Nieuws van politieke partijen over VVD inzichtelijk

11 documenten

Vakantie vierende politici

CDA CDA GroenLinks VVD PvdA Lansingerland 28-07-2020 08:26

Vakantie vierende politici Er zijngenoeg redenen te verzinnen om het niet over de zomervakantie van politici te hebben. Vakantie vierende politici zijn een dankbaar doelwit voor boze burgers op sociale media. Maar politici die altijd op hun post blijven, lopen weer het risico als monomane workaholics te worden beschouwd. Hebben politici niet ook recht op vrije tijd en een gezinsleven dat is onttrokken aan het publieke oog? Moeten zij hun privacy inleveren omdat zij ervoor hebben gekozen om de publieke zaak te dienen? Enige rust op z’n tijd komt het functioneren van politici bovendien alleen maar ten goede. Overwerkte, door de waan van de dag opgeslokte leiders, verliezen het essentiële vermogen om hoofdzaken van bijzaken te scheiden, zo valt bijvoorbeeld op te maken uit het boekIn Sickness and in Power: Illness in Heads of Government During the Last 100 Yearsvan de Britse politicus en medicus David Owen. Personalisering van de politiek De opmars van vakantiefoto’s van onze politici lijken dan ook niet zozeer een teken van democratische gezindheid als wel een gevolg van wat doorgaans de personalisering van de politiek wordt genoemd: het idee dat politiek meer dan ooit om personen en minder om programma’s en partijen draait. Kiezers zouden zich in hun keuze tegenwoordig vooral laten leiden door de indruk die ze hebben van de persoon van de politicus en minder door de standpunten van een partij. Hoewel uit kiezersonderzoek blijkt dat dit maar in zeer beperkte mate het geval is, heeft deze theorie het gedrag van politici in ieder geval sterk beïnvloed. Meer dan ooit proberen zij tegenwoordig behalve hun standpunten ook hun authentieke persoonlijkheid te slijten. In interviews en ook via sociale media als Twitter en Facebook maken zij de kiezer deelgenoot van allerlei op het oog politiek weinig relevante privézaken als het gezinsleven, de persoonlijke hobby’s, de favoriete televisieserie, de strijd tegen de kilo’s of de verrichtingen van het eigen voetbalteam. In het verledenzijn er genoeg voorbeelden van politieke leiders die hun persoonlijke hobby’s uitventten, zoals Winston Churchill met zijn schildersezel, De Duitse oud Bondskanselier Helmut Schmidt achter de vleugel en in Nederland natuurlijk Dries van Agt op zijn eeuwige wielrenfiets. Maar de politisering van het persoonlijke lijkt zeker sinds de introductie van Twitter en Facebook een nieuw stadium te hebben bereikt. Zo zijn we in Nederland alleen al in de afgelopen maanden geconfronteerd met de liefdesbaby van Fleur Agema, een macarena dansende Alexander Pechtold, de publieke ontlading van Frans Timmermans bij de promotie van zijn voetbalploeg en de vreugde van verschillende Kamerleden omdat Netflix een nieuwe serie afleveringen vanHouse of Cardsheeft besteld. Voorbeeldfunctie Een politieke cultuur waarin de persoon achter de politicus zo belangrijk wordt gemaakt maakt politici enerzijds misschien normaler, anderzijds maakt het ze ook extra kwetsbaar. Als de persoon achter het standpunt net zo belangrijk wordt geacht als het standpunt zelf zal immers niet alleen het standpunt maar ook de persoon kritischer tegen het licht worden gehouden. Het verwijt dat leer en leven niet met elkaar in overeenstemming zijn, ligt dan al snel op de loer. Afhankelijk van de aangehangen ideologie wordt niet alleen het gezinsleven, maar ook de vakantie een relevant politiek feit. Dat geldt ook voor de vraag waar, hoe en hoe lang politici op vakantie gaan. Het begint al bij de vakantiebestemming. Moet een politicus die het eigen land een warm hart toedraagt niet in eigen land op vakantie? Waarom zou je naar het buitenland gaan als je over het eigen land in de laatste verkiezingscampagne nog uitvoerig de loftrompet hebt gestoken? Zeker in tijden van crisis verwacht men in ieder geval van politici een voorbeeldfunctie en daarbij hoort een bescheiden vakantie in eigen land. Om die reden wandelt Angela Merkel in de Duitse Alpen en vierde de voormalig Franse president François Hollande vakantie in een door de Franse staat aangekocht zomerverblijf in Besançon. Aanvankelijk drong Hollande er ook bij zijn kabinetsleden op aan om het goede voorbeeld te geven en in eigen land te blijven. Ook in dat opzicht wilde hij breken met zijn voorganger Nicolas Sarkozy, wiens regeerperiode soms een aaneenschakeling leek van luxueuze vakanties in mondaine oorden. In Nederlandzijn de vakanties van politici tot nu toe minder gepolitiseerd dan in Duitsland, of Frankrijk. In Duitsland is de bevolking tegenwoordig beter bestand tegen foto’s van politici in zwembroek. Zelfs de publicatie van een (stiekem gemaakte) foto van voormalig bondskanselier Helmut Kohl in badkleding bracht de Duitse democratie niet aan het wankelen. Strandpoliticus Een beproefd middel om de buitenwereld te laten merken dat er gewoon wordt doorgewerkt is dreigen om de Tweede Kamer en bewindslieden te laten terugkeren voor een spoeddebat. Vooral erkend workaholic Geert Wilders en de nimmer versagende SP-fractie verstoren graag de zomerrust van hun collega-parlementariërs. Meestal komt het er niet van, maar zowel bewindslieden als fractieleden dienen er wel permanent rekening mee te houden dat ze mogelijk spoorslags naar Den Haag moeten. Doen zij dit niet, dan is hoon hun deel, zoals de GroenLinks-fractie ooit merkte. Bij het spoeddebat over de eurocrisis bleek de helft van de GroenLinks’ers nog met vakantie. ‘Strandpartij’, schamperde blonde Geert tot grote hilariteit van de Tweede Kamer. De terughoudendheid van onze media en politici staat in schril contrast met de luidruchtige reacties die op Twitter te vinden zijn bij begin en einde van ieder parlementair reces. Dat reces hetzelfde is als vakantie blijft een hardnekkig misverstand. Tegenwoordig proberen veel politici die indruk weg te nemen door hun volgers tijdens het parlementair reces bijna dagelijks op de hoogte te houden van hun drukke agenda. Zo leren we onder meer dat een SP-Kamerlid tijdens de kerstvakantie met chauffeurs op pad is geweest om banketstaven bij bejaardenhuizen te brengen, dateen VVD-Kamerlid in militair uniform deelnam aan een oefening van de Pantsercompagnie 112 en dat Ard van der Steur als Kamerlid met eigen ogen heeft gezien hoe dagvers brood op transport naar de afnemers ging. Onmisbaar Het politieke kerkhof ligt vol politici die tijdens hun vakantie plots onmisbaar bleken. Zo zal de naam van een voormalig PvdA-voorzitter wel eeuwig verbonden blijven aan haar verzuim om direct haar fietsvakantie af te breken toen beginjaren negentig in de PvdAdeWAO-crisis uitbrak. Hoewel ze daarvoor acceptabele privéredenen kon aanvoeren, werd ze vervolgens door de partijtop als zondebok geslachtofferd. De positie van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes wankelde eveneens omdat hij tijdens zijn kerstvakantie in Thailand op het strand bleef liggen terwijl in een ander deel van het land de tsunami duizenden slachtoffers had gemaakt. Dat de termen crisis en noodsituatie aan inflatie onderhevig zijn, merkten de burgemeesters Jozias van Aartsen (Den Haag) en Aleid Wolfsen (Utrecht). Beiden kregen de wind van voren omdat zij niet direct hun vakantie hadden afgebroken nadat hun stad zwaar was getroffen door respectievelijk een lichtelijk uit de hand gelopen demonstratie in de Schilderswijk en het vrijkomen van asbest in een flat in Kanaleneiland. Dankzij de mobiele telefonie is er nu geen enkel excuus meer mogelijk voor de politicus op vakantie. Daarbij geldt de vuistregel dat terugkeren voor een storm in een glas water altijd beter is dan verder als een strandpoliticus door het leven te moeten gaan. Welke gevolgen dit heeft voor het gezinsleven van politici kan later worden vernomen in roddelblad én tegenwoordig ook kwaliteitskrant. Wat dat betreft hadden politici het vroeger makkelijk. Zo was premier Joop den Uyl in de zomer van 1974 een tijdlang letterlijk onvindbaar tijdens zijn vakantie in Portugal. In samenspraak met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken ging de Portugese politie naarstig op zoek naar de Nederlandse premier. Na dagen speurwerk werd Den Uyl uiteindelijk op een camping nabij Lissabon gevonden terwijl hij volgens de overlevering in zijn korte broek sardientjes aan het bakken was. Goedaardig als hij was bood hij de Portugese dienders een vismaaltijd aan alvorens hij onverwijld terugkeerde naar Nederland.

Alexander Pechtold benoemd tot erelid D66

D66 D66 VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 09-11-2019 16:02

Alexander Pechtold benoemd tot erelid D66

Voormalig D66-leider Alexander Pechtold is vanmiddag op het partijcongres in Breda benoemd tot erelid van D66. Dat maakte partijvoorzitter Annemarie Spierings bekend. Pechtold werd uitgebreid toegesproken door waarnemend D66 vice-premier Wouter Koolmees.

Koolmees roemde Pechtold als de man die D66 “heeft gered van de politieke dood”. Het erelidmaatschap is de hoogste onderscheiding binnen D66. Slechts een handvol D66’ers ging Pechtold voor, zoals Hans van Mierlo, Els Borst en Jan Terlouw.

Partijvoorzitter Spierings roemde Pechtolds inzet voor de partij: “De bevlogenheid van Alexander liet me in 2010 de stap zetten om lid te worden van D66. Onder andere door zijn inzet voor de vereniging, kwam D66 er vanaf 2006 weer bovenop. Die enorme betrokkenheid bij de vereniging heeft hij altijd vastgehouden en daar zijn we hem heel dankbaar voor.”Koolmees voegde daaraan toe: “Samen met anderen professionaliseerde hij de partijorganisatie. Onder zijn leiding verdrievoudigde het ledental. En hij gaf de partij inhoudelijk weer kleur op de wangen met een duidelijke hervormingsagenda en zijn voortdurende strijd tegen de ideeën van Geert Wilders.”

Pechtold boekte met D66 de ene verkiezingsoverwinning na de andere. In 2014 werd de partij de grootste bij de Europese verkiezingen en bij de gemeenteraadsverkiezingen in datzelfde jaar veroverde D66 meer dan 40 gemeenten, waaronder Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Groningen. Onder Pechtold groeide D66 in de Tweede Kamer van 3 zetels in 2006 naar 19 zetels in 2017, de een-na-beste uitslag in de geschiedenis van de partij. Koolmees: “Alleen Hans van Mierlo heeft ooit een hogere uitslag gehaald. Alexander, dan ben je in onze partij een hele grote meneer.”

