Nieuws van politieke partijen over CDA inzichtelijk

8 documenten

Rutte door ruim een kwart gezien als beste premier sinds WOII

VVD VVD CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 Zuid-Holland 15-03-2020 06:22

In de week waarin het corona-virus Nederland in zijn greep kreeg komt uit onderzoek naar voren, dat de kiezers Mark Rutte zien als de beste premier sinds de Tweede Wereldoorlog. Op de vraag wie men als beste minister-president sinds WO II ziet, komt Rutte met 27% als nummer 1 uit de bus Hij wordt gevolgd door Wim Kok (21%), Ruud Lubbers (17%), en Joop den Uyl (13%).

https://hoekschewaard.vvd.nl/nieuws/38677/rutte-door-ruim-een-kwart-gezien-als-beste-premier-sinds-woii

© rijksoverheid

Het maakt bijna niet uit aan welke leeftijdsgroep je het vraagt: Rutte scoort het hoogst in bijna alle generaties. De jongsten (tot 24 jaar) kiezen massaal (59%) voor Rutte. Onder de andere leeftijdsgroepen is er meer concurrentie: evenveel kiezers van 35-49 jaar vinden Kok en Rutte de beste (beiden 29%), terwijl bij 65-plussers Ruud Lubbers het meest genoemd wordt. 

Dit onderzoek onder 2.180 Nederlanders – uitgevoerd door I&O Research in samenwerking met NRC Handelsblad – vond plaats tussen 6 tot 10 maart, in de periode dat de eerste corona-gevallen in Nederland bekend werden. Eventuele invloed van deze ontwikkeling op partijvoorkeur en waardering van politici en bestuurders is dus slechts ten dele meegenomen in dit onderzoek.

Bijna helft kiezers vindt dat Rutte goede premier was/is

Maar liefst 45 procent van de kiezers vindt dat Mark Rutte in zijn tienjarig premierschap goed gepresteerd heeft. Een kwart (26%) oordeelt neutraal en 28 procent negatief.Vanzelfsprekend zijn (bijna alle) VVD-kiezers positief over Rutte, maar ook grote meerderheden van het CDA-, D66-, CU- en SGP-electoraat oordelen positief over hem.Zelfs PvdA- en GL-kiezers zijn per saldo eerder positief dan negatief.Uitgesproken negatief zijn kiezers van FvD en PVV.

Rutte, Hoekstra en Kaag – vanuit kiezersgunst – meest voor de hand liggende lijsttrekkers

Een jaar voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021, is het bij meerdere partijen nog onduidelijk wie de lijsttrekker wordt.

VVD: Het is de verwachting dat Mark Rutte nog een keer opgaat voor het premierschap, maar voor de VVD is ook Klaas Dijkhoff in beeld. Mark Rutte steekt met kop en schouders uit boven de andere kandidaten als ‘meest betrouwbare premier’: meer dan de helft ziet hem zo. Bijna de helft van alle kiezers (45%) vindt dat hij het de afgelopen tien jaar goed gedaan heeft als minister-president.CDA: Bij het CDA lopen Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge zich warm voor het lijsttrekkerschap. Vooralsnog scoort Hoekstra iets beter dan De Jonge, maar deze race is nog niet gelopen. Beiden worden door ruime delen van het electoraat gezien als betrouwbare premierkandidaten. De huidige fractievoorzitter van het CDA, Pieter Heerma, wordt gezien als tussenpaus en wordt relatief laag gewaardeerd.D66: Bij D66 worden zowel Rob Jetten als Sigrid Kaag gezien als serieuze kandidaten. Sigrid Kaag staat er beduidend beter voor dan Jetten. Ze wordt niet alleen beter gewaardeerd dan Jetten (een 6,2 versus een 4,8). Als mogelijke ‘betrouwbare premier’ zit ze net achter Wopke Hoekstra. Kaag is nog relatief onbekend (48% zegt haar te kennen) dus ze kan nog groeien.PvdA: Lodewijk Asscher wordt gewaardeerd met een 5,5: boven Klaver (5,1) en Marijnissen (5,3). Maar als ‘betrouwbare premier kandidaat’ moet hij Rutte, Hoekstra, De Jonge en Kaag vooralsnog voor laten gaan. Ten opzichte van 2017 leverde hij 12 procentpunt in (nu ziet 36% hem nog als zodanig). GroenLinks: Jesse Klaver was bij de verkiezingen van 2017 een van de meest populaire lijsttrekkers, met scores van een 6 of hoger, maar levert flink in. Met een 5,1 bevindt hij zich nu in de middenmoot. In 2017 kon 38 procent van de kiezers Klaver zich nog voorstellen als ‘betrouwbare premier’, nu is dat nog 26 procent.PVV / FvD: Geert Wilders (4,1) krijgt een hoger gemiddeld rapportcijfer dan Thierry Baudet (3,6), maar beiden worden laag gewaardeerd. Dit wordt vooral veroorzaakt door het hoge aandeel onvoldoendes die beiden krijgen (Wilders: 67% onvoldoende, Baudet 74%).  Onder de eigen achterban worden zowel Wilders (8,3) als Baudet (8,1) op handen gedragen. Als ‘betrouwbare premier’ doen beiden het echter niet goed: 13 en 14 procent.

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

D66 D66 GroenLinks VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 17-06-2019 16:01

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

Dit weekend speechte fractievoorzitter Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten. Lees hier zijn toespraak over hoe radicale politiek verenigd kan worden met pragmatisme.

Het was een ijskoude zondagochtend in langzaam wegebbende jaar 2018. Ik stapte de auto uit en werd door Amsterdam getrakteerd op een Hollands doorkijkje. Alsof ik in het Rijksmuseum naar een schilderij van Pieter de Hoogh stond te kijken. Een donker steegje, te benauwd voor twee mensen tegelijk. Achter de betonnen poort danste het licht op bescheiden golfjes in de westelijke haven van de hoofdstad. Geduldig wiegende zeilboten moesten met deze temperatuur nog wat langer geduld hebben. Ik dacht aan Jacques Brel—‘dans le port d’Amsterdam’—probeerde de rest van de woorden voor de geest te halen, en neuriede het melodietje voor me uit. Alles om nog even niet te denken aan de snel naderende ontgroening door Jort Kelder in de nieuwe studio van het legendarische actualiteitsprogramma Buitenhof.

Toen ik werd overvallen door de lichtbak van de draaiende camera’s lachte Kelder mij opvallend mild toe. Zo mild, dat ik de ontstane ruimte kon benutten om te vertellen waarom ik nu precies doe wat ik doe. Wie ik ben. En vooral: welke radicale politiek mijn partij voorstaat.  „Ik zie er misschien wat netter uit,” zei ik, “maar ik voel wel dat radicalisme in me.”

Na het weekend kreeg ik twee giechelende medewerkers op bezoek met een cadeau. Een delfts blauw tegeltje met de tekst: ‘zoek de radicaal in jezelf’. Dat tegeltje staat sindsdien op de schouw in mijn werkkamer. Als ik er naar kijk denk ik aan de bron van dat radicale. Dan weet ik weer even waarom ik zei wat ik toen zei. Meer dan eens heb ik het gevoel éérst een Jonge Democraat en dan pas D66’er te zijn.

Nu ik het genoegen krijg terug te zijn op het oude nest, wil ik het met jullie hebben over wat ik zoek in mezelf en in mijn partij. Radicalisme.

Ik heb het dan niet over het radicalisme dat door de AIVD wordt gedefinieerd als “een gevaar voor de democratische rechtsorde”. Ook heb ik het niet over radicalisering onder jongeren, ook al zou het misschien nuttig zijn in dit gezelschap die materie nog eens door te nemen. Dan hadden we wellicht eerder signalen kunnen oppikken over een zekere scheidend JD-voorzitter .

Ik heb het over de radicaal-liberale politieke traditie geboren in de late negentiende eeuw. Een traditie geënt op de vernieuwing van het democratisch parlementair stelsel en het uitbouwen en beschermen van de rechten en vrijheden van het individu in verbondenheid met de gemeenschap.

In Nederland werd deze progressieve herijking voor het klassiek liberalisme belichaamd door de Radicale Bond. D66 kan haar inspiratie via de later opgerichte Vrijzinnig Democratische Bond herleiden naar precies die radicale voedingsbodem. Niet gek dus dat de huidige onderkoning van Nederland, Thom de Graaf, D66 wilde positioneren in wat hij noemde ‘het radicale midden’.

Dezelfde radicale geschiedenis behoort uw roemrijke organisatie toe. Al in 1916 werd in Utrecht besloten tot de oprichting van een organisatie voor vrijzinnige politieke jeugd. De enige serieuze twist was over de naamgeving. ‘Jonge Radicalen’ was lang favoriet, maar de oprichtingsvergadering besloot uiteindelijk tot ‘Jonge Democraten’. Het duurde nog 68 jaar voordat de échte Jonge Democraten opstonden in Café Eik en Linden hier in Amsterdam. Dat was drie jaar voor mijn geboorte.

De oprichting van een politieke jongerenorganisatie kon niet direct op enthousiasme rekenen bij de toch al jonge moederbeweging van Hans van Mierlo. Ten eerste was het formaliseren van partijstructuren fundamenteel in strijd met zijn idee van een Beweging die zichzelf zou opheffen. Ten tweede vond hij het net als iedere partijvoorman verdomd lastig zo’n horzel bij zich in de tent te hebben.

Hij zei, in een vraaggesprek bij het tweede lustrum van de JD: ‘op een onverwacht moment, toen wij even niet keken, zijn jullie tegen onze zin ontstaan’. Het wantrouwen tussen partijleider en jongerentak werd al snel wederzijds. Mijn illustere voorganger Alexander Pechtold kan erover meepraten.

Sinds haar oprichting heeft de JD zich als radicale horzel bewezen. En hoewel zélfs ik na amper een jaar fractievoorzitterschap sympathie kan opbrengen voor Van Mierlo’s standpunt, weet ik als geen ander: dat gehorzel is maar goed ook. Het is zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes en het voortbestaan van D66.

Zonder de politieke durf en het inlevingsvermogen van de JD was Paars er niet als vanzelfsprekend gekomen. Zonder Paars zaten we nu nog steeds onder de verstikkende, betuttelende plak van het CDA. Zonder Paars geen waardig levenseinde. En zonder Paars had ik niet in ieder geval de keuze gehad met mijn vriend te trouwen. Ik heb overigens geen plannen om dat ook daadwerkelijk te doen… Geheim tussen ons. Vertel maar niet aan hem.

Zonder de denkkracht van de JD had D66 nooit jongere generaties kunnen redden van de financiële last van de vergrijzing met de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vervroegde uittreding. Zonder de inspiratie van de JD had D66 nooit jonge mensen een kans kunnen geven op de huizenmarkt met de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

Toegegeven, de JD-motie voor afschaffing van ALLE luchtvaart in Europa was nog wat vergezocht in 1994, maar zonder de druk en steun van jonge mensen was D66 misschien nooit de enige serieuze klimaatpartij van Nederland geworden.

