Nieuws van politieke partijen over ChristenUnie inzichtelijk

10 documenten

SP niet eens met de eenzijdig focus van het Actieplan Arbeidsmarkt

SP SP D66 CDA GroenLinks SGP ChristenUnie VVD Partij voor de Dieren Noord-Brabant 21-06-2020 19:06

De provincie heeft op het terrein van de arbeidsmarkt geen wettelijke taken. Toen de SP voor het eerst deelnam in het provinciale college is er voor de eerste keer  een Actieplan Arbeidsmarkt gekomen. De SP is blij dat het  “actieplan arbeidsmarkt” sindsdien onderdeel uitmaakt van het provinciaal beleid. Dat betekent niet dat we geen kritiek hadden op het nieuwe actieplan.

Ongelijke behandeling op arbeidsmarkt

Het nieuwe actieplan arbeidsmarkt van het nieuwe college van VVD-FvD-CDA en Lokaal Brabant, is voornamelijk gericht op kennisindustrie, kenniseconomie en hoogopgeleid talent.

Hoewel de 50plussers en laaggeletterden wel genoemd worden, laten de doelen en ambities van dit college geen twijfel bestaan waar de middelen en inspanningen hoofdzakelijk naar toe zullen gaan nl. kennisindustrie, kenniseconomie, hoogopgeleid talent.

De SP is niet tegen kennisindustrie/-economie en talenten, maar we zijn voor een rechtvaardige en eerlijke verdeling van (provinciale) middelen, inspanningen en kansen in de arbeidsmarkt voor alle Brabanders en alle ondernemingen. Dit college wil dat de provincie zich zelf bezighoudt met werknemers en werklozen met toptalenten. Ze dragen alle andere werknemers en werklozen over aan de 5 arbeidsregio’s waarmee de provincie wegloopt van hun eigen verantwoordelijkheid die zij  voor alle werkenden en werkloze Brabanders zouden moeten hebben.   

Hoewel de wereld om ons heen fors aan het veranderen is, lijkt het dat dit college zich hiervan of niet bewust is, of zich er niets aantrekt. Ze dendert door met het blijven focussen op top, top en nogmaals top. Inmiddels weten we dat het VVD-stokpaardje: door het bedienen van de top zal de rest vanzelf volgen, niet automatisch opgaat.  

Ieder Brabander is even belangrijk

Dit college schrijft de werknemers en werklozen die ongeschoold zijn of een lager opleidingsniveau hebben, in feite af!  In 2019 vormde in Brabant de lager opgeleiden werklozen 60% van het werklozenbestand! Je zou dus verwachten dat bij het actieplan arbeidsmarkt de focus op deze grote groep zou liggen, of dat er minstens evenveel aandacht en inspanning voor zou zijn als voor toptalent en kennisindustrie/-economie. Het tegendeel is echter waar. Onze pogingen in de Statenvergadering van 19 juni 2020 om als provincie ook voor deze groep werknemers en werklozen dezelfde aandacht, inspanning en middelen te geven stuitte op grote weerstand van dit coalitie en de oppositiepartijen…... Ons amendement voor een evenwichtige aandacht, inspanning en toedeling van middelen voor alle werkenden en werkzoekenden in Brabant heeft helaas niet gehaald waardoor wij niet voor het statenvoorstel “Actieplan Arbeidsmarkt” voor de komende 4 jaar hebben ingestemd.

Corona en de effecten

Wij hebben in deze Coronaperiode ervaren welke waardevolle bijdrage werd en nog steeds wordt geleverd door werknemers in de vitale sectoren. Onder hen zijn ook heel veel laaggeschoolde beroepen zoals schoonmaak, huisvuilophalers, vakkenvullers, kassières, transportmedewerkers etc.

Al maanden worden we door deskundigen geattendeerd op de negatieve effecten van de corona op de economie en werkgelegenheid. Inmiddels is duidelijk dat de coronacrisis diepere sporen zal trekken dan de kredietcrisis. Wij zullen in ons land dit jaar rekening moeten houden met mogelijk zo’n 36% meer faillissementen wat gepaard zal gaan met toenemende werkloosheid. Ook in Brabant! Maar dit college lijkt dovemans oren te hebben en wil zich desondanks voornamelijk bezighouden met toptalent, kennisindustrie, kenniseconomie. Onze motie om een plan van aanpak op te stellen voor het behoud en stimuleren van de werkgelegenheid in de vitale beroepen en een evenwichtig verdeling van de middelen en inspanningen voor de werknemers en werklozen die geen of een lagere opleiding hebben, heeft het ook niet gehaald.

Aandachtsgroep Laageletterden

In het Actieplan Arbeidsmarkt wordt ‘170.000 Brabanders die “laaggeletterden” zijn’ als aandachtsgroep genoemd zonder concrete doelen en ambities te vermelden. De dag voor de statenvergadering werden wij ook nog verrast met de mededeling dat na 2020 fors bezuinigd wordt op de subsidie voor taalvaardigheid van Cubiss. Deze subsidie zorgde ervoor dat activiteiten voor laaggeletterden werden gefinancierd.  Dit college wil dat de 5 arbeidsregio’s aandacht gaan geven aan de laaggelleterden! Hiervoor stellen zij 1 miljoen beschikbaar voor 50plussers, laaggeletterden en let op: ook “andere doelen” wat dat dan ook mogen zijn. De laaggeletterden worden dus de dupe van de bezuinigingsoperatie van dit college.

Onze motie waarin wij een concrete doelstelling stelden voor het terugdringen van laaggeletterdheid in Brabant heeft het niet gehaald. D66 die mede-indiener van de motie was,  trok zich terug en nam genoegen met de bereidheid van het college om over de voortgang van tijd tot tijd rapportage uit te brengen.

Aanpak Discriminatie op het Arbeidsmarkt

Er is discriminatie op de arbeidsmarkt of je nou aan de top zit of een stageplaats zoekt. Natuurlijk niet bij ieder bedrijf, maar het komt op alle niveaus voor. Om een voorbeeld te geven uit landelijke cijfers: de bbl- en bol studenten met een niet-westerse migratieachtergrond moeten vaak veel vaker solliciteren dan hun autochtone studiegenoten, soms wel 3 of 4 keer vaker. Een baan vinden kan al lastig zijn, maar is vaak nog moeilijker als je bijvoorbeeld een Turkse, Marokkaanse of Antilliaanse achtergrond hebt. Zij hebben 40 procent minder kans om een reactie te krijgen op hun sollicitatie. Er is sprake van discriminatie op de werkvloer vanwege herkomst of afkomst, geslacht, godsdienst, handicap of leeftijd. Zelfs premier Mark Rutte moest erkennen dat ook Nederland institutioneel racisme kent.

Dit zijn landelijke cijfers maar in Brabant is het niet veel anders. Brabant dat zich internationaal wil profileren, in een arbeidsmarkt waar van laag tot hoog  mensen van verschillende etniciteiten werken, kan naar de mening van de SP niet zonder een duidelijke aanpak om discriminatie tegen te gaan.

Wij zijn van mening dat discriminatie op de arbeidsmarkt tegengegaan moet worden. Werk is een van de wezenlijkste voorwaarden om mee te kunnen doen in onze maatschappij, om te kunnen participeren en het gevoel te hebben er bij te horen in onze samenleving. Vanuit dit belang dienden wij daarom een motie in waarin wij het college hebben gevraagd om met een plan van aanpak te komen om de discriminatie op de arbeidsmarkt in Brabant zoveel mogelijk te voorkomen en tegen te gaan.We zijn dan ook blij dat deze motie met als mede-indieners: GL, D66 en PvdD is aangenomen

Arbeidsmigranten

Als SP hebben wij ook aandacht gevraagd voor de positie van de Arbeidsmigranten. Er is te veel negatieve beeldvorming rondom arbeidsmigranten. Zij worden door sommige werkgevers naar Brabant gehaald, en/of via tussen personen geworven in het land van herkomst of komen uit eigen initiatieven hierheen om te werken. Arbeidsmigranten hebben al jaren te kampen met huisvestigingsproblemen, slechte arbeidsvoorwaarden, ed. De uitkomst van het onderzoek van CoMensha samen met Tilburg University (december 2019) heeft eerder de basis gelegd om de weerbaarheid en zelfstandigheid van arbeidsmigranten te vergroten. De uitbuiting van deze groep wordt door RIEC (Regionaal Informatie- en Expertisecentrum) met een aanvalsplan bestreden.

