het bod nu al gelijk te trekken aan de ambitie van 1,0 TWh. Dit werd door een meerderheid van D66, PvdA, CU en Connect gesteund in de raad.

 

Geen inzet van biomassa

In de Regionale Energie Strategie is ook een Regionale Strategie Warmte opgenomen, waarin een regionaal beeld gegeven wordt van de opties om van het gas af te gaan. Hierin is biomassa als warmtebron als optie genoemd. Ede maakt er al volop gebruik van en tot een paar jaar geleden leek dit voor velen een wenselijke oplossing. Nieuwe inzichten hebben geleerd dat de kortcyclische kringloop van CO2 niet werkt met grootschalige verbranding van biomassa. En dat dit ook veel milieugevolgen heeft voor de omgeving. GroenLinks stelde met het CDA een motie op, die de regio oproept om geen nieuwe biomassacentrales meer op te nemen als optie om van het gas af te gaan. Deze werd unaniem aangenomen.

Gemeenteraad zet nieuwe stap richting energietransitie | De Bilt

GroenLinks GroenLinks SGP VVD PvdA De Bilt 01-07-2020 00:00

Op 30 juni stemde een ruime meerderheid van de gemeenteraad in met de concept-bijdrage van de Utrechtse regiogemeenten aan het Klimaatakkoord. Deze houdt in dat de 16 deelnemende gemeenten (plus provincie en waterschappen) beloven in 2030 in totaal 1,8 TWh (ofwel 1,8 miljoen MWh) aan duurzame elektriciteit te zullen opwekken. Wat je je daarbij moet voorstellen is het benutten van 15% van alle grote dakoppervlakken plus ongeveer 45 grote windmolens en rond 800 ha zonnevelden. De discussie over waar die turbines en zonnevelden moeten komen, volgt later nadat ook de inwoners daarover hun mening hebben kunnen geven. Ook komt er een onderzoek naar het benutten van duurzame warmtebronnen, waarbij onder andere wordt gedacht over het benutten van warmte uit de rioolwaterzuivering voor de wijk Brandenburg-West.

Fractievoorzitter Henk Zandvliet wees in zijn bijdrage op de noodzaak om niet te lang te wachten om het treffen van maatregelen. We ondervinden immers steeds sterker de gevolgen van de klimaatverandering: hetere zomers, grotere plensbuien en een ernstige aantasting van de biodiversiteit en van onze gezondheid. Niet voor niks dringen jongeren, de volgende generatie, er wereldwijd op aan om haast te maken met de energietransitie.

Bij de verdere uitwerking zal vooral de plaatsing van windmolens een gevoelig punt blijken. Met name de lokale partijen en de SGP willen daar niks van weten zonder overigens met alternatieven te komen. In een mede namens GroenLinks ingediende motie van de PvdA sprak de raad zich wel alvast uit over de meest wenselijke locaties: langs snelwegen, spoorbanen en kanalen, gevolgd door industrie- en bedrijventerreinen. Ook benadrukt de motie het belang van tenminste 50% lokaal eigenaarschap.

Een SP-motie over het niet verder uitbreiden van het gebruik van biomassa als alternatieve energiebron werd eveneens aangenomen. Waar de raad helemaal niks voor voelde was het proefballonnetje van de VVD samen met SGP en Beter de Bilt over kernenergie. Het Biltse college zou daar onderzoek naar moeten doen, maar een eventuele kerncentrale zou natuurlijk wel ergens anders moeten komen…

Als GroenLinks dienden we ook een motie in, gericht op een regionale Helpdesk Energietransitie. Immers het succes van de Regionale Energie Strategie staat of valt voor een groot deel met de betrokkenheid van inwoners en bedrijven en informatievoorziening speelt daarbij een cruciale rol. Vooraf had GL-gedeputeerde Huib van Essen al laten weten dat de provincie daarvan doordrongen is en bereid is financieel aan een dergelijke helpdesk te willen bijdragen. De meerderheid in de Biltse raad wilde echter het belang hiervan niet inzien en stemde tegen: de motie kreeg alleen steun van PvdA en SP

Bespreking concept RES Regionale Energie Strategie 18 juni 2020 | Haarlem

GroenLinks GroenLinks D66 PvdA Haarlem 20-06-2020 00:00

Wat is de RES? Haarlem valt binnen RES-Regio Noord-Holland Zuid. Er zijn 30 regio’s in het land. Elke energieregio geeft invulling aan de afspraken uit het Klimaatakkoord die zijn gemaakt aan de sectortafels voor Elektriciteit en Gebouwde omgeving. Samen met maatschappelijke partners, bedrijfsleven, overheden en inwoners wordt gekomen tot een regionaal gedragen RES. Deze geeft inzicht in:

mogelijkheden voor regionale opwek en besparing die mogelijkheden vertaald naar keuzes in concrete plekken, projecten en planning de afstemming omtrent warmtebronnen de gevolgen voor de energie-infrastructuur al gerealiseerde projecten en plannen.

De RES is daarmee een instrument om de ruimtelijke inpassing van de energietransitie met maatschappelijke betrokkenheid te organiseren. In de RES werken samen: provincie, waterschappen, gemeenten, de netbeheerders, het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgerinitiatieven.

Uitgesproken GroenLinks door Melissa Oosterbroek in de commissie beheer van 18 juni 2020

De Regionale Energie Strategie, een document zonder status maar die wel een laag gaat vormen in onze omgevingsvisie. En inpasbaarheid van de Regionale Energie Strategie staat hier als bespreekpunt. En ik wil inderdaad nog wel een paar punten meegeven zodat dit goed land in de omgevingsplannen in de toekomst:

(Gisteren vroeg ik aan onze stadsarchitect of gevelpanelen al onderdeel zijn van onze visie. Ik heb begrepen van Willem Hein Schenk dat we die discussie hier beslechten. Ik heb begrepen dat we dat juist niet in de RES beslechten.) GroenLinks ziet een enorme kans voor zon op dak, zon op gevel, zon op balkon, zon op straat, zon op parkeerplek. Dat is niet meegenomen in deze RES als opgave maar voor het gesprek over de omgevingswet geef ik dus bij deze mee dat wat ons betreft die zon-kansen ontwerp opgaves zijn die onderdeel kunnen zijn van de omgevingswet. Maar vertel ook wat daarbij nodig is. Wat is nodig om dit te realiseren bij de nieuwbouw? Kunt u voor mij onderzoeken wat er voor nodig is de nieuwe ontwikkelingen in onze stad het maximaal te benutten? Is hier een verscherping van de bouwnorm nodig? Moeten wij dat met de raad vaststellen? En komt dat dan naar de commissie?

Dan zon op groen en zon op water, alleen natuur positieve ontwikkeling is. We willen niet dat het plaatsen van zonnepanelen ten koste gaat van het vernatten van veenweides en van de natuur. Wat dat betreft is GroenLinks het met de inspreker Niko Buiten eens, wij kunnen alleen achter ecologische zonnepaneel ontwikkeling zijn. Daarom heb ik gister aan onze gedeputeerde van Noord Holland voor onze energiestrategie Edward Stigter gevraagd of hij met een A4tje kan komen met natuur beschermde maatregelen en die maatregelen wil ik toevoegen aan onze omgevingsplannen zodat we écht rekening houden met de natuur. Bijvoorbeeld mogelijkheden om windmolens stil te zetten als er trekvogels over Haarlem vliegen.

Wat vindt u van het RES manifest? Wij zijn er erg voor dat elk energie project ook voor minimaal 50 % eigendom wordt van de Haarlemmer. Zo kunnen zij mee investeren en geld verdienen aan onze energietransitie. Het is wat GroenLinks betreft belangrijk dat we dat straks vaststellen als voorwaarde in de omgevingsplan. Is het mogelijk om net zoals in Amsterdam een omgevingsfonds te onderzoeken waar financiering van de onrendabele top per project mogelijk wordt voor duurzame energie corporaties.

We hebben al het een en ander geregeld vanuit onze raad zo krijgen we geen houtige biomassa centrales en dat staat ook in onze RES. In onze RES staat keurig dat er geen plaats is voor houtige biomassa centrales maar bij de andere regio’s staat dat niet. Wilt u dat nog even aan onze buur gemeentes vragen?

Naar aanleiding van de inspraak heeft wethouder Berkhout aangegeven contact op te nemen met de buurgemeentes over houtige biomassa centrales. Het omgevingsfonds kan worden meegenomen in de zienswijze van september. Wat betreft zon op dak is het handig om als raad met een motie te komen. Zowel D66 als PvdA onderstreepten de noodzaak van natuurpositief ontwikkelen bij zon en wind projecten.

Wordt vervolgt,

Nieuwsupdate | Berkelland

GroenLinks GroenLinks D66 VVD CDA PvdA Berkelland 11-06-2020 00:00

Lees hier onze update die we in Achterhoek Nieuws hebben geplaatst. 

Corona

We leven in vreemde tijden door COVID-19 virus. Helaas raakten ook in Berkelland inwoners besmet en overleden. Ook is door vele inwoners met extra inzet gewerkt aan indammen en bestrijden van de gevolgen. Respect daarvoor!

Ook de politiek en bestuur kregen met de gevolgen te maken.

