Poliflw

Wethouder Wisja Pannekoek (Gemeente Belang Krimpenerwaard): “Wij willen dat iedereen kan meedoen in de gemeente Krimpenerwaard. En dat begint bij de vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Krimpenerwaard is een uitgestrekte gemeente. Hierdoor zijn voorzieningen soms lastig te bereiken, wat vervoer kostbaar maakt. De gratis OV-pas is voor veel inwoners met een laag inkomen dan ook echt een uitkomst.”

Annemarie Hoogeveen, regiodirecteur Arriva Zuid-Holland Noord: “Arriva vindt dat openbaar vervoer toegankelijk moet zijn voor iedereen, ongeacht hun portemonnee. Daarom zetten we ons in voor betaalbare ov-oplossingen, zoals de gratis OV-pas. We zijn blij dat nu alle inwoners van Krimpenerwaard met een kleine portemonnee de hele week voordelig kunnen reizen. Zo verkleinen we samen met de gemeente Krimpenerwaard de kansenongelijkheid en gaan we het sociaal isolement tegen.”

Klik hier voor het hele artikel.

Perspectief voor busvervoer van en naar de kernen van Bergeijk

De laatste jaren ontvangen we als LPB steeds meer signalen van verschraling van het openbaar busvervoer in onze gemeente. Wanneer we dit bespreekbaar willen maken, al snel aangegeven dat de gemeente daar geen invloed op heeft en dat we afhankelijk zijn van de Provincie.

Het Bidbook OV 2040 beschrijft een ambitieus plan voor de ontwikkeling van het openbaar vervoer (OV) in de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland tegen 2040.

Onderstaand zijn de belangrijkste gevolgen voor het openbaar busvervoer in Brabant samengevat.

Er is sprake van toenemende druk op het huidige mobiliteitssysteem.  Prognoses geven aan dat het drukker wordt op de wegen, in treinen, bussen en op fietspaden, waarbij reizigers steeds langere afstanden afleggen. Dit betekent dat het huidige openbaar vervoer in Brabant onder druk staat en steeds meer onder druk komt te staan. Als gevolg is nu actie nodig om dit te verbeteren.

De nadruk wordt gelegd op ontwikkeling rond stedelijke gebieden. Er wordt ingezet op het verbeteren van de mobiliteit rond Eindhoven, Tilburg, Breda, en ‘s-Hertogenbosch. Dit omvat investeringen in nieuwe verbindingen en mobiliteitshubs ( overstapknooppunten ) om de groei op te vangen en de bereikbaarheid te verbeteren.

De noodzaak van investeringen in infrastructuur is onontbeerlijk.

Er wordt ingezet op transitie naar duurzame mobiliteit. In deze mobiliteitstransitie gaat het openbaar vervoer een centrale rol speelt als duurzaam alternatief voor autoverkeer. Dit omvat naast het openbaar vervoer ook het bevorderen van lopen, fietsen en slimme mobiliteitsoplossingen.

Samengevat betekent dit plan voor het openbaar busvervoer in Noord-Brabant een toename van investeringen en ontwikkelingen om de mobiliteit te verbeteren, met een nadruk op duurzaamheid en betere verbindingen rond stedelijke centra.

Voor kleinere kernen in Brabant kan het perspectief op openbaar busvervoer variëren. Dit is afhankelijk van verschillende factoren zoals de ligging van de kern, de bevolkingsdichtheid, de vraag naar openbaar vervoer en de beschikbare financiële middelen.

Het betekent ook dat in sommige kleinere kernen het openbaar busvervoer zal worden beperkt vanwege de hoge kosten in verhouding tot het aantal reizigers. Dit kan in de toekomst resulteren in steeds minder frequente busdiensten of zelfs het ontbreken van openbaar vervoer in bepaalde gebieden.