De SP snapt de gevoeligheid van dit onderwerp voor sommige partijen en bij een deel van de Brabanders. Het fenomeen Arbeidsmigranten is in Brabant een feit en realiteit en zal altijd bestaan. We moeten weten dat arbeidsmigranten in het bestaande liberale kapitalistische denkwereld deel uitmaken van strategieën en worden gebruikt als instrument voor goedkope arbeid, het creëren van concurrentie op arbeidsvoorwaarden en het creëren van concurrentie tussen de werknemers, en  zo een onderdeel vormen van het economische verdienmodel.

De SP voert al heel lang strijd tegen dit verdienmodel waar werknemers/arbeiders -al dan niet van verschillende afkomsten- tegen elkaar uitgespeeld worden. Zolang dit liberale kapitalistische verdienmodel bestaat zal een deel van onze arbeidsmarkt beschikbaar blijven voor de arbeidsmigranten.

De SP is daarom van mening dat in het actieplan arbeidsmarkt ook aandacht en inspanningen moeten zijn voor bijna 92.000 (2018) arbeidsmigranten die een bijdrage leveren aan de Brabantse economie.

Hiertoe hebben wij een motie ingediend met D66, Groen Links, Partij voor de Dieren en ChristenUnie SGP als mede-indieners. We zijn erg blij dat deze is aangenomen. Hier verzoeken wij het college:

Om in de uitvoering van de actieplan Arbeidsmarkt, samen met de gemeenten, vakbonden en ondernemingen/sectoren waar veel arbeidsmigranten werkzaam zijn te komen met een plan van aanpak waarin:

•          de uitbuiting van de arbeidsmigranten tegen gegaan kan worden

•          de positie van de arbeidsmigranten zoals huisvestiging, arbeidsvoorwaarden, scholing te verbeteren zodat hun participatie in onze samenleving bevorderd wordt.

Vertrouwen in de toekomst

CDA CDA D66 VVD ChristenUnie Lansingerland 21-05-2020 07:02

Nederland is een land dat al vele decennia door coalities wordt bestuurd. En dat betekent dat partijen om te regeren sommige belangrijke onderwerpen wel, maar andere niet zullen kunnen realiseren. Dat geldt ook voor de VVD, CDA, D66 en ChristenUnie die de huidige coalitie vormen. Gelukkig heeft het CDA veel kunnen realiseren van wat zij in het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 belangrijk vond. Denk aan de forse investering in de ouderenzorg, de bevriezing van het eigen risico, de investering in defensie en veiligheid en het verlagen van de belastingen voor gezinnen. Heel belangrijk -vooral in deze tijd- is de bijdrage die het CDA levert aan een sterke samenleving. Haat zaaien wordt harder aangepakt, raddraaiers en notoire dwarsliggers kunnen rekenen op een flinke boete. Minister Grapperhaus heeft daarvoor recent enkele wetsvoorstellen ingediend. Het CDA steunt het invoeren van een maatschappelijke diensttijd en gaat meer werk maken van het zichtbaar maken van onze nationale geschiedenis en het leren van het volkslied: kortom, zaken die iedereen binden die in ons land wonen, ongeacht afkomst en religie. CDA signatuur Veel stemmingen die de afgelopen tijd in de Tweede Kamer kwamen hadden een duidelijke CDA signatuur. Het is mooi om te zien dat de partij in staat is zo veel te realiseren uit haar verkiezingsprogramma. Regeren is mooi, maar het houdt ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid in. De CDA-fractie staat dan ook voor de loyale uitvoering van voorstellen die de coalitiepartners belangrijk vinden. Dat vergt een voortdurende toelichting in deze tijd waarin het compromis vaak verdacht is. Belangrijke rol 2020 is een jaar waarin grote vragen onze aandacht zullen opeisen. Hoe zorgen we dat na de crisis een economische opleving volgt en ook de samenleving sterker wordt? Grote opgaven dus, maar ook een grote motivatie om hier antwoorden op te geven. Vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, minister Hugo de Jonge speelt samen met premier Mark Rutte een belangrijke rol in de bestrijding van het coronavirus. Onlangs begon hij tijdens een persconferentie zijn verhaal over de ultieme stip op de horizon. Want wanneer is dit voorbij? Wanneer is het coronavirus niet meer allesbepalend voor onze samenleving? Dat is hoogstwaarschijnlijk pas het geval als er een vaccin is. Misschien al over een half jaar, zeggen de optimisten. Misschien pas over een paar jaar, zeggen de pessimisten. Het zal er tussenin zijn. De verantwoordelijke bewindslieden doen alles wat ze kunnen om zo snel mogelijk vaccinaties beschikbaar te hebben, maar niemand die het op dit moment zeker weet. Hugo de Jonge benadrukte dat we met elkaar naar een nieuwe fase van deze crisis gaan. Na de uitbraakfase gaan we nu via een overgangsfase naar de tijd waar we als samenleving meer grip hebben op het virus, de controlefase. Naar een nieuw normaal, waarin we met allerlei aanpassingen het gewone leven zoveel mogelijk kunnen leiden, in afwachting van een vaccin. En dat, zonder dat het virus opnieuw om zich heen grijpt. Farmaceuten en onderzoekers over de hele wereld geven de wereld steeds meer hoop dat het vaccin tegen het coronavirus weleens binnen afzienbare tijd zou kunnen worden gevonden. De bewindsman weet inmiddels wel uit ervaring dat het succes van zijn aanpak valt of staat met de afspraken die we als samenleving met elkaar hebben gemaakt. Die hebben gezorgd dat we de verspreiding van het virus onder controle kregen. Dat hebben we samen gedaan en om dat virus onder controle te houden zullen we het wéér samen moeten doen. De verrassingsaanval van maart moeten we niet nog een keer meemaken. Ankerpunt De bescherming van onze kwetsbare mensen blijft voor Hugo de Jonge een ankerpunt in de aanpak. Tot de laatste fase van de route, totdat het vaccin er is, zullen we met elkaar extra moeten omzien naar ouderen, naar mensen met een beperking en naar chronisch zieken. Het is belangrijk dat mensen weten dat er een groep is, die we zoveel mogelijk moeten afschermen van het virus. Alle maatregelen die we nemen die soms ook ingrijpend zijn in het leven van mensen zijn er juist op gericht om ouderen en andere kwetsbare mensen zo veilig mogelijk te houden. Tijdens de afgelopen persconferentie op 19 mei jl. zei hij: ‘We hebben de laatste maanden veel hartverwarmende initiatieven en acties gezien om juist hen een hart onder de riem te steken. En nu we weer vooruit kunnen kijken, is het des te belangrijker dat we blijven omzien naar de mensen die het het zwaarst hebben’. Dat betekent wat het CDA betreft, nee zeggen tegen individualisme en eigen belang en ja zeggen tegen het nemen van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Grote opgaven dus, maar ook een grote motivatie om hier antwoorden op te geven.

Coalitie-Y biedt premier Rutte jongerenmanifest aan

ChristenUnie ChristenUnie Kies Gemeente/Lokale afdeling 16-09-2019 20:17

Tijdens een bijeenkomst in het ministerie van Algemene Zaken heeft premier Mark Rutte het jongerenmanifest van Coalitie-Y in ontvangst genomen. Het manifest wordt gesteund door acht politieke partijen en tientallen maatschappelijke (jongeren)organisaties.

Coalitie-Y biedt premier Rutte jongerenmanifest aan

ChristenUnie ChristenUnie Waadhoeke 16-09-2019 20:17

Tijdens een bijeenkomst in het ministerie van Algemene Zaken heeft premier Mark Rutte het jongerenmanifest van Coalitie-Y in ontvangst genomen. Het manifest wordt gesteund door acht politieke partijen en tientallen maatschappelijke (jongeren)organisaties.

Coalitie-Y biedt premier Rutte jongerenmanifest aan

ChristenUnie ChristenUnie Nederland 16-09-2019 20:17

Door Gert-Jan Segers op 16 september 2019 om 22:05

Coalitie-Y biedt premier Rutte jongerenmanifest aan

Tijdens een bijeenkomst in het ministerie van Algemene Zaken heeft premier Mark Rutte het jongerenmanifest van Coalitie-Y in ontvangst genomen. Het manifest wordt gesteund door acht politieke partijen en tientallen maatschappelijke (jongeren)organisaties.

Floor Brands, voorzitter van de Nationale Jeugdraad bood het manifest aan en pleitte voor generatieproof beleid. Inmiddels is het manifest al door ruim 6.000 mensen ondertekend die daarmee het pleidooi kracht bijzetten om de druk op jongeren te verminderen. Het manifest biedt op korte termijn al handvaten voor beleid dat jongeren perspectief biedt en zal als inzet dienen voor een nieuw regeerakkoord.