Zonder de schwung van de JD waren wij wellicht niet de enige echte onbeschroomd anti-populistische partij geworden. Het was JD-voorzitter Jan Paternotte die in de campagne voor de Europese grondwet twee weken lang met een caravan achter Geert Wilders. Hij kreeg daarmee net zoveel aandacht voor het pro-Europese verhaal in het NOS-journaal. Tot blinde woede van Wilders, die zich liet verleiden de telefoon te pakken, Hilversum te bellen, en verongelijkt door de hoorn te schreeuwen: ‘Zeg, zijn jullie allemaal lid van D66 daar?!’

Pechtold volgde snel met het moedige, radicaal-vrijzinnige antwoord op Wilders. Pas vijftien jaar later realiseerde VVD-leider Rutte zich dat meelachen met de nationaal-demagogen niet helpt. Maar toen hij direct na het trekken van die conclusie zendtijd opeiste van de publieke omroep voor een debat dat de keuze in het stemhokje vernauwde tot rechts en extreem-rechts, heb ik zelf de neiging moeten onderdrukken om Hilversum te bellen en verongelijkt door de hoorn te blaffen: ‘Zeg, zijn jullie nu allemaal lid van de VVD geworden daar?!’

Het was dezelfde Jan Paternotte die in zijn tijd constateerde dat bij de vakbonden eigenlijk iedereen oud was. In de Sociaal Economische Raad zat niemand van onder de 50. Zo konden jonge mensen natuurlijk niet vertegenwoordigd worden. En dus vond hij steeds nieuwe manieren om de discussie los te wrikken. De bezetting van het FNV gebouw in Sloterdijk liep nog wat stroef. Maar daarna kwam de machine op gang. Lodewijk de Waal werd uitgeroepen tot de irritantste man van Nederland. Jan poseerde voor de krant met een babyboomer op zijn rug. De last van het verleden goed in beeld gebracht.

En snel daarna ging de JD, in samenwerking met het CDJA, naar de SER om te eisen dat de toekomst aan tafel kwam zitten. Onder toeziend oog van de politie en de vaderlandse pers werd de oude stoel van Abraham Kuyper door JD’ers en CDJA’ers het gebouw in gedragen als jongerenzetel. De discussie barstte toen eindelijk los. Experts gaven de JD gelijk. En de CNV besloot in haar SER-delegatie dan eindelijk een jongerenvertegenwoordiger mee te nemen. En, dames en heren, wie was dat? Jawel, de oud-snuffelstagiair van Alexander Pechtold, Jesse Klaver. Zonder de JD dus geen kloeke carrièrestart voor Jesse Klaver.

En dan nog even dit: de politieke actualiteit maakt dat ik hier vandaag ben in grote dankbaarheid. Want zonder het wikken, wegen, uitdenken, doorzetten en doordrukken van de Jonge Democraten had onze minister Koolmees nooit zijn meest indrukwekkende prestatie van zijn carrière kunnen leveren. Een opluchting, een doorbraak en een overwinning voor jonge mensen in het hele land: de grootste pensioenhervorming ooit!

Verantwoordelijkheid van traditie

De traditie waarin die hervorming tot stand kon komen, de JD-traditie van voorlopen en van vurig en radicaal agenderen is het waard te laten leven.

Toen ik bij de JD rondliep—dat was zo ongeveer in het prehistorisch tijdperk—deden we ook voorstellen die nu steeds vaker terugkeren in politieke debat.

De legalisering van soft en harddrugs. De veilige en vrije omgang met prostitutie. Thema’s waar politici in Den Haag zich liever niet aan branden.

Nu loop ik daar zelf rond. En ik zie dezelfde bekrompenheid om me heen. Maar niet bij onze eigen partij. Want welke koers D66 ook vaart, of we nu wel of niet in een kabinet zitten, wij staan altijd open voor discussies met de JD.

Niet omdat het zo leuk is. Als ik alleen maar leuke dingen zou willen doen zou ik de hele dag poppetjes tekenen op de posters van Forum voor Democratie. Nee we doen het omdat onze partij anders allang haar bestaansrecht was verloren. Als we niet al die taboes hadden doorbroken en al die hervormingen hadden doorgevoerd die hun oorsprong vonden op JD-congressen als deze waren we weg geweest. Electoraal weggevaagd. Irrelevant en onherkenbaar.

Tegenwoordig is de reactionaire kant van het politieke spectrum behoorlijk bedrijvig in het slechten van taboes.  Daar wordt het IQ van mensen langs een ethnische meetlat gelegd. Daar wordt het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een paar tandjes teruggeschroefd.

Als er dus ooit een reden is geweest vrijzinnige taboes af te stoffen is het de populariteit van radicaliserend rechts. Daarom ben ik hier vandaag. Om samen met jullie de strijdbijl op te pakken. Om jullie te zeggen dat ik altijd zal kiezen voor de jonge radicalen in deze zaal die taboes willen doorbreken.

Maar daarbij moet me nog wel iets van het hart. Als JD-voorzitter heb ik het zelf ook allemaal niet perfect gedaan. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik heel veel anders gedaan. Ik had beter mijn best gedaan om ervoor te zorgen dat deze zaal een echte afspiegeling zou zijn van de samenleving. Minder speeltuin voor hoogopgeleiden, meer kweekvijver voor alle soorten vrijzinnige radicalen van goede wil.

We horen straks wie de nieuwe voorzitter wordt. Ik zou hem of haar willen vragen goed te maken wat ik niet adequaat heb gedaan. De NRC omschreef onze club in de jaren negentig als ‘een gemêleerd gezelschap, van leren jacks tot parelkettinkjes, jasjes-dasjes en vlotte sweaters.’ Als de krant weer een profiel maakt in de jaren twintig van deze eeuw, dan hoop ik op een gemêleerd gezelschap, van hoofddoekjes tot hotpants, jasjes-dasjes en boerenoveralls.

En dan nog iets. Ik snap dat de realiteit van de politiek soms lastig is. De compromissen. Het meel in de mond. De langzame voortgang. Wat dat betreft is het een bevrijding hier zonder beperking te kunnen filosoferen. Maar politiek is geen spel of vertier, zelfs niet in deze vrijblijvende omstandigheden. Wat je hier agendeert zegt iets over de essentie van de vereniging. De standpunten die je hier verkondigt zijn niet vrijblijvend. Ook niet als die gaan over kinderporno of kindereuthanasie.

Het is misschien hier ook verleidelijk om politicusje te spelen. Maar het heeft geen zin. Het draagt niets bij. Jullie hebben de kans Van Mierlo ongelijk te geven. Pak je rol. Werk geduldig aan voorstellen die geesten uit flessen rukken, revoluties ontketenen voordat die uitbreken, de macht verbeelden en een spiegel voorhouden.

Ik zie de rol van de Jonge Democraten als radicale aanjager, als maker van de toekomst. De volgende verkiezingen zijn alweer bijna over twee jaar. En dus vraag ik jullie: ga met andere organisaties in gesprek. Geef opvolging aan het duurzaamheidsmanifest dat jullie samen met negen andere politieke jongerenorganisaties sloten. Denk na over de volgende formatie. Wat moet er in het coalitieakkoord staan? Hoe ziet een akkoord eruit #voordetoekomst? Mensen moeten het kunnen inbeelden voordat ze ermee instemmen. Dat vergt de inspanning van jonge radicalen, creatieve denkers, grootaandeelhouders in de toekomst.

En vergeet daarbij dan ook niet te praten met radicaal-andersdenkenden. Jonge JFVD’ers. Jullie leeftijdsgenoten kunnen makkelijk nog worden gered uit de klauwen van de boreale uil.

De verantwoordelijkheid van traditie II

Voor D66 zijn de afgelopen twee jaar vaak een oefening in geduld geweest. Een constante onderhandeling met andersdenkenden om onze radicale voorstellen dichterbij te brengen. Wij leven met religieuze toewijding bij het refrein van het lustrumlied van de JD uit 1994: ‘pragmatisch en heel radicaal’. Voor ons gaat radicalisme hand in hand met gematigd handelen.

Ik weet dat dat vaak tot onbegrip heeft geleid, zeker ook in dit gezelschap. We hadden veel dingen liever anders gezien, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het intrekken van het raadgevend referendum zonder duidelijk alternatief. De dividendbelasting. Maar denk je eens in. Een pro-Europees klimaatkabinet dat haar grootste investering doet in het onderwijs. Is dat niet precies wat we willen, democraten jong en oud? Is dat niet een ongelofelijke prestatie in een land met een meerderheid aan rechtse en extreemrechtse zetels?

Ik knok er iedere dag met mijn collega’s keihard voor, want voor niets gaat de zon op. Als het lukt in de komende weken na het succes van een Pensioenakkoord ook een Klimaatakkoord te sluiten dan hebben wij onze anderhalf miljoen kiezers kunnen geven waar ze om vroegen en wat zij verdienen: verandering en vooruitgang.

Bovenal is onze kabinetsdeelname het waard omdat deze ongewone samenwerking de laatste hoop is voor het samenwerkende midden. Omdat regeren, ook in deze samenstelling, ons radicalisme met ons pragmatisme verknoopt.

Partijen en mensen die tot elkaar komen en niet blijven steken in het dienen van één enkel belang. Consensuspolitiek. Dat is stroperig, soms zelfs vuil en vunzig, maar een stuk succesvoller recept voor stabiel en progressief bestuur dan het winner-takes-all geharrewar in de Angelsaksische wereld.

De beslissing om na onze historische zetelwinst in 2017 wel aan tafel te gaan zitten wordt ook ingegeven door de harde realiteit van de Tweede Kamer. Nederland heeft een conservatieve meerderheid. Dankzij de dysfunctionele zetels van de nationaal-populisten konden wij progressief beleid maken met partijen die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Daar hadden we graag hulp bij gehad van andere partijen, maar die waren te bang om moeilijke concessies te doen.

Wie komt bij de volgende ronde wel serieus aan tafel zitten? Ik maak me zorgen. Forum heeft op rechts wel al gezegd te willen regeren. De VVD en het CDA willen best hun ziel verkopen. Luister naar Hugo de Jonge als hij zegt dat samenwerking met de PVV best mogelijk is. En neem hem daarin serieus. Luister naar Klaas Dijkhoff die samenwerking met Forum niet uitsluit. En neem hem daarin serieus. Een herhaling van het on-Nederlandse rampkabinet Rutte-I is een serieus gevaar.

Wat gaan wij progressieven daartegenover stellen? Loopt GroenLinks na twee keer nog een derde keer weg? D66 zal het progressieve motorblok bij elkaar proberen te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van onze radicaal-pragmatische traditie. Dat is wie wij zijn.

We doen dit op voorwaarde dat de progressieve democratische politiek niet steunt op blinde loyaliteit of identiteit. Dan zijn we geen haar beter dan de PVV. Wij bedrijven ideeënpolitiek. Niet vanuit de tijdloze starheid van ideologie, maar steunend op een analyse van de wereld zoals die is in het hier en nu.