Aan de andere kant kan de overheid streven naar het behoud of zelfs uitbreiding van het openbaar vervoer in kleinere kernen om de mobiliteit van de inwoners te waarborgen. Dit geldt zeker voor maatschappelijk kwetsbare mensen, voor mensen die om wat voor reden dan ook geen eigen vervoer hebben. Dit kan worden bereikt door middel van subsidies, het stimuleren van samenwerkingen tussen vervoersbedrijven en gemeenten, en het aanpassen van dienstregelingen aan de behoeften van de lokale bevolking.

Over het algemeen is het perspectief op openbaar busvervoer in kleinere kernen in Brabant een kwestie van balanceren tussen de vraag vanuit de gemeenschap, de beschikbare financiële middelen en het streven naar een goede bereikbaarheid en mobiliteit voor alle inwoners.

De Lokale Partij Bergeijk denkt dat we zelf als gemeente het voortouw moeten nemen om goede lokale alternatieven aan te geven voor acceptabel busvervoer. Door de oplossing van dit probleem enkel bij de provincie en de grotere gemeenten te leggen, sta je bijna altijd achteraan in de rij.

Je mag dan als gemeente wel financieel bijdragen maar met de inwoners van Bergeijk wordt maar mondjesmaat rekening gehouden.

Een vergelijkbaar standpunt heeft ook burgemeester Dijsselbloem van Eindhoven die zelfs aangeeft dat het niet ondenkbaar is om bijvoorbeeld een regionale busmaatschappij op te richten die veel meer rekening kan houden met de regionale behoeftes van lokale bewoners.

De Lokale Partij Bergeijk zal blijven “hameren” op een grotere rol van de gemeente Bergeijk in het regionaal openbaar vervoersbeleid in het belang van onze inwoners. Dit mag de gemeente wat ons betreft ook wat kosten. “Wie betaalt, bepaalt”.

Jos Kirkels

Lokale Partij Bergeijk

Naar aanleiding van hieronder bijgevoegde mail heeft Partij Souburg-Ritthem een aantal vragen

Als vrijwilligsters van de Zoute Viever vroegen wij ons af of er een zebrapad komt voor de nieuwe Zoute Viever naar de overkant van het Oranjeplein. De situatie om over te steken is nu al vol risico en dat wordt dadelijk nog veel erger, als er 107 mensen gaan wonen. De mensen gaan echt niet eerst terug naar de Stemerdinglaan, de Lekstraat oversteken en dan aan de andere kant weer de Stemerdinglaan oversteken om naar de Jumbo te gaan. Dat doet uiteraard geen mens.

Vraag 1 Vrijwilligers uitten hun zorgen over de toekomstige verkeerssituatie rondom de nieuwe Zoute Viever en meer specifiek over het ontbreken van een veilige oversteekplaats voor voetgangers tussen de toekomstige vestiging van de Zoute Viever naar de overkant van het Oranjeplein. Erkent het college de zorgen van de vrijwilligers over deze situatie? Graag toelichting.

Ons antwoord

Het college erkent dat het voor bejaarde mensen een obstakel is om een weg met autoverkeer over te steken. We erkennen niet dat de oversteek vol risico zit of dat een zebrapad al het risico weg zal nemen. Zie onze toelichting bij vraag 2.

Vraag 2 Is het college bereid om naar deze situatie te kijken? En met behulp van een verkeersinformatie kaart, deze aan de vrijwilligers en aan de PSR verduidelijken/uitleggen? Graag toelichting.

Ons antwoord Op het Oranjeplein, tussen de Burgemeester Stemerdinglaan en Paspoortstraat, hebben vanaf 1 januari 2014 12 geregistreerde ongevallen plaatsgevonden. Het gaat hier in alle gevallen om ongevallen met botsingen met of tussen voertuigen (auto’s, (brom)fietsen of e-bikes). Er hebben geen geregistreerde ongevallen plaatsgevonden waarbij voetgangers betrokken zijn. De wens van het zorgpersoneel slaat dus voornamelijk terug op de subjectieve veiligheid (gevoel van veiligheid) en minder op de objectieve veiligheid (daadwerkelijke veiligheid).