Groeiend verzet tegen ramp­zalige Mercosur-deal

Partij voor de Dieren Partij voor de Dieren VVD CDA D66 ChristenUnie Nederland 26-06-2019 00:00

De volledige oppositie heeft zich onder aanvoering van de Partij voor de Dieren tegen het EU-vrijhandelsverdrag met de vier Mercosur-landen Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay gekeerd. Maar omdat de vier regeringspartijen zich halsstarrig achter de handelsdeal bleven opstellen, werd de motie van Kamerlid Esther Ouwehand net niet aangenomen. Namens de lidstaten van de Europese Unie onderhandelt de Europese Commissie met de Mercosur-landen over een enorm vrijhandelsverdrag. Deze onderhandelingen lopen al twintig jaar. Omdat de termijn van de huidige Europese Commissie bijna afloopt en de Commissie deze deal als een groot prestigeproject beschouwt, wil de Commissie dit handelsverdrag er koste wat kost snel doorheen jagen. Mocht het Mercosur-verdrag er komen, is het het grootste EU-vrijhandelsverdrag ooit. Het verdrag voorziet onder andere in een drastische verlaging van de invoertarieven voor landbouwproducten uit Zuid-Amerika. Hierdoor zal de import van kippenvlees, rundvlees, suiker en andere landbouwproducten uit die landen enorm toenemen. Tegelijkertijd krijgt met name de Europese auto-industrie vrij spel op de Zuid-Amerikaanse markt. De gevolgen voor de Europese landbouw, het Amazonewoud en de wereldwijde klimaatdoelstellingen zullen desastreus zijn. Boeren in met name Ierland en Frankrijk zijn in verzet gekomen, omdat ze (terecht) de oneerlijke concurrentie uit Zuid-Amerika vrezen. Landbouwproducten worden in Zuid-Amerika onder veel lagere standaarden dan in Europa geproduceerd, en kunnen daardoor tegen lage prijzen in Europa verkocht worden. Zo zijn in Brazilië recent 120 soorten landbouwgif toegestaan die in Europa verboden zijn. Sinds kort hebben ook Nederlandse boeren zich tegen de handelsdeal gekeerd. Ontbossing Ook milieuorganisaties hebben zich collectief tegen een handelsverdrag met de Mercosur-landen uitgesproken. Nu al is de landbouwsector verantwoordelijk voor tachtig procent van de ontbossing in Brazilië. Het staat vast dat een verdrag tot meer landbouwactiviteit in Zuid-Amerika gaat leiden, wat verdere ontbossing van het Amazonewoud tot gevolg zal hebben. Dit is niet alleen rampzalig voor de Amazone zelf en voor de mensen en dieren die in het regenwoud wonen en leven, maar zal ook zorgen voor een enorme toename van de CO2-uitstoot. Nederlandse milieu- en boerenbelangenorganisaties hebben dan ook de handen ineen geslagen en hun steun voor de positie van de Partij voor de Dieren uitgesproken. Vanwege de grote gevolgen voor de Europese landbouw en het klimaat hebben de regeringsleiders van Frankrijk, België, Ierland en Polen uitgesproken dat ze zich enorme zorgen maken over de handelsdeal. In reactie daarop spraken zeven andere Europese regeringsleiders, waaronder onze premier Mark Rutte, juist hun steun uit voor een snelle totstandkoming van de deal. Het gaat hierbij vooral om de leiders van landen met een forse auto-industrie, zoals Duitsland, Zweden, Spanje en Tsjechië. In een brief deden Angela Merkel, Mark Rutte en consorten de terechte zorgen van boeren en milieuorganisaties af als ‘populisme’. Reden voor fractievoorzitter Marianne Thieme om Rutte naar de Kamer te roepen. Bij afwezigheid van Rutte was het minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok die de vragen van Thieme beantwoordde. Hij gaf toe dat de productiestandaarden in Zuid-Amerika lager zijn dan in Europa en dat in de Mercosur-deal überhaupt geen afspraken worden opgenomen om de standaarden in Zuid-Amerika te verhogen. Desondanks bleef Blok zijn steun voor het verdrag uitspreken. Je moet eerst cookies accepteren voordat je deze video kunt bekijken Ook Esther Ouwehand, die al maandenlang de oppositie tegen de Mercosur-deal leidt, is enorm bezorgd. “Als deze deal tot stand komt, kan ons landbouw- en klimaatbeleid bij het grofvuil. Deze handelsdeal zal leiden tot extra import van enorme hoeveelheden plofkip, rundvlees en zwaar bespoten suiker en soja die onder veel lagere standaarden dan in Europa zijn geproduceerd. De ontbossing van het Amazonewoud, die nu al dramatische vormen heeft aangenomen, zal alleen nog maar verder toenemen”, aldus Ouwehand. Bij de stemming over de motie van Ouwehand bleek dat de volledige oppositie zich achter de PvdD schaarde. Maar omdat coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie zich achter het standpunt van de regering bleven opstellen, haalde de motie het op een haar na niet. Ouwehand: “Het is onbegrijpelijk dat zelfbenoemde boerenpartijen als het CDA en de VVD en zelfbenoemde klimaatpartijen als D66 en de ChristenUnie deze verschrikkelijke handelsdeal steunen. Deze partijen tonen zich nu nog doof voor de luide roep uit de samenleving om de deal te blokkeren, maar het is de vraag hoe lang ze dat nog kunnen volhouden. Een ding staat vast, met vrienden als het CDA en de VVD hebben de boeren geen vijanden meer nodig.” Hoe nu verder? Er zijn nog meerdere gelegenheden om de deal te blokkeren. De verwachting is dat de Europese Commissie en de Mercosur-landen eind deze week tot een akkoord komen. Maar zowel het Europees Parlement als de Europese regeringsleiders moeten dan nog over de deal stemmen. In het Europees Parlement zal Anja Hazekamp namens de PvdD alles in het werk stellen om de deal te blokkeren. Mocht dat niet lukken, dan kunnen ook de Europese regeringsleiders de deal nog dwarsbomen. Zeer waarschijnlijk heeft elke individuele lidstaat, dus ook Nederland, de mogelijkheid om de handelsdeal te blokkeren. De PvdD zet vol in op een klip en klaar ‘nee’ van de Nederlandse regering en zal er alles aan doen om Rutte de 180-graden-draai te laten maken.

STAATSCOMMISSIE BLAAST REFERENDUM NIEUW LEVEN IN

SP SP D66 ChristenUnie PvdA GroenLinks VVD CDA Gilze en Rijen 10-07-2018 12:56

Het referendum lijkt wel kleefkruid, want hoe meer politici proberen om er vanaf te komen, des te harder blijft dit democratisch middel plakken. Een voorstel voor een bindend referendum werd door de Tweede Kamer eerst aangenomen, maar daarna weer gestopt. Door GroenLinks, PvdA en D66 nog wel, dezelfde partijen die het voorstel ooit zelf hadden gedaan. D66-minister Ollongren moet het bestaande adviserende referendum afschaffen, dat eveneens een plan was van haar eigen partij. Het voorstel om het referendum af te schaffen ligt nu bij de Eerste Kamer, dat ook moet besluiten of over het afschaffen van dit democratisch recht een referendum kan worden gehouden. Tegelijk is een staatscommissie Remkes bezig met een advies over het functioneren van onze democratie, waarin onder andere wordt gesproken over het behoud van het referendum. Hoe vaak politici ook proberen om de geest in de fles te stoppen, het referendum blijft steeds rondwaren aan het Binnenhof. Tot angst van velen.

1 De angst regeert

Het was erg vreemd, eigenlijk was het onbegrijpelijk en ook wel een beetje zielig. Op dinsdag 20 februari 2018 moest minister Kajsa Ollongren in de Tweede Kamer de afschaffing van het raadplegend referendum verdedigen – een kroonjuweel van D66. Deze minister van D66-huize zei toen dat het referendum ‘niet heeft gebracht wat ervan werd verwacht.’ Dat klopt, maar dat kwam niet door het referendum zélf. Dat is de laatste jaren met succes gebruikt, in 2005 over de Europese Grondwet, in 2016 over het Verdrag met Oekraïne en in 2018 over de Sleepwet. Teleurstelling is er wel over de manier waarop de politiek daarna is omgegaan met de uitslag van deze referenda: Drie keer zei de bevolking ‘nee’, maar zei de politiek ‘ja’. Telkens stond de Kamer tegenover de kiezers.

