Nieuws van politieke partijen over D66 inzichtelijk

22 documenten

Coalitie rent Kamer uit

PVV PVV D66 VVD CDA Nederland 14-08-2020 08:30

Geert Wilders: ‘‘VVD-Minister Van Ark weigert salarisverhoging zorgpersoneel in verband met zorgelijke financiële situatie in Nederland. MAAR WEL 40 MRD AAN FRANKRIJK SCHENKEN die hun zorghelden wél een hoger salaris geven! Van ons geld!!’’

Geert Wilders: ‘‘Ik zie net in de gang de heer Pieter Heerma - fractievoorzitter van het CDA - wegrennen uit de Tweede Kamer omdat hij te laf is om te stemmen over de motie over een beter salaris voor zorgmedewerkers!’’

Geert Wilders: ‘‘Coalitie wil niet stemmen over mijn motie om salarissen zorgpersoneel te verhogen en rent daarom weg uit Kamer om te zorgen dat er geen quorum is en er niet kan worden gestemd. Ondemocratisch, lafhartig en pure parlementaire sabotage. Voor deze motie renden CDA, VVD, D66 en CU de Kamer uit. En saboteerden ze de stemmingen. Behalve laf en ondemocratisch toont het vooral een totaal gebrek aan respect voor alle zorgmedewerkers aan. Ik zal de motie zo snel mogelijk weer in stemming brengen!’’

Burenruzie

CDA CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 Lansingerland 04-07-2020 16:57

De discussie in de Tweede Kamer afgelopen woensdag over racisme, dat Nederlanders met een migratieachtergrond de weg verspert naar een goedbetaalde baan en een fatsoenlijk huis, had meer weg van een ordinaire burenruzie in plaats van een inhoudelijk politiek dispuut. Terwijl alle ingrediënten voorhanden waren voor een volgende stap in het nationale racismedebat mondde het Kamerdebat een week voor de zomerstop uit in ruzie en gescheld. Partijen vlogen vooral elkaar verbaal in de haren. Allerlei onderwerpen werden erbij gehaald en persoonlijke kwesties werden weer actueel. Oud zeer tussen de PvdA en de partij DENK, die werd opgericht door oud-PvdA-Kamerleden, werd uitgevochten en verschillende fractievoorzitters botsten hard met PVV-leider Geert Wilders wegens zijn felle betoog. Grof taalgebruik Gesterkt door de uitspraken van de premier, die erkende dat racisme in Nederland net zo goed een systemisch probleem is, vroegen D66, PvdA en GroenLinks een debat aan. Een hardere aanpak van discriminatie door uitzendbureaus, een verbod op etnisch profileren en excuses voor het eigen slavernijverleden: met minder zouden zij geen genoegen nemen. En dan was het ook nog Keti Koti, de viering van de afschaffing van de slavernij in 1863. Alle ingrediënten dus voor een goede gedachtenwisseling. Maar al binnen het half uur was duidelijk dat het debat niet aan de hoge verwachtingen ging voldoen. De discussie ontaardde in een aaneenschakeling van oprispingen van oud zeer, beledigingen en grof taalgebruik. Bij vlagen ging het geruzie over in triviaal gescheld. Klaver noemde Wilders een idioot. Andersom was de Groen Linkser een politieke hooligan, met partijgenoten die vroeger communistische massamoordenaars steunden. De scheldgrage PVV-leider liet vervolgens niet na te zeggen dat er na het coronavirus een hysterisch discriminatievirus over de wereld gaat. Beschonken komkommer Hoewel onaanvaardbaar en zelfs verwerpelijk, was het origineelst met de pretentieuze coterie in ’s lands vergaderzaal Farid Azarkan, de fractievoorzitter van DENK, die SP-leider Lilian Marijnissen een beschonken komkommer noemde. Benieuwd of dit aforisme in de Handelingen (woordelijke verslaglegging) blijft staan. Klaver bracht vervolgens in herinnering dat Asscher als minister geen excuses voor de slavernij had aangeboden. Farid Azarkan noemde het verhaal van Asscher een goedkope babbeltruc, omdat de PvdA enkele DENK-moties tegen discriminatie niet had gesteund. Hij haalde ook uitspraken uit het verleden aan van PvdA-kopstukken over Marokkanen. Het ontlokte een woedende tegenaanval van Asscher, die een tirade afstak over de video’s waarin DENK kritiek uitte op Kamerleden met een Turkse achtergrond. De inbreng van Kees van der Staaij (SGP) aan het Kamerdebat was nog het meest veelzeggend. Voor hem is het uitgangspunt helder: alle mensen zijn naar Gods evenbeeld geschapen. Racisme is daarom uit den boze. We zijn immers allemaal van dezelfde lap gescheurd. Het is maar dat u het weet. Geen excuses Vanwege de vrees voor polarisering zag de premier niets in het aanbieden van excuses voor de Nederlandse rol in de slavernij en de slavenhandel. Eerder betuigde de Nederlandse staat wel zijn diepe spijt en berouw. Dat gaat niet voor iedereen ver genoeg, erkende hij. Maar voor anderen zouden excuses juist weer te ver gaan. ‘Kun je mensen die vandaag leven verantwoordelijk houden voor het verre verleden?’, vroeg hij zich af. Volgens de premier zouden excuses meer polariseren, dan dat ze mensen zouden samenbrengen omdat het aanbieden daarvan ook op tegenstand stuit. ‘Als ik het zal doen, voor wie doe ik het dan, aan wie bied ik ze dan aan? En hoe ver moeten we dan teruggaan? Tegelijkertijd, erkennen dat dat niet usance is in de wereld om dat wel te doen. Om al die redenen hebben we het niet gedaan’, aldus de premier. Het kabinet-Rutte II betuigde eerder diepe spijt en berouw voor het slavernijverleden, en dat vindt de premier voldoende. Wel is hij voorstander van een herdenkingsjaar over slavernij in 2023. In dat jaar is het 150 jaar geleden dat Nederland een eind maakte aan slavernij. Voortdurend punt van discussie Slavernij gebeurde honderden jaren geleden. Niemand die nu leeft, heeft daar direct verantwoordelijkheid voor. Schaamte en schuld is totaal niet nodig Maar waar men als samenleving wel verantwoordelijkheid voor heeft, is je te informeren over wat zich heeft afgespeeld. Je kunt niet de glorieuze kant van de geschiedenis vieren zonder dat je er rekenschap van geeft dat die niet voor alle mensen gold. Zoals ook de nieuwe Canon weer aantoont, is de omgang met het Nederlands verleden een voortdurend punt van discussie, dat evenveel zegt over hoe wij over onze gezamenlijke identiteit denken als over het verleden. Het Rijksmuseum werd bij heropening in 2013 gemunt als museum van Nationale Geschiedenis en nam de beslissing om kunst en geschiedenis voor het eerst integraal te laten zien. Zeven jaar geleden was dat nog vanuit het perspectief van het glorieuze Holland, de koopmansgeest; nu is het tijd voor gedeeld verleden. Dat maakt de functie gevoelig: die moet zich constant verhouden tot de gepolariseerde actualiteit.

Rutte door ruim een kwart gezien als beste premier sinds WOII

VVD VVD CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 Zuid-Holland 15-03-2020 06:22

In de week waarin het corona-virus Nederland in zijn greep kreeg komt uit onderzoek naar voren, dat de kiezers Mark Rutte zien als de beste premier sinds de Tweede Wereldoorlog. Op de vraag wie men als beste minister-president sinds WO II ziet, komt Rutte met 27% als nummer 1 uit de bus Hij wordt gevolgd door Wim Kok (21%), Ruud Lubbers (17%), en Joop den Uyl (13%).

https://hoekschewaard.vvd.nl/nieuws/38677/rutte-door-ruim-een-kwart-gezien-als-beste-premier-sinds-woii

© rijksoverheid

Het maakt bijna niet uit aan welke leeftijdsgroep je het vraagt: Rutte scoort het hoogst in bijna alle generaties. De jongsten (tot 24 jaar) kiezen massaal (59%) voor Rutte. Onder de andere leeftijdsgroepen is er meer concurrentie: evenveel kiezers van 35-49 jaar vinden Kok en Rutte de beste (beiden 29%), terwijl bij 65-plussers Ruud Lubbers het meest genoemd wordt. 

Dit onderzoek onder 2.180 Nederlanders – uitgevoerd door I&O Research in samenwerking met NRC Handelsblad – vond plaats tussen 6 tot 10 maart, in de periode dat de eerste corona-gevallen in Nederland bekend werden. Eventuele invloed van deze ontwikkeling op partijvoorkeur en waardering van politici en bestuurders is dus slechts ten dele meegenomen in dit onderzoek.

Bijna helft kiezers vindt dat Rutte goede premier was/is

Maar liefst 45 procent van de kiezers vindt dat Mark Rutte in zijn tienjarig premierschap goed gepresteerd heeft. Een kwart (26%) oordeelt neutraal en 28 procent negatief.Vanzelfsprekend zijn (bijna alle) VVD-kiezers positief over Rutte, maar ook grote meerderheden van het CDA-, D66-, CU- en SGP-electoraat oordelen positief over hem.Zelfs PvdA- en GL-kiezers zijn per saldo eerder positief dan negatief.Uitgesproken negatief zijn kiezers van FvD en PVV.

Rutte, Hoekstra en Kaag – vanuit kiezersgunst – meest voor de hand liggende lijsttrekkers

Een jaar voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021, is het bij meerdere partijen nog onduidelijk wie de lijsttrekker wordt.

VVD: Het is de verwachting dat Mark Rutte nog een keer opgaat voor het premierschap, maar voor de VVD is ook Klaas Dijkhoff in beeld. Mark Rutte steekt met kop en schouders uit boven de andere kandidaten als ‘meest betrouwbare premier’: meer dan de helft ziet hem zo. Bijna de helft van alle kiezers (45%) vindt dat hij het de afgelopen tien jaar goed gedaan heeft als minister-president.CDA: Bij het CDA lopen Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge zich warm voor het lijsttrekkerschap. Vooralsnog scoort Hoekstra iets beter dan De Jonge, maar deze race is nog niet gelopen. Beiden worden door ruime delen van het electoraat gezien als betrouwbare premierkandidaten. De huidige fractievoorzitter van het CDA, Pieter Heerma, wordt gezien als tussenpaus en wordt relatief laag gewaardeerd.D66: Bij D66 worden zowel Rob Jetten als Sigrid Kaag gezien als serieuze kandidaten. Sigrid Kaag staat er beduidend beter voor dan Jetten. Ze wordt niet alleen beter gewaardeerd dan Jetten (een 6,2 versus een 4,8). Als mogelijke ‘betrouwbare premier’ zit ze net achter Wopke Hoekstra. Kaag is nog relatief onbekend (48% zegt haar te kennen) dus ze kan nog groeien.PvdA: Lodewijk Asscher wordt gewaardeerd met een 5,5: boven Klaver (5,1) en Marijnissen (5,3). Maar als ‘betrouwbare premier kandidaat’ moet hij Rutte, Hoekstra, De Jonge en Kaag vooralsnog voor laten gaan. Ten opzichte van 2017 leverde hij 12 procentpunt in (nu ziet 36% hem nog als zodanig). GroenLinks: Jesse Klaver was bij de verkiezingen van 2017 een van de meest populaire lijsttrekkers, met scores van een 6 of hoger, maar levert flink in. Met een 5,1 bevindt hij zich nu in de middenmoot. In 2017 kon 38 procent van de kiezers Klaver zich nog voorstellen als ‘betrouwbare premier’, nu is dat nog 26 procent.PVV / FvD: Geert Wilders (4,1) krijgt een hoger gemiddeld rapportcijfer dan Thierry Baudet (3,6), maar beiden worden laag gewaardeerd. Dit wordt vooral veroorzaakt door het hoge aandeel onvoldoendes die beiden krijgen (Wilders: 67% onvoldoende, Baudet 74%).  Onder de eigen achterban worden zowel Wilders (8,3) als Baudet (8,1) op handen gedragen. Als ‘betrouwbare premier’ doen beiden het echter niet goed: 13 en 14 procent.