Koolmees zelf bewaart vooral goede herinneringen aan de vele akkoorden die hij samen met Pechtold namens D66 sloot. Hij memoreerde onder meer het Lenteakkoord in 2012, na de val van het kabinet Rutte-I van VVD, CDA en PVV. En het Herfstakkoord, waarbij D66 in 2015 vanuit de oppositie 500 miljoen euro voor het onderwijs wist te regelen. Koolmees: “Hij durfde vanuit de oppositie z’n nek uit te steken, samen te werken, verantwoordelijkheid te nemen in crisisjaren. Hij is erin geslaagd van D66 weer een relevante partij te maken.”

Wil je het moment terugkijken? Kijk dan hier.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

D66 D66 GroenLinks VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 17-06-2019 16:01

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

Dit weekend speechte fractievoorzitter Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten. Lees hier zijn toespraak over hoe radicale politiek verenigd kan worden met pragmatisme.

Het was een ijskoude zondagochtend in langzaam wegebbende jaar 2018. Ik stapte de auto uit en werd door Amsterdam getrakteerd op een Hollands doorkijkje. Alsof ik in het Rijksmuseum naar een schilderij van Pieter de Hoogh stond te kijken. Een donker steegje, te benauwd voor twee mensen tegelijk. Achter de betonnen poort danste het licht op bescheiden golfjes in de westelijke haven van de hoofdstad. Geduldig wiegende zeilboten moesten met deze temperatuur nog wat langer geduld hebben. Ik dacht aan Jacques Brel—‘dans le port d’Amsterdam’—probeerde de rest van de woorden voor de geest te halen, en neuriede het melodietje voor me uit. Alles om nog even niet te denken aan de snel naderende ontgroening door Jort Kelder in de nieuwe studio van het legendarische actualiteitsprogramma Buitenhof.

Toen ik werd overvallen door de lichtbak van de draaiende camera’s lachte Kelder mij opvallend mild toe. Zo mild, dat ik de ontstane ruimte kon benutten om te vertellen waarom ik nu precies doe wat ik doe. Wie ik ben. En vooral: welke radicale politiek mijn partij voorstaat.  „Ik zie er misschien wat netter uit,” zei ik, “maar ik voel wel dat radicalisme in me.”

Na het weekend kreeg ik twee giechelende medewerkers op bezoek met een cadeau. Een delfts blauw tegeltje met de tekst: ‘zoek de radicaal in jezelf’. Dat tegeltje staat sindsdien op de schouw in mijn werkkamer. Als ik er naar kijk denk ik aan de bron van dat radicale. Dan weet ik weer even waarom ik zei wat ik toen zei. Meer dan eens heb ik het gevoel éérst een Jonge Democraat en dan pas D66’er te zijn.

Nu ik het genoegen krijg terug te zijn op het oude nest, wil ik het met jullie hebben over wat ik zoek in mezelf en in mijn partij. Radicalisme.

Ik heb het dan niet over het radicalisme dat door de AIVD wordt gedefinieerd als “een gevaar voor de democratische rechtsorde”. Ook heb ik het niet over radicalisering onder jongeren, ook al zou het misschien nuttig zijn in dit gezelschap die materie nog eens door te nemen. Dan hadden we wellicht eerder signalen kunnen oppikken over een zekere scheidend JD-voorzitter .

Ik heb het over de radicaal-liberale politieke traditie geboren in de late negentiende eeuw. Een traditie geënt op de vernieuwing van het democratisch parlementair stelsel en het uitbouwen en beschermen van de rechten en vrijheden van het individu in verbondenheid met de gemeenschap.

In Nederland werd deze progressieve herijking voor het klassiek liberalisme belichaamd door de Radicale Bond. D66 kan haar inspiratie via de later opgerichte Vrijzinnig Democratische Bond herleiden naar precies die radicale voedingsbodem. Niet gek dus dat de huidige onderkoning van Nederland, Thom de Graaf, D66 wilde positioneren in wat hij noemde ‘het radicale midden’.

Dezelfde radicale geschiedenis behoort uw roemrijke organisatie toe. Al in 1916 werd in Utrecht besloten tot de oprichting van een organisatie voor vrijzinnige politieke jeugd. De enige serieuze twist was over de naamgeving. ‘Jonge Radicalen’ was lang favoriet, maar de oprichtingsvergadering besloot uiteindelijk tot ‘Jonge Democraten’. Het duurde nog 68 jaar voordat de échte Jonge Democraten opstonden in Café Eik en Linden hier in Amsterdam. Dat was drie jaar voor mijn geboorte.

De oprichting van een politieke jongerenorganisatie kon niet direct op enthousiasme rekenen bij de toch al jonge moederbeweging van Hans van Mierlo. Ten eerste was het formaliseren van partijstructuren fundamenteel in strijd met zijn idee van een Beweging die zichzelf zou opheffen. Ten tweede vond hij het net als iedere partijvoorman verdomd lastig zo’n horzel bij zich in de tent te hebben.

Hij zei, in een vraaggesprek bij het tweede lustrum van de JD: ‘op een onverwacht moment, toen wij even niet keken, zijn jullie tegen onze zin ontstaan’. Het wantrouwen tussen partijleider en jongerentak werd al snel wederzijds. Mijn illustere voorganger Alexander Pechtold kan erover meepraten.

Sinds haar oprichting heeft de JD zich als radicale horzel bewezen. En hoewel zélfs ik na amper een jaar fractievoorzitterschap sympathie kan opbrengen voor Van Mierlo’s standpunt, weet ik als geen ander: dat gehorzel is maar goed ook. Het is zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes en het voortbestaan van D66.

Zonder de politieke durf en het inlevingsvermogen van de JD was Paars er niet als vanzelfsprekend gekomen. Zonder Paars zaten we nu nog steeds onder de verstikkende, betuttelende plak van het CDA. Zonder Paars geen waardig levenseinde. En zonder Paars had ik niet in ieder geval de keuze gehad met mijn vriend te trouwen. Ik heb overigens geen plannen om dat ook daadwerkelijk te doen… Geheim tussen ons. Vertel maar niet aan hem.

Zonder de denkkracht van de JD had D66 nooit jongere generaties kunnen redden van de financiële last van de vergrijzing met de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vervroegde uittreding. Zonder de inspiratie van de JD had D66 nooit jonge mensen een kans kunnen geven op de huizenmarkt met de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

Toegegeven, de JD-motie voor afschaffing van ALLE luchtvaart in Europa was nog wat vergezocht in 1994, maar zonder de druk en steun van jonge mensen was D66 misschien nooit de enige serieuze klimaatpartij van Nederland geworden.

Zonder de schwung van de JD waren wij wellicht niet de enige echte onbeschroomd anti-populistische partij geworden. Het was JD-voorzitter Jan Paternotte die in de campagne voor de Europese grondwet twee weken lang met een caravan achter Geert Wilders. Hij kreeg daarmee net zoveel aandacht voor het pro-Europese verhaal in het NOS-journaal. Tot blinde woede van Wilders, die zich liet verleiden de telefoon te pakken, Hilversum te bellen, en verongelijkt door de hoorn te schreeuwen: ‘Zeg, zijn jullie allemaal lid van D66 daar?!’

Pechtold volgde snel met het moedige, radicaal-vrijzinnige antwoord op Wilders. Pas vijftien jaar later realiseerde VVD-leider Rutte zich dat meelachen met de nationaal-demagogen niet helpt. Maar toen hij direct na het trekken van die conclusie zendtijd opeiste van de publieke omroep voor een debat dat de keuze in het stemhokje vernauwde tot rechts en extreem-rechts, heb ik zelf de neiging moeten onderdrukken om Hilversum te bellen en verongelijkt door de hoorn te blaffen: ‘Zeg, zijn jullie nu allemaal lid van de VVD geworden daar?!’

Het was dezelfde Jan Paternotte die in zijn tijd constateerde dat bij de vakbonden eigenlijk iedereen oud was. In de Sociaal Economische Raad zat niemand van onder de 50. Zo konden jonge mensen natuurlijk niet vertegenwoordigd worden. En dus vond hij steeds nieuwe manieren om de discussie los te wrikken. De bezetting van het FNV gebouw in Sloterdijk liep nog wat stroef. Maar daarna kwam de machine op gang. Lodewijk de Waal werd uitgeroepen tot de irritantste man van Nederland. Jan poseerde voor de krant met een babyboomer op zijn rug. De last van het verleden goed in beeld gebracht.

En snel daarna ging de JD, in samenwerking met het CDJA, naar de SER om te eisen dat de toekomst aan tafel kwam zitten. Onder toeziend oog van de politie en de vaderlandse pers werd de oude stoel van Abraham Kuyper door JD’ers en CDJA’ers het gebouw in gedragen als jongerenzetel. De discussie barstte toen eindelijk los. Experts gaven de JD gelijk. En de CNV besloot in haar SER-delegatie dan eindelijk een jongerenvertegenwoordiger mee te nemen. En, dames en heren, wie was dat? Jawel, de oud-snuffelstagiair van Alexander Pechtold, Jesse Klaver. Zonder de JD dus geen kloeke carrièrestart voor Jesse Klaver.

En dan nog even dit: de politieke actualiteit maakt dat ik hier vandaag ben in grote dankbaarheid. Want zonder het wikken, wegen, uitdenken, doorzetten en doordrukken van de Jonge Democraten had onze minister Koolmees nooit zijn meest indrukwekkende prestatie van zijn carrière kunnen leveren. Een opluchting, een doorbraak en een overwinning voor jonge mensen in het hele land: de grootste pensioenhervorming ooit!

Verantwoordelijkheid van traditie

De traditie waarin die hervorming tot stand kon komen, de JD-traditie van voorlopen en van vurig en radicaal agenderen is het waard te laten leven.

Toen ik bij de JD rondliep—dat was zo ongeveer in het prehistorisch tijdperk—deden we ook voorstellen die nu steeds vaker terugkeren in politieke debat.

De legalisering van soft en harddrugs. De veilige en vrije omgang met prostitutie. Thema’s waar politici in Den Haag zich liever niet aan branden.

Nu loop ik daar zelf rond. En ik zie dezelfde bekrompenheid om me heen. Maar niet bij onze eigen partij. Want welke koers D66 ook vaart, of we nu wel of niet in een kabinet zitten, wij staan altijd open voor discussies met de JD.