Volgens premier Mark Rutte is het referendum niet te verenigen met onze vertegenwoordigende democratie, waar het parlement het laatste woord heeft. Maar bijna alle landen in Europa hebben een referendum, behalve België en Bosnië – in dat lijstje komen wij nu ook. De kiezers kiezen de Tweede Kamer, de mensen die hen moeten vertegenwoordigen. In een referendum kunnen diezelfde kiezers hun eigen Kamerleden adviseren en corrigeren, op het moment dat de Tweede Kamer besluiten neemt die de bevolking helemaal niet wil. Dat is juist een kroon op de democratie, een kroon die de regering nu wil afbreken. Niet zozeer omdat het referendum de democratie aantast, maar juist omdat het referendum de democratie versterkt. Dit laat zien hoe in Den Haag de angst voor het volk regeert.

 In de wet om het referendum af te schaffen is opgenomen dat over deze afschaffing geen referendum kan worden gehouden 

Ook de afschaffing van het referendum is omgeven met angst. De invoering van het referendum gebeurde in 2015 bij wet, het afschaffen van dit democratisch recht moet dus ook bij wet. In de referendumwet staat dat de bevolking een uitspraak kan doen over wetten die door het parlement zijn aangenomen. Daarom zou ook goed een referendum gehouden kunnen worden over het afschaffen van het referendum. Dat zou heel logisch zijn, omdat het referendum een recht is van de bevolking zélf, die daarover dus ook het laatste woord moet hebben. Maar in de wet om het referendum af te schaffen werd opgenomen dat over deze afschaffing geen referendum zou kunnen worden gehouden. Iets wat door staatsrechtgeleerden wordt aangevochten, maar door de Tweede Kamer toch werd geaccepteerd.

Het debat over de afschaffing van het raadgevend referendum was echter niet het vreemdste debat dat ik in de Tweede Kamer heb gevoerd. Dat was zonder twijfel het Kamerdebat over de wet voor een bindend referendum, op woensdag 27 september 2017. Die dag had ik gewoon in de Kamerbankjes moeten zitten, om de indieners in vak ‘K’ – waar normaal de ministers zitten – kritisch te ondervragen. Maar deze dag zat ik zélf in vak ‘K’ om deze wet verdedigen, een wet die helemaal niet van mij was. De wet voor een bindend referendum was ooit gemaakt door Kamerleden van GroenLinks, PvdA en D66. In april 2013 had de Tweede Kamer de wet goedgekeurd en een jaar later had ook de Eerste Kamer ‘ja’ gezegd. Voor de invoering van dit bindend referendum moest echter ook de Grondwet worden veranderd en daarvoor moest de wet na nieuwe verkiezingen opnieuw in het parlement worden besproken en worden goedgekeurd.

Ik heb die dag mijn werk zo goed mogelijk proberen te doen en de wet met verve proberen te verdedigen, maar ik kon niet voorkomen dat GroenLinks, PvdA en D66 tegen de wet stemden. Hun eigen wet dus, die ze zélf ooit hadden gemaakt en die deze partijen eerder met succes door het parlement hadden gekregen. Hoe dat zo is gekomen is een opmerkelijke geschiedenis, die ons veel leert over de omgang in de politiek met het referendum. Dat is bovendien een geschiedenis die mij ook persoonlijk is blijven achtervolgen, vanaf het moment dat ik in 2003 het Binnenhof betrad – eerste als lid van de Eerste Kamer. Het referendum in 2005 over de Europese Grondwet heeft ook mijn toekomst mede bepaald, al is het maar omdat deze campagne een einde maakte aan mijn universitaire carrière.

2 Geen ander geluid

Mijn eerste optreden voor het Amerikaanse Fox News was bijzonder kort. Het was de avond van 1 juni 2005 – en het was al laat. Op deze dag was in Nederland het referendum over de Europese Grondwet gehouden en de SP vierde feest in Artis in Amsterdam. Voor veel jonge SP’ers was dit een leerzame campagne geweest, omdat zij voor het eerst in debat waren geweest met ervaren Kamerleden en ministers. Zelf was ik sinds twee jaar lid van de Eerste Kamer, maar dit was ook voor mij een spannende tijd. De internationale media had zich die avond massaal verzameld op ons feest in Artis en overal werd SP’ers gevraagd om in vele talen uit te leggen wat deze dag toch in dit kleine land was gebeurd. Want het altijd zo eurogezinde Nederland had massaal tegen de Europese Grondwet gestemd.

Iemand stelde zich voor als een verslaggever van Fox News en zei dat ik zo live in de uitzending zou zijn. Precies op het moment dat de camera ging draaien, begon achter ons een ruige rockband te spelen. Ik wist nog net uit te schreeuwen dat vanaf nu in Europa een ander geluid zou klinken, maar verder moet ik geheel onverstaanbaar zijn geweest. Misschien was dit wel symbolisch. Het derde kabinet Balkenende (CDA, VVD, D66) besloot het ‘nee’ van de mensen naast zich neer te leggen. Het vierde kabinet Balkenende (CDA, PvdA, ChristenUnie) tekende in 2007 alsnog het Verdrag van Lissabon, dat in wezen niet anders was dan het verdrag van 2005. Dit negeren van het ‘nee’ heeft het vertrouwen van mensen in de politiek blijvend aangetast – zoals later nog zou blijken.

 Ik merkte toen hoe groot de tegenstelling was tussen de intellectuele elite en gewone mensen 

Ook voor mijn eigen toekomst was dit referendum belangrijk, omdat het op een opmerkelijke wijze een einde maakte aan mijn wetenschappelijke toekomst. In de Eerste Kamer zaten veel academici, namens allerlei politieke partijen. Universiteiten zijn meestal trots op het moment dat één van hun medewerkers senator wordt, want dit is een functie met aanzien en invloed. In de afdeling geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam waar ik toen werkte (en waar ik ook was gepromoveerd) werd mijn verkiezing tot senator voor de SP echter ijzig ontvangen. Een hoogleraar die mede verantwoordelijk was voor mijn baan, vroeg mij of ik wel besefte dat mijn keuze voor de SP slecht zou zijn voor mijn academische carrière. De situatie werd nog veel moeilijker toen ik voor het referendum in 2005 campagne ging voeren tegen de Europese Grondwet.

De studenten stonden giechelend op de gang, toen mijn Kamergenoot opstond en naar mijn bureau liep en uitriep: ‘Hoe haal je dit toch in je hoofd!’ De goede man was actief in de PvdA, zoals veel meer van mijn collega’s (jonge medewerkers waren vaker lid van GroenLinks). Iemand die aan een universiteit werkte, die hoorde niet zulke opvattingen te hebben. Dat was ‘populistisch’ en ‘nationalistisch’ en een historicus onwaardig. Maar mijn kritiek op deze Europese Grondwet was juist ingegeven door het verleden, omdat na de Tweede Wereldoorlog landen in Europa steeds beter waren gaan samenwerken. De laatste jaren werd die samenwerking echter steeds meer afgedwongen, met de euro en de interne markt, die mensen huiverig en bang maakten voor ‘Europa’.

Het was opvallend dat ik deze discussie in 2005 overal kon voeren, in elk zaaltje, in elk café en overal op straat, maar niet op de universiteit waar ik werkte. Ik merkte ook hoe groot de tegenstellingen waren tussen de intellectuele elite in dit land en de gewone mensen. Al die ‘progressieve’ mensen hadden wel de pretentie dat zij de belangen van de bevolking dienden, maar bleken niet bereid om naar die mensen te luisteren. Ik had het wel begrepen: als ik ooit al een academische carrière had nagestreefd, dan kon ik die vanaf nu wel vergeten. Wees gerust, ik kijk zeker niet om in wrok. In tegendeel: Ik heb een mooie tijd op de universiteit gehad. Bovendien kon ik nu ook voluit ‘ja’ zeggen toen mijn partij mij in 2006 vroeg voor de lijst van de Tweede Kamer. Waar het referendum op mij wachtte.

3 De Grondwet geschonden

‘Tweede Kamerleden schenden de Grondwet.’ Onder deze prikkelende titel schreef toenmalig PvdA-senator Erik Jurgens in maart 2003 een opiniestuk in Trouw. Een paar maanden later werd ik zelf lid van de Eerste Kamer en maakte ik het begin mee van een jarenlange discussie over de omgang met de Grondwet, die tot de dag van vandaag duurt. Dat is een debat over de wijze waarop het parlement de Grondwet kan veranderen. Dat moet altijd in twee stappen. Eerst moeten Tweede en Eerste Kamer een voorstel voor verandering van de Grondwet met een gewone meerderheid goedkeuren. Na nieuwe verkiezingen moeten allebei de Kamers de wet opnieuw bespreken en daarna met twee derde meerderheid goedkeuren. Zo voorkomen we dat een gewone meerderheid de spelregels kan veranderen.