Zebrapaden worden in beginsel nooit toegepast op erftoegangswegen. Dit komt ten eerste omdat het kan conflicteren met het principe rechts-gaat-voor. Een voetganger komend van links heeft immers voorrang en kan daardoor over het hoofd worden gezien. En ten tweede omdat het de focus legt op één specifiek punt in het wegbeeld. Dit is onwenselijk, omdat weggebruikers op erftoegangswegen altijd rekening moeten houden met plots overstekende mensen of spelende kinderen.

Zebrapaden op erftoegangswegen vergroten het gevoel van subjectieve veiligheid, maar verslechteren de objectieve veiligheid als deze niet zorgvuldig worden toegepast. Wij zijn bereid om naar een zorgvuldige toepassing van een zebrapad te kijken bij de reconstructie van de wegen rondom de Zoute Viever in 2024.

Vraag 3 Hoe kijkt het college aan tegen het idee om een zebrapad vanuit de nieuwe Zoute Viever naar de overkant van het Oranjeplein aan te leggen? Dit draagt bij aan de veiligheid van alle voetgangers en in het bijzonder aan die van de toekomstige bewoners van de Zoute Viever. Graag toelichting.

Ons antwoord

Wij zijn van mening dat objectieve veiligheid belangrijker is dan subjectieve veiligheid. Zie onze toelichting in het antwoord op vraag 2.

Veel ouderen en mensen met een beperking, die geen auto hebben of niet kunnen fietsen, zijn aangewezen op het openbaar vervoer: de trein, de bus, de tram en de metro. Maar dan moet dit wel goed zijn georganiseerd.

De Ouderenpartij heeft in de afgelopen jaren aandacht gevraagd voor de toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Het GVB heeft veel bezuinigingen doorgevoerd.  Deze weken speelt dat ook weer: de Vervoerregio Amsterdam heeft nu plannen gepresenteerd die nadelig zijn voor de Diemense reizigers, met name uit Diemen-Zuid, dat de laatste jaren fors gegroeid is.

Zo wordt opnieuw voorgesteld om metro 53 van Diemen-Zuid niet meer rechtstreeks naar het Centraal Station te laten rijden, maar een overstap in te voeren op station Van der Madeweg. Daar zou een andere metro klaar staan. Maar het komt regelmatig voor dat er een storing is. Dan heeft dat meteen gevolgen (lees: vertraging of uitval) voor andere metro’s. Voor alle reizigers, maar in het bijzonder reizigers die slecht ter been zijn, of in een rolstoel zitten, is dat geen prettig vooruitzicht.

Liften

In dit verband hebben we ook de liften en roltrappen op de trein- en metrostations, die vaak defect zijn, aan de orde gesteld. Die moeten meteen gerepareerd worden. Met rollator en kinderwagen kun je nog met moeite de trap nemen, voor mensen rolstoelers is dat geen optie.

Haltes

De Vervoerregio stelt ook voor de wandelafstand naar de haltes terug te brengen naar 400 meter. Het GVB heeft in de afgelopen jaren veel haltes opgeheven, zodat reizigers nu vaak 800 meter naar een halte moeten overbruggen. Dat is weer een probleem voor mensen die slecht ter been zijn. De opgeheven haltes zullen voorlopig niet terugkeren, zo schat de Ouderenpartij Diemen in.

Alexanderplein

En tenslotte is er nog de veel te smalle overstap op het Alexanderplein. Die moet breder worden gemaakt. Desnoods met tramsporen vlak naast  elkaar, zodat er maar één tram tegelijk kan passeren (zoals in de Leidsestraat).