Het gaat uitstekend met Nederland, maar de afgelopen decennia zijn ook nieuwe muren ontstaan in onze samenleving.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

Als ik vandaag iets van jullie wil vragen is het dit: help ons de sloophamer op te pakken! Wat vinden jullie? Wat moeten we doen? Welke oplossingen zijn rechtvaardig voor jonge mensen? Ik sluit niet uit dat we het af en toe oneens zullen zijn. En ik waarschuw maar alvast dat het JD-kroonjuweel van de opheffing van het verbod op openbaar dronkenschap, kan moeilijk het antwoord op alles zijn.

De taak voor radicalen, jong en oud, is om de rustige vijver van de politiek in beweging brengen. Roeren in stilstaand water.

Ik kan niet voor jullie bepalen wat radicaal is. Radicalisme wordt op verschillende golflengten uitgezonden. Is het de verhoging van de vermogensbelasting? De afschaffing van privé-onderwijs? Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien?

Ik weet wel: dat jullie hier zijn is een radicale daad op zich. Leg maar eens uit in de bus waarin jullie hiernaartoe gekomen zijn dat meer dan tweehonderd jonge mensen hier in een oververhitte kerk in Amsterdam een weekend lang debatteren over de vrijzinnige politiek.

En als JD’er én D66’er weet ik zeker: jullie slaan de golven waar D66 op surft. Of die vrijzinnige golf ooit tegen de deur van het Torentje aan zal slaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van jullie enthousiasme en van onze samenwerking.

Het kan als wij het willen. Zoek de radicaal in jezelf!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

VVD weer sterk vertegenwoordigd in Gedeputeerde Staten van Gelderland

VVD VVD GroenLinks CDA PvdA Ermelo 06-06-2019 11:30

Arnhem, 6 juni 2019 – Christianne van der Wal (45) is gisteren in het provinciehuis geïnstalleerd als bestuurder in de Gedeputeerde Staten van Gelderland. Samen met de ervaren provinciebestuurder Jan Markink vormt ze de VVD inbreng in het dagelijks bestuur, dat een coalitie is van CDA, GroenLinks, PvdA en CU. 

De politieke opmars van de Hierdense Christianne van der Wal is opmerkelijk. In 2008 meldde ze zich bij de VVD als lid. Twee jaar later trad ze toe tot de gemeenteraad van Harderwijk om in 2014 als VVD lijsttrekker benoemd te worden tot wethouder te Harderwijk. Ook na de laatste gemeenteraadsverkiezingen trad de VVD lijsttrekker toe tot het College van Burgermeester en Wethouders. Nu is er de overstap naar het provinciaal bestuur. 

Sinds november 2017 is de Hierdense ook partijvoorzitter van de landelijke VVD. De politieke ster van Christianne van der Wal rijst snel. Ook op de ledenvergadering van het VVD Netwerk Noordwest-Veluwe, twee weken geleden, was ze nadrukkelijk aanwezig om te vernemen wat de leden uit Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Putten vinden van het discussiestuk van Klaas Dijkhoff. 

Vrijdag 7 juni wordt in het Huis van de Stad aan de Havendam afscheid genomen van Christianne van der Wal als wethouder van Harderwijk. Iedereen is welkom vanaf 15.45 uur. 

/r/cbf41702f1bb08562ecb2c6c1b16b73b?url=http%3A%2F%2Fvvdermelo.nl%2Fvvd-weer-sterk-vertegenwoordigd-in-gedeputeerde-staten-van-gelderland%2F&id=964ec91e36faba33d681abd563a5d12f6eae1e0fJan Markink (midden voor) en Christianne van der Wal (achter) na hun installatie tot provinciebestuurders

The post VVD weer sterk vertegenwoordigd in Gedeputeerde Staten van Gelderland appeared first on VVD Ermelo.

VVD weer sterk vertegenwoordigd in Gedeputeerde Staten van Gelderland

VVD VVD GroenLinks CDA PvdA Ermelo 06-06-2019 11:30

Arnhem, 6 juni 2019 – Christianne van der Wal (45) is gisteren in het provinciehuis geïnstalleerd als bestuurder in de Gedeputeerde Staten van Gelderland. Samen met de ervaren provinciebestuurder Jan Markink vormt ze de VVD inbreng in het dagelijks bestuur, dat een coalitie is van CDA, GroenLinks, PvdA en CU. 

De politieke opmars van de Hierdense Christianne van der Wal is opmerkelijk. In 2008 meldde ze zich bij de VVD als lid. Twee jaar later trad ze toe tot de gemeenteraad van Harderwijk om in 2014 als VVD lijsttrekker benoemd te worden tot wethouder te Harderwijk. Ook na de laatste gemeenteraadsverkiezingen trad de VVD lijsttrekker toe tot het College van Burgermeester en Wethouders. Nu is er de overstap naar het provinciaal bestuur. 

Sinds november 2017 is de Hierdense ook partijvoorzitter van de landelijke VVD. De politieke ster van Christianne van der Wal rijst snel. Ook op de ledenvergadering van het VVD Netwerk Noordwest-Veluwe, twee weken geleden, was ze nadrukkelijk aanwezig om te vernemen wat de leden uit Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Putten vinden van het discussiestuk van Klaas Dijkhoff. 

Vrijdag 7 juni wordt in het Huis van de Stad aan de Havendam afscheid genomen van Christianne van der Wal als wethouder van Harderwijk. Iedereen is welkom vanaf 15.45 uur. 

https://vvdermelo.nl/vvd-weer-sterk-vertegenwoordigd-in-gedeputeerde-staten-van-gelderland/Jan Markink (midden voor) en Christianne van der Wal (achter) na hun installatie tot provinciebestuurders

The post VVD weer sterk vertegenwoordigd in Gedeputeerde Staten van Gelderland appeared first on VVD Ermelo.

De onderwijsvrijheid verdient het om beschermd te worden

CDA CDA Zuid-Holland 26-04-2019 18:17

OPINIEARTIKEL De oproep van Klaas Dijkhoff om artikel 23 van de grondwet aan te passen of ondergeschikt te maken aan artikel 1, is in onze ogen niet de discussie die we moeten voeren. Het CDA vindt juist dat de onderwijsvrijheid het verdient om beschermd te worden. De keuzevrijheid die ouders hebben bij het kiezen van een school is een groot goed. Niet de staat, maar de ouders mogen in vrijheid deze verantwoordelijke beslissing nemen. Door de zorgelijke situatie die bij het islamitische Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam is ontstaan, staat onze onderwijsvrijheid onder druk. De school kwam in opspraak vanwege salafistische invloeden. Er zou zelfs sprake zijn van een potentieel gevaar voor de nationale veiligheid of de democratische rechtsorde. Voor diverse mensen bleek dit hét startschot om de aanval op artikel 23 van de grondwet te openen. Dat artikel borgt de vrijheid van onderwijs en de gelijke bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs. Het zorgt ervoor dat ouders kunnen kiezen voor een school die aansluit bij hun levensovertuiging of opvattingen over onderwijs en vorming. Artikel 23 van de grondwet bepaalt ook dat moet worden voldaan aan ‘deugdelijkheidseisen’: de objectieve criteria die voor alle scholen gelden, zoals de eisen die aan leraren worden gesteld en het voldoen aan de kerndoelen. De Onderwijsinspectie houdt hier toezicht op. We moeten eerlijk zijn. Scholen waar kinderen worden geïndoctrineerd met antidemocratische ideologieën en die onze normen en waarden bedreigen, zoals het politieke salafisme of jihadisme zijn volstrekt ongewenst. Deze stromingen keren zich af van de Nederlandse samenleving in plaats van bij te dragen aan actief democratisch burgerschap. Maar laten we duidelijk benoemen waar het wringt en niet het kind met het badwater weggooien. Moet de ernstige situatie bij het Cornelius Haga Lyceum het einde van de vrijheid van onderwijs betekenen? Natuurlijk niet! We hebben de dure plicht onze vrijheid van onderwijs juist weerbaar te maken tegen hen die deze vrijheid misbruiken. Binnen ons stelsel met vrijheid van onderwijs kunnen we regels maken of aanscherpen om misbruik te voorkomen. De minister voor basis- en voortgezet onderwijs moet nu echt prioriteit geven aan de aangekondigde wetgeving, waarmee we kunnen voorkomen dat scholen waar antidemocratisch gedachtegoed wordt verspreid, kunnen worden opgericht. Dat doen we door de inspectie aan de voorkant meer ruimte te geven om te controleren, in combinatie met een verbodsbepaling voor organisaties die onze democratische rechtstaat willen afschaffen. We willen een betere screening van schoolbestuurders, maar ook nadrukkelijker nagaan of binnen de op te richten school de burgerschapsopdracht die alle scholen hebben kan worden uitgevoerd. Wanneer schoolbestuurders van bestaande scholen over de schreef gaan, bijvoorbeeld door het verheerlijken van terroristisch geweld, dan worden ze geschorst. Ten slotte mogen we verwachten dat de burgerschapsopdracht van het onderwijs geen papieren tijger is. Nu kunnen scholen volstaan met theoretische kennis over de kenmerken van een democratie. We willen dat dit een aantoonbaar onderdeel vormt van de schoolcultuur, waarbij leerlingen geactiveerd worden hier mee te oefenen. De inspectie moet hier op kunnen handhaven. Zo kunnen leerlingen in de toekomst ook zelf actief bijdragen aan de Nederlandse democratische samenleving. Op deze manier beschermen we onze kinderen én onze samenleving door antidemocratische krachten te weren. En we behouden wat goed is: de verantwoordelijke keuze voor ouders en leerlingen om in vrijheid te kunnen kiezen voor een school die bij hen past. Michel Rog is Tweede Kamerlid namens het CDA

CDA-congres van de opluchting in woord en 35 beelden. Met dank aan de NRC en Volkskrant.

Keerpunt 2010 Keerpunt 2010 D66 ChristenUnie GroenLinks Partij voor de Vrijheid VVD CDA Grave 10-02-2019 08:33

GraverMaat: Op de foto boven dit artikel staat Sandra Bovenkamp.

Zij is de initiator van de Whatsapp groep Verruiming Kinderpardon.  Ze coördineerde het opstellen van de diverse resoluties door verschillende CDA-ers in het land. Ik was een van die leden die een resolutie wilde indienen.

Voorzitter Ruth Peetoom gaf mij ook het advies of me aan te sluiten bij het “Wolvekamp”. Van ‘s morgens 7.00 uur tot middernacht pingelde mijn IPhone. Meer dan 40 CDA-ers sleutelde aan twee resoluties. De groep werd aangenaam verrast door de plotselinge “draai” van de Tweede Kamerfractie.

Op het congres werden de resoluties in een deelsessie besproken en later kon Sandra, op uitnodiging van de voorzitter, verslag doen over “onze” werkzaamheden.

Een klaterend applaus kreeg ze zowel bij de deelsessie als in de plenaire vergadering!