In 2003 is deze procedure fout gegaan. Senator Erik Jurgens wilde daarom een debat, omdat deze regels niet voor niets in de Grondwet staan. Maar eerst even terug naar mei 1999, toen door het ‘nee’ van VVD-senator Hans Wiegel voor het eerst een wet voor een bindend (correctief) referendum strandde – later werd dit de ‘Nacht van Wiegel’ genoemd. Het eerste Paarse kabinet (VVD, PvdA, D66) had deze wet met een gewone meerderheid door de Tweede en de Eerste Kamer gekregen. Na nieuwe verkiezingen kreeg het tweede Paarse kabinet ook de vereiste twee derde meerderheid in de Tweede Kamer, maar VVD-er Wiegel blokkeerde in zijn eentje de wet in de Eerste Kamer. Daarmee was deze wet van tafel en moest de regering weer helemaal opnieuw beginnen.

 De bevolking zei duidelijk ‘nee’ maar het kabinet Balkenende III legde de uitslag naast zich neer 

Deze tweede referendumwet was in 2003 voor de senaat als gezegd reden om vraagtekens te zetten bij het grondwettelijk handelen van de Tweede Kamer. De oorzaak was het wel heel snelle einde van het eerste kabinet Balkenende (VVD, CDA, LPF), dat in juli 2002 aantrad maar in oktober 2002 alweer viel. In januari 2003 volgden daarop nieuwe verkiezingen. De Grondwet is heel duidelijk: nadat een voorstel voor wijziging van de Grondwet door de Tweede en Eerste Kamer zijn aangenomen, moet dezelfde wet ‘na verkiezing en installatie van de nieuwe Tweede Kamer’ opnieuw worden behandeld (artikel 137, 4). Een nieuw gekozen parlement moet hier direct over beslissen. Zo kan vals spel voorkomen worden, als indieners een wet in een lade zouden willen stoppen.

De Grondwet had echter geen rekening gehouden met de capriolen van de LPF, de nazaten van Pim Fortuyn. Die slaagden er binnen drie maanden in om hun eigen regering ten val te brengen. In die relatief korte tijd was de Tweede Kamer er niet in geslaagd om een aantal wijzigingen van de Grondwet – waaronder die voor het bindend referendum – op tijd te behandelen.

Na de verkiezingen van januari 2003 trad een nieuwe Tweede Kamer aan, die de voorstellen alsnog ging bespreken. Een aantal senatoren – onder wie ikzelf – vroeg zich af of dit wel in overeenstemming was met de Grondwet. In maart 2004 stelde de Eerste Kamer in een debat dat deze wijze van behandeling zou kunnen leiden tot misbruik, als wijzigingen van de Grondwet bleven liggen tot er twee derde meerderheid zou zijn.

Na het sneuvelen van de eerste referendumwet in 1999 werd in 2005 tóch een referendum gehouden, over de Europese Grondwet. Om dit referendum mogelijk te maken werd een speciale wet ingediend. Niet voor een ‘correctief’ (bindend), maar voor een ‘raadgevend’ (adviserend) referendum. Dit voorstel had als voordeel dat we de Grondwet niet hoefden te veranderen en de wet dus in één keer kon worden behandeld. Deze wet was een initiatief van GroenLinks, PvdA en D66. Het referendum zelf – dat op 1 juni 2005 werd gehouden – was een groot succes. Het had een hoge opkomst en een duidelijke uitslag: de bevolking zei ‘nee’. Maar het kabinet Balkenende III legde zoals eerder gezegd de uitslag naast zich neer. Dat deden ook partijen die eerder hadden belooft de uitslag te zullen respecteren.

4 Andermans wet verdedigen

Nadat ik in november 2006 lid was geworden van de Tweede Kamer, ontstond hier opnieuw discussie over de manier waarop we moeten omgaan met wijzigingen van de Grondwet. Dat leidde tot een aantal debatten en in december 2009 zelfs tot een notitie van de regering, die aan alle twijfel een einde moest maken. Daarin werd afgesproken dat wijzigingen van de Grondwet voortaan zo snel mogelijk na nieuwe verkiezingen zouden moeten worden ingediend, liefst op de eerste dag dat de nieuwe Kamer bij elkaar komt. Het kabinet bevestigde ook dat het ‘zeer onwenselijk’ zou zijn als langer zou worden gewacht met de behandeling van een voorstel, ‘met als achterliggende reden dat een “gunstiger” samenstelling van een volgende Tweede Kamer wordt voorzien.’ Toch ging het weer mis.

Het begon allemaal met een briefje van Plasterk, die de Tweede Kamer twee dagen voor de verkiezingen van 15 maart 2017 ontving. Waarin de minister wat opzichtig opheldering vroeg over de referendumwet van GroenLinks, PvdA en D66. De minister wilde van de indieners weten of zij bereid waren hun wet voor een correctief referendum opnieuw in te dienen en wanneer dit ging gebeuren. Om te voorkomen dat de procedures voor wijziging van de Grondwet opnieuw werden overtreden, zoals eerder in 2003 was gebeurd. Sindsdien gold dus de regel dat deze wetten zouden worden ingediend op de eerste dag dat de nieuwe Kamer bijeen zou komen. De minister had contact gehad met GroenLinks, PvdA en D66 en was bang dat deze partijen de wet in een lade zouden stoppen.

 Helaas werd door de politiek ook deze keer het ‘nee’ van de bevolking volledig genegeerd 

Het wetsvoorstel voor een correctief referendum van GroenLinks, PvdA en D66 was niet het enige, parallel aan deze wet hadden deze partijen ook een voorstel ingediend voor een raadgevend referendum. Dit niet-bindende referendum had als voordeel dat hiervoor niet de Grondwet hoefde te worden veranderd en één behandeling in het parlement voldoende was. Deze wet trad in juli 2015 in werking en gaf mensen vanaf toen de mogelijkheid om zélf een referendum af te dwingen – als daarvoor voldoende handtekeningen werden opgehaald – over bijna elke wet die door het parlement was aangenomen. Dat gebeurde voor het eerste op 6 april 2016, toen een referendum werd gehouden over het Verdrag met Oekraïne. Ook in dat referendum zei de bevolking opnieuw helder ‘nee’.

Leden van GroenLinks, PvdA en D66 hadden in 2013 als indieners van de referendumwet hoog opgegeven van het referendum over de Europese Grondwet van 2005, dat zij een voorbeeld noemden van een geslaagd referendum. Toch was het opvallend dat de bevolking in hun referendumwet over van alles en nog wat een referendum konden aanvragen, maar niet over Europese verdragen, zoals in 2005. De indieners waren voor een meerderheid in de Kamer afhankelijk van de steun van de SP. Een voorwaarde voor onze steun was dat de nieuwe wet ook referenda mogelijk zou maken over Europese Verdragen. Ik was dan ook best trots dat het eerste referendum dat in 2016 werd gehouden ging over een Europees Verdrag, dit meer met Oekraïne. Helaas werd door de politiek ook deze keer het ‘nee’ van de bevolking volledig genegeerd.

Het ‘nee’ in het Oekraïne-referendum leidde niet tot een nieuw verdrag, maar had wel politieke gevolgen. Voor GroenLinks en PvdA was de uitkomst van dit referendum reden om plotseling van voorstander tot tegenstanders van dit democratisch recht te worden. Ook bij D66 nam het enthousiasme voor dit oude kroonjuweel plotseling af. Volgens de afspraken van 2009 zou de wet voor een correctief referendum bij voorkeur moeten worden ingediend op de eerste dag dat de Tweede Kamer bij elkaar zou komen, dat was op 23 maart. Maar op die dag gebeurde er niets. Drie keer heb ik de initiatiefnemers gevraagd wanneer zij de wet gingen indienen, maar het bleef oorverdovend stil. Toen besloot ik in mei 2017 de referendumwet maar zélf in te dienen, om zo aan de eisen te voldoen.