Geachte leden van de Provinciale Staten,

Met urgentie wenden wij, vertegenwoordigers van de politieke partijen in de gemeente Medemblik, ons tot u in verband met de recent doorgevoerde wijzigingen in de dienstregeling van Connexxion, welke aanzienlijke gevolgen hebben voor de bereikbaarheid van onze dorpen. Deze veranderingen, die onder andere de opheffing van buslijn 655 en het verdwijnen van haltes omvatten, hebben geleid tot een verslechtering van de openbaar vervoersvoorzieningen binnen onze gemeente.

De aanpassingen in de dienstregeling resulteren in een bijna verdubbeling van de reistijd voor sommige scholieren van Medemblik naar Wieringerwerf, van circa 25 naar 45 minuten, met daarbij een noodzakelijke overstap in Abbekerk. Dit heeft niet alleen impact op de dagelijkse routine van onze inwoners maar vormt ook een aanzienlijke verslechtering van de toegankelijkheid en het gebruiksgemak van het openbaar vervoer.

Specifieke zorgen zijn geuit over de opheffing van lijn 655, een cruciale scholierenlijn die, ondanks beweringen over lage passagiersaantallen, bij slecht weer volledig bezet is. Dit illustreert een duidelijke behoefte aan deze dienst, met name tijdens de wintermaanden. Daarnaast is er onrust over het niet aansluiten van Zwaagdijk-West op een buslijn, het verdwijnen van bushaltes in Benningbroek, Sijbekarspel en Andijk.

Wij erkennen dat het nieuwe vervoerplan in samenwerking met de provincie Noord-Holland is ontwikkeld en dat er inspraakmogelijkheden zijn geweest. Gezien de grote negatieve impact die deze wijzigingen hebben op onze gemeente, dringen wij er bij u op aan het besluit te heroverwegen en de dialoog met ons en met Connexxion voort te zetten om tot een toegankelijke openbaar vervoer oplossing te komen.

Het is belangrijk dat wij samenwerken om de bereikbaarheid te waarborgen die tegemoetkomt aan de behoeften van alle inwoners van Medemblik, inclusief scholieren, ouderen, en anderen die afhankelijk zijn van openbaar vervoer voor hun dagelijkse verplaatsingen.

Wij verzoeken u dringend om deze kwestie opnieuw te beoordelen en nodigen u uit voor een gesprek om gezamenlijk te zoeken naar oplossingen die de bereikbaarheid en leefbaarheid van onze gemeente waarborgen.

In afwachting van uw reactie en met de hoop op een constructieve dialoog,

Tjeu Berlijn, Hart voor Medemblik

Luiten Plekker, GemeenteBelangen

Het openbaar busvervoer in Lelystad staat momenteel centraal in zowel de media als binnen de gemeenteraad. Een kritische blik wordt geworpen op de prestaties sinds EBS (RRReis) verantwoordelijk is voor het busvervoer. Klachten over vertragingen, uitvallende ritten en wachttijden van meer dan een uur bij de bushalte zijn aan de orde van de dag.

EBS heeft aangegeven dat een ingeperkte dienstregeling tot het einde van 2024 noodzakelijk is vanwege onder andere een schrijnend tekort aan chauffeurs. Mooi Lelystad is het hier niet mee eens en heeft, samen met andere partijen, een motie ingediend om het college met de Gedeputeerde Staten van de Provincie Flevoland in gesprek te laten gaan.

In de motie roept Mooi Lelystad het college op om:

Uiting te geven aan de teleurstelling van de gemeenteraad van Lelystad over de uitvoering van het openbaar vervoer;

Duidelijk te maken welke problemen zich in Lelystad voordoen en de omvang van de problematiek;

Te pleiten voor een snelle en effectieve oplossing van de problemen op de kortst mogelijke termijn, en dat afschalen (minder ritten) van het busvervoer geen optie is;

Bij de provincie aan te dringen op de inzet van ad hoc vervoer op kosten van de in gebreke blijvende partij.

Mooi Lelystad hoopt met deze motie op een spoedige en duurzame oplossing voor de busvervoer problematiek, zodat de reizigers die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer niet langer de dupe zijn.