Tijdens de lunch zochten we elkaar op in de Zuidzaal.

Tip: Klik op de kleine onderstaande foto’s  om een beeldvullende afbeelding te krijgen.

NRC:

Na de draai voor een ruimer kinderpardon bleef het rustig op het CDA-congres.

Kritiek op Buma klonk er wel, maar in de marge.

Om 7.30 uur zaten we al aan het ontbijt. Om 9.30 uur begint de deelsessie waar in onze resoluties behandeld worden.

Na de draai had het CDA-congres van de vluchtelingenkinderen kunnen worden, deze zaterdag in de Kromhouthal in Amsterdam-Noord. En van een partijleider in het nauw, Sybrand Buma. Steeds meer CDA-leden wilden dat het kinderpardon zou worden verruimd en zouden dat gaan afdwingen in een resolutie. Buma zelf wilde er heel lang niets van weten, maar draaide. En zo werd het een congres van vooral veel opluchting.

Buma’s leiderschap is voorlopig gered. En de CDA’ers die al een tijdlang verlangen naar een minder conservatief-rechtse koers van de partijtop hebben nieuwe hoop gekregen: als het lukt om de ideeën over het kinderpardon te veranderen, waarom dan niet die over het klimaat? Want dat is, blijkt in de wandelgangen van het congres, ook een grote zorg van flink veel actieve CDA-leden. Buma en ook de twaalf provinciale lijsttrekkers van het CDA willen dat bij ambitieuze klimaatplannen steeds wordt bedacht: begrijpen ‘gewone mensen’ het nog? Kost het ze niet te veel geld? En jaag je bedrijven niet het land uit als je te streng voor ze wordt?

„Als je het rentmeesterschap serieus neemt”, zegt Hermien Heijmer uit Ommen ’s ochtends, „moet je de industrie niet zo willen beschermen. Je moet niet zo bang zijn voor banenverlies. Met die angst worden de mensen stilgehouden.”

Later die middag wordt een resolutie van de twaalf lijsttrekkers voor de provinciale verkiezingen, die vinden dat er een eind moet komen aan het „drammen” over het klimaat, wel gewoon aangenomen door het congres. Maar ook een voorstel van de CDA-jongeren wordt aangenomen: over „grote stappen” die moeten worden gezet tegen de klimaatverandering waarbij „de grote industrie niet mag achterblijven”.

In een zijzaaltje, waar wordt gediscussieerd over de voorstellen, zegt Tweede Kamerlid Madeleine van Toorenburg dat de resolutie van de jongeren wordt gezien „als signaal” en dat de resolutie daarom toch oké is – eerder had de partij die afgeraden.

Helemaal blij zijn de CDA-jongeren daar niet mee. „Misschien is afraden toch beter”, zegt een van hen nog tegen Van Toorenburg. Bij een voorstel over de studieschuld – maak de rente daarop aftrekbaar van de belasting – gaat het wel zoals het CDJA het wil. De Tweede Kamerfractie moet in Den Haag gaan proberen om dat voor elkaar te krijgen. Dat is tegen de zin van Buma en het partijbestuur.

In de Telegraaf was Buma deze zaterdagochtend met plannen gekomen over een hardere aanpak van criminaliteit: hogere straffen, meer bevoegdheden voor politie en justitie. Ze staan ook in zijn congresspeech, aan het begin van de middag. Die draait verder vooral om ‘het midden’, Buma zegt steeds maar weer dat zijn CDA dáár staat. Voor de zaal klinkt het als een antwoord op de groeiende kritiek dat de partij onder zijn leiding te rechts wordt. „Je hebt die boodschap gehoord, toch?” zegt een Tweede Kamerlid later.

Maar heel anders dan anders is het verhaal van Buma niet. Hij komt weer met de ‘verweesde’ burgers over wie hij in 2017 de HJ Schoolezing hield – die zich bedreigd voelen door migratie en globalisering. In Amsterdam noemt Buma hen „de kleine luyden van onze tijd”, die een hekel hebben aan schreeuwers en „veilig willen leven”. „Die blijven verweesd achter als het midden zich steeds meer in een hoekje laat drijven.”

Bij de koffie en de broodjes zijn er CDA’ers die klagen over Buma’s voortdurende nadruk op die ‘bezorgde burgers’, zonder duidelijke oplossingen. Na een discussie over de klimaatplannen zegt Arjan Kaaks uit Wassenaar dat hij in zijn partij „durf en stoutmoedigheid” mist. En hij vraagt zich af, zegt hij, of Buma wel van gedachten zou zijn veranderd over het kinderpardon als de ChristenUnie daar niet steeds over was begonnen, en als er geen actie was gevoerd in de Haagse Bethelkapel voor een Armeens gezin.

De kritiek op Buma overheerst het congres verder niet. En fans van de CDA-leider zijn er ook, zoals oud-minister Hans Hillen. Die zegt: „Sybrand doet het prima. Gewoon doorgaan, niet zeuren.” Blij is Hillen trouwens ook, omdat hij zelf niet meer in de politiek zit. „In deze tijd is er geen dag dat je positie zeker is, er is zoveel emotie. Maar Buma is een stevige boei.”

Buma’s CDA voor bezorgde burgers, wie wil dat nog?

Het CDA moet minder conservatief-rechts worden, vindt een groot deel van de partij. Leider Sybrand Buma wacht zaterdag een lastig congres. „Ik had ook graag het woord ‘barmhartigheid’ van hem gehoord.”

Als kiezer had je de afgelopen weken zomaar kunnen denken dat het CDA minder conservatief-rechts is geworden, door opeens vóór een verruiming van het kinderpardon te zijn. Daar was partijleider Sybrand Buma altijd tegen geweest.

Maar toen werd het dinsdag – en was het niet de VVD, maar het CDA dat op de voorpagina van De Telegraaf kritisch was over de klimaatplannen van Rutte III. Had VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff het eerder nog in die krant gehad over ‘klimaatdrammers’? Nu waren het twaalf CDA-lijsttrekkers uit de provincies die vonden dat er een eind moest komen aan het ‘dromen en drammen’ over het klimaat.

Een steun in de rug van Buma, die in het Provinciehuis van Utrecht zelf had mogen meedenken over het idee van de twaalf lijsttrekkers.

Sandra aan het woord in de deelsessie. Vanaf haar plaats in de zaal.

Er is niet langer één CDA, het zijn er twee.

Er is het CDA dat opkomt voor de ‘bezorgde burgers’, voor wie klimaatplannen te snel gaan en te duur zijn, of die zich bedreigd voelen door migratie.

Dat is al jaren het CDA van Sybrand Buma.

En er is het CDA dat het heeft over ‘rentmeesterschap’ en compassie, zorgen voor de aarde en voor je naaste, dus ook vluchtelingen.

Dat is het oude CDA, dat nu weer van zich laat horen.

Op zaterdag houdt de partij een verkiezingscongres in Amsterdam. Wat zeker is: als Buma drie weken geleden níet met het voorstel voor een ruimer kinderpardon was gekomen, was zijn leiderschap op dit congres in gevaar gekomen.

Sandra Wolvekamp geeft een toelichting op onze resoluties.

Leden waren vast van plan om de fractie door een resolutie te dwingen tot een draai over dat pardon, met hulp van oudgedienden als oud-minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin.

In de onderhandelingen over het kinderpardon, verruimen of niet, gebruikte Buma de stemming in zijn partij om VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff onder druk te zetten. Pas op, zei Buma, mijn congres komt in opstand. Hij kreeg zijn zin: het kinderpardon werd verruimd.

Wat ook zeker is: er is nog steeds een deel van de partij dat achter Buma’s rechts-conservatieve verhaal staat over mensen die zich in de steek gelaten voelen. Want behalve een voorstel over het kinderpardon, dat zal worden aangenomen, is er op het congres ook een resolutie van de afdeling Limburg die pleit voor een hardere aanpak van criminele asielzoekers en kortere asielprocedures.

CDA lid uit Huizen, ook actief in de Whatsapp Groep.

Deze zaal liep vol om de resoluties te besprek. De gespreksleider, de nieuwe voorzitter, zei na het daverend applaus voor Sandra dat hij dat hij in de 6 jaar dat hij deelsesssie leidde nog nooit had meegemaakt.

Nog een lid uit onze groep die vragen aan Buma stelde.

De Limburgse CDA-lijsttrekker voor de Provinciale Statenverkiezingen, oud-Tweede Kamerlid Ger Koopmans, is een voorman van deze stroming. Hij had bedacht dat de lijsttrekkers samen met een verhaal moesten komen over het klimaat. Ze waren half januari bij elkaar gekomen in Utrecht, een paar dagen nadat Dijkhoff in De Telegraaf had gezegd dat hij bij de klimaatplannen nog liever het kabinet liet vallen dan de burger. Koopmans had bedacht dat er een resolutie moest komen voor het congres, op de avond zelf was bedacht dat er ook een opiniestuk geschreven moest worden.

Hij kijkt er tevreden op terug. „Het was heel geslaagd.” Al moeten we niet alles uit die publicatie even letterlijk nemen. Het klimaatdebat „is gekaapt door felle voor- en tegenstanders, door drammers en sceptici”, schreven de twaalf. Wie er bedoeld worden met ‘drammers’? „Daar wordt niemand mee bedoeld. Het stuk moet natuurlijk ook gelezen worden. Ik vond het mooi gevonden: dromers en drammers.”

hoe het CDA partijleider Buma bijstuurt naar het midden

Mgr. De Korte hield een prachtige “preek”.

Het CDA, zegt het prominente lid Dave Ensberg, is de kernboodschap van de christen-democratie kwijtgeraakt.

Ensberg, een schoolbestuurder die deze maand directeur wordt van Jantje Beton, organiseerde het verzet van lokale afdelingen over het kinderpardon.

Hij vindt dat het CDA een middenpartij moet zijn, geen rechtse partij. Hij schreef deze week op Joop.nl een opiniestuk over de toekomst van de partij.

Niet de partijleider moet de koers bepalen, schreef hij, maar de leden. Het congres van zaterdag wordt volgens hem hét moment „om de Haagse koers te verleggen”.

Lees ook: Opeens mocht het weer over het kinderpardon gaan

Dave Ensberg stelt een vraag aan Buma.

Ensberg zegt nu: „Bezorgdheid van mensen kan een aanleiding zijn om ideeën te ontwikkelen, maar in de christen-democratie gaat het om geloof, hoop en liefde.

Ik mis in de partijtop het besef waarom we ooit zijn opgericht.”

Ensberg is blij met de draai van Buma over het kinderpardon, die na aandringen van lokale politici tot stand kwam.

Al praatte Buma nog altijd „als een jurist”, met rationele argumenten.

„Ik had ook graag het woord ‘barmhartigheid’ van hem gehoord.”

Buma heeft het CDA versmald, zegt Dave Ensberg.

„We zijn de partij geworden van tweeverdieners in de provincie, met een gezin, een Vinex-huis en een middeninkomen.