5 Een democratische plicht

Campagnes over referenda zijn altijd verrassend, ook die over de Sleepwet. Op woensdagavond 14 maart 2018 ging ik in debat over deze Sleepwet, in de grote zaal van De Balie in Amsterdam. Tegelijk was in de Salon daarnaast een discussie over de vraag ‘of het liberalisme dood is’. Een van de Kamerleden waar ik die avond mee in debat ging was Kees Verhoeven van D66. Zijn opstelling in deze campagne was tekenend voor de worsteling van zijn partij met het referendum. Tijdens het Kamerdebat op 8 februari 2017 over deze Sleepwet (officieel de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten) had Verhoeven nog zij aan zij met mij gestreden tegen de wet. Zijn belangrijkste kritiek destijds was het ‘sleepnet-karakter’ van de wet. Deze avond in De Balie voerde het D66-Kamerlid echter hard en fel campagne vóór deze Sleepwet.

Campagnes over referenda vliegen niet zelden uit de bocht. Tijdens het referendum over de Europese Grondwet in 2005 was er in de media kritiek op de ‘populistische’ opstelling van het ‘nee’ kamp, maar ik schrok vooral van de propaganda van het ‘ja’-kamp. Het meest ver ging toenmalig minister van Justitie Donner, die verklaarde dat een Nederlands ‘nee’ zou kunnen leiden tot een nieuwe oorlog in Europa. In de campagne voor het referendum over het Verdrag met Oekraïne in 2016 werden de tegenstanders van het verdrag beschuldigd van heulen met het Rusland van Vladimir Poetin. In de campagne voor het referendum over de Sleepwet in 2018 werd een verband gelegd met de aanslagen in Europa. Arjen Lubach noemde dit wel erg oneigenlijke argument een terreurschwalbe.

 De democratie kan niet functioneren als de angst voor het volk regeert 

Ondanks de vaak weinig verheffende propaganda door politici in aanloop naar referenda – waarbij beide kampen zich vaak niet van hun beste kant laten zien – heb ik tijdens alle drie de campagnes ook gemerkt dat veel mensen de discussies wel degelijk op prijs stellen en serieus proberen om zich een mening te vormen. Dat bleek ook in de weken voor referendum over de Sleepwet. Het ‘ja’-kamp leek dit keer gemakkelijk te winnen, alle peilingen wezen in die richting. Tijdens de avond in De Balie vertelde opinieonderzoeker Peter Kanne dat een meerderheid van de mensen niet tegen een Sleepnet was, maar wel tegen het feit dat hun gegevens ongezien met geheime diensten in andere landen zouden worden gedeeld. Dit inhoudelijke argument bleek toch een reden om ‘nee’ te zeggen.

Het is niet toevallig dat het eerste initiatief onder de Wet raadgevend referendum ging over Europa. De Europese markt, de invoering van de euro, het verlies van democratische zeggenschap, het zijn zaken die een groot deel van de Tweede Kamer heeft gesteund, maar een meerderheid van de bevolking helemaal niet wil. In Den Haag is onderschat hoe diep de boosheid ging over het negeren van het ‘nee’ in het referendum over de Europese Grondwet en hoe dit het vertrouwen in de politiek heeft aangetast. Dit wantrouwen was nog altijd aanwezig tijdens het referendum over het Verdrag met Oekraïne in 2016. Het opnieuw negeren van de uitslag heeft het cynisme over de politiek nog verder versterkt. Het is pijnlijk dat bij het referendum over de Sleepwet veel politici vooraf al aangaven de uitslag van dit volksinitiatief te zullen negeren.

Een terugblik van Gert-Jan Segers op ...

ChristenUnie ChristenUnie Amersfoort 29-12-2017 19:30

Een terugblik van Gert-Jan Segers op een bijzonder jaar. 👇 'Het bijzondere jaar van onze Heer 2017 zat vol met grote gebeurtenissen. Ook voor ons als fractie. Maar misschien kan ik dit jaar toch het beste vangen in een aantal kleinere, waardevolle momenten. Zoals die voorbereidingssessie voor het slotdebat in de campagne waarbij Joël een pittige Geert Wilders speelde en Carola een scherpe Mark Rutte. Of die minuten voorafgaand aan het debat waarin we met een paar kerels van ons fractieteam de ogen sloten en God hebben gebeden om een zegen. Of de blik die ik vlak voor dat debat even uitwisselde met mijn vrouw en oudste dochter die op de publieke tribune zaten. Of die keer dat ik ergens begin juni na een heidag van de fractie in Delfgauw – waarin we ons op stevige en opbouwende oppositie hadden voorbereid – bij Eppo in de auto zat richting het station. We keken elkaar even aan en biechtten toen aan elkaar op: ‘Dus jij denkt - net als ik - óók dat ze toch nog bij ons komen aankloppen?’ En een van de vele momenten dat we deze zomer aan de vergadertafel op mijn kamer zaten. De keer dat een aantal van ons hun zorg over de voortgang van de onderhandelingen had uitgesproken en het echt even spannend was. Dat Carla op dat moment met overtuiging en gezag zei: ‘Ik heb zoveel medisch-ethische debatten gevoerd, ik weet hoe de vlag er buiten bij hangt. Dan zou dit een geweldig resultaat zijn en kunnen we echt onze zegeningen tellen.’ Of de avond dat we als fractie in een Haagse kerk zaten en het groene licht aan het regeerakkoord moesten geven. Ik zat nog even samen met Joël om alle plussen en minnen door te nemen. ‘What would Jesus do, Gert-Jan?’, vroeg hij. ‘Dat weet ik niet, Joël. Maar God kent wel ons hart en weet dat we hebben geknokt voor wat we waard zijn. En nu is het aan ons om de stap te zetten, op hoop van zegen.’ En het gesprek met Carola en de telefoontjes met Arie en Paul waarin ik hen vroeg of ze bereid waren om namens ons toe te treden tot het kabinet. ‘Ik doe het voor m’n vader’, zei Carola, dochter van een veel te vroeg overleden boer. ‘Ik ben er even stil van’, zei voormalig docent Arie, ‘als ik een portefeuille had mogen kiezen, was het precies deze geweest…’ ‘Eigenlijk wilde ik niet dat je belde’, zei Paul, ‘maar gek genoeg werd een laatste gesprek over een nieuwe baan in de zorg uitgesteld en nu bel jij…’ En iedere keer als we na de stemmingen of op vrijdagmiddag na de ministerraad weer een zegening konden tellen. Extra geld voor palliatieve zorg en de uitvoering van het manifest ‘Waardig Ouder Worden’, voor zorg aan vluchtelingen in de regio. Betere opvang voor dak- en thuislozen, een fonds voor jonge boeren, extra geld voor uitstapprogramma’s van onder andere het Scharlaken Koord en Stichting De Haven voor prostituees, voor geestelijke verzorging bij de politie, voor vrijwilligerswerk van onder meer Gevangenenzorg Nederland en Exodus Nederland. En dat laatste is het resultaat van een van de meerdere aangenomen amendementen van Stieneke, die onze fractie is komen versterken. Of die mailtjes, appjes, kaartjes van verschillenden van jullie waarin even werd gezegd dat er met ons werd meegeleefd. Onderschat niet wat dat voor ons betekent. Ze waren soms net het duwtje in de rug dat we die dag nodig hadden. En laten we ook nooit onderschatten wat de waarde is van al die kleine stappen die we in Den Haag in de goede richting kunnen zetten. In het leven van die ene (en vele anderen) maakt dat het verschil tussen hoop en wanhoop, tussen recht en onrecht. Tegelijk weten we dat we niet iedereen kunnen helpen. En dat we ook zelf de plank eens mis zullen slaan. Ik vraag je ook niet om alles wat we als partij doen alleen maar geweldig te vinden, je mag echt met ons van mening verschillen. Maar wat ik wel vraag is om samen met ons de zegeningen te tellen en te hopen op meer daarvan. Juist ook lokaal kan onze inzet zo ontzettend waardevol zijn voor de mensen om ons heen. Daarom wil ik, samen met jou, in het nieuwe jaar van onze Heer campagne gaan voeren om ook in gemeenteraden geloof een stem te geven. Persoonlijk dank ik je voor je steun en wens ik jou en de jouwen een mooi, waardevol en gezegend 2018 toe!' Hartelijke groet, Gert-Jan Segers Fractievoorzitter ChristenUnie Tweede Kamerfractie

Regeerakkoord: Vertrouwen in de toekomst

D66 D66 VVD ChristenUnie CDA Leerdam 10-10-2017 16:54

De fractievoorzitters Mark Rutte (VVD), Sybrand van Haersma Buma (CDA), Alexander Pechtold (D66) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) hebben op 10 oktober 2017 het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ gepresenteerd:

https://regeerakkoord.d66.nl

The post Regeerakkoord: Vertrouwen in de toekomst appeared first on D66 Vijfheerenlanden.

Door Gert-Jan Segers op 26 november ...