De motie benadrukt de NOODZAAK van een betrouwbare en toegankelijke busverbinding

voor scholieren, studenten, werkenden en ouderen in Lelystad.

Tijdens de bespreking van de startnotitie voor het Mobiliteitsplan vroeg VoorWaards om vaart te maken met het oplossen van de verkeersproblemen op het eiland.

Er wordt al te lang over gesproken, maar daadkracht ontbreekt bij het veiliger maken van de dijken, het zorgen voor betere OV-verbindingen, goed vervoer voor ouderen en veilige fietspaden. Na de startnotitie wordt het uiteindelijke mobiliteitsplan opgesteld, maar het College van B&W wil dit pas in het najaar van 2024 aan de raad presenteren. Dat is voor VoorWaards te laat, want er is immers al zo veel over bekend.

Op de dijken wordt al jaren overlast ervaren door te hard rijdend en te zwaar (vracht)verkeer. De wegen en dijken zijn niet meegegroeid met de groei van het aantal inwoners en het aantal auto’s. Hierdoor ontstaan onveilige situaties voor fietsers en schade aan woningen door de trillingen. Ook het vele sluipverkeer is een grote ergernis. Dit speelt onder andere op de Blaaksedijk, Westdijk, Zinkweg, Noorddijk, Zwartsluisje, Sluisjesdijk. Heel veel inwoners hebben hier dus last van en krijgen geen gehoor vanuit de gemeente.

In 2013 is er een Regionaal Verkeer- en Vervoersplan opgesteld en onduidelijk is in hoeverre hieraan uitvoering is gegeven. Daarnaast zijn er veel werkgroepen opgericht, die bijna allemaal zijn aangesloten bij het Collectief Veilige Dijken. Zij trekken al jaren aan de bel. Raadslid Eline Rood gaf tijdens de vergadering op 31 oktober 2023 aan dat deze werkgroepen moeten worden betrokken bij het opstellen van het mobiliteitsplan, omdat daar veel kennis aanwezig is. De wethouder heeft toegezegd dit te gaan doen.

Eline Rood: “Wat ons betreft worden de dijken als 30 km zones ingericht door middel van obstakels om de snelheid eruit te halen en wordt er ook gehandhaafd. Zo lang hoeft dat allemaal niet te duren. Daarnaast laten de OV-verbindingen op het eiland te wensen over en is er nog niets opgelost voor het vervoer voor ouderen. Het lijkt op uitstelgedrag. Wethouder Van Waveren heeft dit dossier helaas niet onder controle.”

Voor VoorWaards is het, naast bovengenoemde punten, belangrijk om in de Hoeksche Waard gebruik te kunnen gaan maken van elektrische deelauto’s en deelfietsen. Ook wil VoorWaards dat de N217 verbreed wordt en dat de OV-verbindingen tussen de dorpen, maar ook naar Rotterdam, verbeterd worden. De partij hoopt deze punten terug te zien in het mobiliteitsplan in 2024.

De gemeente wil bij inwoners ophalen wat zij zien als verbeterpunten op het gebied van verkeer en vervoer en heeft daarvoor een enquête opgesteld. Door het invullen van de vragenlijst kan iedereen inbreng leveren over de mobiliteit. De vragenlijst is te vinden op www.gemeentehw.nl/mobiliteitsplan en kan ingevuld worden t/m 14 januari 2024.

In de raadsvergadering van donderdag 9 november is een historisch besluit genomen. Voor het eerst in de geschiedenis heeft de raad – op voorstel van ABO -, ja gezegd tegen een onderzoek naar de haalbaarheid van een rondweg voor Oldebroek om daarmee de verkeersveiligheid in de kern van Oldebroek belangrijk te verbeteren.