De gemeente probeert burgers, verenigingen en bedrijfsleven zo goed mogelijk te ondersteunen. Onze fractie volgt dat en neemt ook zelf contact op met mensen of instanties, stelt kritische vragen of maakt het college attent op situaties waar ondersteuning nodig is. Gelukkig kunnen we langzaam weer vooruit kijken.

Voor GroenLinks is wel duidelijk dat na deze crisis er ingrijpende veranderingen nodig zijn. Op sociaal, economisch en milieu terrein. Duidelijk is, dat de gevolgen eerlijker verdeeld moeten worden: de sterkste schouders de zwaarste lasten. Bijvoorbeeld wel beter bescherming onderkant arbeidsmarkt, hogere winst- en vermogensbelastingen.

 

Wisseling Fractievoorzitter

Per 1 april neemt Andra Weg, volgens afspraak, het fractievoorzitterschap van Leo Morren over. Halverwege de zittingsperiode een natuurlijk moment.                              Andra Weg is in 1972 geboren in Ruurlo, moeder van 3 kinderen en getrouwd met Marco. Ze woont in het buitengebied tussen Ruurlo en Borculo. Sinds 2006 is Andra lid van GroenLinks en najaar 2017 actief geworden binnen de fractie. Ze houdt zich vooral bezig met ruimtelijke, financiële en bestuurlijke vraagstukken. Voorbeelden: bestemmingsplannen, de omgevingswet, bomenkap en vergunningverlening, de uitdagingen in het buitengebied en duurzame energieopwekking. Andra vertegenwoordigt GroenLinks in de auditcommissie die zich met de gemeentefinanciën bezig houdt. Naast het raadswerk is zij eigenaar van een kinderfysiotherapiepraktijk en werkt als projectmanager voor de regionale Huisartsorganisatie Oost Achterhoek.  

 

Andra Weg, fractievoorzitter GroenLinks

Grootschalige Energie-opwek

Berkelland wil in 2030 energieneutraal zijn: evenveel opwekken als we in onze gebouwen gebruiken. Daar hoort ook grootschalige opwek bij met grote windmolens en zonneweides. GroenLinks was enkele jaren geleden initiatiefnemer om daarvoor Ruimtelijk beleid te maken. Tot nu toe wilden college en gemeenteraad aan plannen van (meestal) commerciële ontwikkelaars weinig voorwaarden stellen. Maar onder druk van protesten van inwonersgroepen (Haarlo, Hupsel), Berkellandse energiecoöperaties en landelijke uitkomsten (Klimaatakkoord) is dit veranderd. Tegen de zin van wethouder Teselink stemde de gehele gemeenteraad voor méér participatie van omgeving en inwoners (minimaal 50% lokaal eigendom), vanaf de allereerste start van een project de omgeving betrekken via meepraten, meedenken en meebeslissen. Het voorstel was een gezamenlijk initiatief van GroenLinks, D66, VVD en CDA. Energie is té belangrijk voor iedereen, om dit over te laten aan commerciële projectontwikkelaars die op winst uit zijn. Berkelland en de Achterhoek zijn geen wingewest met alleen de lasten en zonder de lusten!

Financiële perikelen: 9,5 miljoen tekort

Het was de fractie al geruime tijd duidelijk dat de gemeente een groot financieel tekort heeft. Er zijn regelmatig vragen over gesteld. Duidelijke antwoorden bleven uit. Onlangs liet het college weten dat het meerjarentekort € 9,5 miljoen bedraagt. Een groot deel komt door meer uitgaven voor de zorg. Maar hoe dan precies blijft onduidelijk. Ook een goede manier om het op te lossen blijft achterwege. De fractie van GL vindt dat er een onafhankelijk onderzoek moet komen om te bepalen waar te veel geld aan is uitgegeven. We proberen dat samen met andere raadsfracties te doen. Maar eerste zal er op 9 juni aan dit onderwerp een extra raadsvergadering worden gewijd. Ongetwijfeld kunt u hierover in de pers meer teruglezen, maar ook op onze website https://berkelland.groenlinks.nl/  of via facebook @GroenLinksBerkelland

Vluchtelingenkinderen

 

Het coronavirus heeft gevolgen voor ons samenleven. Toch zijn er mensen op de wereld die in nog beroerdere omstandigheden leven. De vluchtelingenkampen in Griekenland en in het grensgebied tussen Syrië en Turkije zijn daar voorbeelden van.

Veel gemeenten hebben de staatssecretaris van Justitie gevraagd 1000 - 1500 alleenstaande kinderen vanuit die kampen naar Nederland te halen. Elke gemeente vangt dan een deel op. Wij hebben het college verzocht zich bij die actie van andere gemeenten aan te sluiten. Dat wilde het college niet. Daarom heeft de fractie een motie ingediend zodat de gemeenteraad en daarmee de gemeente zich bij de actie aansluit. Helaas kreeg de motie onvoldoende steun met het flauwe argument dat het ‘Rijksbeleid’ is. Gelukkig steunden D66 en PvdA ons wel. Een gemiste kans, jammer.

Biodiversiteit als uitgangspunt bij duurzame energieprojecten | Deventer

GroenLinks GroenLinks D66 ChristenUnie PvdA Deventer 02-06-2020 00:00

De biodiversiteit holt achteruit, aantallen worden kleiner en soorten insecten, vogels en andere dieren, verdwijnen in rap tempo. De energietransitie kan bijdragen aan het verbeteren van de biodiversiteit. Door bij de afweging voor zon óf wind, biodiversiteit als volwaardig onderdeel meer te nemen. Door bij de inpassing in het landschap harde voorwaarden te stellen aan opstelling van de molens en de panelen. Onze wens om dit bij de uitwerking van de Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 mee te nemen, werd door de meerderheid in de raad gesteund.

Tijdens de raadsvergadering van 27 mei hebben we de motie Versterken biodiversiteit als uitgangspunt bij zonneparken en windmolens ingediend.

GroenLinks vindt het belangrijk dat de biodiversiteitscrisis serieus genomen wordt, en dat betekent dat we alert moeten zijn op vermindering of verlies van biodiversiteit.  Daar waar zich kansen voor doen om de biodiversiteit te bevorderen of versterken, moeten we zeker met beide handen aangrijpen. Een dergelijke kans deed zich voor bij de bespreking van de concept-RES West-Overijssel.

 

Moties van wensen en bedenkingen

Namens de regio West-Overijssel zal de concept-RES en het concept-RES bod 1,6 Terrawatuur (TWh), aan zonne- en windenergie, ingediend worden bij het Nationaal Programma RES (NP RES). Hierna volgt een tussentijdse kwalitatieve analyse door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Dit heeft dus nog een voorlopig karakter!

Aangezien de vaststelling van de concept-RES inclusief bod een bestuurlijke aangelegenheid was, kregen de gemeenteraden, Provinciale Staten en waterschapsbesturen de mogelijkheid om via moties van wensen en bedenkingen hun input voor de doorontwikkeling van de concept RES naar de RES 1.0 mee te geven.

 

Gevolgen groene leefomgeving

Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een motie van wensen en bedenkingen in te dienen, en aandacht te vragen voor biodiversiteit bij de ruimtelijke inpassing van duurzame energie-opwekking.

De realisatie/opwek van de kwantitatieve energieopgave van de RES heeft gevolgen voor onze groene leefomgeving.

Ten eerste vanwege de omvang van de opgave die alleen middels zonne- en windenergie gerealiseerd kan worden voor de RES, want dat zijn de enige bewezen technieken. En ten tweede staat het mensen vrij om te kiezen voor zonnepanelen (of windmolens) op eigen land als verdienmodel.

 

Versterken biodiversiteit als uitgangspunt bij zonneparken en windmolens

Waar we voor moeten waken bij grootschalige opwek van duurzame energie op landbouw- en natuurgebieden, is de mogelijke druk op natuurwaarden en biodiversiteit.

In de concept-RES, onder ‘Doe het goed’, is opgenomen dat de energietransitie kan bijdragen aan de maatschappelijke opgave van het tegengaan van verlies van biodiversiteit. Helaas blijft de uitwerking van het tegengaan van biodiversiteitsverlies, voor de RES 1.0, nog bij een onderzoek naar een visie over kansen en mogelijkheden voor opwek van elektriciteit en de warmtetransitie.

Groenlinks is dan ook van mening dat het ontbreekt aan uitgangspunten over het versterken van de biodiversiteit (/het tegengaan van verlies van biodiversiteit) bij de realisatie van de energietransitie.

We kunnen namelijk regionaal afspraken maken om aanvullende voorwaarden te stellen aan de vergunningverlening bij zonneparken en windmolens, om de versterking van biodiversiteit te waarborgen. Het daadwerkelijk vastleggen van aanvullende voorwaarden gebeurt natuurlijk in verordeningen (provinciale/gemeentelijke).

Dit was ook een van de gegeven adviezen uit het onderzoeksrapport van de Wageningen University & Research (WUR). [1] De WUR  heeft onderzoek gedaan (literatuurstudie) naar de kansen en effecten van grondgebonden zonneparken in relatie tot bodem, landbouw, biodiversiteit en beleving (landschap). Wij vinden de gedane aanbevelingen van de WUR voor provincies en gemeenten zeer waardevol en het zeker waard om te overwegen over te nemen.