Niet omdat het zo leuk is. Als ik alleen maar leuke dingen zou willen doen zou ik de hele dag poppetjes tekenen op de posters van Forum voor Democratie. Nee we doen het omdat onze partij anders allang haar bestaansrecht was verloren. Als we niet al die taboes hadden doorbroken en al die hervormingen hadden doorgevoerd die hun oorsprong vonden op JD-congressen als deze waren we weg geweest. Electoraal weggevaagd. Irrelevant en onherkenbaar.

Tegenwoordig is de reactionaire kant van het politieke spectrum behoorlijk bedrijvig in het slechten van taboes.  Daar wordt het IQ van mensen langs een ethnische meetlat gelegd. Daar wordt het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een paar tandjes teruggeschroefd.

Als er dus ooit een reden is geweest vrijzinnige taboes af te stoffen is het de populariteit van radicaliserend rechts. Daarom ben ik hier vandaag. Om samen met jullie de strijdbijl op te pakken. Om jullie te zeggen dat ik altijd zal kiezen voor de jonge radicalen in deze zaal die taboes willen doorbreken.

Maar daarbij moet me nog wel iets van het hart. Als JD-voorzitter heb ik het zelf ook allemaal niet perfect gedaan. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik heel veel anders gedaan. Ik had beter mijn best gedaan om ervoor te zorgen dat deze zaal een echte afspiegeling zou zijn van de samenleving. Minder speeltuin voor hoogopgeleiden, meer kweekvijver voor alle soorten vrijzinnige radicalen van goede wil.

We horen straks wie de nieuwe voorzitter wordt. Ik zou hem of haar willen vragen goed te maken wat ik niet adequaat heb gedaan. De NRC omschreef onze club in de jaren negentig als ‘een gemêleerd gezelschap, van leren jacks tot parelkettinkjes, jasjes-dasjes en vlotte sweaters.’ Als de krant weer een profiel maakt in de jaren twintig van deze eeuw, dan hoop ik op een gemêleerd gezelschap, van hoofddoekjes tot hotpants, jasjes-dasjes en boerenoveralls.

En dan nog iets. Ik snap dat de realiteit van de politiek soms lastig is. De compromissen. Het meel in de mond. De langzame voortgang. Wat dat betreft is het een bevrijding hier zonder beperking te kunnen filosoferen. Maar politiek is geen spel of vertier, zelfs niet in deze vrijblijvende omstandigheden. Wat je hier agendeert zegt iets over de essentie van de vereniging. De standpunten die je hier verkondigt zijn niet vrijblijvend. Ook niet als die gaan over kinderporno of kindereuthanasie.

Het is misschien hier ook verleidelijk om politicusje te spelen. Maar het heeft geen zin. Het draagt niets bij. Jullie hebben de kans Van Mierlo ongelijk te geven. Pak je rol. Werk geduldig aan voorstellen die geesten uit flessen rukken, revoluties ontketenen voordat die uitbreken, de macht verbeelden en een spiegel voorhouden.

Ik zie de rol van de Jonge Democraten als radicale aanjager, als maker van de toekomst. De volgende verkiezingen zijn alweer bijna over twee jaar. En dus vraag ik jullie: ga met andere organisaties in gesprek. Geef opvolging aan het duurzaamheidsmanifest dat jullie samen met negen andere politieke jongerenorganisaties sloten. Denk na over de volgende formatie. Wat moet er in het coalitieakkoord staan? Hoe ziet een akkoord eruit #voordetoekomst? Mensen moeten het kunnen inbeelden voordat ze ermee instemmen. Dat vergt de inspanning van jonge radicalen, creatieve denkers, grootaandeelhouders in de toekomst.

En vergeet daarbij dan ook niet te praten met radicaal-andersdenkenden. Jonge JFVD’ers. Jullie leeftijdsgenoten kunnen makkelijk nog worden gered uit de klauwen van de boreale uil.

De verantwoordelijkheid van traditie II

Voor D66 zijn de afgelopen twee jaar vaak een oefening in geduld geweest. Een constante onderhandeling met andersdenkenden om onze radicale voorstellen dichterbij te brengen. Wij leven met religieuze toewijding bij het refrein van het lustrumlied van de JD uit 1994: ‘pragmatisch en heel radicaal’. Voor ons gaat radicalisme hand in hand met gematigd handelen.

Ik weet dat dat vaak tot onbegrip heeft geleid, zeker ook in dit gezelschap. We hadden veel dingen liever anders gezien, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het intrekken van het raadgevend referendum zonder duidelijk alternatief. De dividendbelasting. Maar denk je eens in. Een pro-Europees klimaatkabinet dat haar grootste investering doet in het onderwijs. Is dat niet precies wat we willen, democraten jong en oud? Is dat niet een ongelofelijke prestatie in een land met een meerderheid aan rechtse en extreemrechtse zetels?

Ik knok er iedere dag met mijn collega’s keihard voor, want voor niets gaat de zon op. Als het lukt in de komende weken na het succes van een Pensioenakkoord ook een Klimaatakkoord te sluiten dan hebben wij onze anderhalf miljoen kiezers kunnen geven waar ze om vroegen en wat zij verdienen: verandering en vooruitgang.

Bovenal is onze kabinetsdeelname het waard omdat deze ongewone samenwerking de laatste hoop is voor het samenwerkende midden. Omdat regeren, ook in deze samenstelling, ons radicalisme met ons pragmatisme verknoopt.

Partijen en mensen die tot elkaar komen en niet blijven steken in het dienen van één enkel belang. Consensuspolitiek. Dat is stroperig, soms zelfs vuil en vunzig, maar een stuk succesvoller recept voor stabiel en progressief bestuur dan het winner-takes-all geharrewar in de Angelsaksische wereld.

De beslissing om na onze historische zetelwinst in 2017 wel aan tafel te gaan zitten wordt ook ingegeven door de harde realiteit van de Tweede Kamer. Nederland heeft een conservatieve meerderheid. Dankzij de dysfunctionele zetels van de nationaal-populisten konden wij progressief beleid maken met partijen die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Daar hadden we graag hulp bij gehad van andere partijen, maar die waren te bang om moeilijke concessies te doen.

Wie komt bij de volgende ronde wel serieus aan tafel zitten? Ik maak me zorgen. Forum heeft op rechts wel al gezegd te willen regeren. De VVD en het CDA willen best hun ziel verkopen. Luister naar Hugo de Jonge als hij zegt dat samenwerking met de PVV best mogelijk is. En neem hem daarin serieus. Luister naar Klaas Dijkhoff die samenwerking met Forum niet uitsluit. En neem hem daarin serieus. Een herhaling van het on-Nederlandse rampkabinet Rutte-I is een serieus gevaar.

Wat gaan wij progressieven daartegenover stellen? Loopt GroenLinks na twee keer nog een derde keer weg? D66 zal het progressieve motorblok bij elkaar proberen te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van onze radicaal-pragmatische traditie. Dat is wie wij zijn.

We doen dit op voorwaarde dat de progressieve democratische politiek niet steunt op blinde loyaliteit of identiteit. Dan zijn we geen haar beter dan de PVV. Wij bedrijven ideeënpolitiek. Niet vanuit de tijdloze starheid van ideologie, maar steunend op een analyse van de wereld zoals die is in het hier en nu.

Het gaat uitstekend met Nederland, maar de afgelopen decennia zijn ook nieuwe muren ontstaan in onze samenleving.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

Als ik vandaag iets van jullie wil vragen is het dit: help ons de sloophamer op te pakken! Wat vinden jullie? Wat moeten we doen? Welke oplossingen zijn rechtvaardig voor jonge mensen? Ik sluit niet uit dat we het af en toe oneens zullen zijn. En ik waarschuw maar alvast dat het JD-kroonjuweel van de opheffing van het verbod op openbaar dronkenschap, kan moeilijk het antwoord op alles zijn.

De taak voor radicalen, jong en oud, is om de rustige vijver van de politiek in beweging brengen. Roeren in stilstaand water.

Ik kan niet voor jullie bepalen wat radicaal is. Radicalisme wordt op verschillende golflengten uitgezonden. Is het de verhoging van de vermogensbelasting? De afschaffing van privé-onderwijs? Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien?

Ik weet wel: dat jullie hier zijn is een radicale daad op zich. Leg maar eens uit in de bus waarin jullie hiernaartoe gekomen zijn dat meer dan tweehonderd jonge mensen hier in een oververhitte kerk in Amsterdam een weekend lang debatteren over de vrijzinnige politiek.

En als JD’er én D66’er weet ik zeker: jullie slaan de golven waar D66 op surft. Of die vrijzinnige golf ooit tegen de deur van het Torentje aan zal slaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van jullie enthousiasme en van onze samenwerking.

Het kan als wij het willen. Zoek de radicaal in jezelf!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

#DenHelder #burgemeester ...

Beter voor Den Helder Beter voor Den Helder VVD D66 PvdA Den Helder 09-05-2019 07:18

#DenHelder #burgemeester #sollicitatie #Groningen Delano Weltevreden DEN HELDER Verlaat burgemeester Koen Schuiling Den Helder voor dezelfde functie in de stad Groningen? Zijn naam zingt rond, meldt het Dagblad van het Noorden. Groningen zoekt naar een opvolger van Peter den Oudsten. Dertien personen hebben te kennen gegeven dat zij de volgende burgermoeder of -vader van Groningen willen worden, vijf vrouwen en acht mannen. Voormalig staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) en D66’er Alexander Pechtold, tot vorig jaar partijleider van D66 zouden ook interesse hebben. Schuiling (VVD) kent Groningen. Als fractievoorzitter heeft hij in 1998 een sleutelrol gespeeld in de val van PvdA-burgemeester Hans Ouwerkerk. Die had tijdens de Oosterparkrellen volgens de VVD te veel steken laten vallen in de handhaving van de openbare orde. In 2010 werd Schuiling burgemeester van Den Helder. Hij zit in zijn tweede ambtstermijn. Beter voor Den Helder, de grootste fractie in de gemeenteraad, heeft in het verleden actief gezaagd aan de poten van de burgemeestersstoel. Fractievoorzitter Carlo Assorgia wil nu niet zeggen of hij blij zal zijn als Schuiling naar Groningen vertrekt: ,,We hebben een goede werkrelatie.’’ Schuiling heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren.

Opvang in de regio: cruciaal of onmenselijk? VVD-politicus Malik Azmani en onderzoeksjournalist Linda Polman in gesprek

VVD VVD Malik Azmani 01-03-2019 04:00

In de nieuwe serie Tegenpolen gaan twee mensen met tegengestelde meningen in gesprek. Vandaag: VVD-politicus Malik Azmani, die vindt dat vluchtelingen in hun eigen regio moeten worden opgevangen, en onderzoeksjournalist Linda Polman, die in haar nieuwe boek kritisch is over die aanpak. 