Behoudende mensen. Iedereen heeft het over de lage peilingen, maar we maken het CDA op die manier zelf klein.

Ik ben een kind van uit Suriname gevluchte ouders, ben overtuigd vegetariër, woon in de stad en wil dat mijn kind van vijf weken op een gezonde planeet opgroeit.

Dave kan ook goed luisteren. Dave wordt de nieuwe directeur van Jantje Beton.

We missen de veelzijdigheid van Nederland, omdat de partijtop achter politieke marketeers aanloopt.”

Sinds de gloriejaren van premier Jan Peter Balkenende laat het CDA zich adviseren door Motivaction. Dit marketingbureau maakt analyses van politieke doelgroepen en vertelt partijen hoe die groepen bereikt kunnen worden. Het CDA kreeg het advies zich te richten op de ‘moderne burgerij’. Dat zijn mensen, analyseerde Motivaction, die weinig ideologisch, maar wel cultureel conservatief zijn. Ze zijn volgens het bureau „gericht op hun baan en hun gezin, cultureel behoudend, soms wat angstig over de boze buitenwereld”. Daar werd de bezorgde burger uitgevonden

Diverse leden van de Whatsapp groep “Wolvekaamp” zagen elkaar voor het eerst in de Zuidzaal tijdens de inderhaast geïmproviseerde lunch.

Enkele leden aan de lunch. We maken hier kennis met elkaar. We treffen de twee Sandra’s aan. Sandra Wolvekamp is de initiator van de Whatsapp groep. De andere Sandra is nauw betrokken rond de Asielkerk Bethel in Den Haag. Ad Koppejan was in de jaren 2010, samen met Katleen Ferrier en Ab Klink, dissident in de Tweede Kamerfractie. Ik heb hem in Arnhem op het  beruchte CDA congres op de foto gezet. Leuk hem hier weer te ontmoeten na meer dan 8 jaar. Dave uit Tilburg schoof ook aan en twee CDA raadsleden uit Waalwijk.

Even op mijn telefoon kijken of er nog een nieuw Whatsappje is. Op de achtergrond de raadsleden uit Waalwijk.

Nog meer leden van onze groep. Zelfs uit Zuid-Limburg.

Geïmproviseerde lunch in de Zuidzaal. Sophie moest vide goederenlift naar boven. Leuk om de gexzichten achter de vele berichtjes te zien.

Tijdens de luch gingen de leden van onze Whatsapp groep in gesprek met CDA fractievoorzitter Buma.

Ingezoomd op discussiërende CDA-ers tijdens de lunchpauze en de fotograaf.

Leden van onze Whatsappje groep in gesprek met Buma. Waarover spraken de 5 heren?

In de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017, met Buma als lijsttrekker, koos het CDA voluit voor de „squeezed middle”, zegt Nelleke Weltevrede, landelijk campagneleider van het CDA.

„De middenklasse die ziet dat hun kinderen het niet beter gaan krijgen dan zij, voor hen is de toekomst angstig. Ze hebben zorgen over werk, huisvesting. Voor die groep zijn wij er altijd geweest.”

Het CDA baseert zich op het boek The road to somewhere van de Britse journalist David Goodhart, over het Brexit-referendum. Goodhart verdeelt kiezers in twee groepen: de anywheres, hoog opgeleide kosmopolieten met connecties, en de somewheres, die een overzichtelijk en praktisch leven willen en bang zijn voor verandering.

In het tijdschrift Christen Democratische Verkenningen (CDV) schreef Weltevrede dat het CDA zich voor de verkiezingen van 2017 op de somewheres moest richten. Want: „verbindende politiek is [..] veel minder bruikbaar dan vroeger”. Genuanceerde boodschappen krijg je niet op tv. En het CDA moest zich „invechten tussen PVV en VVD en nieuwkomers als Jesse Klaver en Thierry Baudet”. Weltevrede, in CDV: „Dat gaat niet met een zeer genuanceerde boodschap waarin voor elk wat wils is.”

In de HJ Schoolezing in 2017 had Buma het over „gewone Nederlanders” die zich „verweesd” zijn gaan voelen door globalisering en immigratie. Hij zei: „Alsof de elite er met hún vrijheid en gelijkheid vandoor is gegaan en ze aan de nieuwkomers gaf.”

Een jaar later voorspelde hij in deze krant een nieuwe Fortuyn-revolte als het kabinet klimaatplannen zou doorzetten zonder draagvlak onder de bevolking.

Ook voor de Provinciale Statenverkiezingen wordt de bezorgde burger toegesproken. Het bureau Joe Public heeft, in opdracht van het partijbureau, de campagne ‘een hele goede morgen’ bedacht. De campagne kostte ruim een ton. In een spotje wenst Sybrand Buma een jongen in een tramhokje goedemorgen. „Onze opdracht had als titel: ‘groeten is gratis’”, zegt Weltevrede. „Het bureau is met het idee van goedemorgen gekomen. We weten dat veel mensen zich druk maken over hoe mensen met elkaar omgaan. We willen ze laten nadenken: ik kan de buschauffeur wél gedag zeggen als ik de bus binnenstap. Dat ligt dichter bij mensen dan het beleid van provincies.”

Het artikel van Weltevrede stuitte op verzet bij Rien Fraanje, tot 2017 directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. Hij schreef een tegenstuk in CDV: Marketing moet de politieke boodschap niet bepalen. Het CDA, zegt Fraanje aan de telefoon, moet zich onderscheiden van „doelgroepenpartijen” als D66, PVV of GroenLinks. „Dat zijn partijen die zich uitsluitend op één doelgroep richten: ouderen, hogeropgeleiden of ‘boze burgers’. Traditionele middenpartijen als het CDA richten zich op de manier waarop álle groepen samenleven. Mijn verdriet en teleurstelling is dat we dat spel zijn gaan meespelen.”

Manfred Weber wordt binnengehaald. Europese lijsttrekker van de christelijke partijen.

Politieke marketing is volgens Rien Fraanje in alle partijen doorgedrongen, niet alleen in zijn CDA. Maar het CDA, zegt hij, „heeft een opdracht van solidariteit, emancipeert en verheft. Als we eerst gaan peilen wat groepen willen horen, slaat het debat dood.” Zorgen benoemen, dat kan Sybrand Buma. Maar komt hij ook met oplossingen? Fraanje: „Terecht vragen we aandacht voor de zorgen van burgers. Gebruik je die zorgen om een visie te ontwikkelen, dan is het goed. Nu wordt het alleen gebruikt om kiezers te winnen.”

Onder leiding van Pieter-Jan Dijkman, directeur van het Wetenschappelijk Instituut, werkt een commissie nu aan zo’n toekomstvisie. In die commissie zitten relatief jonge CDA’ers, maar ook oudgedienden als Lans Bovenberg, Leonard Geluk en Ab Klink. Buma steunt dit ‘strategisch beraad’. Van veel leden is wel bekend dat ze kritisch zijn over zijn rechtse koers.

CDA’ers verwachten veel van deze commissie. De uitkomsten kunnen hard aankomen, zeker nu de partij er zo slecht voorstaat in de peilingen. En omdat hun visie op christen-democratie zo goed als zeker niet zal aansluiten op die van Buma. Dijkman heeft al gezegd dat het CDA niet alleen bezorgde burgers moet napraten, maar ook „hoopvolle, richtinggevende perspectieven” moet bieden.

Het strategisch beraad van het CDA verwoordt daarmee een sentiment dat in de achterban sterk leeft. Ook de nieuwe partijvoorzitter, Rutger Ploum, is voor een CDA dat „compassie” predikt. In een interview met Trouw zei hij bovendien dat het CDA (lees: Buma) het standpunt over klimaat „beter had mogen uitleggen”. „Sybrand Buma heeft altijd gezegd: wij willen Parijs halen. Maar dat kan je begrijpelijker uitleggen.”

De meeste Tweede Kamerleden steunen Buma nog voluit, net als de provinciale lijsttrekkers.

Maar lokale afdelingen hebben iets geleerd van het kinderpardon, zegt partijprominent Dave Ensberg: van onderaf oefen je nog altijd invloed uit.

Een pagina vol met “ondersteuners” kinderpardon motie.

En dan is er, terecht, een klaterend applaus.

Kandidatenlijst Eerste Kamerverkiezingen.

Heeft Buma nog toekomst in het CDA? „Hij is bijna zeven jaar partijleider. Zeven is een Bijbels getal”, zegt Dave Ensberg. „Na de zeven vette jaren in Egypte kwamen de zeven magere jaren. Hij zal bij zichzelf te rade moeten gaan of hij nog verder wil. Politieke leiders zijn passanten, idealen zijn voor eeuwig.”

Afscheid voorzitter Ruth Peetoom.

De vergaderzaal verschoot van kleur: rood! Lievelingskleur van Ruth.

Staande ovatie voor de scheidend voorzitter.

Ons Whatsapp groep lid Nicolien ontmoet oud-premier Jan Peter Balkenende.

In de Volkskrant las ik nog het nodige:

De flanken keren terug bij het CDA.

Zeven jaar leek het alsof het CDA zijn vleugels was kwijtgeraakt, maar het kinderpardon en het asielbeleid hebben het debat in de partij teruggebracht. Dat levert spanningen op. Want hoe met een links geluid vooral rechtse kiezers te trekken?

Toen klonk ineens die roep om verruiming van het kinderpardon. Niet afkomstig uit fractie of partijtop, maar uit dat nog steeds aanzienlijke reservoir aan lokale volksvertegenwoordigers en actieve leden.

Maar toch: het was cruciaal de kwestie voor het partijcongres geregeld te hebben.

”Mijn beeld is dat onze actie vooral ondersteunend is geweest”, zegt Sandra Wolvekamp, raadslid in Meppel. Zij was het ook die de tekst voor de resoluties schreef waarover zaterdag op het congres wordt gestemd. Dat stemmen is nu een formaliteit. “Inhoudelijk is het doel wel bereikt”, oordeelt Wolvekamp. “Op deze manier loopt het keurig langs de partijlijn”, vindt ze. “We zijn als CDA krachtig lokaal georganiseerd, dat zie je terug”. Van een bijsturing van de koers, weg van de boze burger tot wiens spreekbuis Buma zich maakte, wil ze niet weten. “We moeten als CDA zorgen voor wie kwetsbaar is, dat is het sociale gezicht van de partij”.

Die partijlijn weegt zwaar bij het CDA, een van de weinige partijen die nog een echte ledendemocratie cultiveren.

Een andere basiswaarde is de subsidiariteit: leg verantwoordelijkheden zo laag mogelijk neer. “Een echte leden-partij is van onderaf bij te sturen”, zegt Ensberg. Voor hem betekent dat in de nabije toekomst ook een lijsttrekkersverkiezing, omdat de houdbaarheid van Buma niet oneindig is. Perspectief, dat is waar CDA-ers om vragen. Ensberg wil een optimistische partij, Wolvekamp wil een meer sociaal gezicht.

Herman Hoften lezing: Vragen stellen.