ChristenUnie ChristenUnie GroenLinks D66 CDA PvdA Leerdam 26-11-2016 14:55

Door Gert-Jan Segers op 26 november 2016 Speech tijdens het verkiezingscongres Het is een jaar geleden dat ik hier ook stond, als kersverse, nieuwe fractievoorzitter en politiek leider. En het is bijzonder om hier te staan als lijsttrekker van een prachtig team, van een prachtige lijst die hier achter mij zit en een prachtige partij, zoals die om mij heen zit. Een jaar geleden heb ik mezelf voorgesteld als een hoopvolle realist en vandaag wil ik nadenken over wat het betekent om juist nu, in deze tijd, om een hoopvol realist te zijn. En ik wil het hebben over de urgentie. Waarom het meer dan ooit van belang is om als ChristenUnie actief te zijn in ons land. Toen ik hier stond, heb ik het aangekondigd. En ik heb het gedaan. Ik ben het land in getrokken, ik heb veel mensen ontmoet, mooie mensen, mooie plekken. Velen van u heb ik ook ontmoet. Ik heb gezien dat we een land hebben dat christelijke normen en waarden hoog houdt. Een land waar onze kinderen in veiligheid kunnen opgroeien. Ook mijn kinderen, Anne, Eline en Nora. Waar zij goed onderwijs hebben, waar ze schone lucht hebben die ze kunnen inademen. Ik ben daar hoopvol over. Ik ben hoopvol over een land waar iedereen mee telt, waar iedereen er mag zijn vanaf het allereerste begin, tot de laatste snik. Een land dat vrijheid heeft, vrijheid hoog houdt. Onderwijsvrijheid, godsdienstvrijheid; in wat ik meegemaakt en gezien heb, ben ik daar hoopvol over. Hoopvol is niet het enige dat ik ben. Ik ben ook een realist. Meer dan ooit ben ik een realist. Ik heb een tocht gemaakt langs breuklijnen, langs tegenstellingen die groter worden. Kloven die groter worden, kloven tussen jong en oud, hoog en laagopgeleid, gelovig en niet-gelovig. En ze worden eerder groter dan kleiner. Bittere tegenstellingen en een samenleving waar het zoveel vaker draait om ‘mij’ dan om ‘wij met elkaar’. En we voelen allemaal aan dat de wereld na de verkiezing van Trump en de wereld na de brexit nooit meer hetzelfde zal zijn.. Ik sprak met Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, over onze samenleving. Hij liet me zien dat de zorgen is onze samenleving niet zomaar een onderbuikgevoel zijn. Maar dat deze zorgen teruggaan naar hele reële problemen. Naar mensen die lager zijn opgeleid, daarom minder verdienen, daarom korter leven en vaak minder snel een vaste baan kunnen krijgen. Harder moeten werken om het hoofd boven water te houden, minder vertrouwen in de overheid en in de politici hebben,. Ik heb gesproken met Cornel Vader, hij staat aan het hoofd van het maatschappelijk werk van het Leger des Heils. Ik sprak met hem over armoede. Het Leger des Heils is bij uitstek een organisatie die zich uitstrekt naar mensen die door niemand anders bereikt worden. Mensen aan de rafelranden van de samenleving. Ik vroeg aan hem: wat doet armoede met mensen, wat betekent dat voor mensen? En hij vertelde me dat het natuurlijk te maken heeft met geld, met het feit dat je te weinig hebt aan het eind van de maand. Maar veel meer nog dat het te maken heeft met dat die ene mens niemand anders heeft. Dat er niemand is waar ze een beroep op kunnen doen, dat er niemand is om ze te helpen om uit de schulden te komen. Dat er niemand is die ze bij de hand neemt om ze door de bureaucratische regels van de overheid heen te helpen. Dat ze stik eenzaam zijn. Dat is de ergste armoede. Dat maakt mij realistisch. En ik heb gesproken met Henk Bouma. Een man met een groot hart voor de buurt waar in hij woont, Kanaleneiland, Utrecht, een ingewikkelde wijk. Waar een man met liefde voor zijn naaste optrekt met Marokkaanse Nederlanders, vriendschappen sticht met moslims. Hen in huis neemt. Henk heeft daar een kerkelijke gemeenschap, hij woont daar, leeft daar en heeft daar zijn vrienden. En tegelijkertijd stelt hij heel scherp: de islam brengt geen vrede. En hij verwoordt iets wat zoveel mensen hem nazeggen. Hij geeft woorden aan een angst die zoveel mensen aanvoelen. Wat als dit doorgaat zoals het nu gaat. En dat maakt mij een realist. Ik heb hoop en ik houd hoop en ik zie wat er gaande is in ons land. Dat plaatst mij met twee benen op de grond, een been van hoop en een been van realisme en zo sta ik vandaag voor u. Ik wil u meenemen langs vier ontmoetingen, mensen die een verhaal vertellen, vier indringende vraagstukken waaruit blijkt dat het belangrijker is dan ooit om als ChristenUnie geloof een stem te geven in de Tweede Kamer. De eerste ontmoeting is met Inge Krooswijk uit Rotterdam. Op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis stuurde ze een mail met haar zorgen over de komst van vluchtelingen en de komst van nog meer mensen uit het Midden-Oosten, met alle vragen van dien. Ze woont in Rotterdam, daar geboren en getogen in de Maasstad. En we nodigden haar uit, samen met 20 anderen, we zaten om de tafel, Joël Voordewind en ik, en we luisterden naar hun verhalen. En ze vertelde: ‘Ik ben de enige in de portiek die Nederlands spreekt, ik kan de buren niet verstaan en ik voel me een vreemdeling in mijn eigen stad, in mijn eigen portiek.’ Dat is een reëel probleem. We zien dat we de vruchten plukken van dat wat we hebben gezaaid: integratie die veel te lang veel te vrijblijvend is geweest. Nieuwkomers zijn veel te lang en veel te vaak aan hun lot overgelaten. We zijn veel te vrijblijvend geweest in het spreken over onze cultuur, over onze normen, over onze waarden, over de Joods-Christelijke cultuur die het fundament is van onze samenleving. Een land met wortels in het Evangelie. En in dat licht is het desastreus wat de D66 nu aan het doen is; consequent de wortels van onze Joods-Christelijke samenleving aan het doorhakken. Consequent alles weghalen wat ons herinnert aan de Christelijke cultuur, alles wat zichtbaar is van die cultuur, van die normen en waarden die ons dragen. En zo wordt per opbod door veilingmeester Pechtold de Christelijke cultuur bij het oud vuil neergezet. Het is desastreus en het is slecht voor ons land en het is slecht voor nieuwkomers die niet weten in welk land ze terecht komen. Zo hak je de Christelijke wortels door, die ons groot hebben gemaakt, waar we onze inspiratie elke keer uit halen, en je krijgt er niets voor terug. Dat moet anders. We zullen opnieuw moeten benoemen wie wij zijn. We zullen opnieuw onze waarden moeten onderstrepen en benoemen. Daarom willen wij onze waarden vastleggen in de grondwet. Naastenliefde, rechtvaardigheid, rentmeesterschap, godsdienstvrijheid, onderwijsvrijheid. We zetten er een grote streep onder. En bij de integratie van nieuwkomers moeten we de vrijblijvend voorbij. En het is precies om die reden dat we een verplicht leerwerktraject voor nieuwkomers hebben opgenomen in ons verkiezingsprogramma. Als mensen hier aankomen, staan ze veel te vaak naast de kant en blijven ze naast de kant staan. Ze komen in de bijstand en blijven in de bijstand. Naasten ben je altijd, maar medeburger moet je worden. En daarom investeren wij in een leerwerktraject. Zodra je een status hebt, ga je de taal leren, ga je werken en leer je de normen en waarden van het land waarin je in terecht bent gekomen. We zorgen voor een land met sterkere wortels, met een sterke cultuur en een land waar mensen niet met hun rug naar elkaar toestaan, maar elkaar in de ogen kijken. Laten we zo op 15 maart ook deze hoop een stem geven. De tweede ontmoeting Pim en Jaike Roza. Pim is dan wat is gaan heten de ‘eenverdiener’. Hij is in zijn gezin de enige met een betaalde baan en zijn vrouw kiest voor de zorg voor hun drie prachtige kinderen. Pim ken ik goed, omdat Pim bij de fractie werkt en een gewaardeerd lid is van ons team. Daar waar we spreken van het belang van sterkere gemeenschappen, dan moet dat beginnen bij het gezin. Bij die gemeenschap waar we allemaal vandaan komen. Liberalen denken dat ze alleen op de