 

De Somalische atleet Samia Yusuf Omar deed in 2008 mee aan de Olympische Spelen van Beijing. Vier jaar later verdronk ze in de Middellandse Zee, nog maar 21 jaar oud, in een wanhopige poging Europa te bereiken. Het Europese migratiebeleid faalt op alle fronten, dacht VVD-politicus Malik Azmani, toen hij een documentaire over de atleet zag. Vluchtelingen verdrinken, mensensmokkelaars verdienen enorme bedragen aan andermans ellende, de chaotische stroom bootjes wakkert in Europa het nationalisme aan.

In maart 2015, nog voor de grote vluchtelingencrisis, schreef hij een migratienota voor de VVD. Europa moet in veilige landen in Afrika en Azië goed uitgeruste opvangkampen opzetten, waar mensen asiel kunnen aanvragen. Een beperkt aantal vluchtelingen kan tot Europa worden toegelaten en gewoon met het vliegtuig worden opgehaald. Wie toch per bootje komt, moet onverbiddelijk worden teruggestuurd. Dat is de enige manier om het cynische verdienmodel van de mensensmokkelaars te ondermijnen, aldus Azmani. De eerste reacties waren vernietigend. ‘Bah, bah, bah’, reageerde D66-voorman Alexander Pechtold. Maar inmiddels is het plan-Azmani een ‘ideaal’ voor het huidige kabinet, zo stelde staatssecretaris Harbers van Asielzaken. Ondertussen lanceerde Europa een soortgelijk plan voor ‘ontschepingsplatforms’ in Noord-Afrika, waar vooralsnog overigens niets van terecht is gekomen.

Op de Europese tekentafel mag zo’n plan er misschien aardig uitzien, de praktijk is heel anders, stelt journalist Linda Polman in haar vorige week verschenen boek Niemand wil ze hebben, een kritisch onderzoek naar zeventig jaar vluchtelingenbeleid. Ze gelooft niet dat het mogelijk is om vluchtelingen fatsoenlijk op te vangen in instabiele regio’s in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. In elk geval is daar op dit moment geen sprake van. Europa betaalt Libische krijgsheren om vluchtelingen tegen te houden in detentiecentra waar ze worden gemarteld, verkracht, geëxecuteerd of als slaaf verkocht, schrijft ze. Ook de Soedanese dictator Bashir, aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden, houdt met Europees geld vluchtelingen en migranten tegen. Veel vluchtelingen zitten in ‘verdwijngaten’, aldus Polman, kampen waar ze ophouden te bestaan als mens. Maar zolang de migratiestroom wordt ingedamd, maakt Europa zich er niet druk over.

Niemand wil ze hebben begint met de conferentie van Evian in 1938, waar West-Europese landen weigerden Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland op te nemen. De argumenten waren dezelfde als nu, aldus Polman: ruimhartige toelating zou het reeds bestaande antisemitisme en nationalisme in eigen land slechts aanwakkeren.

 Voor de Volkskrant gaan Azmani en Polman in debat, via Facetime.

 Is het wel mogelijk om vluchtelingen veilig op te vangen in de regio?

Azmani: ‘Als internationale gemeenschap heb je de verplichting om vluchtelingen een veilig heenkomen te laten vinden in de nabijheid van het land dat ze te vrezen hebben. Je ziet dat de internationale gemeenschap wegkijkt en zegt: we zijn zo humaan bezig, want we laten zo veel vluchtelingen toe. Terwijl het systeem dat we nu hebben ervoor zorgt dat mensen gedwongen worden via mensensmokkelaars deze kant op te komen. Dat zijn alleen de mensen die het geld hebben en bereid zijn hun leven te wagen. Volgens mij moeten we naar een systeem van opvangvoorzieningen in de nabijheid van brandhaarden. Om dat te bereiken moet je afspraken met veilige derde landen in de regio maken.’

Polman: ‘Ik heb de indruk dat niet veiligheid het eerste criterium is bij de keuze voor zulke landen, maar de bereidwilligheid om vluchtelingen op te vangen en tegen te houden. Als je kijkt naar de landen waar Europa nu afspraken mee heeft gemaakt... daar zitten dictaturen tussen waar vluchtelingen worden doodgemaakt.’

Azmani: ‘Turkije is een goed voorbeeld van hoe het kan. Europa heeft twee keer drie miljard uitgetrokken, en afgesproken dat niet-gouvernementele organisaties betrokken zijn bij de opvang van Syrische vluchtelingen, dat werkvergunningen aan vluchtelingen worden verstrekt zodat ze kunnen deelnemen aan de samenleving. Ik ben realistisch, er kunnen nog grote stappen gemaakt worden. Maar als je niet tot soortgelijke afspraken komt met andere landen, bijvoorbeeld met Tunesië en andere Noord-Afrikaanse landen, dan houd je datgene wat je nu hebt.’

Polman: ‘Heeft u de recente rapporten van Human Rights Watch en Amnesty International over Tunesië gelezen, hoe dat land omgaat met vluchtelingen?’

Azmani: ‘Ik ben naar Tunesië geweest, ik weet hoe de situatie in dat land is.’

Polman: ‘Heeft u dan ook vernomen hoe vluchtelingen daar worden mishandeld of in bussen naar de grens worden gebracht en daar worden gedumpt? Dat zijn gedocumenteerde gevallen van gerespecteerde mensenrechtenorganisaties.’

Azmani: ‘Maar ik zie ook dat er vluchtelingen zijn die wél worden opgevangen, die wél onderdeel uitmaken van de samenleving. Er zullen vast incidenten plaats vinden. We moeten de omstandigheden daar verbeteren, zodat die niet meer voorkomen. Het kan, ik weet zeker dat het kan.

‘Op dit moment zie je dat er afspraken worden gemaakt met Libië, waar verder weinig ruchtbaarheid aan wordt gegeven. Dat kan anders. Je moet deals maken zoals met Turkije, die je ook kunt monitoren. Dat zou kunnen met een land als Tunesië. In ruil voor de opvang van vluchtelingen kan Europa een financiële bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Tunesië. Dat zou kunnen leiden tot een grotere stabiliteit in een land dat nu economisch afglijdt. Op dit moment gebeurt dat niet. Waarom niet? Omdat de migratiestroom weer enigszins onder controle is. Dat is ook het cynische.’

Polman: ‘Tot we die afspraken hebben gemaakt, blijft de Libische kustwacht mensen uit zee halen om ze in die afschuwelijke detentiecentra te gooien?’

Azmani: ‘Ja, vreselijk. Dat moet anders. Maar er is nu ook een andere voorziening in Libië, een voorziening naar Nederlandse en Duitse standaarden die beter is dan de kampen in Griekenland. De omstandigheden verbeteren stap voor stap.’

Polman: ‘Maar u zegt niet: betere opvangcentra zijn een voorwaarde om met de Libische kustwacht samen te werken.’

Welke vluchtelingen moeten worden toegelaten tot Nederland en andere Europese landen?

Azmani: ‘We hebben nu al een hervestigingsprogramma. Naast de asielprocedures in Nederland halen we elk jaar vijfhonderd vluchtelingen uit de hele wereld op, mensen in een kwetsbare positie, bijvoorbeeld omdat ze medische problemen hebben. Dat volume zou je kunnen vergroten op het moment dat je de instroom van de asielprocedure niet meer hebt. Ik heb nooit aantallen genoemd, omdat die ook afhankelijk zijn van de situatie. Als er meer crises zijn, heb je een grote verantwoordelijkheid. Maar volgens de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) zijn er 68,5 miljoen vluchtelingen in de wereld. Die kun je natuurlijk niet allemaal toelaten.’

Polman: ‘Het zijn er veel minder. Van die 68,5 miljoen zijn er 40 miljoen mensen ontheemd in eigen land. Van de resterende 25,4 miljoen vluchtelingen voldoet 3,1 miljoen aan de criteria om asiel aan te vragen. De helft daarvan heeft een aanvraag in eigen regio lopen. Dat cijfer van 68,5 miljoen wordt gebruikt om angst aan te jagen, maar de aantallen zijn relatief klein.’

Azmani: ‘Ik geloof daar niet in. Naast de vluchtelingen komen er ook veel mensen deze kant op die het land niet verlaten als ze geen asiel krijgen. Los daarvan, als je kijkt naar de bevolkingsontwikkeling in Afrika dan kunnen we voorspellen dat er nog veel mensen deze kant op komen als we niet stoppen met de huidige irreguliere toestroom.’

Polman: ‘In 2015 was de toestroom groot. Maar die was verklaarbaar, vanwege de oorlog in Syrië. Wat er nu aan bootjes uit Afrika komt, is veel minder, gemiddeld 150 duizend per jaar. In die bootjes zit een mengeling van vluchtelingen en migranten. We kunnen de vluchtelingen toch niet buiten sluiten?’

Azmani: ‘Jawel, als we goede opvang in de regio organiseren. Zegt u dat iedereen toegelaten moet worden?’

Polman: ‘Nee, helemaal niet. Ik ben ook niet voor open grenzen.’

Azmani: ‘Welke grens zou u dan stellen?’

Polman: ‘Ik zou iedereen toelaten die voldoet aan het VN-Vluchtelingenverdrag. Over een maand hebben we nog altijd 27 lidstaten in de Europese Unie. Als we de vluchtelingen daarover verdelen, vallen de aantallen ontzettend mee.’

Hoe kan Europa mensensmokkel stoppen?

Azmani: ‘De boten van niet-gouvernementele organisaties voor de kust van Libië leiden er alleen maar toe dat vluchtelingen en migranten op kleine bootjes de zee op worden gestuurd, zonder veel benzine. De smokkelaars verdienen veel geld aan kwetsbare mensen. Dat is toch diep triest? We moeten dat cynische businessmodel doorkruisen. Dat kan alleen als je het niet meer faciliteert, als je mensen terugstuurt naar veilige landen.’

Polman: ‘Ik denk dat er andere manieren zijn om dat businessmodel te doorkruisen. Bijvoorbeeld door het mogelijk te maken op een legale manier naar Europa te komen. Europa zit nu potdicht. Niet alleen voor vluchtelingen. Probeer maar eens een Ethiopiër uit te nodigen voor een debat over mensenrechten. Zo iemand krijgt gewoon geen visum. Een heleboel mensen kunnen alleen illegaal naar Europa komen. Die smokkel creëren we ook zelf door Europa zo dicht te timmeren.’

Azmani: ‘Ik denk dat we baas in eigen huis mogen zijn.’

Polman: ‘Als we de druk van die bootjes willen verminderen is het heel belangrijk om legale migratie gemakkelijker te maken. Tot pakweg 1990 kon je gemakkelijk naar Europa komen voor seizoensarbeid of op tijdelijke contracten. Daarna gingen mensen weer weg. Als je nu in Europa bent, ga je niet meer terug omdat je het continent niet meer binnenkomt, tenzij je een bootje neemt met het risico dat je verdrinkt.’