Maidenspeech van FVD-senator Paul Cliteur over de staat van de rechtsstaat

Forum voor Democratie Forum voor Democratie D66 CDA PvdA Partij voor de Vrijheid VVD Partij voor de Dieren Nederland 30-10-2019 17:00

FVD mocht als grootste oppositiefractie in de Eerste Kamer op 29 oktober beginnen op de Algemene Politieke beschouwingen. Fractievoorzitter Paul Cliteur heeft toen een betoog gehouden over de democratische rechtsstaat, omdat deze in een versplinterde wereld het enige culturele erfgoed is dat we delen. Uitdagingen voor de rechtsstaat zijn onder andere de drugscriminaliteit die Amsterdam tot een “failed city” maken en het jihadistisch terrorisme dat het kabinet niet onder controle heeft.

Mijnheer de voorzitter,Ik zou vandaag mijn bijdrage aan de Algemene Politieke Beschouwingen, tevens mijn maidenspeech, willen wijden aan de democratische rechtsstaat. Mijn beschouwingen zullen zich dan richten op Justitie en Veiligheid, Immigratie en Asiel, Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken. Ik zal eerst vertellen waarom.

Wat wij niet delenMijn eigen partij heet “Forum voor Democratie”. Het zou natuurlijk fijn zijn wanneer u allemaal diep doordrongen zou zijn van de juistheid van de ideologie van mijn partij. Dat u allemaal zou weten dat de wereld bestaat uit ongeveer 200 soevereine natiestaten. En dat die natiestaat grenzen nodig heeft. De natiestaat als kwetsbaar vaasje.

Maar ik weet natuurlijk dat ik mijn eigen ideologie niet als gedeeld kan veronderstellen.

In die situatie zitten trouwens alle sprekers vandaag.

Mijn vrienden van de CDA-fractie moeten leven met het feit dat we niet allemaal cultuurchristenen zijn.

Mijn vrienden de VVD moeten leven met het feit dat onze collega’s van de SP of PvdA het liberalisme de verkeerde keuze zullen vinden.

Mijn vrienden van de PVV moeten leven met het feit dat vele collega’s van D66 niet zullen begrijpen waarom je de islam op een hele andere manier zou moeten bekijken dan het christendom, jodendom, boeddhisme of hindoeïsme.

En mijn vrienden van de Partij voor de Dieren moeten constateren dat van diervriendelijkheid tijdens onze debatten weinig overblijft in het restaurant.

Dit is de tragiek van het moderne leven. De tragiek van de diversiteit. 

Wat wij delenMaar er is ook gemeenschappelijkheid en dat brengt mij bij het eigenlijke onderwerp van mijn beschouwingen. Hier begint het goede nieuws, mijnheer de voorzitter, want bij het bestuderen van de begrotingsstukken en de Troonrede viel mij op dat telkens een beroep wordt gedaan op een gedeeld erfgoed dat door niemand ter discussie wordt gesteld. Ik heb geconstateerd dat in al die stukken voortdurend wordt gesproken over – en daar komt het – de “democratische rechtsstaat”. En dat is dus best hoopvol. We hebben ook een gedeeld huis. Het huis van de rechtsstaat.

Over die rechtsstaat zou ik wat Algemeen Politieke Vragen aan u willen voorleggen.

Het verschil tussen een staat en een rechtsstaatDan is de eerste stap die we moeten maken, denk ik, dat een rechtsstaat een staat is. Een staat is een organisatie die als doel heeft het vreedzaam samenleven van een groep van mensen (“de bevolking”) op het grondgebied van die staat. En dat kan alleen als die staat macht en gezag kan uitoefenen op dat grondgebied. Kan de staat dat niet, dan is die staat geen “staat”.

Nu de rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat die heeft besloten zijn eigen macht te laten beperken door het recht.

De rechtsstaat is dus zelfbeperking: een rechtsstaat acht zich aan zijn eigen wetten gebonden. De staat is beperking van ieder ander die de pretentie heeft macht te kunnen uitoefenen op het grondgebied. 

Forum van Democratie is van mening dat de komende jaren een aantal uitdagingen op ons afkomt en die kan je verdelen in:

Uitdagingen voor de staatUitdagingen voor de rechtsstaat

Ik begin met de staat.

De criminele uitdaging voor de staatEr is in de politiek al veel aandacht geweest voor het rapport De achterkant van Amsterdam: een verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit (Tops en Tromp). Als je dat rapport gelezen hebt dan kan je toch eigenlijk niet tot een andere conclusie komen dan dat Amsterdam een soort failed state is? Of misschien moeten we zeggen failed city?

Ik heb de indruk dat de bevindingen van dat rapport pas na de moord op advocaat Wiersum echt zijn ingedaald. Van wie is de stad nu eigenlijk? En het is verdraaid moeilijk daarop te antwoorden: van de Amsterdamse wetsgetrouwe burgers.

“De drugsgerelateerde criminaliteit heeft in Amsterdam in vergaande mate vrij spel”. Drugstoerisme. Sterke toename van xtc, cocaïne en amfetamine. Liquidaties. Misdaadjournalisten onder politiebewaking. De Telegraaf kwam dit weekend zelfs met het bericht dat de mocromaffia liquidaties uitvoert voor Iran. Ik kom daar nog op terug.

De plannen van de regering ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteitOnze fractie heeft kennis genomen van de brief van de minister van Justitie en Veiligheid van 11 juli 2018 waarin een pakket aan maatregelen wordt gepresenteerd ter bestrijding van de georganiseerde aan drugs gerelateerde criminaliteit die de samenleving ondermijnt. Onze fractie steunt de robuuste aanpak van het kabinet. Maar – en hier komt de vraag die ik wil stellen – gaan al die maatregelen, al die nieuwe wetgeving wel helpen?

Mijn partij heeft grote zorgen niet alleen over de criminele uitdaging, maar ook over de gedoogcultuur, het gebrek aan de bereidheid tot handhaving bij de overheidsinstellingen. Burgemeesters die openlijk uitspreken bijvoorbeeld een boerkaverbod niet te gaan handhaven omdat het niet past bij de stad ondermijnen het respect voor de wet in zijn algemeenheid. Wil de premier afstand nemen van die gedoogcultuur?

De culturele factorTops en Tromp formuleren dat heel goed tussen de regels door wanneer zij schrijven – ik citeer nu – “Het Nederlandse drugsprobleem is in de kern dat drugs wettelijk verboden zijn in een cultuur van gedogen en meer dan dat. Dit schept een ideaal klimaat voor zelfverrijking door criminele groeperingen op ongehoord grote schaal” (p. 53).

Als dit waar is, mijnheer de voorzitter (en ik denk dat het waar is), dan hebben we daar de kern: een cultuur van gedogen. We hebben niet een probleem met de mocromaffia, we hebben een probleem met onszelf.

Dat is een cultureel probleem. En dat valt nog niet met al het geld van de wereld op te lossen; niet met 100 miljoen, niet met 1000 miljoen.

Politiechef Erik Akerboom legt de vinger op de zere plek: “Zolang er vraag is, is er aanbod”.

Dat brengt mij op de vraag: moet niet die vraag naar illegale drugs harder worden aangepakt? Hebben niet Tops en Tromp gelijk in hun – naar mijn smaak wat “weggestopte” – echte conclusie dat wettelijke verboden in een cultuur van gedogen niet helpen?

Dit, voorzitter, is een probleem dat een veel bredere strekking heeft dan alleen de drugs-gerelateerde georganiseerde criminaliteit. En het is een probleem waar wij, als Eerste Kamer, mee te maken hebben. Wij controleren de wetten, zogezegd, op “handhaafbaarheid”. Maar we zouden ook moeten constateren dat werkelijk gehandhaafd moet worden.

De terroristische uitdaging voor de staatTot zover de criminele uitdaging voor de staat. Een tweede uitdaging (naast de criminele) die voorligt voor de staat, betreft het jihadistisch terrorisme. Ik gebruik hier met opzet de officiële overheidsterminologie. Het wettelijk kader ter bestrijding hiervan is voorhanden. Maar functioneert het ook? Hebben we succes?

Het Jaarverslag van de AIVD over 2018 constateert “een toename van incidenten met een jihadistische, terroristische of radicaalislamitische achtergrond.”

De AIVD  verwijst dan naar Jawed S., de 20-jarige Afghaanse asielzoeker, die via Duitsland (denk aan onze open grenzen!) ons land binnenkwam en op 31 december 2018 twee Amerikaanse toeristen neerstak op het Amsterdamse Centraal Station. Naar eigen zeggen, uit wraak omdat Geert Wilders een cartoonwedstrijd wilde organiseren in de Tweede Kamer. Precies vandaag staat nog een andere Pakistaanse verdachte terecht vanwege bedreigingen richting Wilders voor die cartoons.

    Dat brengt mij op de volgende vragen.

Vindt de minister-president dat we door het opengrenzen beleid van de EU nu weerbaarder of kwetsbaarder geworden voor terroristische aanvallen? Wij denken kwetsbaarder. Graag zijn visie.Is de premier het met mij eens dat door de doorwerking van het Marrakesh immigratiepact Nederland kwetsbaarder zal worden voor mensen als Jawed S. en Junaid I.?Is de premier het ook met mij eens dat door de onzekere situatie in Syrië de gerechtvaardigde vrees bestaat van een uitbraak van ISIS-terroristen?Is de premier het met ons eens dat deze IS-terroristen ongeveer zo’n zelfde wereldbeschouwing hebben als Jawed S. en de Pakistaan Junaid I. die vandaag terecht staat?Is de premier het verder met mij eens dat we de afgelopen twintig jaar (van elf september 2001 tot aan 2019) geen significante vooruitgang hebben geboekt bij het beteugelen van het jihadistisch terrorisme?Vindt de premier ook dat landen als Pakistan waar openlijk de Nederlandse vlag wordt verbrand en waar bedreigingen tegenover de leider van de oppositie in de Tweede Kamer schering en inslag zijn niet op zijn minst ter verantwoording moeten worden geroepen? Waarom is dat nog niet gebeurd? Of hebben we iets gemist op het terrein van de stille diplomatie?Voor het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen en Sociale Zaken lijkt toch ook van belang dat hier een taak ligt voor het Nederlandse onderwijs? Is niet elke uitreizende Syrië-ganger een wandelend bewijs van het falen van ons integratiebeleid? Van ons falende schoolsysteem in de overdracht van democratische waarden? We worden in Amsterdam geconfronteerd met het Cornelius Haga-Lyceum. NRC Handelsblad en Nieuwsuur berichten over Salafistische scholen (“50 onderwijsplekken die salafistisch zijn of er sterk door worden beïnvloed”) waar kinderen wordt geleerd zich af te keren van Nederland (NRC Handelsblad, 10 september 2019).  Die kinderen “krijgen te horen dat mensen met een ander geloof of levensovertuiging de doodstraf verdienen”. Stel je voor! Waarom worden de artikelen 137c en d Sr. (aanzetten tot haat en geweld) hier niet ingezet? Hier hebben we nu eens echte voorbeelden van aanzetten tot haat, discriminatie en geweld op grond van het geloof, of niet-geloof, van een andere groep?Het optreden van de Hofstadgroep uit 2004 is alweer 15 jaar geleden. Maar moeten we niet erkennen dat we te maken hebben met een niet opgelost probleem? Is de premier dat met mij eens? Is de premier het met mij eens dat wanneer de AIVD in 2018 constateert dat de “jihadistische dreiging in West-Europa nog steeds aanwezig is.” (cursivering toegevoegd) het beter zou zijn te zeggen dat in de twintig jaar die sinds 9/11 2001 verstreken zijn de Nederlandse overheid helemaal niet geslaagd is in het onder controle krijgen van deze problematiek? En dat de situatie nu, mede door de internationale migratiebewegingen en het oorlogsgeweld, erger is dan ooit? Dit weekend kwam De Telegraaf met een bericht dat de voortvluchtige crimineel Ridouan Taghi in bescherming zou zijn genomen door Iran. Taghi zou ook Iran hebben geholpen met liquidaties in Europa, ook in Nederland. Zo vloeit de mocromaffia dus over in jihadistisch terrorisme. Zou de regering geen sancties moeten aankondigen tegen de Iraanse staat?