wereld zijn, liberalen nemen het individu als uitgangspunt. Maar iedereen is ooit begonnen in een gezin. Maar dit kabinet is een vijand van gezinnen. Mark Rutte is een vijand van gezinnen. Ons belastingstelsel is een boete op opvoeden, is een boete op mantelzorg. Want als een van de partners besluit om even niet te gaan werken, besluit te gaan zorgen voor hun kinderen, om te zorgen voor hun zieke vader of moeder, dan betaal je vele malen meer belasting dan mensen met eenzelfde inkomen maar dan met twee werkenden. Aan het begin van deze kabinetsperiode moest een gezin met één kostwinner twee keer zoveel belasting betalen als tweeverdieners. Nu is dat opgelopen tot zes keer zoveel. Een enorme boete op eigen keuzes in de combinatie van arbeid en zorg. En daarom is het van het grootste belang dat we inzetten op een nieuw, eerlijker belastingstelsel. Voor de ChristenUnie is het gezin niet alleen de hoeksteen van de samenleving, maar ook de toetssteen van een nieuw belastingstelsel. . De derde ontmoeting is een hele speciale ontmoeting, met mijn moeder. Ze is 76 jaar en ze ligt in de armen van mijn jongste dochter Nora. Ze woont nog zelfstandig. Natuurlijk is ook het gesprek in ons gezin, hoe zorgen we straks voor onze moeder? Kan ze nog zelfstandig wonen, hoe lang? Dat is het vraagstuk van waardig oud worden in een samenleving waar iedereen mee telt, waar iedereen waardig is. Die samenleving staat onder druk. Het kabinet heeft een commissie gevraagd om na te denken over levensbeëindiging bij voltooid leven, heeft een commissie onder leiding van D66-senator Paul Schnabel na te denken over de vraag: wat als iemand het gevoel heeft dat zijn leven ten einde is, moeten we mogelijk maken dat hij een pil krijgt of niet? De commissie is gaan nadenken, is zeer indringend gaan nadenken en ze kwamen met een indringend advies: doe dit niet, dit is een onbegaanbare weg. En je moet iets anders wel doen: zorgen voor oudere mensen, om hen heen staan, duidelijk maken dat hun leven waardevol is, dat is onze opdracht. Dat is de opdracht die commissie Schnabel aan de samenleving gaf. Dit advies werd ter zijde geschoven door dit kabinet. Ze willen het mogelijk maken om een leven te beëindigen bij zogeheten voltooid leven. Dat grijpt me aan, dat vind ik huiveringwekkend. Dat dat het antwoord is op vragen rond eenzaamheid, rond je te veel voelen. Het schokkende is dat GroenLinks hier nog verder lijkt te gaan dan D66. Daar waar D66 al zo libertarisch is, vraagt GroenLinks zich af of het sterfsysteem van het kabinet niet te veel begrensd is en noemt GroenLinks een laatstewilpil de ultieme vorm van zelfbeschikking. Ik vind het belangrijk dat iedereen die overweegt op GroenLinks te stemmen, weet dat dit óók GroenLinks is. Er zijn mensen weleens twijfelen tussen de ChristenUnie en GroenLinks vanwege de groene agenda. Voor hen heb ik goed nieuws: dat hoeft niet meer. Vorige week zijn beide verkiezingsprogramma’s naast elkaar gelegd. Daar waar GroenLinks een 8 kreeg, kregen wij een 8,5. Dus kies voor groen én kies voor de waarde van het leven: kies ChristenUnie. Terug naar de beschermwaardigheid van het leven. Ook als het leven naar het einde komt, daar waar mensen ouder worden en met vragen zitten: doe ik er nog wel toe, tel ik nog wel mee, hoor ik er nog wel bij? Dan is het cruciaal dat we een duidelijke boodschap voor hen hebben: elk leven is waardevol, iedereen telt mee. En het is precies om deze reden dat we samen met Jan Slagter en ouderenbonden onze handen ineen hebben geslagen en het initiatief hebben genomen voor een manifest ‘waardig ouder worden’. Daarin zeggen we dat we geen stervensbegeleiders willen, maar levensbegeleiders. Dat we een mantelzorgerfonds willen, zodat mantelzorgers ook in staat zullen zijn om te zorgen voor ouderen. We willen dat jong en oud elkaar weer in de ogen kijken, en alleen daarom al is die maatschappelijke dienstplicht zo belangrijk, om jongeren daartoe in staat te stellen om ouderen te helpen. We willen een bewindspersoon voor ouderenzorg. Zodat er een duidelijke boodschap is: elk mens telt, iedereen hoort erbij, elk leven is waardevol. Er moet me van het hart dat rond de discussie over het voltooid leven het CDA stil was en dat vond ik pijnlijk. We hoorden ze niet, we zagen ze niet en het blijft onduidelijk waar ze voor staan. Mijn oproep vandaag is: Sybrand van Haersma Buma, beken kleur, kom uit jullie winterslaap, laten we schouder aan schouder staan voor de beschermwaardigheid van het leven en laten we zo richting 15 maart ook deze hoop een stem geven. De vierde en laatste ontmoeting is met Mattias Koning. Hij staat hier voor de Horizon, een school in Hoogland. De gereformeerde basisschool waar ook mijn dochters naar toe zijn gegaan. Een school die kan bestaan omdat er onderwijsvrijheid is, vanwege de ruimte die ons land is voor ouders de school te kiezen die past bij hun overtuiging, de school waarvan zij willen dat hun kinderen naar toe gaan. Het geeft ruimte voor leerkrachten om hun met hart en ziel in te zetten voor de toekomst van kinderen. Om vanuit hun geloofsovertuiging sterk te maken voor goed onderwijs. En we weten dat deze vrijheid onder druk staat: van SP tot D66, van JOVD tot VNL, je hoort oproepen om een einde te maken aan gelijke bekostiging van bijzonder en openbaar onderwijs. Het was Diederik Samson, die in de Schilderswijk het debat aanging met Lodewijk Asscher. Ze waren met hun dienstauto met chauffeur de wijk ingereden, ze stonden daar op het podium en het ging over onderwijs. En het was daar dat Diederik Samson zei: we moeten die onderwijsvrijheid maar wat gaan inperken, en dat Lodewijk Asscher het roerend met hem eens was. Het was daar dat hij in zijn kaarten liet kijken dat ook bij de PvdA de onderwijsvrijheid niet veilig is. En ik vond dat pijnlijk. Het was buitengewoon pijnlijk dat Diederik Samson refereerde aan de Beatrixschool, een uitgesproken christelijke school waar leerkrachten zich met hart en ziel inzetten voor de wijk en voor de kinderen van de wijk. Waar de deur openstaan voor alle kinderen van de hele wijk. Schandalig dat uitgerekend die school wordt opgevoerd als reden om onderwijsvrijheid in te perken. En ik vind dat pijnlijk want diezelfde avond zijn Diederik Samson en Lodewijk Asscher in dienstauto de wijk uitgereden. Maar de meesters en juffen van de Beatrixschool blijven achter. De school die er al 125 jaar staat, die al 125 jaar de hand reikt naar kinderen in soms hele lastige omstandigheden, in een lastige wijk. Niet ondanks hun geloof, maar dankzij hun geloof. Die school wordt onterecht in een kwaad daglicht gesteld. . Daarom zal de ChristenUnie blijven knokken voor vrijheid van onderwijs. Daarom willen we niet minder vrijheid, maar meer vrijheid. Als de ChristenUnie nog niet had bestaan, zou ik hem vandaag oprichten om te strijden voor die vrijheid van ouders om een school te kiezen die bij hun overtuiging past. Dat is de hoop waar wij voor staan, en laten we die hoop een stem geven op 15 maart. Mensen, meer dan ooit doen de verkiezingen er toe. Meer dan ooit doet uw stem ertoe. En meer dan ooit kan de ChristenUnie het verschil maken. Voor een land met een goede toekomst voor onze kinderen, voor een land waar iedereen mee telt en voor een land wat vrijheid heeft om te geloven. We zien de angst, maar we willen geen angst zaaien. We zien de zorgen, maar wij zaaien hoop. Of zoals Paulus zegt: onze hoop zal niet beschaamd worden omdat Gods liefde in ons hart is uitgestort. Onze hoop is het sterkste fundament dat denkbaar is. En zo gaan we richting 15 maart, als een Gideonsbende, deze mensen hier en ik, met elkaar gaan we richting 15 maart. Het zal aankomen op de mensen hier achter mij, maar ik doe ook een beroep op u: strijd met ons mee, geef uw tijd, bid mee, werk mee. Geef hoop een stem, geef geloof een stem.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.