Azmani: ‘In Tunesië hebben ze nauwelijks artsen meer, die zijn allemaal naar Europa. Dus zo potdicht is Europa ook weer niet. Ik vind wel dat we op een andere manier naar arbeidsmigratie kunnen kijken. Bijvoorbeeld door circulaire migratie te stimuleren, of met een puntensysteem zoals in Canada, waardoor je mensen binnenhaalt waaraan economische behoefte is. Maar feit blijft: bij migratie moet je grenzen stellen, hoe hard het ook klinkt. Dat is voor veel mensen moeilijk.’

Moet immigratie worden tegengegaan omdat er bij de Europese bevolking geen draagvlak voor is?

Azmani: ‘Nederlanders maken zich zorgen over een overheid die geen controle heeft over immigratie, niet over de aantallen en niet over de mensen die je toelaat. Dat vond ik wel bijzonder in uw boek: u geeft een definitie van bezorgde burgers als schreeuwende witte autochtonen die tierend langs azc’s en gemeentehuizen lopen. Ik heb andere mensen gesproken. Ze maken zich zorgen: wat doet immigratie met de vrijheden die we hebben opgebouwd, met de gelijkheid tussen man en vrouw? Als er een azc in je eigen stad komt, wat doet dat met een dochter die er langs moet fietsen?’

Polman: ‘Die beschrijving was een beetje cabaret, dat zal u niet ontgaan zijn. De VVD zegt: we gaan die zorgen van de burger wegnemen, maar veel van die zorgen zijn niet rationeel.’

Azmani: ‘Er zijn ook rationele risico’s. Kijk naar de mensen uit veilige landen die overlast veroorzaken, in Weert, Kampen of Rotterdam. In 2015 zijn ook terroristen met bootjes meegekomen. Dat zijn enkelingen, maar als je geen controle hebt over wie je binnenlaat, dan heb je het niet alleen over een gevoel.’

Polman: ‘Mijn boek begint in 1938. Ook toen werd gezegd: we moeten de zorgen bij de bevolking wegnemen. We kunnen Joden niet toelaten, want dat wakkert het antisemitisme aan.’

Azmani: ‘Ik vond het lastig om die vergelijking te lezen. Het is een inktzwarte pagina uit de geschiedenis die je niet kunt vergelijken met de manier waarop Nederland nu met asielzoekers omgaat.’

Polman: ‘Maar de parallellen kun je toch doortrekken. Destijds werden precies dezelfde argumenten gebruikt: de Joden zijn een gevaar voor de sociale cohesie, ze hebben andere normen en waarden. Er was ook angst voor een aanzuigende werking: als we de Duitse Joden toelaten zullen ook alle Oost-Europese Joden komen.’

Azmani: ‘Ik zie dat niet zo, mevrouw Polman, ik zie mensen die zich zorgen maken over een overheid die geen controle heeft. Ik zie een samenleving die best een bijdrage wil leveren aan de opvang van vluchtelingen, maar in beperkte aantallen. Ik zie mensen die zich zorgen maken over de invloed van immigratie op onze vrijheden, de gelijkheid tussen man en vrouw, de vrijheid om te zijn wie je bent, ongeacht je seksuele geaardheid.’

Polman: ‘Dan kom je weer op normen en waarden die altijd maar bedreigd worden door buitenlanders.’

Azmani: ‘Onder asielzoekers zitten ook mensen die die normen en waarden onder druk zetten.’

Polman: ‘U ziet bezorgde burgers en wilt hun zorgen wegnemen. Ik zie politici die bang zijn om voor naïef te worden versleten, bang om het verwijt te krijgen dat ze de zorgen van de burger niet serieus nemen. Wat ik denk: het grootste gevaar is niet de migratie zelf, maar het voeden van de angst van burgers.’

Azmani: ‘Ik heb te maken met een samenleving waarin mensen zich zorgen maken.’

Polman: ‘Maar dat mag toch nooit een reden zijn om vluchtelingen tegen te houden? Omdat mensen zich daar oncomfortabel bij voelen? Dan moet je mensen toch uitleggen wat er aan de hand is en waarom deze vluchtelingen een plek nodig hebben?’

Azmani: ‘Het woord dat nu bij me opkomt is maakbaarheid. Zo zit de samenleving niet in elkaar. Daar moeten we realistisch in zijn. Een ontvangende samenleving kent grenzen aan wat zij ontvangt, ook als het gaat om mensen met andere normen en waarden. Wat je niet moet hebben, is dat je deelsamenlevingen creëert. Dat heb je bijvoorbeeld in Zweden gezien, in Malmö, waar grote groepen Syriërs bij elkaar werden gezet. Dat veroorzaakt spanningen die het nationalisme aanwakkeren.’

Polman: ‘Een niet al te doordacht integratiebeleid speelt daarin ook een rol. Die mensen worden op een kluitje bij elkaar gezet.’

Azmani: ‘Daarom moet je de aantallen ook beperken, door grenzen te stellen aan migratie. En als mensen in je land zijn, dan moet je van deze mensen verwachten dat ze zich de taal eigen maken.’

Polman: ‘Daar zijn we het dan over eens. Ik ben niet voor open grenzen en vind ook dat mensen moeten integreren. Maar dan moeten we ze wel de kans geven en ze niet allemaal in dezelfde wijken huisvesten.’

 

Malik Azmani (1976, Heerenveen) is de zoon van een Marokkaanse vader en Friese moeder. Hij studeerde rechten in Groningen en werkte voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Sinds 2010 is hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Bij de Europese verkiezingen in mei is hij lijsttrekker voor de VVD.

Linda Polman (1960, Amstelveen) is onderzoeksjournalist. Ze schrijft onder meer voor NRC, Vrij Nederland en De Groene Amsterdammer. In 2008 publiceerde ze het internationaal geprezen boek De crisiskaravaan, een kritiek op de internationale humanitaire hulpverlening bij rampen en crises in de Derde Wereld. Vorige publiceerde ze Niemand wil ze hebben, een kritische beschouwing over 70 jaar vluchtelingenbeleid.

   

Bron: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opvang-in-de-regio-cruciaal-of-onmenselijk-vvd-politcus-malik-azmani-en-onderzoeksjournalist-linda-polman-gaan-in-gesprek~be58cb4e/?fbclid=IwAR3Fnsfwyaay1GIXVzs2Af7uG3RRsEXUuWBBfSrDK6TPS8kK6gIYxXzSp2U

Eerste Els Borst Netwerk Lezing door Pia Dijkstra

D66 D66 SGP VVD PvdA Nederland 05-02-2019 19:25

Eerste Els Borst Netwerk Lezing door Pia Dijkstra

Op 8 februari is het vijf jaar geleden dat D66’er Els Borst werd vermoord. Als ode aan de eerste vrouwelijke vicepremier organiseert het Els Borst Netwerk de allereerste Els Borst Netwerk Lezing. Lees de toespraak van Pia Dijkstra hier terug.

Het was in de zomer van 2010. De val van het kabinet Balkenende IV had tot nieuwe verkiezingen geleid. D66 won spectaculair. Van drie naar tien. Al snel ontstond wat rumoer over één van de nieuwe leden van de D66-delegatie in de Tweede Kamer. Die mevrouw van het journaal die zo leuk de autocue kon lezen, wat moest die in de Tweede Kamer?

Ik moest iets doen. Want beginnen aan een krankzinnig avontuur in de wetenschap dat er aan je getwijfeld wordt, zag ik niet zitten.

Dus op een warme nazomerdag reed ik naar het lommerrijke Bilthoven. Op het pad stond een blauw autootje. De versleten velgen verraadden de reislust van de automobilist. Ik belde aan. De deur ging open en voor me stond een vrouw die ik alleen van afstand kende. Als journalist die de minister bevroeg. Als dagvoorzitter en programmamaker die de wetenschapper een podium gaf. Haar naam: Els Borst.

Els woonde alleen in dat grote huis. Maar er was geen spoor van eenzaamheid te bekennen. Ze was kwiek, mede dankzij haar kinderen en kleinkinderen. Ze ging verzorgd gekleed, zoals ik haar kende. Netjes zijn, representatief; daar was ze op gesteld.

Mijn gedachten flitsten terug naar een paar jaar eerder. We zaten samen aan tafel bij Medisch Contact Live. Ik was afgeleid. Niet door het publiek, maar door de prachtig verzorgde handen van Els. Ze had zulke mooi gemanicuurde nagels. Ik keek naar mijn eigen handen en dacht: die steek ik onder de tafel.

Bij Els thuis was ik wel gefocust. Ik kwam met een missie.

In het kader van mijn vorming als nieuwbakken Kamerlid wilde ik haar kennis en hulp, want ik wist veel over ziekte maar nog weinig over zorg. Ik wilde me gedegen inwerken in mijn portefeuille voordat ik in de pers verscheen.

Daarnaast hoopte ik op haar vertrouwen.

Ik deelde met haar de twijfels van sommigen. Twijfels over mij en mijn geschiktheid voor de politiek. Els stelde me direct gerust. Het was goed, zei ze, dat iemand van buiten de politiek—die de patiënten kent—in de Kamer kwam. Ze had er vertrouwen in:  ‘Trek je niets aan van de mensen die dat zeggen’, zei ze me. ‘Jij kent de praktijk’. Dat gaf mij het vertrouwen om mijn politieke werk te doen. En dat doet het nog steeds.

Dames, heren, familie van Els, partijgenoten,

Wat fijn om jullie hier vanavond allemaal te zien. Dat jullie tijd vrij maken om samen met ons stil te staan bij het leven van Els Borst. Dat haar familie ook gekomen is: Dirk, Andra, Sjaak, Jet, Els, Cor, Anna, wat een eer om jullie er vanavond bij te hebben.

Aanstaande vrijdag, 8 februari, is het vijf jaar geleden dat Els is vermoord. Een dag die voor haar familie en haar dierbaren is. Daarom herdenken we haar, hier bij D66, vanavond al.

Ik denk dat iedereen in deze zaal een beeld heeft bij Els Borst. Of dat nu is als geliefd familielid, vriendin, arts, lijsttrekker, minister of als vicepremier. Ik durf ook te wedden dat er sommigen zijn die meteen aan één specifiek citaat denken als ze de naam Els Borst horen. Een citaat dat aan de basis stond van dit netwerk. Dit netwerk dat naar haar vernoemd is. Ja, ik hoor het u al zeggen: “politiek is te belangrijk is om aan mannen over te laten.”

Gelijk had ze, maar er is alleen zoveel meer dan dat ene citaat dat zo lekker bekt.

Bovendien kun je onmogelijk met één citaat een politicus vangen, laat staan een politica als Els.

Ik neem jullie vanavond mee in mijn eigen herinneringen, én in die van anderen. Ik hoop vooral ook te laten zien wat Els Borst nog meer was. Meer dan een vicepremier. Meer dan een Democraat. Meer dan een vrouw.