Voorzitter, tot zover heb ik het gehad over de staat, over de monopolistische organisatie van de dwang op het grondgebied van de staat. Een staat die hier faalt, faalt in haar kerntaak.

Is de premier met mij eens dat uit deze voorbeelden blijkt dat we de greep op de staat aan het verliezen zijn?

Daarbij wil ik het laten voor wat betreft de staat. In de Tweede Termijn hoop ik wat vragen te stellen over de rechtsstaat.

De criminele en de terroristische uitdaging voor de rechtsstaatTerroristen en criminelen vormen een uitdaging voor de staat, hebben we vastgesteld, maar ook voor de rechtsstaat.

De moord op de advocaat Derk Wiersum bijvoorbeeld, is ook een uitdaging voor de rechtsstaat. Waarom? Omdat rechtsbijstand door een advocaat essentieel is voor de zelfbeperking van de staat. Wanneer advocaten niet meer bereid, of in staat, zijn kroongetuigen te verdedigen dan verliest de staat vanzelf haar rechtsstatelijke karakter.

Dat mag nooit gebeuren, zeggen we dan in koor. Maar wie raadt zijn eigen dochter of eigen zoon aan deze advocatenklus op zich te nemen als de staat zelf niet bij machte blijkt de criminele uitdaging te weerstaan?

De aanslag van Jawed S. in het Amsterdamse Centraal Station was, net als de moord op Wiersum, óók een aanval op de rechtsstaat.

Waarom? Omdat geweldplegers als S. erin geslaagd zijn zelfs de best beveiligde Nederlander, te weten de heer Wilders, te doen afzien van het organiseren van zijn protestmanifestatie ter verdediging van die vrijheid van kritiek. Mijn vraag: is dat niet vergelijkbaar met de situatie dat geen enkele advocaat meer bereid zou zijn voor een kroongetuige op treden? En zou dit ons, als Eerste Kamer, als hoedster van de rechtsstaat (of vindt u mij nu te theatraal?), niet te denken moeten geven?

We falen niet alleenNu falen we niet alleen. We falen Europees. Misschien wel mondiaal. Denemarken, Frankrijk of de Verenigde Staten van Amerika – ze hebben allemaal geprobeerd het probleem van de aanslag op de vrijheid van expressie door het jihadistisch terrorisme op te lossen. In al deze landen zijn cartoonwedstrijden gehouden (of cartoons gepubliceerd) en overal zijn die afgeblazen omdat de staat niet meer bij machte was de betrokken activisten te beschermen. Maar we moeten ook onder ogen zien, denk ik, dat daarmee artikel 7 van de Nederlandse Grondwet (vrijheid van drukpers) en artikel 10 van het EVRM (vrijheid van expressie) tot een dode letter dreigen te worden. Althans, wel op de punten waarop jihadistische martelaren bereid zijn op te treden. Zij zijn bereid te sterven voor de afschaffing van art. 7 Gw in Nederland. Wij niet voor het behoud daarvan.

Weerbare rechtsstaatIs de premier het met mij eens dat we niet alleen een weerbare staat nodig hebben, maar ook een weerbare rechtsstaat? En als hij dat met mij eens zou zijn (wat ik verwacht), kunnen we dan ook gemeenschappelijke grond vinden ten aanzien van de interpretatie van dat concept “weerbare rechtsstaat”? Laat ik een paar suggesties doen.

Is de premier het met mij eens dat de vrijheid van expressie onder druk staat en de overheid meer in het werk zal moeten stellen om die te verdedigen. De staat dient niet alleen het fysieke territorium van de staat te verdedigen, maar ook het geestelijke erfgoed van een democratie. Daartoe behoort zonder twijfel de vrijheid van expressie.Is de premier het met ons eens dat bij een dergelijke benadering niet goed past dat iemand die de gramschap van jihadistische terroristen over zich heeft afgeroepen ook nog eens door het Openbaar Ministerie wordt vervolgd? Waarom is dat dan gebeurd in de zaak Wilders? Hangt een dergelijk lot ook andere politici boven het hoofd? En waarom is het stiekem gebeurd? De voormalige minister van Justitie beweert dat hij zich niet met de zaak heeft bemoeid, maar dat hebben de ambtenaren van Justitie wel gedaan. Het is hoogst ongemakkelijk dat daarmee op zijn minst de schijn is gewekt van een politiek proces, iets dat in een democratische rechtsstaat niet behoort plaats te vinden.Deelt de premier ook de stelling dat het ironisch is dat bij die aanslag op de vrijheid van expressie nog een nieuwe aanslag gevolgd is door de Europese Commissie die online platforms tot zelfcensuur probeert te bewegen? De Nederlandse regering, in het bijzonder de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft zich aan een implementatie van die plannen gezet in de bestrijding van “desinformatie” of “nepnieuws”. Nu hebben we net voor het reces de informatie gekregen dat onderzoek in opdracht van het ministerie van Biza heeft uitgewezen dat geen buitenlandse desinformatie of nep-actiegroepen zijn gevonden die hebben geprobeerd de Statenververkiezingen of de Europese parlementsverkiezingen van 2019 te beïnvloeden. Dat was wel de verwachting. Moeten we dan niet constateren dat die hele actie rond dat nepnieuws berust op een verkeerde inschatting? Is niet aan het vigerend beleid daarmee de grondslag ontvallen? Inmiddels is die actie tegen desinformatie omgedoopt tot een actie vóór “transparantie”. Maar kan de minister-president uitleggen wat hij daarover verstaat? ThePostonline, De Dagelijkse Standaard en GeenStijl zijn tegen linkse partijen. En daar zijn ze verdraaid transparant in. En de Correspondent en Joop.nl zijn tegen rechtse partijen. Daar zijn ze ook verdraaid transparant in. In die “clash of opinions” moet de regering en ook Brussel toch geen partij kiezen? GeenStijl betitelde onlangs het vooruitzicht van een kabinet Rutte IV als “horror”. Ik mag toch hopen dat de premier daar niet zenuwachtig van wordt. En we hebben toch niet een heel leger aan Brusselse bureaucraten en “fact checkers” nodig om vast te stellen dat het hier om een mening gaat waar ieder zo het zijne van mag denken? In een tijd van toenemende dreiging voor die vrijheid van expressie ervaren wij het als ironisch dat naast het Openbaar Ministerie ook nog eens de Europese Commissie zich opwerpt met pleidooien voor zelfcensuur. In dit geval van de online media. De grens tussen desinformatie en onwelgevallige informatie is flinterdun. Zou de staat en de regering niet juist de vrije uitwisseling van gedachten moeten waarborgen in plaats van bedrijven onder druk zetten beperkende maatregelen te nemen?

Ik zou het bijzonder waarderen, mijnheer de voorzitter, wanneer de premier ook op deze vragen over het functioneren van de Nederlandse rechtsstaat nog zijn licht kon laten schijnen.

Boeren, burgers en ‘buiten’lui

PvdA PvdA D66 De Marne 14-10-2019 12:54

Ondanks dat ik zelf geen actievoerder of staker ben, vind ik dat in een democratie iedereen de gelegenheid moet hebben om te demonstreren. Zo ook de ‘boeren’. Hoewel boeren? Ik heb niet de indruk dat alle boeren erg ingenomen waren met de actie van twee weken geleden. En al helemaal niet met de acties die nog volgen. Waar ik in het vervolg in generaliserende zin schrijf over ‘boeren’, wil ik zeker niet alle boeren over één kam scheren. Dit even tussendoor  om mijn opvattingen bij voorbaat te nuanceren.

Maar wat had ik een moeite met die actie van 1 oktober. Waar ging het de actievoerders nu eigenlijk om? De indruk werd gewekt dat het zou gaan om het respect en de waardering van parlementariërs in het bijzonder en de Nederlands bevolking in het algemeen. Steeds meer bekroop me het gevoel dat het daar helemaal niet om ging. Mijn gevoel zei me dat het draaide om de onwelgevallige maatregelen die het kabinet zal moeten opleggen aan met name de veeteelt om onze natuurgebieden en de biodiversiteit nog enigermate overeind te houden. De roep om waardering en respect verdween gaandeweg naar de achtergrond en druk op kabinet en Tweede Kamer kwam steeds nadrukkelijker op de voorgrond te staan. Daardoor en door de intimiderende wijze waarop tractoren als machtsmiddelen werden ingezet (wat respect?), verdween mijn sympathie voor deze actie als sneeuw voor de zon.

Tot overmaat van ramp word ik, als burger ook nog eens gebruikt als zou ik achter de actie staan. Op internet bladerend door allerlei sites staat te lezen dat een groot deel van de Nederlandse bevolking achter deze ‘helden’ (Geert Wilders) staat. Ja, de inwoners van ons land hebben makkelijk praten. Het kost ze niets. Maar vraag diezelfde Nederlanders eens een eerlijke prijs voor een ‘eerlijk’ stukje vlees of pak melk te betalen, hoeveel steun zou er dan nog zijn?

Terug naar het aanvankelijk zo benadrukte respect en waardering. Het slaat toch helemaal nergens op om dat tot doel van je actie te kiezen? Respect en waardering is toch niet voorbehouden aan een bepaalde beroepsgroep? Respect verdient toch iedereen? Of  je nu boer bent of politieagent of leraar of werkt in de zorg of toevallig De Groot heet en van D66 bent en een iets andere opvatting hebt over stikstofmaatregelen dan de doorsnee boer, ook dan verdien je respectvol benaderd te worden.

Terwijl ik het schrijven van deze column even onderbreek, zie ik op het journaal van vrijdag 11 oktober weer boeren  voorbijkomen. Friese blokkeerboeren hebben politie en autoriteiten volledig verrast door het centrum van Leeuwarden plat te leggen en het provinciehuis te blokkeren. Schielijk trekt het provinciebestuur zijn plannen in. ‘Dat gaat makkelijk’, denk je dan als buitenstaander, ‘demonstrerende boeren laten een scheet, de stikstof is nog niet neergedaald en ze krijgen hun zin al’.