PvdA PvdA VVD Partij voor de Dieren CDA Nederland 28-01-2019 22:00

Door Mei Li Vos op 28 januari 2019 Delen  

Lieve linkse mensen, beste sociaaldemocraten,

We zijn hier vanwege Herman Hoften, ruim elf jaar na zijn overlijden. Omdat we elk jaar deze bijzondere, moedige en zachtmoedige sociaaldemocraat willen herdenken. 

Met deze herdenkingslezing geven we de lessen door die we van Herman konden leren.

Voor mijn werk binnenkort in de Eerste Kamer is het leven van Hoften inspirerend: het beoordeel je, en soms verzet je je, tegen wetten en regels die niet aan ons sociaaldemocratische ideaal voldoen. Want dat doet de Eerste Kamerfractie: oordelen of een wet voldoet aan onze idealen.

Toen ik aan het lezen was over het verzetswerk van Herman speelde uiteraard het gedicht van Remco Campert door mijn hoofd. U weet wel, verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden.  Het zijn vooral de laatste zinnen uit dat gedicht die iedereen wel kent, maar de aanloop naar die zinnen zijn eigenlijk te mooi om te laten gaan.

Gedichten zijn sowieso goed om vaker voor elkaar te lezen, de Eerste Kamer fractie heeft ook de goede gewoonte om de wekelijkse fractievergadering te besluiten met een gedicht. Het maakt je toch zachter en ontvankelijker voor de mensen en hun angsten en verlangens voor wie je volksvertegenwoordiger bent.

Hier is Remco Campert:

Verzet begint niet met grote woorden

maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin

of de kat die de kolder in zijn kop krijgt

zoals brede rivieren

met een kleine bron

verscholen in het woud

zoals een vuurzee

met dezelfde lucifer

die een sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik

een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen

daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen

Campert weet met een paar woorden de enorme gevolgen van iets dat klein begint te schetsen. Die ene lucifer die een sigaret, of een vuurzee aansteekt. Die kleine bron langzaam maar gestaag eindigt in kolkende stromen in de delta. Je grote liefde die ooit begon met die steelse aanraking.

Verzet dat de loop van de geschiedenis bepaalde begon ook zo. Met een eenvoudige vraag: Is dit wel normaal?

En hoe meer mensen zich dat afvragen, hoe minder de status quo de status quo kan blijven.

We leven nu niet in oorlog.

Er is geen bezetter.

We hebben een democratie waarin iedereen die dat wil een politieke partij, kerk, vakbond of demonstratie kan beginnen. Met het uitoefenen van je democratische grondrechten kan je soms dingen kan veranderen.

De Partij voor de Dieren vind ik bij uitstek een voorbeeld van het geweldige Nederlandse systeem: hoe een kleine, beetje exotische partij, de koers van het denken over dieren kon veranderen. 

Je democratisch recht uitoefenen kan in Nederland, en gemakkelijk ook. Hoe hard Forum voor Democratie ook schopt tegen het systeem, dankzij het systeem krijgen ze een plek in de politiek en ook nog eens subsidie om te zeggen dat de subsidie niet deugt.

We leven niet in oorlog, en ons systeem laat alle geluiden toe, maar dat betekent niet dat het altijd rechtvaardig is. Ik zie namelijk wel een aantal situaties, of statussen quo waar je vragen bij kan stellen. Waar je wellicht verzet tegen moet willen plegen. Ze zijn niet zo vastomlijnd, ze zijn geleidelijk het leven van alledag binnengeslopen. Je krijgt er niet acuut pukkeltjes van.

Een status quo is soms onherkenbaar, denk aan vissen in het water die door een andere vis worden begroet met de vraag, hoe is het water vandaag? En dat die vissen dan zeggen, welk water? Ze zien het niet omdat ze er middenin zitten. Maar als je even opzij stapt en van een afstand kijkt naar een status quo dan zie je soms dat er iets niet klopt.

Net zoals iemand anders eerder ziet dat je de knopen van je jas verkeerd hebt dichtgeknoopt dan jijzelf. Of nog erger, dat je gulp open staat. Ik ben dan altijd wel blij als iemand zo moedig is om dat even te zeggen. Het doorbreken van gênante situaties vergt ook moed.  Maar goed, we hebben het over het herkennen van de status quo. Het bewustzijn van die status quo en hoe die er is gekomen is het begin van verzet, als dat nodig is.

Als student een heel nuttig onderscheid in verschijningsvormen van macht: de drie vormen van macht van Lukes.

De eerste vorm van macht is duidelijk zichtbaar. De overheid die het geweldsmonopolie heeft, of de macht om besluiten te nemen. Maar ook de macht die een sterkere man over een vrouw of kind kan uitoefenen, een grotere groep over een kleinere groep, of in de tijd van Herman Hoften, de Duitse bezetter die de macht kon uitoefenen als bezetter.

De tweede verschijningsvorm van macht is de macht om de agenda te bepalen. We zagen een paar weken geleden de VVD opzichtig proberen de agenda van de komende verkiezingscampagne te bepalen. Met een paar boude uitspraken over de kosten van het klimaat en een dreigement over het opblazen van het kabinet wilde Klaas Dijkhoff de sterke man voor de gewone man zijn.

Het is dat we deze trucjes al zo vaak hebben gezien dat ze weinig effect meer hebben. Bovendien kleefde nog wel heel erg aan de VVD dat ze een jaar bezig waren geweest om een belastingverlaging voor multinationals er doorheen te krijgen. Ze moeten echt nog even hun best doen om geloofwaardig te zijn voor de gewone man. De VVD lijkt trouwens met dat gehamer op de gewone man de overgrote meerderheid van de Nederlanders te vergeten,  de bijzondere mannen en alle soorten vrouwen.

Meestal gaat agendavorming subtieler. De internationale gokbedrijven bijvoorbeeld, die graag met gokken op internet geld willen verdienen. Het gebeurt al, maar nu is het nog illegaal, omdat onze gokwet verouderd is en is geschreven in de tijd dat er nog geen internet bestond. Ze wisten de agenda zo te beïnvloeden dat de nieuwe gokwet het over liberaliseren van de gokmarkt had. Dat klonk vroeger in de Paarse tijden misschien nog best aardig, maar in de Kamer kwamen wij er op tijd achter dat de nieuwe gokwet, die we wel degelijk nodig vonden de verkeerde agenda had. De wet moest van karakter veranderen, het doel zou moeten zijn reguleren, niet liberaliseren.

De derde verschijningsvorm van macht is de macht om de wensen van mensen te manipuleren, om de normen en waarden te beïnvloeden, dus de macht om wat normaal is te bepalen. Een heel mooi voorbeeld van iemand die de normen en waarden ter discussie stelde vind ik Maarten Luther.

Ik ben Luthers opgevoed, het beeld van  Luther die stellingen aan de deur van de kerk van Wittenberg spijkerde heeft mijn denken en fantasie behoorlijk beïnvloed. Luther kwam tot het inzicht dat de kerk, zeg maar het water waar hij in zwom, een verkeerd beeld van God gaf, en de relatie van de mens tot God. Dat was nogal een inzicht dat het Christendom fundamenteel wijzigde.

Maar genoeg over de verschijningsvormen van macht. We moeten het hebben over het uitdagen van de macht, over vraagtekens zetten bij de macht, en dus bij de status quo die er ingeslopen is.

We moeten het hebben over mensen die de vraag stellen: waarom vinden we dit wel normaal?

II Verzetsstrijders in tijden van vrede

PO in Actie

Waarom verdienen wij eigenlijk zo weinig?

Dat vroegen drie docenten op drie verschillende basisscholen zich af. Ze ontdekten via sociale media dat ze alledrie dezelfde vraag hadden. Ze vroegen het aan meer mensen. Meer docenten vroegen zich af waarom ze minder verdienden dan docenten in het voortgezet onderwijs. Ze startten een facebookpagina. Binnen een paar weken had deze pagina meer dan 44.000 volgers.

De vraag werd luider en luider, en door steeds meer mensen gesteld. Waarom verdienen wij eigenlijk zo weinig?

De antwoorden op de vraag waren bijzonder pijnlijk. Eerst de staatssecretaris van onderwijs, die antwoordde dat een klas vol pubers zwaarder is dan een klas vol basisschoolleerlingen. Hoongelach was zijn deel.

Het andere antwoord was eigenlijk schokkender. Die hoorde ik op een vakbondsbijeenkomst. Na de grote bezuinigingsoperatie van 1984, de zogeheten HOS operatie gingen alle nieuwe leraren flink minder verdienen. Ondertussen en misschien ook wel vanwege de verminderde salarisperspectieven werden steeds meer vrouwen docent. De gedachte was dat vrouwen het lesgeven vaak als bijverdienste deden, in deeltijd, en dat het gezinsinkomen er niet van afhankelijk was. En dus dat ze daarom niet zo veel hoefden te verdienen.

PO in Actie besloot om mee te onderhandelen met de CAO. Ze richtten een tijdelijke vakbond op, omdat ze perse wilden dat nu eens de docenten zelf aan de onderhandelingstafel zouden zitten. Uiteindelijk kregen ze samen met de andere onderwijsbonden 270 miljoen euro erbij. Maar dat is niet voldoende om de kloof met het voortgezet onderwijs te dichten. En al helemaal niet als je voor het hele onderwijs een radicale verandering wil

En de rest is nog geen geschiedenis, want 15 maart een algehele staking van peuter tot hoger onderwijs. Bijna het hele onderwijs sloot zich aan bij de vragenstellers van het eerste uur. Op 15 maart staat de volgende vraag centraal.  Waarom vinden we het normaal dat onderwijs gezien wordt als een uitgave? Waarom vinden we het eigenlijk niet normaal om onderwijs als een investering te zien, een investering in onze kinderen en dus onze samenleving?

Hele zinnige vragen die je net als de docenten van POinActie dat deden moet blijven stellen, tot er een beter antwoord komt.

Waarom zijn tabaksfabrikanten geen moordenaars?

Of denk aan de aanklacht tegen de tabaksindustrie. Longarts Wanda de Kanter vroeg zich af waarom we roken nog steeds zo normaal vinden. Na vele long patiënten te hebben gezien die maar niet konden stoppen met roken was dat eigenlijk een logische vraag.

Die vraag wordt nu vaak wordt gesteld, maar jaren geleden was dat een hele rare vraag, omdat meer dan de helft van de Nederlanders rookte. Inclusief vele PvdA-ers. U kent de beelden van het kabinet Den Uyl met asbakken, sigaren, shag en peuken. Dat vinden we niet meer normaal.

Maar nog steeds is het een normale gedachte dat roken of er mee stoppen je eigen keuze is. Dat is ook jarenlang het succesvolle frame van de tabaksindustrie geweest. Roken moet mogen, roken is vrijheid, roken is je eigen keuze. En dat de overheid niet zo zeuren want die verdient zoveel accijns op tabak. En het allerergste verwijt wat je in Nederland iemand kan maken: de antirooklobby is betuttelend. Nou, dan trekken we ons schielijk terug in ons hoekje want betuttelen in Nederland is bijkans nog erger dan diefstal op oplichting.