Daarnaast hoeven we het wiel niet opnieuw uit te vinden, er zijn in het land tal van goede praktijkvoorbeelden te vinden waar het al gebeurt. Neem bijvoorbeeld Solarpark De Kwekerij in Hengelo of Zonnepark Vierverlaten in Groningen. En we hebben voldoende enthousiaste ecologen in de regio, die de gebieden kennen en zouden kunnen adviseren over de te nemen maatregelen ter versterking van de biodiversiteit.

 

Oproep/wens

GroenLinks heeft samen met Deventer Sociaal, PvdA, D66, DENK en ChristenUnie de volgende oproep gedaan:

 De versterking van de biodiversiteit, in de RES 1.0 (onder ruimtelijke kwaliteit), als uitgangspunt te hanteren bij de ruimtelijke inpassing van zonneparken en windmolens; Hiertoe te verkennen of concrete handvatten ontwikkeld kunnen worden voor ( regionaal) ruimtelijk beleid, zodat versterking van de biodiversiteit onderdeel uitmaakt bij de afweging en inpassing van duurzame energiebronnen; Hierbij gebruik maken van de aanwezige kennis en kunde.

De motie is met een meerderheid in de raad aangenomen. Tijdens de raadsvergadering zijn er ook diverse andere wensen en bedenkingen ingediend.

Gevolgen van de motie ‘Geen windturbines in de Wijdewormer’ | Wormerland

GroenLinks GroenLinks VVD CDA PvdA Wormerland 30-05-2020 00:00

Dinsdag 26 mei heeft de gemeenteraad een motie aangenomen die door de VVD met steun van PvdA, CDA en POV werd ingediend. De motie besluit om geen windturbines in de Wijdewormer toe te staan, geen enkele windturbine op te nemen in de RES en Omgevingsvisie voor heel Wormerland, aanvragen voor zeer kleine windturbines aan de gemeenteraad van Wormerland voor te leggen en draagt wethouder Halewijn op om Wormerland uit het onderzoek voor windturbines langs de A7 terug te laten trekken.

Wat is de impact van deze motie?

Tijdens de behandeling van de motie heeft onze wethouder Harold Halewijn uitvoerig duidelijk gemaakt hoe het verzoek tot het doen van onderzoek naar de haalbaarheid van windmolens langs de A7 tot stand is gekomen. In tegenstelling tot wat de VVD beweert is dat niet op persoonlijke titel gedaan. De aanleiding was een participatie avond op 5 februari in de Stoomhal. Hier konden voor- en tegenstanders hun adviezen ten aanzien van energie opwekking in Wormerland inbrengen. De aanwezige VVD leden, allen woonachtig in de Wijdewormer, waren van mening dat het tegengeluid sterker was en dat daarom de mogelijkheden niet onderzocht moesten worden. Maar zo werkt participatie natuurlijk niet.

Harold heeft zich tijdens een bestuurlijk overleg met alle wethouders uit Noord-Holland Zuid hard gemaakt voor het doen van dit onderzoek. Zoals hij in de vergadering duidelijk heeft gemaakt, zou dit voor Wormerland strategisch zijn, omdat hiermee namelijk voor een tweede maal zou kunnen worden aangetoond dat windmolens langs de A7 onverstandig zijn vanwege de landschappelijke impact en de gevolgen voor migrerende vogels tussen de beide natuurgebieden aan weerszijden van de Wijdewormer. In 2008 heeft men namelijk ook al onderzoek uitgevoerd en kwam men tot dezelfde conclusies waarop de gemeenteraad toen besloot om geen windmolens in de Wijdewormer toe te staan. Bestaand beleid dus.

De situatie is op dat punt dus onveranderd gebleven. Maar het verschil tussen toen en nu is dat er nu een klimaatakkoord is en dat alle gemeenten een RES (Regionale Energie Strategie) moeten opleveren. Door als stap in dat RES proces aan te tonen dat de Wijdewormer ongeschikt is, zowel landschappelijk als qua draagvlak, staan wij sterker als later in het RES proces blijkt dat er in onze regio te weinig energie opgewekt wordt. Wij voorkomen met dit onderzoek dat er in de toekomst van bovenaf ingrepen worden opgelegd. Het zou dus strategisch van aard zijn. Harold bood aan om deze aanpak en dit onderwerp dieper te bespreken in een voorronde en de motie niet in stemming te brengen. Maar de partijen gingen op geen enkele vraag of voorstel van de wethouder in. Een voorronde mag er komen, maar de motie moest nu worden ingestemd. Het is opmerkelijk dat alle coalitie partijen nog voordat de RES van Wormerland in oktober is ingediend, nu al hun posities hebben ingenomen. Dat geeft geen hoop dat er naar kansen wordt gezocht voor voldoende opwek op ons eigen grondgebied. Al in 2008 heeft de gemeenteraad beloofd om alternatieven te bedenken voor windenergie, maar ook 12 jaar verder wordt er geen enkel alternatief door de VVD, de PvdA en het CDA ingediend.

Onze fractie heeft beargumenteerd dat we goed moeten kijken naar de mogelijkheden die er zijn voor de opwekking van energie in Wormerland. We hechten namelijk grote waarde aan de RES doelstellingen. Daarbij is het opwekken van duurzame energie van groot belang. Hierbij willen we niet van te voren zaken uitsluiten, zonder dat goed besproken te hebben. Als het onderzoek zou aantonen dat er geen windmolens mogelijk zijn langs de A7: prima. Maar we willen dit niet zonder discussie beslissen. En misschien zijn er elders in de gemeente wél mogelijkheden voor windenergie. Dat wordt door deze motie nu ook uitgesloten. Inwoners moeten daarnaast ook de kans krijgen hier hun mening over te geven. Helaas is hen die mogelijkheid ontnomen doordat de motie zonder een voorronde over het onderwerp is aangenomen.

Door deze houding heeft Wormerland ook geen enkele onderhandelingspositie meer. Want wat als bijvoorbeeld Purmerend of Alkmaar (in de Starnmeer) windmolens gaat plaatsen? Dat is grenzend aan ons grondgebied en als je niets meer hebt te bieden, heb je ook niets meer te onderhandelen.

Het is kenmerkend voor veel debatten in onze gemeenteraad. Raadsleden verdiepen zich nauwelijks meer in historie en feiten, maar kiezen een populistisch standpunt. Van de VVD kun je dat nog verwachten. De VVD raadsleden wonen immers in de Wijdewormer en hun achterban is daar sterk vertegenwoordigd. Maar waarom gingen PvdA en CDA daarin mee? Er leek verdeeldheid te ontstaan in de raadzaal na de verdediging van wethouder Halewijn, maar na een schorsing is vermoedelijk door druk van de POV men gedwongen bij haar eerder genomen standpunt te blijven.

De POV. Een partij die zeer standvastig is bij eenmaal genomen besluiten. We hebben de fractieleden van de POV nog nooit kunnen betrappen op enige inhoudelijke bijdrage. “Daar sluiten wij ons bij aan” of “geen verdere inbreng van onze kant” zijn de weinige woorden die de POV aan een debat toevoegt. Dat is hun keus. Maar onderhandelen kun je niet met de POV. Ze zijn voor of tegen.

En bij deze motie kan dat nog een staartje krijgen. Wethouder Harold Halewijn heeft namelijk gezegd dat de motie zoals deze nu is aangenomen, niet uitvoerbaar is. Ook de fractie wees al op de incoherentie van de beslispunten. Als de andere coalitie partijen het beleid van het college en met name het beleid van onze wethouder op deze manier afwijzen, kan het niet anders dan dat het afloopt met een motie van wantrouwen namens de POV. En wat doen de coalitie partijen in dat geval? Zij hebben de POV immers gesteund met deze motie. De impact kan nog wel eens groter zijn dan de boodschap die de motie moest brengen.

Over biomassa, biobrandstof en schone energie – als het brandt, is het NIET schoon! | Vlaardingen

GroenLinks GroenLinks PvdA Partij voor de Dieren Vlaardingen 14-05-2020 00:00

Er is de laatste tijd veel discussie over bio-massa. Wel of niet schoon? Wel of niet duurzaam? GroenLinks raadslid Neill Voorburg stelde al eerder vragen aan het college. Hij vindt dat de politieke koers moet veranderen. Om de veelomvattende materie te onderzoeken dook hij maar eens diep in deze materie. Dat resulteerde in onderhavig lijvig opiniestuk. Voor wie zich ook wil informeren.

  Het is niet schoon Zodra er sprake is van verbranding is het niet schoon! Biomassa, biobrandstoffen, aardgas – zowel CNG (Compressed Natural Gas) als LNG (Liquefied Natural Gas) – en ethanol zijn dan ook géén schone energiebronnen. Deze bronnen geven bij verbranding weliswaar niet de duidelijk zichtbare vervuiling zoals bijvoorbeeld de zwarte rook bij het verbranden van kolen of wanneer er olie lekt en in de natuur terecht komt. Maar vergis je niet: ze zijn niet de oplossing voor de lange termijn. Biomassa, biobrandstoffen en aardgas worden helaas vaak foutief voorgesteld als bronnen van schone en/of duurzame energie.