Hoe anders is dat met het andere item waar op datzelfde journaal aandacht aan wordt besteed. Dat gaat over jongeren met ernstige psychische klachten, die op een wachtlijst worden geplaatst en als ze dan eindelijk behandeld kunnen worden, met meerdere en wisselende zorgverleners te maken krijgen. Ook nu weer wordt er voor deze ongewenste situatie in de jeugdzorg door, in dit geval een kinderarts, nadrukkelijk aandacht  gevraagd. En dat is niet de eerste keer. Horden artsen, psychiaters, verpleegkundigen en ouders ageren al tijden tevergeefs tegen de problemen in de jeugdzorg. Zelfs noodkreten van de gemeenten bieden geen soelaas. Jongeren en hun ouders beschikken helaas niet over een groen gevaarte op wielen en gemeenten kunnen het zich niet permitteren om met al hun rijdend materieel in actie te komen.

Ondertussen trekt de groene karavaan op intimiderende wijze verder. Provinciale acties zijn aangekondigd en ‘Farmers Defence Force’ roept de boeren op woensdag 16 oktober naar het Binnenhof op te trekken. Kijk voor de aardigheid eens op de site van deze groep. Je vindt er geen enkele informatie. Wat valt er te verbergen? En kijk ook eens goed naar het logo. De groene karavaan trekt op naar het Binnenhof en eist dat de groene wind, die er al jaren waait, onverminderd blijft waaien.

Het bericht Boeren, burgers en ‘buiten’lui verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Boeren, burgers en ‘buiten’lui

PvdA PvdA D66 Bedum 14-10-2019 12:54

Ondanks dat ik zelf geen actievoerder of staker ben, vind ik dat in een democratie iedereen de gelegenheid moet hebben om te demonstreren. Zo ook de ‘boeren’. Hoewel boeren? Ik heb niet de indruk dat alle boeren erg ingenomen waren met de actie van twee weken geleden. En al helemaal niet met de acties die nog volgen. Waar ik in het vervolg in generaliserende zin schrijf over ‘boeren’, wil ik zeker niet alle boeren over één kam scheren. Dit even tussendoor  om mijn opvattingen bij voorbaat te nuanceren.

Maar wat had ik een moeite met die actie van 1 oktober. Waar ging het de actievoerders nu eigenlijk om? De indruk werd gewekt dat het zou gaan om het respect en de waardering van parlementariërs in het bijzonder en de Nederlands bevolking in het algemeen. Steeds meer bekroop me het gevoel dat het daar helemaal niet om ging. Mijn gevoel zei me dat het draaide om de onwelgevallige maatregelen die het kabinet zal moeten opleggen aan met name de veeteelt om onze natuurgebieden en de biodiversiteit nog enigermate overeind te houden. De roep om waardering en respect verdween gaandeweg naar de achtergrond en druk op kabinet en Tweede Kamer kwam steeds nadrukkelijker op de voorgrond te staan. Daardoor en door de intimiderende wijze waarop tractoren als machtsmiddelen werden ingezet (wat respect?), verdween mijn sympathie voor deze actie als sneeuw voor de zon.

Tot overmaat van ramp word ik, als burger ook nog eens gebruikt als zou ik achter de actie staan. Op internet bladerend door allerlei sites staat te lezen dat een groot deel van de Nederlandse bevolking achter deze ‘helden’ (Geert Wilders) staat. Ja, de inwoners van ons land hebben makkelijk praten. Het kost ze niets. Maar vraag diezelfde Nederlanders eens een eerlijke prijs voor een ‘eerlijk’ stukje vlees of pak melk te betalen, hoeveel steun zou er dan nog zijn?

Terug naar het aanvankelijk zo benadrukte respect en waardering. Het slaat toch helemaal nergens op om dat tot doel van je actie te kiezen? Respect en waardering is toch niet voorbehouden aan een bepaalde beroepsgroep? Respect verdient toch iedereen? Of  je nu boer bent of politieagent of leraar of werkt in de zorg of toevallig De Groot heet en van D66 bent en een iets andere opvatting hebt over stikstofmaatregelen dan de doorsnee boer, ook dan verdien je respectvol benaderd te worden.

Terwijl ik het schrijven van deze column even onderbreek, zie ik op het journaal van vrijdag 11 oktober weer boeren  voorbijkomen. Friese blokkeerboeren hebben politie en autoriteiten volledig verrast door het centrum van Leeuwarden plat te leggen en het provinciehuis te blokkeren. Schielijk trekt het provinciebestuur zijn plannen in. ‘Dat gaat makkelijk’, denk je dan als buitenstaander, ‘demonstrerende boeren laten een scheet, de stikstof is nog niet neergedaald en ze krijgen hun zin al’.

Hoe anders is dat met het andere item waar op datzelfde journaal aandacht aan wordt besteed. Dat gaat over jongeren met ernstige psychische klachten, die op een wachtlijst worden geplaatst en als ze dan eindelijk behandeld kunnen worden, met meerdere en wisselende zorgverleners te maken krijgen. Ook nu weer wordt er voor deze ongewenste situatie in de jeugdzorg door, in dit geval een kinderarts, nadrukkelijk aandacht  gevraagd. En dat is niet de eerste keer. Horden artsen, psychiaters, verpleegkundigen en ouders ageren al tijden tevergeefs tegen de problemen in de jeugdzorg. Zelfs noodkreten van de gemeenten bieden geen soelaas. Jongeren en hun ouders beschikken helaas niet over een groen gevaarte op wielen en gemeenten kunnen het zich niet permitteren om met al hun rijdend materieel in actie te komen.

Ondertussen trekt de groene karavaan op intimiderende wijze verder. Provinciale acties zijn aangekondigd en ‘Farmers Defence Force’ roept de boeren op woensdag 16 oktober naar het Binnenhof op te trekken. Kijk voor de aardigheid eens op de site van deze groep. Je vindt er geen enkele informatie. Wat valt er te verbergen? En kijk ook eens goed naar het logo. De groene karavaan trekt op naar het Binnenhof en eist dat de groene wind, die er al jaren waait, onverminderd blijft waaien.

Het bericht Boeren, burgers en ‘buiten’lui verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Boeren, burgers en ‘buiten’lui

PvdA PvdA D66 Winsum 14-10-2019 12:54

Ondanks dat ik zelf geen actievoerder of staker ben, vind ik dat in een democratie iedereen de gelegenheid moet hebben om te demonstreren. Zo ook de ‘boeren’. Hoewel boeren? Ik heb niet de indruk dat alle boeren erg ingenomen waren met de actie van twee weken geleden. En al helemaal niet met de acties die nog volgen. Waar ik in het vervolg in generaliserende zin schrijf over ‘boeren’, wil ik zeker niet alle boeren over één kam scheren. Dit even tussendoor  om mijn opvattingen bij voorbaat te nuanceren.

Maar wat had ik een moeite met die actie van 1 oktober. Waar ging het de actievoerders nu eigenlijk om? De indruk werd gewekt dat het zou gaan om het respect en de waardering van parlementariërs in het bijzonder en de Nederlands bevolking in het algemeen. Steeds meer bekroop me het gevoel dat het daar helemaal niet om ging. Mijn gevoel zei me dat het draaide om de onwelgevallige maatregelen die het kabinet zal moeten opleggen aan met name de veeteelt om onze natuurgebieden en de biodiversiteit nog enigermate overeind te houden. De roep om waardering en respect verdween gaandeweg naar de achtergrond en druk op kabinet en Tweede Kamer kwam steeds nadrukkelijker op de voorgrond te staan. Daardoor en door de intimiderende wijze waarop tractoren als machtsmiddelen werden ingezet (wat respect?), verdween mijn sympathie voor deze actie als sneeuw voor de zon.

Tot overmaat van ramp word ik, als burger ook nog eens gebruikt als zou ik achter de actie staan. Op internet bladerend door allerlei sites staat te lezen dat een groot deel van de Nederlandse bevolking achter deze ‘helden’ (Geert Wilders) staat. Ja, de inwoners van ons land hebben makkelijk praten. Het kost ze niets. Maar vraag diezelfde Nederlanders eens een eerlijke prijs voor een ‘eerlijk’ stukje vlees of pak melk te betalen, hoeveel steun zou er dan nog zijn?

Terug naar het aanvankelijk zo benadrukte respect en waardering. Het slaat toch helemaal nergens op om dat tot doel van je actie te kiezen? Respect en waardering is toch niet voorbehouden aan een bepaalde beroepsgroep? Respect verdient toch iedereen? Of  je nu boer bent of politieagent of leraar of werkt in de zorg of toevallig De Groot heet en van D66 bent en een iets andere opvatting hebt over stikstofmaatregelen dan de doorsnee boer, ook dan verdien je respectvol benaderd te worden.

Terwijl ik het schrijven van deze column even onderbreek, zie ik op het journaal van vrijdag 11 oktober weer boeren  voorbijkomen. Friese blokkeerboeren hebben politie en autoriteiten volledig verrast door het centrum van Leeuwarden plat te leggen en het provinciehuis te blokkeren. Schielijk trekt het provinciebestuur zijn plannen in. ‘Dat gaat makkelijk’, denk je dan als buitenstaander, ‘demonstrerende boeren laten een scheet, de stikstof is nog niet neergedaald en ze krijgen hun zin al’.

Hoe anders is dat met het andere item waar op datzelfde journaal aandacht aan wordt besteed. Dat gaat over jongeren met ernstige psychische klachten, die op een wachtlijst worden geplaatst en als ze dan eindelijk behandeld kunnen worden, met meerdere en wisselende zorgverleners te maken krijgen. Ook nu weer wordt er voor deze ongewenste situatie in de jeugdzorg door, in dit geval een kinderarts, nadrukkelijk aandacht  gevraagd. En dat is niet de eerste keer. Horden artsen, psychiaters, verpleegkundigen en ouders ageren al tijden tevergeefs tegen de problemen in de jeugdzorg. Zelfs noodkreten van de gemeenten bieden geen soelaas. Jongeren en hun ouders beschikken helaas niet over een groen gevaarte op wielen en gemeenten kunnen het zich niet permitteren om met al hun rijdend materieel in actie te komen.

Ondertussen trekt de groene karavaan op intimiderende wijze verder. Provinciale acties zijn aangekondigd en ‘Farmers Defence Force’ roept de boeren op woensdag 16 oktober naar het Binnenhof op te trekken. Kijk voor de aardigheid eens op de site van deze groep. Je vindt er geen enkele informatie. Wat valt er te verbergen? En kijk ook eens goed naar het logo. De groene karavaan trekt op naar het Binnenhof en eist dat de groene wind, die er al jaren waait, onverminderd blijft waaien.

Het bericht Boeren, burgers en ‘buiten’lui verscheen eerst op PvdA Het Hogeland.

Interview De Limburger met Geert Wilders: ‘De PVV moet minder braaf worden’

PVV PVV CDA PvdA GroenLinks Partij voor de Vrijheid D66 Nederland 27-07-2019 02:48

Limburg is altijd het begin van iets moois, declameert Geert Wilders. Het meest droomt hij van een succesvolle Limburgse coalitie. Wilders wil af van het poldermodel en waarschuwt voor de uitholling van de democratie en de rechtsstaat. Ondanks de verkiezingsnederlagen geeft hij niet op. ‘Alleen per brancard krijgen ze me weg.’