Maar Wanda de Kanter stelde ook de vervolgvraag.  Roken is dus niet normaal, maar zijn de sigarettenfabrikanten eigenlijk niet strafbaar? In feite maken ze een product dat dodelijk kan zijn, of mensen zeer ernstig kan mishandelen. En ze hebben gelogen over de verslavende stoffen in sigaretten.

Advocate Benedicte Ficq stelde deze vraag samen met twee long patiënten in een aanklacht tegen de tabaksindustrie. En meer mensen deden mee: op de website sickofsmoking.nl kunnen mensen deze aanklacht ondersteunen. Het Openbaar Ministerie besloot dat het geen mogelijkheid ziet om een strafzaak tegen de tabaksproducenten te beginnen, omdat sigaretten een weliswaar schadelijk maar legaal genotsmiddel zijn.

Maar Ficq zet door, en in het buitenland worden ook dergelijke zaken voorbereid.  Het laatste woord is nog niet gezegd over het verzet tegen de tabaksindustrie. Roken is niet normaal.

De vraag van Nemr

Een simpele vraag werd ook gesteld door Nemr van 9 jaar. Hij was een van de kinderen die programmamaker Tim Hofman volgde in zijn documentaire over het kinderpardon. Nemr vroeg aan verschillende politici “Waarom mag ik niet blijven?”. Simpele vraag, maar als je het jongetje voor je staat heeft niemand daar een goed antwoord op.  Papier is echt geduldiger dan een jongetje met een brilletje.

De antwoorden op de simpele vraag  zijn immers zeer ongemakkelijk.

Vanwege de regels.

Omdat anders andere kinderen en hun ouders dan ook komen.

Omdat het hier te vol is.

Omdat we jouw onderwijs niet kunnen betalen.

Omdat we denken dat je moslim bent en dat willen we hier niet.

Omdat ik bang ben voor mijn kiezers.

Het zijn allemaal rotantwoorden, die de politici als ze eerlijk waren, hadden kunnen geven, maar niet durfden. Omdat er een echt jongetje voor ze stond.

‘Maar als ik naar Irak moet dan ga ik dood?!?” vroeg Nemr ook nog aan Klaas Dijkhof. ‘Ja dus?’ was het antwoord van Dijkhof. Ook al bedoelde hij het niet zo, en was het vast gemeen geknipt, op zo’n vraag heb je gewoon geen antwoord. Maar de vraag moet blijven gesteld.

Het gevolg van deze vraag was wel dat 253.000 mensen dezelfde vraag gingen stellen. Dat waren de 253.000 mensen die de petitie van Tim Hofman ondertekenden. De petitie vraagt de Tweede Kamer nog een keer zich te buigen over de kinderpardonregeling en in de tussentijd de 400 kinderen die nu in de knel zitten te laten blijven.

De vraag bereikte ook de leden van het CDA, die hier natuurlijk al langer buikpijn over hadden. Ook binnen het CDA bleven mensen de vraag stellen: waarom kunnen zij niet blijven? waarom kunnen we die pardonregeling niet verbeteren? En uiteindelijk ging vorig weekend ook het CDA om. De fractie kon de vraag niet meer negeren. En dat de huidige regeling gewoon geen goed antwoord op de vraag is.

Het is zaak dat de vraag blijft gesteld worden. Ook nu temidden van het politieke gevecht in de coalitie om de kinderpardonregeling, laat de vraag niet wegebben in politiek-strategisch gekrakeel over de coalitie en wie nu het eerste begon om aan het regeerakkoord te morrelen. Want het is niet normaal om kinderen die Nederlands spreken en denken het land uit te zetten, simpelweg omdat dat nu eenmaal de regels zijn. Dan verander je de regels, als die leiden tot abnormale situaties.

Alledaags racisme

Nog iets wat we normaal zijn gaan vinden, maar waar je je tegen moet verzetten: alledaags racisme, verpakt in vrijheid-van-meningsuiting retoriek.

De racistische beledigingen die de demonstranten tegen Zwarte Piet over zich heen kregen waren zo schaamteloos, zo vernederend dat ik er misselijk van werd. Wat ik nog erger vond, mensen schaamden zich niet voor hun racistische taal. Open en bloot, met naam en toenaam. Dat lot valt meer mensen die zich uitspreken en niet helemaal wit zijn ten deel, vooral op sociale media.

Wat is dit? Waarom is dit soort taal niet meer taboe? Is dit dan de totale vrijheid van meningsuiting, dat je je donkerste gevoelens mag uiten? Moeten we dit normaal vinden?

Ik vind het gevaarlijk. Frans Timmermans sprak er ook over op het congres vorige week.  In de context van het vluchtelingenbeleid. Als we uit angst voor iets, wat dat dan ook moge zijn, verlies van onze identiteit, of verlies van sociale zekerheid menselijkheid van onze medemens afpakken, dan kan op een gegeven moment hun lot je niet meer interesseren. dan kijk je weg als mensen vanwege hun uiterlijk, afkomst of geloof in elkaar worden geslagen.

Ik wil best begrijpen dat mensen verandering niet leuk vinden. Dat ze in opstand komen als iemand ze beticht van racisme. Maar accepteer geen racistische praat. Dan neem je mensen hun menselijkheid af. Racisme is nooit normaal. Mag het ook nooit worden. We moeten vaker zeggen: genoeg, dit soort taal accepteren we hier niet, dat is niet normaal. Dan moet je van goede huize komen om te argumenteren dat racistische taal een heel goed idee is.

De economische status quo

Wij sociaaldemocraten hebben de komende tijd ook nog wel wat verzet te plegen tegen de economische status quo. De status quo die zegt dat multinationals slechts 10% belasting hoeven te betalen. De status quo die zegt dat steeds meer mensen in flexbanen zullen moeten werken. De status quo die zegt dat de vermogens van de extreem rijken steeds sterker stijgen en de salarissen van werknemers en tarieven van zzp’ers niet of nauwelijks kunnen stijgen.

De status quo die zegt dat er altijd op de publieke zaak moet worden bezuinigd, nu bijvoorbeeld weer op de gesubsidieerde rechtsbijstand. De status quo die zegt dat de overheid te groot en te log is, en die zegt dat de markt zo goed is in welvaart creëren. Dat de markt een perfect en efficiënt ordeningsmechanisme is. Dat is het niet, anders hadden we niet zo enorm veel wetten en toezichthouders die de markt een beetje moeten beteugelen, maar toch, ondanks dat geloven nog steeds te veel mensen dat de markt efficiënt is en de overheid log.

Quod non.

De parlementaire enquete naar de Fyra, de hogesnelheidstrein die er niet kwam, liet zien dat het idee marktwerking de wereld niet vanzelf ordent. En complexe processen als het aanleggen van een hogesnelheidstrein al helemaal niet. Sterker nog, hoe meer markt er werd geïntroduceerd bij de aanleg en bouw van de lijn, hoe duurder het proces werd. Immers, hoe meer marktpartijen, hoe meer coördinatoren, hoe meer juristen, hoe meer nieuw op te richten BV’s, overlegorganen, aanbestedingen, mislukte aanbestedingen en vervolgens weer rechtszaken.

Ik zeg niet dat de overheid het perfect had gedaan, maar feit is wel dat er nog steeds geen hogesnelheidslijn is.  Althans niet van Nederland, met onze #marktwerking. Frankrijk heeft er wel een door Nederland rijden, de TGV, maar dat is een staatsbedrijf.

Hoewel de voorbeelden eindeloos zijn dat de markt niet tot perfecte uitkomsten leidt – zie ook de financiële markten met hun financiële fantasieproducten – toch mag je er niet al te veel vragen bij stellen. Voor je het weet ben je een communist die alles in staatshanden wil leggen. Een feitelijk gesprek over de rol van de staat en de plek van de markt wordt is door de politiek nog steeds niet goed gevoerd. Herman Tjeenk Willink is volgens mij een van de weinigen die consequent de gedachte dat de overheid slecht is heeft weersproken.

Ik weet nog goed dat bijna alle boeken over de overheid in de jaren negentig er vanuit gingen dat de overheid te log, te duur en te bureaucratisch was. Als je burgers en bedrijven maar hun gang zou laten gaan dan kwam het allemaal vanzelf wel goed. Dat denke was een gevolg van een consequent neoliberaal project, dat doorsijpelde in het denken over de overheid.

We hebben ook een minister-president die dat nog steeds gelooft. Een minister president die ten overstaan van zijn ambtenaren zegt dat de trap van bovenaf moet worden schoongeveegd als hij het over de noodzakelijke bezuinigingen op de overheid heeft. Maar wie vraagt hem of dat wel zo is? Is de overheid echt altijd log, en niet in staat tot innovaties? Betalen we echt te veel voor onze publieke diensten?

De econome Mariana Mazzucato laat met een bak aan voorbeelden zien dat de overheid de meest baanbrekende innovaties heeft voortgebracht. Door het publiek gefinancierde onderzoek voor de ruimtevaart en defensie hebben we internet, mobiele telefonie, tefalpannen, medicijnen, geneeskundige doorbraken. 

In haar nieuwste boek laat ze zien hoe ons begrip van waarde totaal geperverteerd is. Hoezo tellen we dividenden, bonussen en milieuschade opruimen als waarde? Waarom waarderen we dat soort parasitaire waarden evenveel als het telen van tomaten of repareren van schoenen of auto’s? Als je dat wat echt waarde toevoegt gaat meten en waarderen zal je de economie radicaal veranderen.

Kate Raworth, ook een eigenwijze econoom stelde de vraag waarom de economie altijd moet groeien.  Waarom is dat eigenlijk normaal? Terwijl op een gegeven moment, als je even natuurkundig denkt de aarde wel moet ontploffen of imploderen, doordat de grondstoffen op zijn en de vuilnisbelten overlopen.  Alle gangbare economenwijsheden tartte ze met haar donutmodel van de economie.

Deze twee economen worden nu nog door een flink deel van de mannenbroeders verguisd om hun stellingen, maar het kan zomaar zijn dat we de inzichten van deze twee vrouwen gewoon vinden, en ze mainstream zijn geworden. Maar uiteraard niet eerst voordat ze door andere economen en politici voor gek zijn verklaard. Luther werd eerst ook voor gek verklaard.

Ik heb wel een lijstje vragen die we kunnen stellen aan de hoeders van de economische status quo.

Ik zou aan Shell wel eens willen vragen wat er gebeurt als ze meer belasting gaan betalen, of in ieder geval even veel als een MKB bedrijf. Wie moet volgens Shell betalen voor de publieke voorzieningen hier, de geweldige infrastructuur, het onderwijs? Wat is de reden dat Shell er zo weinig voor betaalt? Gaat het bedrijf dan failliet? Kunnen ze dan de aandeelhouders niet meer betalen? Gaan ze dan verhuizen? En waarom, omdat de aandeelhouders dan de kost niet meer kunnen betalen? Is het enkele feit dat er in een ander land wat meer verdiend kan worden genoeg reden om je land van oorsprong te verlaten? Moeten we dan evenveel mededogen met Shell hebben met economische migranten, die de armoede in hun land willen ontvluchten?