 Aardgas Aardgas wordt vaak ten onrechte als “schoon” aangemerkt, dit omdat er bij verbranding 50% minder CO2 vrijkomt in vergelijking met het verbranden van kolen. Maar bij de verbranding van gas komen wel degelijk broeikasgassen vrij. Namelijk in de vorm van methaan. Methaan houdt 34x zoveel warmte vast als CO2 over een periode van 100 jaar en zelfs 84x zoveel over een periode van 20 jaar. Daarnaast kan aardgas schadelijke stoffen bevatten zoals: benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen. Tevens is er wereldwijd veel lekkage van methaan tijdens het vervoer van aardgas. Zo komt ook op deze manier methaan in de natuur en atmosfeer terecht. Aardgas is alles bij elkaar genomen verre van schoon, het is en blijft een fossiele brandstof.

 Biomassa Laten we even uitgebreid stil staan bij biomassa, de “duurzame” en “schone” energiebron waarover de laatste jaren de meeste controverse is. Biomassa, de brandstof waar zoveel over onduidelijk is en waarover zoveel bullshit (excuus voor het taalgebruik)verspreidt wordt. Biomassa, de aanleiding tot het schrijven van dit, steeds langer wordende, opiniestuk.

Laten we beginnen bij wat biomassa daadwerkelijk is. Biomassa is een breed begrip. In dit stuk hebben we het over energie-opwekking, de economische toepassing van biomassa. In dit geval is biomassa de naam voor biologisch afbreekbare producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw, de bosbouw en de biologisch afbreekbare delen van industrieel en huishoudelijk afval, van waaruit energie wordt opgewekt. Daarbij wordt er van deze grondstoffen ook vaak zogenaamde biobrandstof gemaakt.

 Bronnenmateriaal biomassa en biobrandstof Er zijn veel vraagtekens te zetten bij het gebruik van biomassa en er zijn veel verschillende bronnen die als biomassa of biobrandstof worden aangemerkt. Sommige vormen zijn veel schadelijker dan anderen. Zo worden er voedselgewassen als soja en mais gebruikt om biobrandstof te winnen, gewassen die natuurlijk zouden kunnen voorzien in de voedselbehoefte van veel mensen. Onder het motto “geen voedsel in de tank” verzetten milieubewegingen en ontwikkelingsorganisaties zich al jaren tegen biobrandstoffen die gemaakt worden van voedselgewassen. Het kan daarnaast natuurlijk nooit de bedoeling, of duurzaam, zijn dat buitenlandse investeerders grond opkopen om er grondstoffen voor biobrandstoffen op te verbouwen in plaats van voedsel. Dit heeft de Nederlandse overheid er in 2012 toe gebracht om in te zetten op geavanceerde biobrandstoffen op basis van algen en bacteriën. Echter worden deze minder schadelijke vormen van biomassa hier in de praktijk nog weinig toegepast.

In 2019 heeft de EU, onder druk van actievoerders en groene partijen nieuwe duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen opgesteld. Zo is er bijvoorbeeld een verbod gekomen op het gebruik van biodiesel gemaakt van palmolie. Een goede stap, want palmolie is wereldwijd een van de drijvende krachten achter ontbossing en verlies aan biodiversiteit. Dit komt o.a. door ontbossing voor de aanleg van oliepalmplantages op o.a. Borneo en Sumatra.

Een andere vorm van biobrandstof is het zogenaamde “biogas”. Ook hiervoor zijn verschillende bronnen: er wordt bijvoorbeeld biogas gemaakt van rioolwaterzuivering of afgevangen van een vuilnisbelt. Dit zijn bronnen waar een stuk minder nadelen aan kleven dan wanneer we biogas verkrijgen door met subsidie mest te vergisten. Dit is namelijk een subsidie die mogelijk de intensieve veeteelt langer in stand houdt. En deze intensieve veeteelt is wereldwijd weer de grootste drijvende kracht achter ontbossing en verlies aan biodiversiteit. De intensieve veeteelt zorgt voor grootschalige ontbossing in o.a. het Amazonegebied, het Atlantisch Bos, Gran Chaco (een vlakte in Paraguay, Bolivia en Argentinië), Borneo, de Cerrado (centraal-west Brazilië), Choco-Darien (een ecoregio in Colombia en Panama), het Congobekken, Oost-Afrika, Oost-Australië, de Mekong, Nieuw Guinea en Sumatra.

 Bomen als grondstof Het is voor dit stuk natuurlijk onvermijdelijk om het over “bomen” te hebben. Ik vermoed zomaar eens dat de meeste lezers zich inmiddels al verbaasden dat ik zoveel woorden achter elkaar kon schrijven zonder het woord “boom” erin. Wees gerust, bij het komende stuk zal ik het woord boom zo vaak noemen dat we straks door de bomen, als we niet oppassen, het bos niet meer zien. Want dit is natuurlijk met afstand de reden tot de meeste controverse van de afgelopen jaren ten aanzien van biomassa: het verbranden van bomen om energie op te wekken. Mijn mening over het verbranden van bomen om energie op te wekken heb ik tijdens het bevragen van het college in Vlaardingen al eerder op papier en de website gezet. Het komt er in het kort op neer dat bomen verbranden noch schoon, noch duurzaam is, en daarnaast mogelijk zeer negatieve gevolgen heeft voor natuur en milieu.

Het bijstoken van hout als biomassa wordt door sommigen als duurzaam aangemerkt omdat voor elke gekapte boom een nieuwe terug groeit. Deze vlieger gaat echter niet op omdat bij verbranding de schadelijke stoffen direct vrij komen, in het nú: het moment dat het klimaat zijn breekpunt bereikt. Dat de vrijgekomen CO2 over een generatie of meer weer wordt opgenomen, daar heeft het klimaat op dit moment weinig aan. Daarbovenop komt dat bomen een essentiële rol spelen bij het opvangen en vasthouden van CO2; hout verbranden als biomassa belast het milieu dus mogelijk dubbel negatief. Het mag dan weliswaar de bedoeling zijn dat er zoveel mogelijk resthout verbrand wordt bij de opwekking van energie middels biomassa. Echter overstijgt momenteel, mede dankzij subsidieregelingen, de vraag het aanbod. Dit zorgt ervoor dat er een tekort is aan restmateriaal als snoeihout en er dus hoogwaardig hout of zelfs hele bomen worden gereduceerd tot biomassa. Een uiterst zorgelijke ontwikkeling omdat dit beleid dus ook weer bijdraagt aan wereldwijde ontbossing en het bijbehorende verlies aan biodiversiteit.

 Het gebruik Er is een groot verschil tussen landen wanneer het gaat om het gebruik van biomassa: zo is in Duitsland het gebruik relatief klein, zeker afgezet tegen wind-en zonne-energie:

- Biomassa: 45.48 TWh (terawattuur) - Wind: 127.23 TWh - Zon: 46.54 TWh

In totaal leveren zon- en windenergie zo’n 30% van de totale energiebehoefte in Duitsland.

Nederland laat bijvoorbeeld hele andere cijfers zien: - Biomassa: 27 TWh - Wind: 10 TWh - Zon: 3.6 TWh

In Nederland leveren zon- en windenergie ongeveer 6 % van de totale energiebehoefte.

Natuurlijk is Duitsland een veel groter land dan Nederland en wekt dus ook veel meer stroom op. Maar waar in Nederland biomassa bijna twee keer zoveel energie oplevert als zon- en windenergie tezamen is in Duitsland een heel andere trend zichtbaar. De Nederlandse vraag naar biomassa wordt omhoog gedreven door subsidieregelingen waardoor nu wereldwijd bomen gekapt worden. Deze belanden in Nederlandse biomassacentrales om te worden verbrand of bijgestookt in kolencentrales. Dit lijkt me niet de manier om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Het is dan ook terecht dat er vanuit verschillende natuur- en milieuorganisaties evenals politieke partijen zoals PvdD, SP, GroenLinks, PvdA en FvD gepleit wordt om een einde te maken aan deze subsidieregelingen.

Het moge duidelijk zijn dat er veel verschillende toepassingen zijn van biomassa als energiebron. Het wordt zowel gebruikt bij de opwekking van elektriciteit als bij het verkrijgen van biobrandstof of biogas. Daarbij moet opgemerkt worden dat sommige vormen van biomassa duidelijk schadelijker zijn voor natuur, milieu, gezondheid en het klimaat dan andere. Ze hebben echter allen één ding met elkaar gemeen: ze worden verbrand, zijn hierdoor geen van allen schoon en zijn dus geen van allen een echte oplossing voor de lange termijn. De minst schadelijke vormen van biomassa, zoals algen en bacteriën, zijn uiteindelijk dus ten hoogste bruikbaar als een overgangsfase naar echt schone energie. Ik zou dan ook graag zien dat investeringen en subsidies worden verlegd naar de echt schone bronnen. Elke euro die besteed wordt aan biomassa, biobrandstof of biogas, is er één die beter besteed had kunnen worden aan ontwikkelingen in schone energie-opwekking.