2019 was nu al een zeer roerig jaar voor Geert Wilders. „Een parlementslid gaat op campagne. Er komt een man met bijlen en messen, die tegen verschillende dienders zegt wat hij van plan is. Hij wordt vrijgesproken. Terwijl het OM vier jaar gevangenisstraf had geëist. Soms lijkt het wel of iedere aanslagpleger slechts als een verward persoon wordt gezien. Deze man wist wat hij wilde. En had geen bos bloemen bij zich voor mij. Dit vonnis toont het failliet van de rechterlijke macht aan. Het is een publiek geheim dat heel veel leden van de rechterlijke macht uit de hoek komen van D66, GroenLinks, Partij van de Arbeid. Het andere deel van Nederland is niet of nauwelijks vertegenwoordigd in de rechterlijke macht. Had die man met die bijl een aanslag willen plegen op iemand van D66, dan was ie er misschien minder vrij van afgekomen.”

Die opstelling is volgens Wilders ook terug te vinden in de gang van zaken rond het Marokkanen- proces. „Voor het stellen van een vraag sta ik nu al vijf jaar voor de rechter. Onlangs maakte een groep Marokkanen zwembaden in Zeeland onveilig. Ze vallen meisjes en vrouwen lastig. En gaan weer naar huis zonder dat ze zelfs maar een bon krijgen. Degene, die daar een vraag over stelt, die staat voor het hekje en wordt veroordeeld voor discriminatie. De wereld op z’n kop.”

Wilders stelt dat zijn zienswijze bevestigd wordt door de actie van oud-minister Ivo Opstelten, die zijn naaste medewerkers opdracht zou hebben gegeven Wilders ‘aan te pakken’. „Je pakt de boodschapper van het slechte nieuws aan. Maar je moet de daders aanpakken. Het probleem aanpakken. En wel nu. Want het probleem is de laatste jaren alleen maar groter geworden. En er is een grote groep asielzoekers bijgekomen, uit de zogenoemde veilige landen. Die groep wordt ook geen strobreed in de weg gelegd. Het gaat niet om alle Marokkanen. Het gaat niet om alle asielzoekers. Maar de landen, waar die mensen vandaan komen, treden veel strenger op tegen hun onderdanen, dan wij doen met dezelfde mensen.”

Volgens Wilders is de democratie kwetsbaarder geworden.

„Bij een meerpartijenstelsel kun je de situatie krijgen dat wij als tweede partij van Nederland worden genegeerd. Hoe democratisch is dat? De democratische beginselen, zoals regering, parlement en rechterlijke macht, worden uitgehold. Mensen worden daar apathischer door. Als het gaat om inkomen, om immigratie en om de invloed die ze hebben op het Europese beleid, denken ze in toenemende mate: het zal wel. De opkomst van de gele hesjes, met name in Frankrijk, toont aan, dat veel mensen het vertrouwen in het stemmen, in de inspraak en de gang naar de rechter verloren hebben. In Frankrijk gaat zowel links als rechts de straat op. Zowel de chirurg als de elektricien. Omdat ze het idee hebben dat dat nog het enige middel is, waarmee hun stem nog gehoord kan worden. De overheid is als de dood voor ze.”

„Bij ons zijn de gele hesjes niet groot geworden. Nederland is een consensusland. Daar zijn we wereldwijd voor geprezen. Ik heb me daar altijd gigantisch tegen verzet. Democratie in de beste vorm is het gekozen parlement of de directe democratie. En niet de niet-gekozenen, die in een serre of in wat voor setting dan ook, de beslissingen nemen. Nederland is een consensusland, waar je wordt beloond als je naar het politieke midden gaat. Je krijgt toegang tot de macht. Je wordt geaccepteerd. Maar de problemen worden niet opgelost. Ga je naar het midden, dan krijg je ook middelmatige politici. En middelmatige oplossingen. Maar je wordt wel beloond. Het is dus aantrekkelijk voor politici om veilig naar dat midden te gaan. Dat is zo’n beetje de aard van de Nederlandse samenleving en de politiek. Nederland is een prachtig land. Maar we hebben een abominabel slecht parlement van de gestolde middelmatigheid.”

We hebben nu ook hele zwakke vakbonden, oordeelt Wilders.

„Die tekenen nota bene pensioenakkoorden, waarbij mensen straks nog steeds pas met hun zeventigste met pensioen kunnen gaan. Ja, zeggen ze, die kortingen moeten eigenlijk ook nog van tafel. Had dan niet die handtekening gezet! In Frankrijk zouden ze het land een half jaar lang plat leggen. En vervolgens de helft binnengehaald. Hier is iedereen maar aan het polderen. Dus wat hebben we nu? Veel polderinstituties met weinig gezag. Zwakke vakbonden, die bijna werkgeversclubs zijn geworden. Er is vrijwel geen dynamiek. Het saaie, gezapige, ineffectieve, middelmatige midden wordt beloond. Van CDA tot GroenLinks, van Partij van de Arbeid tot de FNV, iedereen gaat ernaar toe. We zitten met een enorm vacuüm.”

„Als je opgroeit met het consensusmodel en altijd geleerd hebt dat naar het midden toegaan het beste is, dan is het moeilijk om de massa te mobiliseren. Dan moeten de problemen eerst nog groter en zichtbaarder worden dan ze nu al zijn. Dat de koopkracht nog minder wordt, de pensioenleeftijd nog verder omhoog gaat en de pensioenen omlaag gaan. Dat de immigratiestroom niet afneemt. En dat de criminaliteit niet minder wordt. En dat gebeurt al of gaat nog gebeuren. De burger komt er wel achter.”

Er moet iets gebeuren, vindt hij. Maar hoe machtig is de PVV nog, na het verlies bij de Statenverkiezingen en die van de EU? „Je moet wel op een andere planeet hebben gezeten om niet te zien dat Forum het in de peilingen goed deed en dat dat voor een groot deel ten koste van ons zou gaan. Forum is geen PVV, ze zijn wat lighter. Ik heb geen gevecht met Forum. Ze staan dichter bij ons dan alle andere partijen in de Tweede Kamer. Maar als het gaat om het sociaaleconomisch beleid, de koopkracht van de gewone man, een goede gezondheidszorg, en de aanpak van islam en immigratie, zijn wij steviger. Mensen hebben gezien dat wij als tweede partij zijn genegeerd. Dat kan voor mensen ook een reden zijn geweest om deze keer op Forum te stemmen. En wat gebeurt er nu? Ook Forum wordt nu bijna overal buiten gesloten. Een grove schande.”

Oud-PVV’er Hero Brinkman zei naar aanleiding van de verkiezingsnederlagen: tijd om de partij open te gooien. „Dat gaan we dus nooit doen. We zullen nooit een ledenpartij worden. Maar we moeten wel meer het land in. Ons verhaal meer en beter uitleggen.”

„Dat verhaal, de combinatie van het opkomen voor de portemonnee van de gewone man, voor de zorg van die gewone man en het stevige verhaal over immigratie en islam zal de komende jaren nog meer heersend worden. Onze punten kunnen gedeeltelijk overgenomen worden door anderen. Maar wij hebben het beste verhaal. De PVV moet aan de bak. We moeten ook minder braaf worden. Meer de grenzen opzoeken. Den Haag is niet alles. Ik heb de Tweede Kamer eerder een nepparlement genoemd. Uiteindelijk heb je dat nepparlement wel nodig voor je meerderheden. Maar het werkt niet zoals je zou willen. Je ziet vaak dat de mening van de meerderheid van de mensen, zie de Europese Grondwet en het associatieverdrag met de Oekraïne, genegeerd wordt. Uit cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau, toch niet de meest rechtse organisatie, bleek dat 62 procent van de Nederlanders de islam als een bedreiging ziet. In Den Haag worden moties aangenomen, die zeggen: de islam is iets prachtigs. Ook de enorme kosten, die gepaard gaan met de klimaatgekkigheid, worden door middelmatige partijen met middelmatige politici met middelmatige oplossingen doorgedrukt. De grote problemen zoals de koopkracht, de terreur, de islamisering, onze identiteit, zeggenschap in Europa en in je eigen land, daar komt geen oplossing voor. Dat betekent dat Nederland langzaam naar de afgrond gaat. Die zanger, hoe heet ie nou ook weer, o ja Gerard Joling, die zei: als we zo doorgaan in Nederland, dan stevenen we op een burgeroorlog af. Dat hoop ik natuurlijk niet. Maar het borrelt. Blijven we te lang bij die middelmatigheid en komt er geen ventiel van ander beleid, dan zal de boel exploderen.”

Verrassend: de PVV, die zich in Limburg verbindt met andere partijen. Eerder klapte zo’n bestuurscollege. Destijds zei Wilders: vanwege de ‘oude regentencultuur van het CDA’.

„Ik heb Robert Housmans niets ingefluisterd of opgedragen. Het enige, dat ik tegen hem gezegd heb, was: er moeten punten in zitten, die voor de PVV mooi zijn, met name op het gebied van de zorg. Het pareltje uit dat akkoord is het bindende referendum. Daarmee kan Limburg het begin van de ommekeer zijn. Met dat referendum kun je problemen te lijf gaan, die je met die middelmatigheid niet oplost. Om die problemen op te lossen, moet de burger invloed en inspraak hebben. Het CDA is waarschijnlijk de partij van de middelmatigheid. Maar soms moet je de verantwoordelijkheid nemen om iets veranderd te krijgen. Dat wij daarin meedoen met Forum vind ik zeer verheugend. Ik heb daarover niet overlegd met Baudet. Ik ben ook niet bang dat we daarmee Forum verder omhoog helpen. Sterker nog, ik zou in meer provincies en liefst ook landelijk met ze samenwerken in een volgend kabinet.”

Wat als de PVV blijft steken bij het huidige aantal zetels? Of nog verder gaat dalen? Gooit hij dan de handdoek in de ring?

„Misschien zal het sommige mensen teleurstellen, maar ik zal er nooit mee stoppen. Al ben ik de enige nog. Ik heb de partij opgericht. Ben er mijn vrijheid door kwijtgeraakt. Heb processen aan m’n kop. Fatwa’s naar m’n hoofd gekregen. Iedere dag ga ik met gepantserde auto’s met sirenes naar m’n werk. Ik doe dat, omdat ik in mijn verhaal geloof. En ik zal dat altijd blijven doen, zolang we minstens één zetel halen. Mijn missie is vóór de vrijheid en tegen de islam. Daar geef ik als het moet mijn leven voor. Ze krijgen me dus niet of alleen per brancard weg.”

Lees het interview met Geert Wilders op de website van De Limburger.

Richard Carlebur: een filosofische terugblik op één jaar raadslidmaatschap

EVB (Echt voor Barendrecht) EVB (Echt voor Barendrecht) D66 Barendrecht 09-07-2019 19:08

Overpeinzingen Richard Carlebur:

Een filosofische terugblik op één jaar raadslidmaatschap

Beste Barendrechters,

Ik schrijf u als gemeenteraadslid, de nummer 14 van Echt Voor Barendrecht. Zodoende begeef ik mij op het snijvlak met de zittende coalitie. Deze brief is bedoeld om u een inkijkje te geven in de gedachten van een raadslid in z’n eerste termijn en om de stand van zaken in de Barendrechtse democratie te beschouwen.

Ik meldde mij in november 2017 als lid aan bij EVB, na op de website een oproep te hebben gelezen met daarin een verzoek tot aanmelding aan mensen die het leuk en interessant zouden lijken om gemeenteraadslid te worden. Ik moet toegeven dat ik EVB tot die tijd slechts kende als de partij van Dirk Vermaat. Landelijke politiek had ik tot dat punt meer gevolgd dan lokale politiek. Na een gesprek met de kandidatencommissie en het lichten van mijn doopceel, stond ik plots op de kieslijst als nummer 14. De EVB-wijkcampagnes volgden. Op de bonnefooi en tot mijn verrassing belandde ik in wat later een van de meest spraakmakende politieke gebeurtenissen van 2018 zou blijken.