Ik zou aan de werkgevers, via Hans de Boer, willen vragen waarom ze zo veel flexwerkers inhuren. Of ze echt zo onzeker zijn. Of het echt beter voor het bedrijf is als ze na twee tijdelijke contracten een ingewerkte medewerker weer laten gaan. Hoeveel geld ze besparen door mensen via payrollconstructies in te huren.

Ik zou wel eens aan de meest vermogende Nederlanders willen vragen wat er gebeurt als ze meer belasting gaan betalen op hun vermogensaanwas. Moeten ze dan hun vastgoed verkopen? Zullen ze dan naar het buitenland verhuizen? En waarom gaan ze dan weg? Kunnen ze hier echt niet blijven leven in de wetenschap dat een vergelijkbaar rijk iemand in een ander land minder belasting betaalt? Is dat zo onverteerbaar dat ze er niet van kunnen slapen? Zijn ze bang dat hun kinderen in armoede zullen opgroeien? Kunnen ze niet meer hun levensstijl aanhouden als ze meer belasting gaan betalen?

Ik zou ook aan de ceo’s op Davos willen vragen wie bepaalt en waarom welk deel naar de aandeelhouders gaat en welk deel naar de werknemers? En waarom ze niet gewoon meer belasting betalen als ze goed onderwijs en een beter milieu elk jaar weer centraal stellen in hun debatzaaltjes.

Wat gebeurt er als de Tinbergennorm wordt ingevoerd? Dat de meestverdienende collega maximaal 10 keer meer krijgt dan de minstverdienende werknemer.  Of de vraag die Europarlementarier Paul Tang stelt: waarom betalen Facebook en Google ons eigenlijk niet voor onze data?

Ze kijken je nu nog scheel aan als je die vragen stelt, of je helemaal van Lotje getikt bent.

Blijf deze vragen toch maar vragen. Je krijgt dezelfde antwoorden, maar hoe vaker je de vraag stelt, hoe absurder het antwoord wordt.

Nog even geheel terzijde, maar valt het jullie ook op dat het vaker dan vroeger vrouwen zijn die in verzet komen? Mazucato en Raworth, vrouwen die de economische vanzelfsprekendheden op hun kop zetten. Pussy Riot in Rusland, voornamelijk vrouwen die de macht van Poetin uitdagen. De Gele Hesjes protesten in Parijs. De scholierenopstand tegen wapenbezit. De March for our Lives, begin met een 11 minuten speech door het jonge meisje Emma Gonzalez. De stakingen van scholieren tegen het lakse klimaatbeleid: allemaal meisjes, begon met een Zweeds meisje die elke week een ochtend spijbelt. Alexandria Ocasio Cortez, het jongste congreslid ooit, uit de Bronx, die gewoon vraagt waarom de rijken niet 70% belasting kunnen betalen.

Natuurlijk, er zijn ook zeer veel moedige mannen die het verzet ontketenen, denk aan de mannen die ik net noemde, van PO in Actie, Tim Hofman,  maar het is onmiskenbaar dat bij de verzetsbewegingen van nu meer vrouwen de verzetsvraag stellen.

III Sociaaldemocratische waarden als je ijkpunt

Als je vragen gaat stellen bij de status quo dan doe je dat vanuit een referentiekader. Ideeën over goed en kwaad. Idealen, of een ideologie.

Ideologie vinden we een eng woord. Links, vonden we lange tijd ook eng. Maar de conservatieven en neoliberalen hebben echt een ideologie. Een idee over hun ideale wereld. Conservatieven zien daar het liefst mannen aan de top en vrouwen aan het aanrecht. Liberalen geloven in een wereld waarin iedereen elkaars concurrent is. Wel in alle vrijheid hoor, je kan in alle vrijheid ook kiezen om in de stront te zakken. Alleen praten ze er niet zo over.

Ik denk dat wij sociaaldemocraten niet zo bescheten moeten zijn om onze idealen en ideologie te formuleren. Met het Van Waarde project van de WBS van de vorige directeur Monica Sie waren we eigenlijk een heel eind. En vertaal dat nou eens in een verhaal over hoe wij de ideale wereld zien.

Ik denk dat dat een wereld is waar de meerderheid van de Nederlanders graag in zou willen wonen. 60% van de Nederlanders is eigenlijk sociaaldemocraat, durf ik wel te stellen.

Want wie wil dit nu niet: Fantastisch onderwijs voor ieder kind, geen behoefte meer aan dure bijlessen of privé scholen. Betaalbaar openbaar vervoer. Voor rijken en armen dezelfde goede zorg. Mooie pleinen, straten, parken en bossen waar iedereen van kan genieten. Internet als basisvoorziening. Een land dat voorloper is bij de heropstanding van internationale solidariteit. Een land waar ze met de slimste uitvindingen de economie groener en circulair maken. Een land waarin iedereen zijn of haar gelijke deel aan belastingen betaalt.

IV Verzet en vertrouwen

Verzet lijkt een beetje op vertrouwen. Vertrouwen verkrijg je langzaam. Door vele kleine daden, die consequent op het grote idee erachter wijzen. Kleine stappen, simpele vragen, kleine daden. We bouwen langzaam, geduldig, in de oppositie, in onze directe omgeving, de school, op het werk, in de buurt aan het vertrouwen. Je bent immers altijd en overal sociaaldemocraat.

Als de verkiezingsuitslag de PvdA enigzins gunstig is en ik in de Eerste kamer volksvertegenwoordiger word ga wil ik samen met de andere PvdA senatoren deze  kleine en grote vragen stellen. Vragen die je moet stellen bij sommige wetten. Wat zit hier achter? Leidt deze wet wel tot de samenleving die wij willen? Welk  ‘normaal’ veronderstelt deze wet eigenlijk? En willen wij dat wel ‘normaal’ vinden? Als het antwoord nee is, dan stemmen we tegen.

De Eerste Kamer is die plek in ons bestel waar je slechte wetten kan tegenhouden. En de regering weer met vragen op pad kan sturen. In tegenstelling tot mensen die denken dat de Eerste Kamer een overbodig orgaan is denk ik dat het bij uitstek de plek is waar je iets losser van de waan van de dag terug kan gaan naar je waarden. En in alle rust de vragen kan stellen die gesteld moeten worden: willen we dit eigenlijk wel normaal vinden?

Ik kom weer bij Herman Hoften. Waarom ging hij in verzet tegen de Duitsers? Waarom deed hij niet als zoveel anderen, wennen aan het nieuwe Duitse normaal? Hoften was lid van de AJC, en kwam uit een rood nest. Dat was zijn normale situatie. Dit waren ook de groepen waar mensen elkaar scherpten, informeerden, de groepen waar hij niet alleen stond. Dit waren de groepen waar mensen elkaar overtuigden dat  ze het niet normaal moesten vinden dat Joden werden ontmenselijkt.

Verzet is vaak niet een heldendaad van een individu. Verzet komt meestal tot stand omdat je je gesterkt voelt in je overtuiging door anderen. Natuurlijk er zijn ook eenzame helden. Maar de meeste helden zijn samen met anderen tot hun heldendaden gekomen.

Daarom. Laten we onze vereniging sterk houden. Elkaar blijven scherpen. Blijven discussiëren onderling. Onze waarden blijven verdedigen. Elkaar ondersteunen bij het stellen van de vervelende en kritische vragen. Samen. Want een sociaaldemocraat ben je niet alleen.

Oud-politicus

Een Nije Dei

VVD VVD D66 CDA Opsterland 10-05-2016 23:21

Dit is de titel van een lied van de Fryske popgroep De Kast eind jaren ’90. Deze titel lijkt mij ook van toepassing voor de Opsterlandse politiek. Meer dan een half jaar waren er krantenkoppen te lezen over belangenverstrengeling en integriteit-kwesties in Opsterland. Op 29 maart jl. is er een raadsoordeel geweest en dat is het dan ook. Allemaal verliezers en een verschoven meerderheid in de raad.

Na een maand zijn de ergste stofwolken weer gedaald en wordt het zicht op de “Nije Dei” weer helder. En zo moet het ook. Raad en college van B&W zullen de schouders er onder moeten zetten om het gekreukte aanzien van de politiek in Opsterland weer op te vijzelen. De   VVD-fractie wil graag in de toekomst kijken en zal niet anders dan dat zij in het verleden heeft gedaan door een liberale bril kijken naar het algemeen belang. Er liggen nog interessante vraagstukken op de plank die op korte termijn al een oordeel van de raad vraagt. De gemeentelijke samenwerking in OWO-verband met Heerenveen en/of Smallingerland komt in een cruciale fase. Blijft het OWO-verband overeind en welke vervolgstappen zullen moeten worden gezet.

Opsterland is in “Code Oranje” belandt wat betreft haar financiële situatie. Jarenlang zijn de OZB-tarieven laag gehouden ten koste van het ‘eigen vermogen’. Dat is nu niet meer mogelijk. De buffers in het eigen vermogen die er nog is, zijn minimaal om incidentele tegenvallers op te kunnen vangen. Vorig jaar hebben de coalitiepartijen OB, CDA, CU en D66 het OZB- tarief al fors moeten verhogen om de begroting sluitend te krijgen. Bijvoorbeeld wegenonderhoud en het terugkerend bermonderhoud ( motie VVD), zijn al uit bezuinigd en dat geldt voor meer taken van de gemeente. Efficiënter werken door meer te gaan samenwerken evenals de inhuur van dure adviesbureaus te beperken kan voorkomen dat de belastingtarieven niet onnodig hoeven te stijgen.

Een andere lastig vraagstuk is de druk van staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie, om in Opsterland een mogelijke locatie aan te wijzen voor huisvesting van asielzoekers (AZC). Daar spelen, volgens de VVD-fractie, vooral draagvlak onder de bewoners in de naaste regio, veiligheidsrisico’s, communicatie en voldoende tijd om tot een weloverwogen oordeel te komen, een uiterst belangrijke rol.

Het college van B&W komt binnenkort met het geactualiseerd Integraal Huisvestings Plan voor, onder andere, de scholen in Opsterland. De privatisering van sportcomplexen, glasvezel voor snel internet in Opsterland, allemaal vraagstukken waar de VVD-fractie in Opsterland graag haar constructieve liberale mening in de discussie brengt en zich niet zal laten leiden door de verhouding coalitie versus oppositie.

De opening van dit artikel begon met de titel “Een Nije Dei”. De VVD-fractie kijkt uit naar de discussie in de raad als bovengenoemde zaken op de agenda staan. U kunt de meningen en standpunten van ons maandelijks volgen op de VVD Opsterland-website.

Namens de VVD-fractie,

Fv. Hielke de Vries

Langezwaag

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.