 Wat is dan wel schoon? Uiteindelijk komt het erop neer dat, hoe hard de mensheid ook nieuwe manieren verzint om energie op te wekken en vervolgens mensen hiervoor laat betalen: de zon en wind leveren meer energie. Het is hoogste tijd dat we dit feit omarmen. Maar, hoor ik sommigen van jullie denken: de bouw van windmolens en zonneparken heeft grote gevolgen voor het landschap en biodiversiteit. Dit klopt tot op zekere hoogte en die kritiek kan ik delen. Het lijkt mij dat de natuur niet het kind van de rekening mag worden. Sterker nog: we zouden de natuur als uitgangspunt moeten nemen. Dus eerst uitzoeken hoe we zo min mogelijk impact op de natuur hebben. En daar vervolgens onze economie en energievoorziening op afstemmen. Het is wel zo dat wereldwijd verreweg de meeste windparken en zonnepanelen worden geplaatst in grote, weidse open gebieden, zee, stedelijk gebied en op daken van woningen en bedrijven. Uiteraard hebben deze energiebronnen ook hun CO2 impact. Dat wordt ook door niemand ontkent. Echter, de techniek voor het opwekken en opslaan van schone energie ontwikkelt zich razendsnel. Voor het produceren van een zonnepaneel is uiteraard ook energie nodig. De tijd die het kost om deze energie terug te verdienen (de energetische terugverdientijd) is voor wind- en zonne-energie erg positief: één tot twee jaar. Gemiddelde zonnepanelen gaan inmiddels 20-30 jaar mee, verreweg het grootste deel van hun levensduur zijn ze dus uitstoot-neutraal. Ook kunnen ze inmiddels bijna volledig gerecycled worden. Voor silicium zonnepanelen is nu al een recyclingspercentage van 96% haalbaar. Daarnaast maken de grote windparken, op o.a. de Noordzee, het in de toekomst mogelijk om grote hoeveelheden waterstof te produceren. Waterstof, de uitzondering die de regel bevestigt: verbranding van waterstof is wél schoon. Je houdt dan namelijk water over. De combinatie van een energievoorziening gebaseerd op zon, wind en groene waterstof is de schoonste die we op basis van hetgeen we nu weten kunnen nastreven. Uiteraard gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ook zonne- en windenergie gevolgen hebben voor natuur, milieu en klimaat. Vergeet alleen niet dat de alternatieven zoals olie, gas en kolen veel en veel grotere natuur- en milieuschade opleveren.

 De situatie in Vlaardingen Naar aanleiding van de zorgen en maatschappelijke discussie omtrent het gebruik van biomassa heb ik recentelijk het college van Vlaardingen bevraagd naar het huidige gebruik binnen onze stad en de te voorziene ontwikkelingen in de toekomst. De meest in het oog springende ontwikkeling w.b. het gebruik van biomassa zijn de ketels van Waterweg Wonen. Zij verwarmt namelijk woningen aan de Koninginnelaan, Zwaluwenlaan en het Mendelssohnplein door middel van biomassaketels. Voor de verwarming van deze complexen wordt gebruik gemaakt van houtsnippers die vrijkomen uit (bos)onderhoud en snoeiafval. Deze biomassa komt uit Nederland en wordt dus niet geïmporteerd. Voor deze biomassa verdwijnen gelukkig geen hele bomen. Waterweg Wonen streeft ernaar om meer snoeiafval lokaal te verkrijgen. De specificaties van de verschillende biomassaketels zijn als volgt:

- Koninginnelaan 1x 540 kW biomassaketel - Zwaluwenlaan 1x 720 kW biomassaketel - Mendelssohnplein 1x 510 kW biomassaketel

Voor kleinere ketels zoals de door Waterweg Wonen gebruikte ketels, gelden de volgende emissiewaarden, daarbij zijn er ook metingen verricht:

Norm meting: - Stikstofoxiden (NOx) (mg per kubieke meter) 300 210 - Zwaveldioxide (SO2) (mg per kubieke meter) 200 3,5 - Totaal stof (mg per kubieke meter) 40 20

Naast het bovenstaande zijn ook metingen gedaan van Buteen (C4H8), Hexaan (C2H6) en Benzeen (C6H6). Allen zijn gemeten op 0 mg/m3. Hieruit kunnen we de conclusie trekken dat de verstookte biomassa op basis van snoeihout in Vlaardingse ketels ruim binnen de gestelde normen vallen. De vraag blijft echter: omdat het binnen de norm valt, moeten we er dan ook maar gebruik van maken?

De verwarming van deze woningen middels biomassa zit vooralsnog in een proeffase. Waterweg Wonen heeft nog geen definitief besluit genomen om al dan niet door te gaan. Waterweg Wonen onderzoekt ook de mogelijkheden van biokool voor de (nabije)toekomst. Biokool wordt gemaakt uit nattige biomassa zoals grassen en afval uit de akkerbouw. Hiervan zijn in Nederland grote overschotten die voor andere toepassingen onbruikbaar zijn. Daarnaast vraagt biokool minder ruimte voor opslag omdat het meer energie bevat dan snippers of pellets. Het feit dat Waterweg Wonen zoekt naar manieren om biomassa zo goed mogelijk in te zetten is op zichzelf een prima ontwikkeling. Het past ook binnen de door de overheid gesteld duurzaamheidsdoelstellingen. Wanneer we de uitstoot van deze vorm van biomassa afzetten t.o.v. kolen of gas dan is de natuur- en milieuschade, zoals al eerder betoogt, uiteraard kleiner. Zo komen er significant minder giftige stoffen vrij bij verbranding van snoeiafval. De gevolgen voor natuur en biodiversiteit bij het winnen en vervoer van gas of kolen zijn een stuk groter dan bij snoeiafval het geval is. Dat gezegd hebbende: ook deze biomassa levert energie door middel van een verbrandingsproces en is dus niet echt schoon.

 Reactie college Het college van B&W in Vlaardingen schaart zich in hun reactie op mijn vragen achter het geldende overheidsbeleid. Namelijk dat biomassa nodig is om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Ik had graag gezien dat het college zich hierin kritischer op had gesteld. Dat biomassa duurzaam zou zijn betreft immers vooral een papieren werkelijkheid.

    Zoals ik in alle bovenstaande informatie heb aan willen tonen is het begrip biomassa diffuus, breed en staat het huidige (subsidie)beleid investeringen in echt schone energie in de weg. Biomassa is een makkelijke manier om je “groen”, “eco” en “duurzaam” voor te doen. Ook wanneer je dit niet bent. We zien dat door marktwerking ook energie het speelterrein is geworden van het grote bedrijfsleven. Ik vind daarom dat de politiek, in zijn rol als beleidsbepaler, de koers moet uitzetten. Daarbij de kaders schetsen waaraan bedrijven en instellingen zich moeten houden. Om dit goed te kunnen doen is een duidelijk standpunt nodig over wat werkelijk groen, schoon en toekomstbestendig is. Uiteraard moeten overheden hierbij zelf het goede voorbeeld geven door te kiezen voor investeringen in zon, wind en waterstof - onze beste kansen op schone energie voor de toekomst.

Vlaardingen zou in zijn regionale energiestrategie dan ook vol in moeten spelen op de lange termijn mogelijkheden van zon- en windenergie.

Daarnaast zijn er steeds meer lokale energiecoöperaties in handen van burgers en ook in Vlaardingen komt hier gelukkig steeds meer schot in. Zo heeft recentelijk het Vlaardings Energie Collectief (VEC) op het dak van de Koninginnelaan 220 zonnepanelen geplaatst. Hierdoor zijn 39 Vlaardingers collectief eigenaar van deze panelen en vangen hierdoor een deel van hun energiebelasting terug en delen zo in de verkoop van de energie door het VEC. Burgerinitiatieven zoals deze zorgen voor groter draagvlak en gebruik van schone energie. Daarnaast is dit ook een manier waarop je zelf, als burger, de macht van het grootkapitaal kan ondermijnen.

 Conclusie Het mag inmiddels duidelijk zijn dat grote bedrijven, corporaties en overheden graag gebruik maken van prettig klinkende modewoorden als “duurzaam”, “eco” en “groen”; we zien deze woorden overal terug, te pas en te onpas. Zo proberen bedrijven hun producten van een groen sausje te voorzien en aan de man te brengen, zelfs wanneer deze bedrijven alles behalve groen, ecologisch of duurzaam zijn. Het is van het grootste belang dat we eerlijk zijn over de producten die we verkopen en de energie die hiervoor gebruikt of opgewekt moet worden. Natuur- en milieuorganisaties én groene politici moeten daarom een stevig, ondubbelzinnig standpunt innemen tégen biomassa, biobrandstoffen, (bio)gas en alle andere zogenaamde alternatieve energiebronnen geen oplossingen bieden voor de lange termijn. Schone energiebronnen als zon, wind en waterstof bieden die oplossing wel! De bestaande biomassacentrales zouden enkel gebruik moeten maken van de minst vervuilende vormen van biomassa, zoals algen. De bouw van nieuwe biomassacentrales is contraproductief voor luchtkwaliteit en trekt een grote wissel op ecologie en biodiversiteit. Op grond van al het bovenstaande moeten er dus geen nieuwe centrales bijkomen. Door het verstrekken van subsidie op biomassa – want ten onrechte wordt biomassa steeds vaker gezien als dé manier om duurzaamheids-doelstellingen te behalen – dreigt momenteel een wildgroei aan centrales. Het is aan de politiek, waarvan ik een klein onderdeel ben, om beleid en koers vooral voor de lange termijn bij te sturen.