De verkiezingsdag op 20 maart 2018 werd een groot succes voor EVB. We kregen van de Barendrechtse kiezer 14 van de 29 zetels in de gemeenteraad, wat een prestatie! Het was een groot geel feest in het Kruispunt. Een locatie, welgeteld 410 meter van het gemeentehuis. Dat EVB ervoor koos om met de eigen aanhang feest te vieren op een andere locatie dan het gemeentehuis, werd ons na de verkiezingsavond onder andere verweten door hen die na de verkiezingen formatiegesprekken voerden bij een niet nader te noemen hotelketen in Ridderkerk. In het geval dat je een andere partij verwijt dat zij met hun eigen aanhang en op eigen kosten feestviert op een andere locatie (en niet op kosten van de belastingbetaler in het gemeentehuis) dan lijkt mij je gevoel voor verhoudingen zoek, anders gesteld, dan lijk je wat met je rug naar zowel de Barendrechters als het gezond verstand te staan.

Ik heb iemand die verbonden is aan een van de coalitiepartijen, toen die persoon recent weer begon over de verkiezingsavond, eens gevraagd of men het op prijs zou hebben gesteld als EVB de polonaise in zou hebben gezet in het gemeentehuis, waar de verkiezingsavond traditioneel met alle partijen beleefd wordt. Mij werd toen verteld dat EVB in dat geval dan maar geen polonaise had moeten inzetten. Is het mogelijk om zuurder te zijn?

Op de verkiezingsavond voelden we ons het mooiste meisje van de klas die de mannen voor het uitkiezen zou hebben. Het is u inmiddels bekend dat het anders is gelopen. De andere partijen verwijten ons een foute (lees: daadkrachtige) bestuursstijl, we zijn in hun ogen populisten en onze toegankelijke manier van communiceren, ook wel bekend als klare taal, bevalt hen slecht.

Via deze brief wil ik de Barendrechtse politiek oproepen tot meer respect voor het vergankelijke van het eigene. We zetten ons als raads- en collegeleden op een nuttige en belangrijke manier in voor Barendrecht, maar moeten tegelijkertijd niet de illusie hebben dat we als persoon onvervangbaar zijn. Vele dames en heren zijn ons voorgegaan, vele dames en heren zullen ons volgen.

Ik wil de raad ook verzoeken de democratie te eerbiedigen, uit te dragen en te behartigen. Als er gesteld wordt dat de huidige samenstelling van de coalitie democratisch is, dan is dat feitelijk correct omdat de totaliteit van stemmen op de coalitiepartijen groter is in aantal dan de stemmen op EVB. Dit is echter een zeer benepen opvatting van wat een democratie inhoudt. Als we de stelling ‘de meeste stemmen bij elkaar optellen is democratisch’ als correct beschouwen, dan levert dat een probleem op: een ja-antwoord op de stelling houdt in dat democratie enkel een instrument is dat via een stem door kiezers weg wordt gegeven aan politici en hun partijen, die dit vervolgens op grote afstand vormgeven in ons Barendrechtse gemeentehuis. Dit roept bij mij een vergelijking op, vrij naar Melchior de Polignac: “Wij praten bij u, wij praten over u, maar wij praten zonder u.”

Als volksvertegenwoordigers moeten we beseffen dat ons een dankbare, eervolle maar ook verantwoordelijke taak is toevertrouwd. Dit vereist goed toezicht op de controlerende en uitvoerende zijde van de democratie, om zodoende dit vertrouwen wat in ons is gesteld niet te beschamen. Het volk is uiteindelijk de ultieme politieke autoriteit in een democratie. Het volk is een groepslichaam van mensen die een gedeelde historische, culturele, religieus-spirituele en maatschappelijke ontwikkeling hebben doorgemaakt. Dit geeft het volk aanspraak op mensenrechten en democratische verworvenheden op individuele en groepsgebonden schaal. We hebben als raad kort na 20 maart 2018 de wens uitgeroepen om meer Barendrechters naar de stembus te krijgen. De democratische participatie kan enkel toenemen wanneer wij kennis van zaken, betrokkenheid, discipline, reflectie, verantwoordelijkheidsgevoel, dienstbaarheid en liefde voor het volk tonen. Het woord reflectie wil ik benadrukken, omdat dit een taak is die we hebben als raad onder de noemer democratische controle. De democratische controle gaat ook over de staat van de lokale democratie.

De indruk bestaat bij mij dat er Barendrechtse politici zijn die denken dat democratie een concept is dat zomaar is verschenen. De ontwikkelingsgeschiedenis van de democratie maakt duidelijk dat democratie geen toevalligheid is. Vele filosofen, geschiedkundigen en veel later pas, bestuurskundigen, politicologen, sociologen en denkers van andere wetenschapsgebieden hebben hun gedachten gewijd aan democratie, of politiek in bredere zin. Democratie kan zich per locatie op verschillende manieren uiten. De Nederlandse democratie is een andere dan de Duitse, de Franse, de Zwitserse, de Italiaanse, de Poolse of de Amerikaanse democratie. Om nog maar te zwijgen van landen of delen van de wereld die geen, weinig of pas recent een geschiedenis hebben van Europese en democratische invloeden, zoals in bijvoorbeeld het Midden-Oosten en Afrika. Via het reglement van orde worden ook binnen de kaders van de grondwet en de gemeentewet Nederlandse democratieën vormgegeven. De Barendrechtse democratie is mogelijk anders ingericht dan de lokale democratie in Zwijndrecht, Breda, Middelburg, Doetinchem of Utrecht.

Dat de coalitiepartijen een andere opvatting hebben over democratie mag duidelijk zijn. Op 18 december 2018 waagden de coalitiepartijen een poging om een motie van EVB tegen te houden. Dit is een grove schending van democratische beginselen. Iedere partij heeft op ieder moment gedurende de raadsvergadering recht op het indienen van een motie. Dit recht geldt ook voor individuele raadsleden. Een eerder voorbeeld van creatieve politieke huishoudkunde was op 3 juni 2018, toen er tegen Lennart van der Linden een motie van afkeuring in werd gediend door de coalitiepartijen vanwege zijn bestuursstijl. Een opmerkelijke zet, omdat van der Linden op dat moment geen wethouder meer was, maar EVB-fractievoorzitter en daarmee raadslid. Ter vergelijking: als de voormalige politieke kemphanen Geert Wilders en Alexander Pechtold de kans gehad zouden hebben om als Tweede Kamerleden moties tegen elkaar in te dienen, dan zouden ze dit echt niet na hebben gelaten. Het indienen van een motie tegen raadsleden (of politieke ambtsbekleders van een gelijksoortige aard) is een instrument wat in het geheel niet bestaat in onze democratie, op welk politiek niveau dan ook.

De coalitiepartijen voelen zich vanwege hun politieke verschillen gedwongen om veelvuldig te overleggen, om zodoende de rijen krampachtig gesloten te houden. Men bereidt zich samen zoveel als mogelijk voor op raadsvergaderingen en commissievergaderingen om EVB tegemoet te treden. De coalitiepartijen gaan tegenwoordig als één partij de wijken in en stellen ook als één partij vragen op. Van een werkelijke uitwisseling van gedachten, de mogelijkheid tot het herzien van een eigen mening op basis van een goed argument van een ander, of een debat over de grondslagen van een onderwerp is daardoor nauwelijks sprake.

De coalitiepartijen stemmen zo nu en dan mee met moties van EVB. Ik noem de implementatie ANPR-camera’s in Barendrecht, een bewezen technologisch hulpmiddel in het voorkomen en bestrijden van uiteenlopende misdrijven, waarvan de politie voorafgaand al kenbaar maakte dat het hen enorm zou helpen. Ik noem de motie platform gehandicapten. Een politieke partij die zich daartegen durft te keren mag rekenen op onbegrip van de achterban. Ten derde noem ik de motie glasvezel in Barendrecht. Het t.o.v. omliggende gemeenten relatief trage internet is vele Barendrechters al jaren een doorn in het oog. Gaat het echter om wezenlijk en ingrijpend beleid, dan vinden we de coalitie zonder uitzondering op ons pad, met als nagenoeg vaste stemuitslag 15-14 voor of tegen. Ik blijf de gedachte erop nahouden dat het enorm moet knagen aan raadsleden van de coalitiepartijen, om keer om keer in te moeten leveren op persoonlijke of partijstandpunten aangaande beleidsvorming.

Binnen EVB leeft het idee dat er door de coalitie onderscheid gemaakt wordt tussen fractieleden. Onze kopman Lennart van der Linden is kop-van-jut, richting Dirk Vermaat en Dick Heijboer zit veel oud zeer en Els Schaap-Holsheimer? Zij heeft als oud-bestuursvoorzitter de zo gehekelde huisstijl van EVB mede vormgegeven. Richting nieuwe raadsleden is men meer ontvankelijk. Ik moet bekennen dat ik sommige raadsleden van andere partijen vriendelijk en fatsoenlijk vindt. Dit lijkt andersom ook het geval te zijn. Al vrees ik voor de gevolgen van het schrijven van deze brief. Nu ja, alles voor de partij, nietwaar? In meer ernstige zin, vraagt u zichzelf af: willen we onze lokale democratie echt toevertrouwen aan volksvertegenwoordigers die hun beleidskeuzes maken op grond van sympathie?

Dan is er nog het college van Burgemeester & Wethouders. Het is gebruikelijk dat het college te gast is in de raad of in de commissie. In Barendrecht wil het college onder het mom van samenwerken ideeën ophalen bij de raad i.p.v. dat het college zelf beleidsplannen inbrengt. We noemen dit als EVB bestuurlijke verlegenheid. Het college durft niet aan of door te pakken.

Samengevat zijn er vijf zorgwekkende ontwikkelingen in de Barendrechtse democratie merkbaar:

De wil van het volk is niet gerespecteerd nadat de uitslag van de verkiezingen is vastgesteld. Dit blijkt uit de samenwerking van de coalitie en de daaruit voortkomende samenstelling van het college.

De coalitie toont geen respect voor democratische spelregels gezien o.a. een poging om een motie van EVB te blokkeren en een motie die bedoeld is voor bestuurders in te dienen tegen een EVB-raadslid.

De coalitie lijkt beleidskeuzes te maken op basis van een sympathiemeter.

De coalitie moet zich krampachtig aan elkaar vasthouden, over brede ideologische verschillen, waardoor Barendrecht een tweepartijenstelsel dreigt te worden.

Het college laat zogeheten ophaalsessies organiseren i.p.v. beleidsplannen voor te leggen ter goedkeuring van de raad, draait daarmee de wettelijke functies van raad en college om en holt zodoende het duale stelsel in onze parlementaire democratie uit.

Als EVB-fractie laten we het hoofd niet hangen. We zijn veruit de meest actieve partij als het gaat om het stellen van vragen aan het college, als het gaat om door middel van het debat onder de aandacht brengen van kwesties die leven binnen Barendrecht en in het agenderen van onderwerpen ter behandeling in de commissievergaderingen en de raadsvergadering.