Al tientallen jaren wordt er geklaagd over de huidige gevaarlijke verkeerssituatie van de Zuiderzeestraatweg die zich voordoet in de kern van Oldebroek. Door de enorme toename van verkeer en de beperkte ruimte moeten de verkeersdeelnemers vechten om voorrang. En dat gaat ten koste van de zwakste verkeersdeelnemers zoals de fietsers en voetgangers. Een groot aantal ongelukken en bijna-ongelukken is het logische gevolg. Een schrijnende situatie die een halt toegeroepen moet worden. ABO heeft het onderwerp al vaker geagendeerd en gelukkig is in de laatste raadsvergadering voldoende steun gevonden voor een haalbaarheidsonderzoek.

De Zuiderzeestraatweg is een provinciale weg. Gemeente Oldebroek is daarom afhankelijk van de provincie Gelderland als het gaat om het oppakken van het probleem. Het voornemen is nu om in samenwerking met de provincie te onderzoeken of de grondopbrengsten van een nieuwe woningbouwlocatie tussen een eventuele noordelijke rondweg en de kern in voldoende mate kan bijdragen aan de bekostiging van een nieuwe provinciale rondweg. Door de verkeersluw gemaakte Zuiderzeestraatweg kan de kern van Oldebroek opgewaardeerd worden tot een volwaardig dorpshart waar het plezierig winkelen en verblijven is, voorzien van een ruim parkeeraanbod. En tevens nieuwe kansen ontstaan voor vastgoedontwikkeling wat het centrum een extra impuls kan geven. Een dorpshart waar het plezierig en vooral veilig winkelen is.

In de loop van 2024 verwacht de raad dat het college de eerste uitkomsten presenteert. ABO zal het onderzoek nauwlettend volgen en kijkt uit naar de resultaten.