  Werk aan de winkel Ter afsluiting rest mij nog om een belangrijke overweging met jullie te delen: hoewel ik duidelijk inzet op gebruik van schone energiebronnen als zon, wind en waterstof, zie ik ook dat dit niet de enige manieren zijn om natuur te beschermen en de ecologische- en klimaatcrisis het hoofd te bieden. Zo lang we blijven geloven in oneindige economische groei op een eindige planeet, blijven we interen op de reserves die onze planeet heeft. De mate van consumeren zal moeten normaliseren; door minder vlees te eten en minder te vliegen zijn grote stappen bij het herstellen van ecologie en biodiversiteit te zetten. Het huidige economische model kost de planeet gewoonweg te veel en levert het grootste deel van de bevolking te weinig op. Het plunderen van het natuurschoon van de aarde levert grote welvaart voor een steeds kleiner wordende groep mensen. Terwijl de negatieve effecten van klimaatverandering en ecologische teruggang vooral gevoeld worden door de mensen die hierin het kleinste aandeel hebben en hieraan ook nog eens het minste geld verdienen. Hierdoor is de ecologische crisis waarin we zitten en de zoektocht naar schone energiebronnen ook een zaak geworden van rechtvaardigheid. Het roer kan om: we kunnen kapitaal zwaarder belasten en welvaart eerlijker verdelen. We kunnen een einde maken aan oneindige groei. De natuur leert ons veel over groei. Groei is hierin iets moois, iets noodzakelijks en gebeurt in harmonie met haar omgeving; totdat het volwassen is geworden. Dan stopt groei. We voelen allemaal instinctief aan dat eeuwige groei niet kan en uiteindelijk het systeem waarbinnen het zich bevindt kan vernietigen. Wanneer je van je dokter hoort dat je cellen in je lichaam hebt die maar door blijven groeien, dan krijgt groei ineens een hele andere lading. Eeuwige groei is ongezond. Onze economie is hierop geen uitzondering. De wereld is in de afgelopen 100 jaar uit balans geraakt, we kunnen het ons echter niet veroorloven om er nog eens 100 jaar over te doen om haar weer gezond te maken. Laten we de mouwen opstropen, er is werk aan de winkel.

  Vlaardingen, 14 mei 2020Neill Voorburg

 

Over biomassa, biobrandstof en schone energie – als het brand, is het NIET schoon! | Vlaardingen

GroenLinks GroenLinks PvdA Partij voor de Dieren Vlaardingen 14-05-2020 00:00

Er is de laatste tijd veel discussie over bio-massa. Wel of niet schoon? Wel of niet duurzaam? GroenLinks raadslid Neill Voorburg stelde al eerder vragen aan het college. Hij vindt dat de politieke koers moet veranderen. Om de veelomvattende materie te onderzoeken dook hij maar eens diep in deze materie. Dat resulteerde in onderhavig lijvig opiniestuk. Voor wie zich ook wil informeren.

  Het is niet schoon Zodra er sprake is van verbranding is het niet schoon! Biomassa, biobrandstoffen, aardgas – zowel CNG (Compressed Natural Gas) als LNG (Liquefied Natural Gas) – en ethanol zijn dan ook géén schone energiebronnen. Deze bronnen geven bij verbranding weliswaar niet de duidelijk zichtbare vervuiling zoals bijvoorbeeld de zwarte rook bij het verbranden van kolen of wanneer er olie lekt en in de natuur terecht komt. Maar vergis je niet: ze zijn niet de oplossing voor de lange termijn. Biomassa, biobrandstoffen en aardgas worden helaas vaak foutief voorgesteld als bronnen van schone en/of duurzame energie.

 Aardgas Aardgas wordt vaak ten onrechte als “schoon” aangemerkt, dit omdat er bij verbranding 50% minder CO2 vrijkomt in vergelijking met het verbranden van kolen. Maar bij de verbranding van gas komen wel degelijk broeikasgassen vrij. Namelijk in de vorm van methaan. Methaan houdt 34x zoveel warmte vast als CO2 over een periode van 100 jaar en zelfs 84x zoveel over een periode van 20 jaar. Daarnaast kan aardgas schadelijke stoffen bevatten zoals: benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen. Tevens is er wereldwijd veel lekkage van methaan tijdens het vervoer van aardgas. Zo komt ook op deze manier methaan in de natuur en atmosfeer terecht. Aardgas is alles bij elkaar genomen verre van schoon, het is en blijft een fossiele brandstof.

 Biomassa Laten we even uitgebreid stil staan bij biomassa, de “duurzame” en “schone” energiebron waarover de laatste jaren de meeste controverse is. Biomassa, de brandstof waar zoveel over onduidelijk is en waarover zoveel bullshit (excuus voor het taalgebruik)verspreidt wordt. Biomassa, de aanleiding tot het schrijven van dit, steeds langer wordende, opiniestuk.

Laten we beginnen bij wat biomassa daadwerkelijk is. Biomassa is een breed begrip. In dit stuk hebben we het over energie-opwekking, de economische toepassing van biomassa. In dit geval is biomassa de naam voor biologisch afbreekbare producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw, de bosbouw en de biologisch afbreekbare delen van industrieel en huishoudelijk afval, van waaruit energie wordt opgewekt. Daarbij wordt er van deze grondstoffen ook vaak zogenaamde biobrandstof gemaakt.

 Bronnenmateriaal biomassa en biobrandstof Er zijn veel vraagtekens te zetten bij het gebruik van biomassa en er zijn veel verschillende bronnen die als biomassa of biobrandstof worden aangemerkt. Sommige vormen zijn veel schadelijker dan anderen. Zo worden er voedselgewassen als soja en mais gebruikt om biobrandstof te winnen, gewassen die natuurlijk zouden kunnen voorzien in de voedselbehoefte van veel mensen. Onder het motto “geen voedsel in de tank” verzetten milieubewegingen en ontwikkelingsorganisaties zich al jaren tegen biobrandstoffen die gemaakt worden van voedselgewassen. Het kan daarnaast natuurlijk nooit de bedoeling, of duurzaam, zijn dat buitenlandse investeerders grond opkopen om er grondstoffen voor biobrandstoffen op te verbouwen in plaats van voedsel. Dit heeft de Nederlandse overheid er in 2012 toe gebracht om in te zetten op geavanceerde biobrandstoffen op basis van algen en bacteriën. Echter worden deze minder schadelijke vormen van biomassa hier in de praktijk nog weinig toegepast.

In 2019 heeft de EU, onder druk van actievoerders en groene partijen nieuwe duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen opgesteld. Zo is er bijvoorbeeld een verbod gekomen op het gebruik van biodiesel gemaakt van palmolie. Een goede stap, want palmolie is wereldwijd een van de drijvende krachten achter ontbossing en verlies aan biodiversiteit. Dit komt o.a. door ontbossing voor de aanleg van oliepalmplantages op o.a. Borneo en Sumatra.

Een andere vorm van biobrandstof is het zogenaamde “biogas”. Ook hiervoor zijn verschillende bronnen: er wordt bijvoorbeeld biogas gemaakt van rioolwaterzuivering of afgevangen van een vuilnisbelt. Dit zijn bronnen waar een stuk minder nadelen aan kleven dan wanneer we biogas verkrijgen door met subsidie mest te vergisten. Dit is namelijk een subsidie die mogelijk de intensieve veeteelt langer in stand houdt. En deze intensieve veeteelt is wereldwijd weer de grootste drijvende kracht achter ontbossing en verlies aan biodiversiteit. De intensieve veeteelt zorgt voor grootschalige ontbossing in o.a. het Amazonegebied, het Atlantisch Bos, Gran Chaco (een vlakte in Paraguay, Bolivia en Argentinië), Borneo, de Cerrado (centraal-west Brazilië), Choco-Darien (een ecoregio in Colombia en Panama), het Congobekken, Oost-Afrika, Oost-Australië, de Mekong, Nieuw Guinea en Sumatra.

 Bomen als grondstof Het is voor dit stuk natuurlijk onvermijdelijk om het over “bomen” te hebben. Ik vermoed zomaar eens dat de meeste lezers zich inmiddels al verbaasden dat ik zoveel woorden achter elkaar kon schrijven zonder het woord “boom” erin. Wees gerust, bij het komende stuk zal ik het woord boom zo vaak noemen dat we straks door de bomen, als we niet oppassen, het bos niet meer zien. Want dit is natuurlijk met afstand de reden tot de meeste controverse van de afgelopen jaren ten aanzien van biomassa: het verbranden van bomen om energie op te wekken. Mijn mening over het verbranden van bomen om energie op te wekken heb ik tijdens het bevragen van het college in Vlaardingen al eerder op papier en de website gezet. Het komt er in het kort op neer dat bomen verbranden noch schoon, noch duurzaam is, en daarnaast mogelijk zeer negatieve gevolgen heeft voor natuur en milieu.