Binnen de fractie is er veel plezier en onderling respect. De diversiteit van deskundigheid in onze fractie is een van onze sterke punten. Als grote fractie met verschillende leef-, werk- en politieke achtergronden kunnen we veel onderwerpen aan. Binnen EVB zijn we niet bang voor een stevige discussie op de inhoud. Een recent voorbeeld daarvan is de ophef rondom de Nashville-verklaring. De gehele fractie was en is tegen de Nashville-verklaring, wel waren er verschillen van mening over hoe er omgegaan moest worden met de verklaring. Mijn persoonlijke mening komt voor 90% overeen met het opiniestuk van Ariën Voogt, in dagblad Trouw van 17 januari 2019 met als titel: ‘De Nashville-verklaring raakt de seculiere staat’. Mijns inziens zitten de instrumenten om dit soort kwesties af te handelen in het sociale contract van de samenleving en in de wetgeving. Ter variatie zou ik voorgesteld hebben om de Nederlandse vlag te hijsen onder het motto ‘allen één onder de Nederlandse driekleur’, om zo te benadrukken dat we pal staan voor een samenleving op basis van wederkerige tolerantie, meerstemmige dialoog van vrije gedachten en het vrije woord, hartelijkheid en saamhorigheid van en tussen verschillende individuen en gemeenschappen. Dit is volgens mij een sterker signaal dan iedere groep zijn eigen verbijzondering te geven met speciale vlaggen, speciale dagen of andere symboliek. Dat draagt alleen bij aan hokjesdenken en niet aan het vormen van een daadwerkelijke

Uiteindelijk is het ook binnen een fractie de meerderheid die beslist en we accepteren de uitslag van een interne stemronde. De gevolgen aangaande de Nashville-verklaring heeft u kunnen lezen. Dit proces hebben we als fractie goed vormgegeven. EVB toonde zich een sterke, democratische partij.

Na een aanvankelijk wederzijds wat onwennig begin, waar de nodige partij- en fractiegenoten moeite leken te hebben met mijn wat gereserveerde karakter, mijn galgenhumor, mijn antieke gebruik van de Nederlandse taal en mijn verkondiging van filosofische tegeltjeswijsheden voel ik nu veel waardering voor mij als mens en als fractiegenoot. De schulp is mijnerzijds opengegaan, ik waag verwoede pogingen onomwonden taal te spreken en probeer de filosofie te beperken tot decoratie van de politiek.

Met de klare taal van EVB heb ik persoonlijk nog enige moeite. Als ik klare taal als student filosofie zou moeten uitleggen dan zou ik de volgende definitie geven: het op redelijke gronden duidelijk kunnen verwoorden van de concepten in je verstand. Dat gaat soms beter met moeilijke woorden dan met eenvoudige woorden. Moeilijke woorden kunnen een betere toonzetting of een grotere zeggingskracht hebben. Voor mijn studie spreek ik regelmatig voor groepen en voer ik de nodige debatten, maar filosofische debatten zijn anders dan politieke debatten. Een filosofisch debat is een gezamenlijke zoektocht naar een waarheid. Natuurlijk zijn er over en weer wat mondelinge plaagstootjes ter vermaak, maar er bestaat een grote wens om iets van elkaar te leren. In de politiek lijken mensen er soms een kunst van te maken om expres verkeerd te luisteren, woorden te verdraaien en onderwerpen of overwinningen op te eisen voor zichzelf of de partij. Anders gesteld is de grondverf van de filosofische en politieke debatten identiek, maar het uiteindelijke schilderij ziet er anders uit. De klare taal is een punt van aandacht voor mijzelf, waar ik aan werk met behulp van fractiegenoten.

De meest nare ervaringen heb ik tot op heden gehad met de D66-fractie. Niet op persoonlijk vlak, maar op politiek inhoudelijk vlak. Voorafgaand aan een raadsvergadering op 16 oktober 2018 over de wijkteams heb ik schriftelijke vragen opgesteld met daarin de vraag of er een mogelijkheid was tot een tevredenheidsonderzoek onder medewerkers van het wijkteam. Oorspronkelijk was dit onderzoek enkel bedoeld voor patiënten van de wijkteams. Dit viel bij de coalitiepartijen in goede aarde. Het was D66 die hier een motie van maakte. Ik beschouw dit als politieke roof. Ook de AED-motie van 13 november 2018 wordt door D66 gevierd als overwinning, terwijl het een motie is bovenop een AED-motie van 07 november 2017.

Bij onze wijkcampagne, waar we als partij eens per maand een Barendrechtse wijk bezoeken krijgen we nog regelmatig te horen hoe schandalig men het vindt dat EVB is uitgesloten van deelname aan het college. Met name de manier waarop valt slecht onder onze kiezers. Zo nu en dan klinkt er frustratie en wanhoop door en vraagt men zich af wat hun stem nog waard is. Ik wil u op het hart drukken om niet toe te geven aan cynisme over de politiek. De volgende keer niet stemmen betekent dat u zich niet betrekt bij onze democratie en dat de andere partijen de ruimte krijgen om door te gaan met het uitsluiten van EVB. Ik roep u op om u actief aan te sluiten bij EVB, het laatste garnizoen van de Barendrechtse democratie.

Met vriendelijke groet,

Richard Carlebur

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

D66 D66 GroenLinks VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 17-06-2019 16:01

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

Dit weekend speechte fractievoorzitter Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten. Lees hier zijn toespraak over hoe radicale politiek verenigd kan worden met pragmatisme.

Het was een ijskoude zondagochtend in langzaam wegebbende jaar 2018. Ik stapte de auto uit en werd door Amsterdam getrakteerd op een Hollands doorkijkje. Alsof ik in het Rijksmuseum naar een schilderij van Pieter de Hoogh stond te kijken. Een donker steegje, te benauwd voor twee mensen tegelijk. Achter de betonnen poort danste het licht op bescheiden golfjes in de westelijke haven van de hoofdstad. Geduldig wiegende zeilboten moesten met deze temperatuur nog wat langer geduld hebben. Ik dacht aan Jacques Brel—‘dans le port d’Amsterdam’—probeerde de rest van de woorden voor de geest te halen, en neuriede het melodietje voor me uit. Alles om nog even niet te denken aan de snel naderende ontgroening door Jort Kelder in de nieuwe studio van het legendarische actualiteitsprogramma Buitenhof.

Toen ik werd overvallen door de lichtbak van de draaiende camera’s lachte Kelder mij opvallend mild toe. Zo mild, dat ik de ontstane ruimte kon benutten om te vertellen waarom ik nu precies doe wat ik doe. Wie ik ben. En vooral: welke radicale politiek mijn partij voorstaat.  „Ik zie er misschien wat netter uit,” zei ik, “maar ik voel wel dat radicalisme in me.”

Na het weekend kreeg ik twee giechelende medewerkers op bezoek met een cadeau. Een delfts blauw tegeltje met de tekst: ‘zoek de radicaal in jezelf’. Dat tegeltje staat sindsdien op de schouw in mijn werkkamer. Als ik er naar kijk denk ik aan de bron van dat radicale. Dan weet ik weer even waarom ik zei wat ik toen zei. Meer dan eens heb ik het gevoel éérst een Jonge Democraat en dan pas D66’er te zijn.

Nu ik het genoegen krijg terug te zijn op het oude nest, wil ik het met jullie hebben over wat ik zoek in mezelf en in mijn partij. Radicalisme.

Ik heb het dan niet over het radicalisme dat door de AIVD wordt gedefinieerd als “een gevaar voor de democratische rechtsorde”. Ook heb ik het niet over radicalisering onder jongeren, ook al zou het misschien nuttig zijn in dit gezelschap die materie nog eens door te nemen. Dan hadden we wellicht eerder signalen kunnen oppikken over een zekere scheidend JD-voorzitter .

Ik heb het over de radicaal-liberale politieke traditie geboren in de late negentiende eeuw. Een traditie geënt op de vernieuwing van het democratisch parlementair stelsel en het uitbouwen en beschermen van de rechten en vrijheden van het individu in verbondenheid met de gemeenschap.

In Nederland werd deze progressieve herijking voor het klassiek liberalisme belichaamd door de Radicale Bond. D66 kan haar inspiratie via de later opgerichte Vrijzinnig Democratische Bond herleiden naar precies die radicale voedingsbodem. Niet gek dus dat de huidige onderkoning van Nederland, Thom de Graaf, D66 wilde positioneren in wat hij noemde ‘het radicale midden’.

Dezelfde radicale geschiedenis behoort uw roemrijke organisatie toe. Al in 1916 werd in Utrecht besloten tot de oprichting van een organisatie voor vrijzinnige politieke jeugd. De enige serieuze twist was over de naamgeving. ‘Jonge Radicalen’ was lang favoriet, maar de oprichtingsvergadering besloot uiteindelijk tot ‘Jonge Democraten’. Het duurde nog 68 jaar voordat de échte Jonge Democraten opstonden in Café Eik en Linden hier in Amsterdam. Dat was drie jaar voor mijn geboorte.

De oprichting van een politieke jongerenorganisatie kon niet direct op enthousiasme rekenen bij de toch al jonge moederbeweging van Hans van Mierlo. Ten eerste was het formaliseren van partijstructuren fundamenteel in strijd met zijn idee van een Beweging die zichzelf zou opheffen. Ten tweede vond hij het net als iedere partijvoorman verdomd lastig zo’n horzel bij zich in de tent te hebben.

Hij zei, in een vraaggesprek bij het tweede lustrum van de JD: ‘op een onverwacht moment, toen wij even niet keken, zijn jullie tegen onze zin ontstaan’. Het wantrouwen tussen partijleider en jongerentak werd al snel wederzijds. Mijn illustere voorganger Alexander Pechtold kan erover meepraten.

Sinds haar oprichting heeft de JD zich als radicale horzel bewezen. En hoewel zélfs ik na amper een jaar fractievoorzitterschap sympathie kan opbrengen voor Van Mierlo’s standpunt, weet ik als geen ander: dat gehorzel is maar goed ook. Het is zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes en het voortbestaan van D66.

Zonder de politieke durf en het inlevingsvermogen van de JD was Paars er niet als vanzelfsprekend gekomen. Zonder Paars zaten we nu nog steeds onder de verstikkende, betuttelende plak van het CDA. Zonder Paars geen waardig levenseinde. En zonder Paars had ik niet in ieder geval de keuze gehad met mijn vriend te trouwen. Ik heb overigens geen plannen om dat ook daadwerkelijk te doen… Geheim tussen ons. Vertel maar niet aan hem.

Zonder de denkkracht van de JD had D66 nooit jongere generaties kunnen redden van de financiële last van de vergrijzing met de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vervroegde uittreding. Zonder de inspiratie van de JD had D66 nooit jonge mensen een kans kunnen geven op de huizenmarkt met de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

Toegegeven, de JD-motie voor afschaffing van ALLE luchtvaart in Europa was nog wat vergezocht in 1994, maar zonder de druk en steun van jonge mensen was D66 misschien nooit de enige serieuze klimaatpartij van Nederland geworden.

Zonder de schwung van de JD waren wij wellicht niet de enige echte onbeschroomd anti-populistische partij geworden. Het was JD-voorzitter Jan Paternotte die in de campagne voor de Europese grondwet twee weken lang met een caravan achter Geert Wilders. Hij kreeg daarmee net zoveel aandacht voor het pro-Europese verhaal in het NOS-journaal. Tot blinde woede van Wilders, die zich liet verleiden de telefoon te pakken, Hilversum te bellen, en verongelijkt door de hoorn te schreeuwen: ‘Zeg, zijn jullie allemaal lid van D66 daar?!’

Pechtold volgde snel met het moedige, radicaal-vrijzinnige antwoord op Wilders. Pas vijftien jaar later realiseerde VVD-leider Rutte zich dat meelachen met de nationaal-demagogen niet helpt. Maar toen hij direct na het trekken van die conclusie zendtijd opeiste van de publieke omroep voor een debat dat de keuze in het stemhokje vernauwde tot rechts en extreem-rechts, heb ik zelf de neiging moeten onderdrukken om Hilversum te bellen en verongelijkt door de hoorn te blaffen: ‘Zeg, zijn jullie nu allemaal lid van de VVD geworden daar?!’