Fractie ABO

Door Wilco Mazier Wethouder Financiën, Verkeer en Recreatie Mobiliteit is naast wonen en duurzaamheid één van de grote opgaven in niet alleen ons land, maar ook in Harderwijk. Willen we onze steden leefbaar houden dan zullen we anders om moeten gaan met onze mobiliteit in een verstedelijkende omgeving als Harderwijk. Zeker als je de aankomende jaren wilt doorgroeien naar 60.000 inwoners. Daarom neem ik u graag mee in de ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit in Harderwijk. “We zetten in op Harderwijk als loop- en fietsstad volgens het STOMP-principe: de volgorde Stappen, Trappen, OV, Mobility as a Service (deelauto’s), Privéauto. We gaan voor een gezonde leefomgeving waarin de gezonde keuze - zelf bewegen - de makkelijkste is.” Dit is onze ambitie die we hebben opgeschreven in het collegeprogramma. Aan de hand van het STOMP-principe wil ik u meenemen in de ontwikkelingen. Stappen Wandelen of hardlopen is een populaire bezigheid. Dat zien we terug in de hoeveelheid loopgroepen, populariteit van klompenpaden, maar ook in de grote groep mensen die graag in de avond of tijdens de lunch, eventueel met partner, vrienden of collega’s, lekker een stukje gaat wandelen. Een mooie ontwikkeling die we als gemeente alleen maar willen stimuleren. Zo hebben we het afgelopen jaar twee klompenpaden aangelegd, één bij Sonnevanck en één in Hierden. Trappen Het voordeel van de grootte van Harderwijk is dat je eigenlijk alles qua afstand op de fiets kunt bereiken. Aangezien Harderwijk de aankomende jaren doorgroeit naar 60.000 inwoners is de verwachting dat de drukte op de weg alleen maar zal toenemen. Daarom willen we het fietsgebruik stimuleren. Hiervoor gaan we de fietser meer de ruimte geven. Dat gaan we doen door in te zetten op meer fietsstraten en slimmere fietsverbindingen, maar ook op meer fietsparkeerplekken in en bij de binnenstad. Ook hebben we meer dan de helft van de paaltjes op fietspaden weggehaald. Daar ontstaan veel ongelukken door. Ouders en hun kinderen willen we ertoe bewegen om met de fiets naar school te gaan. Dit gaan we aankomend jaar doen met een hele leuke fietscampagne op scholen, genaamd High-Five. (Zie de link hieronder.) In samenwerking met de fietsersbond en Veilig Verkeer Nederland bieden we ouderen de cursus ‘veilig elektrisch fietsen’ aan. Verder willen we de fietsverbinding tussen de omliggende gemeente verbeteren, met als ultieme wens een fietsbrug tussen Ermelo en Zeewolde. https://www.youtube.com/watch?v=Cqt1jQd5Q94&t=90s OV De wens en behoefte voor een beter dienstregeling op het spoor is er al lang. Vanaf de start van mijn collegeperiode ben ik druk aan het lobbyen voor een keervoorziening in Harderwijk. Dat is niet makkelijk en vergt een lange adem. Wat mij daarbij nu helpt is dat de provincie, in de persoon van gedeputeerde Klaas Ruitenberg, ook actief mee-lobbyt. We zitten in december met alle betrokken partijen voor het eerst ook aan tafel: Provincie, ministerie, ProRail en NS. Hopelijk komt het daarmee tot concrete eerste stappen. De dienstregeling voor het busvervoer wordt wel beter. Zo komt er een snelle busverbinding met Lelystad- Bataviastad en stopt de stadsdienst weer aan de Vitringasingel. Ook wordt de verbinding met Zeewolde en Almere opgewaardeerd en kunnen mensen straks ook vanuit het Waterfront aan de kant van de N302 opstappen om zo de bus te pakken naar het station. Al met al flinke verbeteringen. Mobility as a service De deelauto staat qua ontwikkeling nog enigszins in de kinderschoenen in Harderwijk. Daarvoor zijn we nu met Endura aan het kijken of we hier meer op kunnen inzetten. De deelauto is een hele mooie oplossing om het aantal tweede auto’s te verminderen. Bij veel huishoudens staat de tweede auto namelijk vaak stil. Ook is de deelauto een oplossing in het kader van het verlagen van de parkeernorm in delen van het Waterfront, maar ook Nieuw-Weiburg. Privéauto In Harderwijk doen we niet aan auto pesten, maar kijken we wel hoe we de leefbaarheid in de wijken kunnen verhogen, bijvoorbeeld in de binnenstad. De auto willen we daar meer naar de rand van het centrum brengen om zo de leefbaarheid te verhogen. Het mooie is dat inwoners van de binnenstad hier enthousiast op reageren. Ook zij zien dat de auto het straatbeeld vervuilt en door deze te verplaatsen er meer ruimte ontstaat om elkaar te ontmoeten. Zo gaan we op initiatief van de inwoners kijken of we de Kleine Oosterwijck en een deel van de Grote Oosterwijck autoluw/autovrij kunnen maken. Dat neemt niet weg dat we bezoekers aan onze binnenstad op een gastvrije manier willen ontvangen en daar horen voldoende en goede parkeervoorzieningen bij. Ondertussen doen we ook mee in de lobby voor de aanpak van Knooppunt Hoevelaken. De minister heeft deze voorlopig in de koelkast gezet en daarom zijn we samen met Nijkerk en de regio Utrecht-Amersfoort aan het lobbyen voor een ander pakket. Als hij het knooppunt niet gaat aanpakken, dan willen we alternatieve oplossingen zoals extra investeringen op het spoor en snelle fietsverbindingen om maar een paar zaken te benoemen. We zitten niet stil op het gebied van mobiliteit. Er is een hoop gaande, dat is ook nodig om onze mooie gemeente bereikbaar te houden.

Onze Brainportregio, een veel besproken regio, ook een heel bijzondere regio. Al in de tijd van Philips en DAF was Eindhoven en omgeving een belangrijke economische speler. Na de gloriejaren dreigde de regio in de 90-er jaren echter in verval te raken. Maar de regio is ook weer opgestaan en kijk waar deze nu staat. Misschien wel de belangrijkste regio van Nederland en met bedrijven als ASML, met haar technologie, een speler op het wereldtoneel. De Brainportregio komt met een enorme groei, zowel economisch als ook maatschappelijk. Op deze groei, waar we niet zondermeer aan ontkomen, moeten we ons als regio gaan voorbereiden. Dit komt met voordelen, maar ook nadelen.