Iedereen in deze zaal heeft een beeld bij Els Borst. Maar iedereen draagt ook een beetje Els in zich. Iedereen is een beetje Els.

Dat klinkt weliswaar een beetje pretentieus, maar ik zal het proberen uit te leggen.

Iedereen zou een beetje Els willen zijn… als het gaat om haar persoonlijkheid.

Toen Els aantrad als voorvrouw van D66 waren vriend en vijand lovend over haar. Ze was geliefd in het veld. En ze had zich als minister bewezen. Het werd haar gegund. Niet per se door de Telegraaf, maar dat is ook geen aanbeveling.

Ze was rustig. Beheerst. Zachtaardig misschien zelfs.

Maar voorafgaand aan vanavond heb ik daar ook met een aantal mensen over gesproken. En één ding staat als een paal boven water: Els was geen doetje. Achter haar zachtmoedigheid school een Iron Lady van de lage landen. ‘Er zat staal in haar fluwelen handschoenen’. Ze stond haar mannetje in een mannenwereld. Haar harde, Engelse humor—die ik zelf nooit heb meegemaakt—deed de mannen schijnbaar vaker blozen dan hen lief was.

Dat Els niet alleen zachtaardig was wist ik natuurlijk ook wel. Aan het begin van mijn tijd in de Kamer las ik graag stukken over het zorgstelsel in het Financieel Dagblad. Een snelle leerschool voor beginnende politici. Ik was al heel trots dat ik überhaupt het FD las. Maar toen ik Els vertelde dat ik die stukken las, zei ze gedecideerd: je moet wel de hele krant lezen. Vriendelijk, met een glimlach, maar de boodschap was duidelijk.

Ik wil maar zeggen: Els nam geen blad voor de mond. Daar werden de ambities van anderen nog wel eens het slachtoffer van. Zo herinnert deze zaal zich vast de graag herhaalde anekdote van Alexander Pechtold over het burgemeesterschap van Utrecht.

Ik citeer Alexander:

“Het zong rond dat ik misschien interesse zou hebben in een burgmeesterschap in Utrecht. En daar dacht Els het hare over. Dus zo besloot ze, dat ze langs moest komen. Een dag van te voren had ze mijn secretaresse gebeld en gezegd ‘ik kom morgen op de thee’. En daar was ze, rond thee tijd. Ze liep naar binnen. Zette haar handtas neer en zei “Ik hoor dat je mogelijk interesse hebt het burgemeesterschap van Utrecht. Nou dat gaat dus mooi niet door. Je bent hier nog veel te hard nodig én je hebt nog geen opvolger. Anders zou Hans  je dit gezegd hebben, maar die is er niet meer, dus doe ik het.” En in plaats van haar thee op te drinken zei ze: “Ik geloof dat de boodschap duidelijk is. Dan ga ik maar weer.”

Een stevige dame die wist wat ze wilde. Als Alexander al had willen vertrekken, weet ik zeker dat hij het na deze boodschap niet meer aandurfde.

Els was een bijzonder mens, een erudiete vrouw. Ze stond open voor mensen. Ze voorzag iedereen van advies. Gevraagd en ongevraagd. En ze was voor veel mensen ook een lopende huisarts. Een korte blik op je gesteldheid (plus bijbehorend oordeel) gaf ze altijd. Het is maar goed dat ze de kleur van mijn wallen nu niet kan inspecteren.

Els was een arts in de politiek, een wetenschapper. Ze bleef wikken en wegen. Ze was wars van zwart-witdenken. Nooit dwingend. Altijd prikkelend.

Bovendien was Els veelzijdig. Ze had alles in zich om te overleven in de hectiek van Den Haag. En dat deed ze.

Na acht jaar ministerschap moest Els  zelfs “afkicken”.

Ze had zich gaandeweg wonderwel aangepast aan de wereld van de politiek, die de hare niet was, maar waar ze zich steeds meer thuis voelde.

Ze kende inmiddels de regels van het spel.

En het spel stond haar wel aan.

Carla Pauw, de grande dame van D66, zonder wie het politieke scheepje van Els al vroeg was vergaan, herinnert zich hoe Els was in de dagen na haar ministerschap.

“We gingen een week naar Zuid-Limburg, een klein hotelletje, een tweepersoonsbed in een tweepersoonskamer. Heel knus. Heel ontspannen. Els werd niet gebeld, alleen door iemand van de NRC. We gingen lopen, niet wandelen. We gingen eten en drinken en shoppen in Maastricht. Els kocht een rood leren jasje in een dure winkel in de Stockstraat. Daar stond de radio aan en hoorden we als eerste item op het nieuws dat haar opvolger op VWS, de net aangetreden Bomhoff van de LPF, op het punt stond een hoge ambtenaar van het ministerie te ontslaan. Waarschijnlijk stond zijn politieke kleur, hij was van de PvdA, de nieuwe bewindsman niet aan. Het stond groot op de voorpagina van – jawel — de NRC. Het werd een politieke rel. De vrouwelijke aanstichters van die rel proostten ’s avonds in Maastricht samen nog maar eens op de goede afloop…”

Els bleef niet alleen betrokken bij de politiek, ook bij onze partij. Op haar 36

was ze lid geworden van D66. Samen met haar man, Jan Borst, zag ze een spotje van D66 op televisie. Een man met de looks van Ramses Shaffy en de stem van Jacques Brel keek recht in de camera. “We waren ongerust, over de politieke situatie in ons land,” zei hij, lopend door Amsterdam.

Els zei daar later over: ‘Eerlijk gezegd hadden mijn man en ik ons nooit gerealiseerd dat we ongerust waren over de devaluatie van onze democratie. Maar nadat we het appèl hadden gelezen en Hans over de gracht hadden zien lopen, wisten wij het opeens heel zeker: wij zijn erg ongerust. Wij gaan lid worden van die partij.’

Ze kwam daarna naar bijna alle congressen. Op die congressen waren wij als een magneet. En dat ging altijd over ons vak. ‘Hallo Pia’ en ‘Hallo Els, alles goed?’ kon er nog wel af. Maar daarna gingen we gelijk de diepte in.

Op het laatste congres waar ze bij was—in februari 2014—werden wij naast elkaar op de eerste rij gezet. Daar was nog wel wat sturing voor nodig. Els was meestal druk bezig achterin de zaal. Maar eenmaal gesettled ging het moties- en amendementen boek open en bleek dat ze alles vooraf gelezen en bestudeerd had.

Aan het eind van de dag namen we afscheid. ‘Els, hoe ben je hier gekomen?’, vroeg ik. ‘Kan ik je thuisbrengen?’, vroeg ik als een van de velen. Daar zat ze niet op te wachten. ‘Nee’, zei ze,’ ik ben met de trein en mijn auto staat op het station in Bilthoven’. Mijn man en ik vroegen haar snel eens een hapje te komen eten. We zouden een mail sturen met een datumvoorstel. Zover is het helaas niet gekomen.

Sinds 2014 ben ik, en ik denk veel van de hier aanwezigen, daarom veroordeeld tot mijn dierbare herinneringen aan haar. Aan de mens, aan de vrouw, aan de persoonlijkheid.

En wat ik nog daar nog over kwijt wil, nu ik de kans heb te spreken voor dit Els Borst netwerk: Els, zoals ik haar heb meegemaakt, heeft zich nooit geprofileerd als feministe. Wel als een zeer geëmancipeerde vrouw. Het was voor haar  geen belemmering vrouw te zijn. Geen punt van discussie. Ze heeft zich bewezen. Ze was een vanzelfsprekende autoriteit.

Een autoriteit met vrienden. En vrienden had ze te over. Haar dierbare vriend Roger van Boxtel hebben we daarom gevraagd om een herinnering aan Els met ons te delen. Licht gepikeerd antwoordde hij dat Els niet samen te vatten was in een paar zinnen. Maar zijn poging dat toch te doen treft doel:

“Els had de nauwkeurigheid en de scalpel van een chirurg, was hulpvaardig als een verpleegkundige of huisarts, was mentaal vaardig als een psychiater, vond voorkomen beter dan genezen als een ware epidemioloog en had bovenal een open geest en een warm hart voor zorgvragers én voor dierbaren. En tenslotte: ze had humor en gezonde zelfspot.

Conclusie: ‘t was een héél bijzondere vrouw en wij van D66 zijn trots omdat ze toegewijd tot onze familie behoorde!”

Dames en heren,

Iedereen zou een beetje Els willen zijn… als we kijken naar haar politieke lessen.

Of preciezer: iedereen politicus zou een beetje Els moeten zijn, als het gaat om haar politieke lessen.

Vlijmscherp, loyaal en met een blik op de toekomst. Voorafgaand aan vanavond hebben we ook Winnie Sorgdrager gevraagd om haar herinnering aan Els op papier te zetten. Net als Roger werkte ze nauw met Els samen. Allebei dragen ze het predicaat ‘Minister van Staat’, en daar was Els trots op.

Twee wijze vrouwen. En dat was ook meteen wat Winnie meegaf, de wijsheid van Els. Ik citeer:

“Els Borst was een wijze vrouw. Fijn om mee samen te werken. Dat deden wij tijdens het eerste kabinet Kok op het gebied van medisch ethische onderwerpen en het drugsbeleid. Eén van de zaken in het kader van dat laatste is het experiment met gratis heroïne verschaffing. Bijna onopgemerkt, en dat was ook de bedoeling, is dat een groot succes geworden.”

Bijna onopgemerkt, dat viel mij meteen op. Dat Els visie had weten we. Dat ze wist waar ze met Nederland naartoe wilde wisten we. Maar de manier waarop ze haar idealen realiseerde is ongekend. Els kon in stilte de grootste overwinningen gestalte geven.

D66 is een partij die de samenwerking niet schuwt. Zelfs in coalities die we niet zelf zouden bedenken. In Paars I en Paars II zat D66 met de VVD in de coalitie. Oké, de christelijke vrienden ontbraken nog. Maar wat Els daarover zei heeft me toch aan het denken gezet. Want, zo zei ze: “vier jaar is te kort om van de VVD een progressieve partij te maken”.

Dat is onverminderd waar gebleken. En dat is ook niet erg. De Nederlandse democratie behoort toch ook een Conservatieve Partij te hebben.  We hadden misschien nog de hoop in onze coalitiegenoten tenminste de restanten van liberale gezindheid te vinden. Maar in sommige – recente – discussies heeft die hoop tot meer teleurstelling dan vreugde geleid.

We blijven stug ons best doen. De aanhouder wint.

D66 is natuurlijk ook een partij van idealisten. Els zei ooit: “D66 loopt vooruit, en anderen volgen aarzelend. Dat heet politieke moed.”