Het bijstoken van hout als biomassa wordt door sommigen als duurzaam aangemerkt omdat voor elke gekapte boom een nieuwe terug groeit. Deze vlieger gaat echter niet op omdat bij verbranding de schadelijke stoffen direct vrij komen, in het nú: het moment dat het klimaat zijn breekpunt bereikt. Dat de vrijgekomen CO2 over een generatie of meer weer wordt opgenomen, daar heeft het klimaat op dit moment weinig aan. Daarbovenop komt dat bomen een essentiële rol spelen bij het opvangen en vasthouden van CO2; hout verbranden als biomassa belast het milieu dus mogelijk dubbel negatief. Het mag dan weliswaar de bedoeling zijn dat er zoveel mogelijk resthout verbrand wordt bij de opwekking van energie middels biomassa. Echter overstijgt momenteel, mede dankzij subsidieregelingen, de vraag het aanbod. Dit zorgt ervoor dat er een tekort is aan restmateriaal als snoeihout en er dus hoogwaardig hout of zelfs hele bomen worden gereduceerd tot biomassa. Een uiterst zorgelijke ontwikkeling omdat dit beleid dus ook weer bijdraagt aan wereldwijde ontbossing en het bijbehorende verlies aan biodiversiteit.

 Het gebruik Er is een groot verschil tussen landen wanneer het gaat om het gebruik van biomassa: zo is in Duitsland het gebruik relatief klein, zeker afgezet tegen wind-en zonne-energie:

- Biomassa: 45.48 TWh (terawattuur) - Wind: 127.23 TWh - Zon: 46.54 TWh

In totaal leveren zon- en windenergie zo’n 30% van de totale energiebehoefte in Duitsland.

Nederland laat bijvoorbeeld hele andere cijfers zien: - Biomassa: 27 TWh - Wind: 10 TWh - Zon: 3.6 TWh

In Nederland leveren zon- en windenergie ongeveer 6 % van de totale energiebehoefte.

Natuurlijk is Duitsland een veel groter land dan Nederland en wekt dus ook veel meer stroom op. Maar waar in Nederland biomassa bijna twee keer zoveel energie oplevert als zon- en windenergie tezamen is in Duitsland een heel andere trend zichtbaar. De Nederlandse vraag naar biomassa wordt omhoog gedreven door subsidieregelingen waardoor nu wereldwijd bomen gekapt worden. Deze belanden in Nederlandse biomassacentrales om te worden verbrand of bijgestookt in kolencentrales. Dit lijkt me niet de manier om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Het is dan ook terecht dat er vanuit verschillende natuur- en milieuorganisaties evenals politieke partijen zoals PvdD, SP, GroenLinks, PvdA en FvD gepleit wordt om een einde te maken aan deze subsidieregelingen.

Het moge duidelijk zijn dat er veel verschillende toepassingen zijn van biomassa als energiebron. Het wordt zowel gebruikt bij de opwekking van elektriciteit als bij het verkrijgen van biobrandstof of biogas. Daarbij moet opgemerkt worden dat sommige vormen van biomassa duidelijk schadelijker zijn voor natuur, milieu, gezondheid en het klimaat dan andere. Ze hebben echter allen één ding met elkaar gemeen: ze worden verbrand, zijn hierdoor geen van allen schoon en zijn dus geen van allen een echte oplossing voor de lange termijn. De minst schadelijke vormen van biomassa, zoals algen en bacteriën, zijn uiteindelijk dus ten hoogste bruikbaar als een overgangsfase naar echt schone energie. Ik zou dan ook graag zien dat investeringen en subsidies worden verlegd naar de echt schone bronnen. Elke euro die besteed wordt aan biomassa, biobrandstof of biogas, is er één die beter besteed had kunnen worden aan ontwikkelingen in schone energie-opwekking.

 Wat is dan wel schoon? Uiteindelijk komt het erop neer dat, hoe hard de mensheid ook nieuwe manieren verzint om energie op te wekken en vervolgens mensen hiervoor laat betalen: de zon en wind leveren meer energie. Het is hoogste tijd dat we dit feit omarmen. Maar, hoor ik sommigen van jullie denken: de bouw van windmolens en zonneparken heeft grote gevolgen voor het landschap en biodiversiteit. Dit klopt tot op zekere hoogte en die kritiek kan ik delen. Het lijkt mij dat de natuur niet het kind van de rekening mag worden. Sterker nog: we zouden de natuur als uitgangspunt moeten nemen. Dus eerst uitzoeken hoe we zo min mogelijk impact op de natuur hebben. En daar vervolgens onze economie en energievoorziening op afstemmen. Het is wel zo dat wereldwijd verreweg de meeste windparken en zonnepanelen worden geplaatst in grote, weidse open gebieden, zee, stedelijk gebied en op daken van woningen en bedrijven. Uiteraard hebben deze energiebronnen ook hun CO2 impact. Dat wordt ook door niemand ontkent. Echter, de techniek voor het opwekken en opslaan van schone energie ontwikkelt zich razendsnel. Voor het produceren van een zonnepaneel is uiteraard ook energie nodig. De tijd die het kost om deze energie terug te verdienen (de energetische terugverdientijd) is voor wind- en zonne-energie erg positief: één tot twee jaar. Gemiddelde zonnepanelen gaan inmiddels 20-30 jaar mee, verreweg het grootste deel van hun levensduur zijn ze dus uitstoot-neutraal. Ook kunnen ze inmiddels bijna volledig gerecycled worden. Voor silicium zonnepanelen is nu al een recyclingspercentage van 96% haalbaar. Daarnaast maken de grote windparken, op o.a. de Noordzee, het in de toekomst mogelijk om grote hoeveelheden waterstof te produceren. Waterstof, de uitzondering die de regel bevestigt: verbranding van waterstof is wél schoon. Je houdt dan namelijk water over. De combinatie van een energievoorziening gebaseerd op zon, wind en groene waterstof is de schoonste die we op basis van hetgeen we nu weten kunnen nastreven. Uiteraard gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ook zonne- en windenergie gevolgen hebben voor natuur, milieu en klimaat. Vergeet alleen niet dat de alternatieven zoals olie, gas en kolen veel en veel grotere natuur- en milieuschade opleveren.

 De situatie in Vlaardingen Naar aanleiding van de zorgen en maatschappelijke discussie omtrent het gebruik van biomassa heb ik recentelijk het college van Vlaardingen bevraagd naar het huidige gebruik binnen onze stad en de te voorziene ontwikkelingen in de toekomst. De meest in het oog springende ontwikkeling w.b. het gebruik van biomassa zijn de ketels van Waterweg Wonen. Zij verwarmt namelijk woningen aan de Koninginnelaan, Zwaluwenlaan en het Mendelssohnplein door middel van biomassaketels. Voor de verwarming van deze complexen wordt gebruik gemaakt van houtsnippers die vrijkomen uit (bos)onderhoud en snoeiafval. Deze biomassa komt uit Nederland en wordt dus niet geïmporteerd. Voor deze biomassa verdwijnen gelukkig geen hele bomen. Waterweg Wonen streeft ernaar om meer snoeiafval lokaal te verkrijgen. De specificaties van de verschillende biomassaketels zijn als volgt:

- Koninginnelaan 1x 540 kW biomassaketel - Zwaluwenlaan 1x 720 kW biomassaketel - Mendelssohnplein 1x 510 kW biomassaketel

Voor kleinere ketels zoals de door Waterweg Wonen gebruikte ketels, gelden de volgende emissiewaarden, daarbij zijn er ook metingen verricht:

Norm meting: - Stikstofoxiden (NOx) (mg per kubieke meter) 300 210 - Zwaveldioxide (SO2) (mg per kubieke meter) 200 3,5 - Totaal stof (mg per kubieke meter) 40 20

Naast het bovenstaande zijn ook metingen gedaan van Buteen (C4H8), Hexaan (C2H6) en Benzeen (C6H6). Allen zijn gemeten op 0 mg/m3. Hieruit kunnen we de conclusie trekken dat de verstookte biomassa op basis van snoeihout in Vlaardingse ketels ruim binnen de gestelde normen vallen. De vraag blijft echter: omdat het binnen de norm valt, moeten we er dan ook maar gebruik van maken?

De verwarming van deze woningen middels biomassa zit vooralsnog in een proeffase. Waterweg Wonen heeft nog geen definitief besluit genomen om al dan niet door te gaan. Waterweg Wonen onderzoekt ook de mogelijkheden van biokool voor de (nabije)toekomst. Biokool wordt gemaakt uit nattige biomassa zoals grassen en afval uit de akkerbouw. Hiervan zijn in Nederland grote overschotten die voor andere toepassingen onbruikbaar zijn. Daarnaast vraagt biokool minder ruimte voor opslag omdat het meer energie bevat dan snippers of pellets. Het feit dat Waterweg Wonen zoekt naar manieren om biomassa zo goed mogelijk in te zetten is op zichzelf een prima ontwikkeling. Het past ook binnen de door de overheid gesteld duurzaamheidsdoelstellingen. Wanneer we de uitstoot van deze vorm van biomassa afzetten t.o.v. kolen of gas dan is de natuur- en milieuschade, zoals al eerder betoogt, uiteraard kleiner. Zo komen er significant minder giftige stoffen vrij bij verbranding van snoeiafval. De gevolgen voor natuur en biodiversiteit bij het winnen en vervoer van gas of kolen zijn een stuk groter dan bij snoeiafval het geval is. Dat gezegd hebbende: ook deze biomassa levert energie door middel van een verbrandingsproces en is dus niet echt schoon.