Het was dezelfde Jan Paternotte die in zijn tijd constateerde dat bij de vakbonden eigenlijk iedereen oud was. In de Sociaal Economische Raad zat niemand van onder de 50. Zo konden jonge mensen natuurlijk niet vertegenwoordigd worden. En dus vond hij steeds nieuwe manieren om de discussie los te wrikken. De bezetting van het FNV gebouw in Sloterdijk liep nog wat stroef. Maar daarna kwam de machine op gang. Lodewijk de Waal werd uitgeroepen tot de irritantste man van Nederland. Jan poseerde voor de krant met een babyboomer op zijn rug. De last van het verleden goed in beeld gebracht.

En snel daarna ging de JD, in samenwerking met het CDJA, naar de SER om te eisen dat de toekomst aan tafel kwam zitten. Onder toeziend oog van de politie en de vaderlandse pers werd de oude stoel van Abraham Kuyper door JD’ers en CDJA’ers het gebouw in gedragen als jongerenzetel. De discussie barstte toen eindelijk los. Experts gaven de JD gelijk. En de CNV besloot in haar SER-delegatie dan eindelijk een jongerenvertegenwoordiger mee te nemen. En, dames en heren, wie was dat? Jawel, de oud-snuffelstagiair van Alexander Pechtold, Jesse Klaver. Zonder de JD dus geen kloeke carrièrestart voor Jesse Klaver.

En dan nog even dit: de politieke actualiteit maakt dat ik hier vandaag ben in grote dankbaarheid. Want zonder het wikken, wegen, uitdenken, doorzetten en doordrukken van de Jonge Democraten had onze minister Koolmees nooit zijn meest indrukwekkende prestatie van zijn carrière kunnen leveren. Een opluchting, een doorbraak en een overwinning voor jonge mensen in het hele land: de grootste pensioenhervorming ooit!

Verantwoordelijkheid van traditie

De traditie waarin die hervorming tot stand kon komen, de JD-traditie van voorlopen en van vurig en radicaal agenderen is het waard te laten leven.

Toen ik bij de JD rondliep—dat was zo ongeveer in het prehistorisch tijdperk—deden we ook voorstellen die nu steeds vaker terugkeren in politieke debat.

De legalisering van soft en harddrugs. De veilige en vrije omgang met prostitutie. Thema’s waar politici in Den Haag zich liever niet aan branden.

Nu loop ik daar zelf rond. En ik zie dezelfde bekrompenheid om me heen. Maar niet bij onze eigen partij. Want welke koers D66 ook vaart, of we nu wel of niet in een kabinet zitten, wij staan altijd open voor discussies met de JD.

Niet omdat het zo leuk is. Als ik alleen maar leuke dingen zou willen doen zou ik de hele dag poppetjes tekenen op de posters van Forum voor Democratie. Nee we doen het omdat onze partij anders allang haar bestaansrecht was verloren. Als we niet al die taboes hadden doorbroken en al die hervormingen hadden doorgevoerd die hun oorsprong vonden op JD-congressen als deze waren we weg geweest. Electoraal weggevaagd. Irrelevant en onherkenbaar.

Tegenwoordig is de reactionaire kant van het politieke spectrum behoorlijk bedrijvig in het slechten van taboes.  Daar wordt het IQ van mensen langs een ethnische meetlat gelegd. Daar wordt het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een paar tandjes teruggeschroefd.

Als er dus ooit een reden is geweest vrijzinnige taboes af te stoffen is het de populariteit van radicaliserend rechts. Daarom ben ik hier vandaag. Om samen met jullie de strijdbijl op te pakken. Om jullie te zeggen dat ik altijd zal kiezen voor de jonge radicalen in deze zaal die taboes willen doorbreken.

Maar daarbij moet me nog wel iets van het hart. Als JD-voorzitter heb ik het zelf ook allemaal niet perfect gedaan. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik heel veel anders gedaan. Ik had beter mijn best gedaan om ervoor te zorgen dat deze zaal een echte afspiegeling zou zijn van de samenleving. Minder speeltuin voor hoogopgeleiden, meer kweekvijver voor alle soorten vrijzinnige radicalen van goede wil.

We horen straks wie de nieuwe voorzitter wordt. Ik zou hem of haar willen vragen goed te maken wat ik niet adequaat heb gedaan. De NRC omschreef onze club in de jaren negentig als ‘een gemêleerd gezelschap, van leren jacks tot parelkettinkjes, jasjes-dasjes en vlotte sweaters.’ Als de krant weer een profiel maakt in de jaren twintig van deze eeuw, dan hoop ik op een gemêleerd gezelschap, van hoofddoekjes tot hotpants, jasjes-dasjes en boerenoveralls.

En dan nog iets. Ik snap dat de realiteit van de politiek soms lastig is. De compromissen. Het meel in de mond. De langzame voortgang. Wat dat betreft is het een bevrijding hier zonder beperking te kunnen filosoferen. Maar politiek is geen spel of vertier, zelfs niet in deze vrijblijvende omstandigheden. Wat je hier agendeert zegt iets over de essentie van de vereniging. De standpunten die je hier verkondigt zijn niet vrijblijvend. Ook niet als die gaan over kinderporno of kindereuthanasie.

Het is misschien hier ook verleidelijk om politicusje te spelen. Maar het heeft geen zin. Het draagt niets bij. Jullie hebben de kans Van Mierlo ongelijk te geven. Pak je rol. Werk geduldig aan voorstellen die geesten uit flessen rukken, revoluties ontketenen voordat die uitbreken, de macht verbeelden en een spiegel voorhouden.

Ik zie de rol van de Jonge Democraten als radicale aanjager, als maker van de toekomst. De volgende verkiezingen zijn alweer bijna over twee jaar. En dus vraag ik jullie: ga met andere organisaties in gesprek. Geef opvolging aan het duurzaamheidsmanifest dat jullie samen met negen andere politieke jongerenorganisaties sloten. Denk na over de volgende formatie. Wat moet er in het coalitieakkoord staan? Hoe ziet een akkoord eruit #voordetoekomst? Mensen moeten het kunnen inbeelden voordat ze ermee instemmen. Dat vergt de inspanning van jonge radicalen, creatieve denkers, grootaandeelhouders in de toekomst.

En vergeet daarbij dan ook niet te praten met radicaal-andersdenkenden. Jonge JFVD’ers. Jullie leeftijdsgenoten kunnen makkelijk nog worden gered uit de klauwen van de boreale uil.

De verantwoordelijkheid van traditie II

Voor D66 zijn de afgelopen twee jaar vaak een oefening in geduld geweest. Een constante onderhandeling met andersdenkenden om onze radicale voorstellen dichterbij te brengen. Wij leven met religieuze toewijding bij het refrein van het lustrumlied van de JD uit 1994: ‘pragmatisch en heel radicaal’. Voor ons gaat radicalisme hand in hand met gematigd handelen.

Ik weet dat dat vaak tot onbegrip heeft geleid, zeker ook in dit gezelschap. We hadden veel dingen liever anders gezien, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het intrekken van het raadgevend referendum zonder duidelijk alternatief. De dividendbelasting. Maar denk je eens in. Een pro-Europees klimaatkabinet dat haar grootste investering doet in het onderwijs. Is dat niet precies wat we willen, democraten jong en oud? Is dat niet een ongelofelijke prestatie in een land met een meerderheid aan rechtse en extreemrechtse zetels?

Ik knok er iedere dag met mijn collega’s keihard voor, want voor niets gaat de zon op. Als het lukt in de komende weken na het succes van een Pensioenakkoord ook een Klimaatakkoord te sluiten dan hebben wij onze anderhalf miljoen kiezers kunnen geven waar ze om vroegen en wat zij verdienen: verandering en vooruitgang.

Bovenal is onze kabinetsdeelname het waard omdat deze ongewone samenwerking de laatste hoop is voor het samenwerkende midden. Omdat regeren, ook in deze samenstelling, ons radicalisme met ons pragmatisme verknoopt.

Partijen en mensen die tot elkaar komen en niet blijven steken in het dienen van één enkel belang. Consensuspolitiek. Dat is stroperig, soms zelfs vuil en vunzig, maar een stuk succesvoller recept voor stabiel en progressief bestuur dan het winner-takes-all geharrewar in de Angelsaksische wereld.

De beslissing om na onze historische zetelwinst in 2017 wel aan tafel te gaan zitten wordt ook ingegeven door de harde realiteit van de Tweede Kamer. Nederland heeft een conservatieve meerderheid. Dankzij de dysfunctionele zetels van de nationaal-populisten konden wij progressief beleid maken met partijen die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Daar hadden we graag hulp bij gehad van andere partijen, maar die waren te bang om moeilijke concessies te doen.

Wie komt bij de volgende ronde wel serieus aan tafel zitten? Ik maak me zorgen. Forum heeft op rechts wel al gezegd te willen regeren. De VVD en het CDA willen best hun ziel verkopen. Luister naar Hugo de Jonge als hij zegt dat samenwerking met de PVV best mogelijk is. En neem hem daarin serieus. Luister naar Klaas Dijkhoff die samenwerking met Forum niet uitsluit. En neem hem daarin serieus. Een herhaling van het on-Nederlandse rampkabinet Rutte-I is een serieus gevaar.

Wat gaan wij progressieven daartegenover stellen? Loopt GroenLinks na twee keer nog een derde keer weg? D66 zal het progressieve motorblok bij elkaar proberen te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van onze radicaal-pragmatische traditie. Dat is wie wij zijn.

We doen dit op voorwaarde dat de progressieve democratische politiek niet steunt op blinde loyaliteit of identiteit. Dan zijn we geen haar beter dan de PVV. Wij bedrijven ideeënpolitiek. Niet vanuit de tijdloze starheid van ideologie, maar steunend op een analyse van de wereld zoals die is in het hier en nu.

Het gaat uitstekend met Nederland, maar de afgelopen decennia zijn ook nieuwe muren ontstaan in onze samenleving.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

Als ik vandaag iets van jullie wil vragen is het dit: help ons de sloophamer op te pakken! Wat vinden jullie? Wat moeten we doen? Welke oplossingen zijn rechtvaardig voor jonge mensen? Ik sluit niet uit dat we het af en toe oneens zullen zijn. En ik waarschuw maar alvast dat het JD-kroonjuweel van de opheffing van het verbod op openbaar dronkenschap, kan moeilijk het antwoord op alles zijn.

De taak voor radicalen, jong en oud, is om de rustige vijver van de politiek in beweging brengen. Roeren in stilstaand water.

Ik kan niet voor jullie bepalen wat radicaal is. Radicalisme wordt op verschillende golflengten uitgezonden. Is het de verhoging van de vermogensbelasting? De afschaffing van privé-onderwijs? Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien?

Ik weet wel: dat jullie hier zijn is een radicale daad op zich. Leg maar eens uit in de bus waarin jullie hiernaartoe gekomen zijn dat meer dan tweehonderd jonge mensen hier in een oververhitte kerk in Amsterdam een weekend lang debatteren over de vrijzinnige politiek.

En als JD’er én D66’er weet ik zeker: jullie slaan de golven waar D66 op surft. Of die vrijzinnige golf ooit tegen de deur van het Torentje aan zal slaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van jullie enthousiasme en van onze samenwerking.

Het kan als wij het willen. Zoek de radicaal in jezelf!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.