Ik heb altijd gevonden dat onze vorig politiek leider, Alexander Pechtold steeds naar die gedachte heeft gehandeld. In een politiek landschap dat steeds meer getekend werd door verharding en ontmenselijking, durfde hij ook over zijn schaduw heen te stappen op het moment dat het ertoe deed.

“Wie voor D66 kiest, kijkt verder,” mocht Els graag zeggen. Het had nu onze nieuwe verkiezingsslogan kunnen zijn.

Iedereen is een beetje Els… als het gaat om de bescherming van onze leefomgeving.

De keren dat ik de eer had Els te ontmoeten spraken we vooral over onze vrijzinnige agenda. De donorwet, de euthanasiewet. Wat ik eigenlijk niet wist is dat Els zo mogelijk nog eloquenter sprak over het klimaat dan Jan Terlouw.

De nieuwe generatie verbindt de strijd tegen de dreigende klimaatramp nu misschien vooral met onze huidige fractievoorzitter Rob Jetten. Maar Els was echt een klimaat-D66’er avant la lettre.

“Sommigen in ons land twijfelen nog aan de huwelijkskansen van economische groei en milieukwaliteit,” zei ze. “Feiten bewijzen [echter] dat het kan. Investeren in milieutechnologie loont en is een absolute voorwaarde om het huwelijk in stand te houden.”

De huwelijksmetafoor zou Rob misschien niet zo snel gebruiken. Ik hoorde hem zelfs op de radio zeggen dat hij het huwelijk niet zo ziet zitten. Als hij de tekst van Els onder ogen zou krijgen zou zijn enige commentaar zijn: ‘we veranderen milieu in klimaat’. Daar houdt het wel op, want haar stelling staat nog steeds. Werken aan een beter klimaat loont. Niet alleen voor huidige generaties, ook voor toekomstige generaties. Goed klimaatbeleid is niet alleen een morele plicht, het is ook een economische buitenkans.

Zo bezien is het onterecht dat Els Borst enkel wordt geassocieerd met volksgezondheid en vrijzinnigheid. Ze was eerst en vooral staatsvrouw. Met visie voor de toekomst van ons land. Radicaal haar tijd vooruit.

Bovenal zou iedereen een beetje Els willen zijn… als het gaat om vrijzinnigheid.

Zoals sommigen van jullie misschien weten ben ik lid van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Het zal geen geheim zijn dat ik het vrijwillig levenseinde anders wil vormgegeven. En dat ik deze maanden en jaren de ruimte krijg om door te gaan met mijn initiatief.

Het duurt hoop ik nog even, maar als de tijd komt wil ik zelf kunnen besluiten of ik nog door wil leven. En die vrijheid gun ik iedereen. De vrijheid zelf te bepalen wanneer het genoeg is geweest.

Die vrijheid had ik mijn ouders ook gegund. Misschien zelfs wel om er samen tussenuit te stappen. Twee weken geleden las ik daar een ontroerend stuk over in de Volkskrant. Ongeveer tien aanvragen per jaar bij de NVVE zijn van echtparen. Gecompliceerde aanvragen omdat beide partners er vaak medisch en psychisch anders aan toe zijn. En omdat je van te voren nooit weet hoe het leven zal zijn als je partner wegvalt. Veel stellen spraken over hun wens om samen uit het leven te stappen. Ik kan mij best voorstellen dat als je een heel leven samen hebt opgebouwd, je het  ook samen wilt beeindigen. Natuurlijk zie ik ook de bezwaren, want de motieven van twee verschillende mensen zijn nooit identiek. Maar wie wij zijn om daarover te oordelen? Wie zijn wij om die motieven te wegen?

Je hoort ook mensen die stellen dat als de overheid dit links laat liggen, ze het dan wel zelf gaan doen. Daarin zie ik grote risico’s. Mensen die op een onveilige, pijnlijke manier een einde aan hun leven maken. Schrijnend én te voorkomen. De samenleving kan hier uitkomen.

Natuurlijk zie ik ook de maatschappelijke gevoeligheden en de hobbels op de weg. Zorgvuldigheidseisen zijn essentieel. Discussie over een leeftijdsgrens evenzo. Ik wil niet dat we ouderen lichtzinnig richting het einde van hun leven begeleiden. Ik wil wél dat we mensen, die er goed over na hebben gedacht—die genoeg van het leven hebben gezien, genoten of geproefd—de ruimte hebben om zelf te kiezen hoe en wanneer ze het leven willen verlaten.

In 2002 werd de euthanasiewetgeving van kracht: een mijlpaal voor het kabinet Paars II. Een persoonlijke overwinning voor onze minister, voor onze idealen.

Voor christelijke partijen die tot die tijd toch voornamelijk de dienst hadden uitgemaakt in Nederland was de wet een behoorlijk bittere pil. Diezelfde partijen zouden al snel wakker liggen van een inmiddels fameuze uitspraak van de architect van die wetgeving. Want nadat in 2001 de wet door beide Kamers was gekomen sprak zij de woorden: ‘het is volbracht’.

Het interview waarin Els die woorden sprak was dan wel in het Paasweekend uitgekomen, ze doelde toch echt niet op de laatste woorden van Jezus. Begrijpelijkerwijs viel dat niet goed bij de christelijke partijen. Hoewel ik mij wel wat kan voorstellen bij hoe Els zich toen moet hebben gevoeld – er was een discussie van 30 jaar aan vooraf gegaan – onthoud ik mij in deze coalitie van dergelijke uitspraken.

Die uitspraak had het nieuws helemaal niet moeten domineren. Boven het interview stond namelijk in koeienletters op de voorpagina van de krant: “Borst niet tegen zogenoemde Pil van Drion”. De medewerkers van Els vreesden dat deze uitspraak tot een storm van kritiek zou leiden.

Een onder voorwaarden verkrijgbaar euthanasiemiddel, waar ‘De Pil van Drion’ naar verwijst, was op zijn zachtst gezegd niet onomstreden. Natuurlijk had Els in het interview meteen ook de zorgvuldigheidseisen aangestipt. Bovendien had ze gezegd dat ze alleen voor was, en ik citeer: ‘mits het zo zorgvuldig geregeld kan worden dat het alleen díe hoogbejaarde mensen betreft die klaar zijn met leven’.

Els voorzag zelf ook dat dit standpunt tot rumoer zou leiden. Na inzage van het interview belde ze daarom met de journalist. Ze wilde weten of het werkelijk zó nadrukkelijk moest worden opgeschreven. Maar ze ontkende natuurlijk niet wat ze had gezegd. Els was haar tijd weer eens ver vooruit.

Enigszins verwonderlijk was het wel  dat de christendemocraten niet over het standpunt vielen, maar over de woordkeus. De SGP zag het anders en kwam met haar eerste motie van wantrouwen in de geschiedenis van de partij. In het daaropvolgende debat nam Els geen woord terug. Ze stond voor haar zaak.

En ook dat was Els: ieder woord gewogen, en nooit lichthartig teruggetrokken. In de strijd voor de vrijheid van mensen was voor Els geen ruimte voor een wapenstilstand.

Dames en heren,  iedereen zou een beetje Els willen zijn.

Ze is één van de grote vrouwen in de hall of fame van de Nederlandse politiek.  Zonder Els was er geen embryowetgeving geweest. Zonder Els zouden mensen nog altijd het risico lopen aan het eind van hun leven uitzichtloos weg te kwijnen in onmetelijke pijn.

Het zou daarom misschien bijna passen om met weemoed te spreken over de tijd dat ze bij ons was. Dat haar politiek de krantenkoppen bepaalde. En ik geef toe: het is verleidelijk haar vanavond te canoniseren.

Toch is dat niet wat ik heb willen doen. En ook niet wat Els had gewild. Ik besef dat zoiets zelfs een gevaar in zich draagt. Het is namelijk te vroeg om terug te blikken op een agenda die nog niet voltooid is. Er is werk aan de winkel.

In 2012 won Els Borst de Aletta Jacobsprijs voor de genuanceerde manier waarop zij medisch-ethische kwesties in het publieke debat aan de orde heeft gesteld. En voor wat zij daarmee heeft bereikt.

De hare was een grootse manier van politiek bedrijven. Waar sommigen binnen de partij uitgroeiden tot mastodont, werd Els een icoon van de proportie van Aletta Jacobs zelf. Eén van de weinigen die de verpersoonlijking van iets is geworden waar iedere D66’er zich thuis bij voelt. We laten haar daarom geen stof vergaren in het museum van gisteren. We koesteren haar voor vandaag.

Nog niet zo lang geleden werd ons gedachtengoed gevat in vijf richtingwijzers. Mijn voorstel is Els Borst als de zesde te omarmen. Het gaat mij om de houding. Els als gids voor ons politieke handelen.

Wie redelijk radicaal is, kan de wereld veranderen met radicale redelijkheid.

Ze liet ons zien dat politiek de kunst is van het langzaam boren in hard hout. Het is noeste arbeid. Dat beeld lijkt gespeend van enige visie. Maar schijn bedriegt. Want waar geboord wordt, ontstaat creativiteit. Ontstaat visie. Visie is geen eurekamoment. Het wordt geboren in hard werk. Juist in het taaie werk dat politiek soms is.

D66 moet wat mij betreft onvermoeibaar blijven boren, hoe groot de weerstand soms ook is. Altijd trendzetter zijn. Verkenner van onontgonnen ideeën. Een club van politieke ontdekkingsreizigers.

In die geest heeft Els ons land en onze partij verrijkt. In die geest werken wij verder aan het Nederland van morgen.

Dankuwel.

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Grootouders voor het Klimaat Naar ...