In een voorgaande nieuwsbrief is al eens toegelicht aan welke groeistrategieën wordt gedacht in deze regio. Door het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE), een samenwerkingsverband van de stedelijke regio Eindhoven-Helmond, is besloten de groei te gaan laten plaatsvinden voornamelijk in Eindhoven en Helmond. De omliggende regio’s, waaronder de Peel, hebben zich hieraan gecommitteerd. Dit betekent voor Laarbeek dat onze dorpen wel zullen groeien met 10 tot 15% maar dat Laarbeek geen stedelijke regio zal worden. Ook zal er geen nieuwe kern worden bijgebouwd, ook wel ‘pioniersdorp’ genoemd, zoals dit eerder tot de opties behoorde.

Dit past ook in het beeld wat ABL heeft van de groei. We vinden dat met deze beperkte groei we gewoon een dorp kunnen blijven en niet verstedelijken. Het is ook een groei die we nodig hebben om de leefbaarheid in de dorpen overeind te houden. Met het oog op de vergrijzing is het goed dat we kunnen groeien met aantallen woningen zodat onze jongeren in de dorpen kunnen blijven maar ook nieuw aanwas in onze dorpen komt wonen. Hierdoor kunnen verenigingen en voorzieningen zoveel mogelijk behouden blijven.

De groei heeft wel consequenties voor Laarbeek. De stedelijke regio gaat namelijk wel explosief groeien en verstedelijken. Dit heeft gevolgen voor de voorzieningen en de mobiliteit in onze regio wat ook afstraalt naar Laarbeek. De problemen die ontstaan moeten we daarom ook samen als regio oplossen. Het oplossen van deze problemen kost geld, veel geld. Dit geld moet deels opgebracht worden vanuit het Rijk, deels vanuit het bedrijfsleven en ook deels vanuit de regio zelf. Als Laarbeek moeten we ook een bijdrage doen. De bijdrage die Laarbeek doet is op eenzelfde manier bepaald als de regiobijdrage voor de mobiliteit van de oostelijke regio.

Op zaterdag 7 oktober hebben de raadsleden uit de Metropoolregio het bedrijf ASML bezocht. In deze bijeenkomst is gediscussieerd over de bijdrage die het bedrijfsleven op het gebied van woningbouw en mobiliteit gaat doen. Zo is het bedrijfsleven al hard op weg met stappen te zetten om de werknemers uit de auto te krijgen naar de fiets en het OV. De juiste stappen worden gezet, maar het bedrijfsleven gaat sneller dan onze gemeentes kunnen bijbenen. Dat zorgt soms voor frustratie en maakt deze problematiek urgent omdat de groei van ASML gewoon doorzet. Het bedrijfsleven voelt zich medeverantwoordelijk voor een verantwoorde groei, we moeten het samen gaan doen.

De komende periode staat voor de metropoolregio in het teken van de regiobijdrage van iedere gemeente. Daarna kan de uitvoeringsagenda starten voor de korte termijnmaatregelen rondom de A2 in Eindhoven. Een belangrijk deel van deze maatregelen is het creëren van ‘Hubs’ voor overstappen van de auto naar andere vormen van vervoer aan de rand van de stad. Voor Laarbeek is het belangrijk de oostelijke agenda voor mobiliteit scherp in beeld te houden en niet te laten overschaduwen door de urgentie rondom de westzijde van Eindhoven.

De metropoolregio heeft op de omgevings-dag van 13 juli de ontwikkelstrategie vastgesteld. Deze ontwikkelstrategie bestaat zowel uit water, wonen, werken, natuur en mobiliteit. De komende tijd zullen we in artikelen verder publiceren over de impact van deze onderwerpen op onze gemeente Laarbeek.