 Reactie college Het college van B&W in Vlaardingen schaart zich in hun reactie op mijn vragen achter het geldende overheidsbeleid. Namelijk dat biomassa nodig is om aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Ik had graag gezien dat het college zich hierin kritischer op had gesteld. Dat biomassa duurzaam zou zijn betreft immers vooral een papieren werkelijkheid.

    Zoals ik in alle bovenstaande informatie heb aan willen tonen is het begrip biomassa diffuus, breed en staat het huidige (subsidie)beleid investeringen in echt schone energie in de weg. Biomassa is een makkelijke manier om je “groen”, “eco” en “duurzaam” voor te doen. Ook wanneer je dit niet bent. We zien dat door marktwerking ook energie het speelterrein is geworden van het grote bedrijfsleven. Ik vind daarom dat de politiek, in zijn rol als beleidsbepaler, de koers moet uitzetten. Daarbij de kaders schetsen waaraan bedrijven en instellingen zich moeten houden. Om dit goed te kunnen doen is een duidelijk standpunt nodig over wat werkelijk groen, schoon en toekomstbestendig is. Uiteraard moeten overheden hierbij zelf het goede voorbeeld geven door te kiezen voor investeringen in zon, wind en waterstof - onze beste kansen op schone energie voor de toekomst.

Vlaardingen zou in zijn regionale energiestrategie dan ook vol in moeten spelen op de lange termijn mogelijkheden van zon- en windenergie.

Daarnaast zijn er steeds meer lokale energiecoöperaties in handen van burgers en ook in Vlaardingen komt hier gelukkig steeds meer schot in. Zo heeft recentelijk het Vlaardings Energie Collectief (VEC) op het dak van de Koninginnelaan 220 zonnepanelen geplaatst. Hierdoor zijn 39 Vlaardingers collectief eigenaar van deze panelen en vangen hierdoor een deel van hun energiebelasting terug en delen zo in de verkoop van de energie door het VEC. Burgerinitiatieven zoals deze zorgen voor groter draagvlak en gebruik van schone energie. Daarnaast is dit ook een manier waarop je zelf, als burger, de macht van het grootkapitaal kan ondermijnen.

 Conclusie Het mag inmiddels duidelijk zijn dat grote bedrijven, corporaties en overheden graag gebruik maken van prettig klinkende modewoorden als “duurzaam”, “eco” en “groen”; we zien deze woorden overal terug, te pas en te onpas. Zo proberen bedrijven hun producten van een groen sausje te voorzien en aan de man te brengen, zelfs wanneer deze bedrijven alles behalve groen, ecologisch of duurzaam zijn. Het is van het grootste belang dat we eerlijk zijn over de producten die we verkopen en de energie die hiervoor gebruikt of opgewekt moet worden. Natuur- en milieuorganisaties én groene politici moeten daarom een stevig, ondubbelzinnig standpunt innemen tégen biomassa, biobrandstoffen, (bio)gas en alle andere zogenaamde alternatieve energiebronnen geen oplossingen bieden voor de lange termijn. Schone energiebronnen als zon, wind en waterstof bieden die oplossing wel! De bestaande biomassacentrales zouden enkel gebruik moeten maken van de minst vervuilende vormen van biomassa, zoals algen. De bouw van nieuwe biomassacentrales is contraproductief voor luchtkwaliteit en trekt een grote wissel op ecologie en biodiversiteit. Op grond van al het bovenstaande moeten er dus geen nieuwe centrales bijkomen. Door het verstrekken van subsidie op biomassa – want ten onrechte wordt biomassa steeds vaker gezien als dé manier om duurzaamheids-doelstellingen te behalen – dreigt momenteel een wildgroei aan centrales. Het is aan de politiek, waarvan ik een klein onderdeel ben, om beleid en koers vooral voor de lange termijn bij te sturen.

  Werk aan de winkel Ter afsluiting rest mij nog om een belangrijke overweging met jullie te delen: hoewel ik duidelijk inzet op gebruik van schone energiebronnen als zon, wind en waterstof, zie ik ook dat dit niet de enige manieren zijn om natuur te beschermen en de ecologische- en klimaatcrisis het hoofd te bieden. Zo lang we blijven geloven in oneindige economische groei op een eindige planeet, blijven we interen op de reserves die onze planeet heeft. De mate van consumeren zal moeten normaliseren; door minder vlees te eten en minder te vliegen zijn grote stappen bij het herstellen van ecologie en biodiversiteit te zetten. Het huidige economische model kost de planeet gewoonweg te veel en levert het grootste deel van de bevolking te weinig op. Het plunderen van het natuurschoon van de aarde levert grote welvaart voor een steeds kleiner wordende groep mensen. Terwijl de negatieve effecten van klimaatverandering en ecologische teruggang vooral gevoeld worden door de mensen die hierin het kleinste aandeel hebben en hieraan ook nog eens het minste geld verdienen. Hierdoor is de ecologische crisis waarin we zitten en de zoektocht naar schone energiebronnen ook een zaak geworden van rechtvaardigheid. Het roer kan om: we kunnen kapitaal zwaarder belasten en welvaart eerlijker verdelen. We kunnen een einde maken aan oneindige groei. De natuur leert ons veel over groei. Groei is hierin iets moois, iets noodzakelijks en gebeurt in harmonie met haar omgeving; totdat het volwassen is geworden. Dan stopt groei. We voelen allemaal instinctief aan dat eeuwige groei niet kan en uiteindelijk het systeem waarbinnen het zich bevindt kan vernietigen. Wanneer je van je dokter hoort dat je cellen in je lichaam hebt die maar door blijven groeien, dan krijgt groei ineens een hele andere lading. Eeuwige groei is ongezond. Onze economie is hierop geen uitzondering. De wereld is in de afgelopen 100 jaar uit balans geraakt, we kunnen het ons echter niet veroorloven om er nog eens 100 jaar over te doen om haar weer gezond te maken. Laten we de mouwen opstropen, er is werk aan de winkel.

  Vlaardingen, 14 mei 2020Neill Voorburg

 

Opgave duurzame energie vereist grote windmolens. | Midden-Drenthe

GroenLinks GroenLinks VVD CDA PvdA Midden-Drenthe 21-03-2020 00:00

‘Is het wel verstandig om de hele gemeente te beleggen met zonneparken en kleine windmolens en de inzet van grote windmolens volledig uit te sluiten?’, zo vroeg de woordvoeder GroenLinks, Henk van der Beek, zich af in de commissie ruimte en groen van 12 maart.

Deze commissie besprak de Duurzaamheidsvisie en GroenLinks Midden-Drenthe kwam met een heel andere visie dan het college over de aanpak van duurzame energie.

Henk van der Beek: ‘Als het gaat om duurzame energie kiest GroenLinks voor zonnepanelen op de daken. Alleen met ‘zon op dak’ komen we er niet, dus zijn er ook zonneparken nodig op geschikte plekken en met draagvlak van de bevolking. De omgeving heeft dan naast de lasten ook de lusten door te profiteren van de opbrengsten. Tot zover volgen we de visie van het college. Voor het inzetten van windenergie hebben wij een heel andere visie. GroenLinks, maar bijvoorbeeld ook het CDA en de VVD, wil hierbij evenzeer kijken naar enkele grote windmolens mits er draagvlak is in de omgeving.

Het college kiest nadrukkelijk voor kleine, 23 meter hoge windmolens. Zij wijst grote windmolens af omdat hiervoor geen draagvlak zou zijn. Op de vraag naar verdere onderbouwing komt het college met weinig overtuigende antwoorden.’

GroenLinks in lijn met insprekers.

Nu bleek echter uit de reactie van de drie insprekers in de commissievergadering dat een behoorlijk aantal inwoners wel degelijk behoefte heeft aan grote windmolens en kleine windmolens juist niet ziet zitten. Zij spraken namens de organisaties de LTO Midden-Drenthe, het Drents Agrarisch Jongeren Kontakt en het Dorpen Overleg Midden-Drenthe.

Hun boodschap was: Kleine molens hebben weinig rendement en daarom heb je er heel veel van nodig. Voor de energie van twee grote windmolens moeten wel meer dan 800 kleine draaien!

‘GroenLinks kiest nadrukkelijk voor enkele grote molens. Wel is het hierbij nodig dat er een geschikte locatie wordt gevonden, met geen extra horizonvervuiling. Ook moet de omgeving achter de plannen staan en er van profiteren. GroenLinks onderschrijft hiermee dus de wensen van de insprekende organisaties die ook voor grote windmolens zijn.

Wij zijn uitermate verbaasd over het standpunt van Gemeentebelangen: “Geen grote windmolens want wij wijken niet af van het coalitieakkoord”. Kennelijk is zij niet meer de partij die zich eerder decennia lang met hand en tand verzette tegen in beton gegoten coalitieakkoorden. Ook de PvdA blijft bij het coalitieakkoord waarbij zij stelt dat draagvlak van uit de dorpen heel belangrijk is. Maar dit draagvlak geldt alleen voor kleine windmolens, zo blijkt uit de discussie. Bij draagvlak voor een grote windmolen hoeft het dorp kennelijk niet te rekenen op samenwerking vanuit de PvdA.’, aldus Henk van der Beek, commissielid GroenLinks Ruimte en Groen.

 

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.