GroenLinks GroenLinks D66 CDA PvdA SGP VVD Partij voor de Dieren Voorschoten 03-12-2018 13:03

Grootouders voor het Klimaat Naar analogie van de ‘Dwaze moeders op het Plein’ in Argentinië, staat er een groep Grootouders twee keer per maand in weer en wind op Het Plein voor de Tweede Kamer in Den Haag. Op donderdag 6 december ‘vieren’ we dat we ruim 2 jaar als Grootouders op het Plein staan. Deze Grootouders willen daarmee laten zien dat zij onze volksvertegenwoordigers scherp willen houden t.a.v. milieumaatregelen en wijzen op de drastische maatregelen die genomen moeten worden om voor onze kleinkinderen een leefbare wereld achter te kunnen laten. In het manifest: ‘Een leefbare wereld voor onze kleinkinderen’ wordt een oproep gedaan aan alle politieke partijen om klimaatverandering hoog op de politieke agenda te zetten. Dit manifest is ondertussen door 2367 mensen ondertekend. Daarnaast wordt het iedere eerste en derde donderdag van de maand aangeboden aan verschillende parlementariërs van alle politieke partijen. De Grootouders startten hun acties op 1 december 2016 met Liesbeth van Tongeren (GL) en Eric Smaling (D66). Daarna bezochten ook andere politici van diverse politieke partijen ons op het Plein en namen het Manifest in ontvangst: Sybrand Buma (CDA), Emile Roemer (SP), Alexander Pechtold (D66), Rik Grashoff (GL), Henk Krol (50+), Gertjan Segers (CU), Henk Kamp (VVD), Kees van der Staaij (SGP), Marianne Thieme (PvdD), Sharon Dijksma (PvdA) e.v.a. En de Grootouders voor het Klimaat gaan door! Het is nog steeds hard nodig. Sinds 1990 is de uitstoot van broeikasgassen slechts met 13% gedaald en deze daling is zes jaar geleden tot stilstand gekomen. Maar het belangrijkste broeikasgas dat honderden jaren aanwezig blijft in de atmosfeer, CO2, is al 28 jaar niet gedaald. Genoeg werk aan de winkel om politici erop te blijven attenderen om de CO2 uitstoot snel te beperken. Op 6 december ‘vieren’ we dat we ruim 2 jaar als Grootouders op het Plein staan. De gasten van de afgelopen twee jaar zijn hiervoor uitgenodigd, evenals alle Tweede Kamerleden en pers. Wat zou het mooi zijn wanneer we daar met een grote afvaardiging van Grootouders (en leeftijdsgenoten) kunnen laten zien hoe Urgent het doel van onze Plein-bijeenkomsten is. Donderdag 6 december 15:00 – 16:00 uur Vooringang Tweede Kamer Het Plein, 2511 CS Den Haag (info Grootouders voor het Klimaat)

Stemtent van D66 Vught over beuk op Maurickplein

D66 D66 VVD Vught 16-11-2018 09:17

D66 Vught zet zaterdag 17 november weer De Stemtent op. Deze keer is dat op het Maurickplein. D66 wil graag de mening weten van de inwoners van Vught over de beuk en over het bomenbeleid in het algemeen.

De beuk op het Maurickplein mag niet gekapt worden, zo oordeelde de rechter twee weken geleden. Er is een goed alternatief om de weg anders aan te leggen, zodat de boom kan blijven. De gemeente Vught overweegt om in hoger beroep te gaan. Al twee weken lang bestuderen zij de uitspraak om te kijken of een gang naar de Raad van State ingezet gaat worden. D66 legt daarom de volgende vraag voor: moet de gemeente in hoger beroep om de boom alsnog om te kunnen zagen, zodat het oorspronkelijke plan uitgevoerd wordt? D66 Vught wil verder weten in hoeverre bomen een rol mogen of moeten spelen bij bouwplannen en herinrichtingsplannen. Moeten (monumentale) bomen een uitgangspunt zijn of is herplant voldoende?

D66: niet kappen, geen hoger beroep

In deze kwestie heeft de fractie van D66 zich al meermalen duidelijk uitgesproken: ga voor een kleine aanpassing van het plan en laat de boom staan. In de laatste raadsvergadering diende de fractie nog een voorstel in waarin gevraagd werd niet in hoger beroep te gaan. Dat voorstel haalde het niet doordat Gemeentebelangen en VVD tegen stemden. Zij gaven aan het oordeel van het college te volgen, wat dat ook zal zijn. Wethouder Toine van de Ven (Pvda-GL) liet alle opties nog open. D66 wil dat Vught de uitspraak van de rechter gewoon volgt.

De D66-Stemtent staat vanaf 11.00 uur op het Maurickplein. De Stemtent van D66 Vught wordt een paar keer per jaar opgezet. Het is een ideale manier om buiten de verkiezingen de stem van inwoners van Vught, Helvoirt en Cromvoirt (kiezers en niet-kiezers) te horen. En als er andere vragen, opmerkingen of ideeën zijn, dan horen de mensen van D66 Vught bij de Stemtent die natuurlijk graag.

Doe mee en win een gesigneerd boek

En er valt ook weer wat te winnen. Deze keer verloten we onder alle stemmers (die aangeven mee te willen dingen) twee boeken. Er is keuze uit een gesigneerd exemplaar van het boek ‘Henk, Ingrid en Alexander’ van Alexander Pechtold, het gesigneerde boek ‘De Vrije Moraal’ van Boris van der Ham en ‘Langs de afgrond’ over de geschiedenis van D66.

https://vught.d66.nl/2018/11/16/stemtent-van-d66-vught-over-beuk-op-maurickplein/

Zie ook: – Vught overweegt hoger beroep in zaak ‘Maurickbeuk’ (Brabants Dagblad, 6-11-2018) – D66: “Ga niet in beroep tegen besluit rechter over beuk” (Klaverblad, 15-11-2018) – Geen steun voor D66-voorstel voor laatste poging om beuk Maurickplein te behouden (D66 Vught, 24-10-2018) – Voorstel D66: ga niet in hoger beroep (Gemeenteraadsvergadering 8-11-2018)

The post Stemtent van D66 Vught over beuk op Maurickplein appeared first on D66 Vught.

D66 Rotterdam blij met 130 miljoen voor Rotterdam-Zuid

D66 D66 VVD CDA Rotterdam 15-03-2018 08:48

Vandaag werd bekend dat het Rijk maar liefst 130 miljoen euro extra investeert in Rotterdam-Zuid. D66 Rotterdam is erg tevreden met deze uitwerking van het regeerakkoord. Met dit geld kunnen we echt aan de slag op Zuid, voor goede woningen, goed onderwijs en het terugdringen van werkloosheid.

Extra geld naar gemeenten Het kabinet van D66, VVD, CDA en CU, breekt met de trend om enkel taken en verantwoordelijkheden te decentraliseren, zonder passende financiering. Vorige maand werd bekend dat gemeenten gezamenlijk 1,4 miljard euro krijgen om tien grote maatschappelijke opgaven aan te pakken. Samen met dit geld voor Rotterdam-Zuid, geeft dat mooie vooruitzichten voor de komende jaren.

Alexander Pechtold, partijleider D66: “Dit kabinet stuurt niet alleen taken en verantwoordelijkheden naar gemeenten, maar zorgt ook voor het geld dat daarvoor nodig is. Boter bij de vis. Dat is één van de zaken in het regeerakkoord, waar ik als oud-wethouder en oud-burgemeester erg trots op ben.”

Impuls voor Zuid Van oudsher kampt Rotterdam-Zuid met hardnekkige problemen: hoge werkloosheid, een laag opleidingsniveau en slechte woningen. Dit deel van de stad blijft achter bij de rest van Rotterdam en het gemiddelde van de grote steden in Nederland. Om de achterstanden weg te werken, is in 2011 het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) opgestart. Dat programma krijgt nu eindelijk een gedegen financiële onderbouwing.

Het Rijk investeert nu in een Rotterdam-Zuid dat een kentering doormaakt. De cito-scores stijgen, de werkloosheid daalt en er ligt een stevige aanpak op tafel om de woningvoorraad een opknapbeurt te geven. Met deze nieuwe miljoenen kan Zuid verder op de ingeslagen weg. Hard nodig, want er moeten nog flinke stappen gemaakt worden.

Said Kasmi, lijsttrekker D66 Rotterdam: “Ik ben blij dat dit kabinet ziet wat het plan voor Zuid nodig heeft én bereid is om de portemonnee te trekken. Het is onacceptabel dat de kinderen op Zuid minder goede kansen in het leven krijgen, puur omdat ze aan de zuidkant van de Maas wonen. Ik wil dat geen kind opgroeit in een tochtige woning of kampt met een taalachterstand op jonge leeftijd.”

In het kader van het NPRZ zijn er 500 carrière-startgaranties afgegeven aan jongeren die een mbo-opleiding afronden. D66 wil dit aantal uitbreiden naar 1000, in plaats van de 600 die voor volgend jaar gepland staat. Door vmbo-leerlingen te verleiden tot het volgen van een kansrijke mbo-opleiding, gaan zij een succesvolle loopbaan tegemoet en krijgen bedrijven de krachten op waar zij zo om zitten te springen.

Mobiliteit Om het gebied echt te laten bloeien, moeten er meer verbindingen worden gelegd tussen Noord en Zuid. Een metrolijn van Kralingse Zoom tot aan Zuidplein is wat ons betreft de beste oplossing. Nu het kabinet dit geld beschikbaar heeft gesteld, kunnen we eindelijk écht aan de inhaalslag beginnen.

Energiezuinige woningen Het budget wordt deels geïnvesteerd in het verbeteren van woningen. Een deel van de woningvoorraad op Zuid is zwaar verouderd en slecht geïsoleerd. Het verduurzamen van woningen is niet alleen goed voor het klimaat; het is ook goed voor de portemonnee van de bewoners. Zij hoeven immers minder te stoken en krijgen daardoor een lagere energierekening op de mat.

D66 wil dat alle nieuwbouw energieneutraal wordt. Zonder gasaansluiting, mét zonnepanelen. Hierover willen we bindende afspraken maken met woningcorporaties.  Zo wentelen we de kosten van de energietransitie niet af op de zwaksten in de samenleving.

Het bericht D66 Rotterdam blij met 130 miljoen voor Rotterdam-Zuid verscheen eerst op Rotterdam.

Er is een regeerakkoord!

D66 D66 VVD CDA ChristenUnie Oosterhout 10-10-2017 12:42

We zijn eruit! Alle fracties van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben ingestemd met het regeerakkoord. D66 kiest voor samenwerking om Nederland vooruit te brengen.

Fractievoorzitter Alexander Pechtold: “Ons land staat voor grote uitdagingen. De tijd voor oplossingen, voor nieuwe perspectieven, is nú. D66 kiest ervoor juist nu op het speelveld te staan. We hebben de afgelopen maanden keuzes gemaakt. Keuzes voor vandaag en vooral keuzes voor morgen. Keuzes die iedere Nederlander vooruit helpen. We kunnen niet wachten om aan de slag te gaan. We zijn tot een akkoord gekomen waarin alle Nederlanders zich kunnen herkennen. Het regeerakkoord is realistisch, verbindend, hervormend, én ambitieus.”

D66 heeft in het regeerakkoord onder andere het volgende voor elkaar gekregen:

We zorgen voor kansen voor iedereen, onder andere door de grootste investering in onderwijs, onderzoek en innovatie in jaren. Alle inkomensgroepen gaan er bovendien op vooruit door de maatregelen van dit kabinet. Het is het groenste regeerakkoord ooit, we halen de klimaatdoelen van Parijs en sluiten de kolencentrales. We voeren ambitieuze hervormingen door in het belasting- en pensioenstelsel, de arbeidsmarkt en de woningmarkt. Nederland wil koploper zijn in de Europese Unie. We werken in Europa samen op grote uitdagingen als klimaat & energie, migratie en veiligheid. We zetten progressieve stappen vooruit: we gaan experimenteren met de regulering van wietteelt en versterken LHBTI-rechten.

Meer informatie, zie: https://d66.nl/akkoord/

 

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.