Nieuws van politieke partijen over VVD inzichtelijk

17 documenten

Coalitie rent Kamer uit

PVV PVV D66 VVD CDA Nederland 14-08-2020 08:30

Geert Wilders: ‘‘VVD-Minister Van Ark weigert salarisverhoging zorgpersoneel in verband met zorgelijke financiële situatie in Nederland. MAAR WEL 40 MRD AAN FRANKRIJK SCHENKEN die hun zorghelden wél een hoger salaris geven! Van ons geld!!’’

Geert Wilders: ‘‘Ik zie net in de gang de heer Pieter Heerma - fractievoorzitter van het CDA - wegrennen uit de Tweede Kamer omdat hij te laf is om te stemmen over de motie over een beter salaris voor zorgmedewerkers!’’

Geert Wilders: ‘‘Coalitie wil niet stemmen over mijn motie om salarissen zorgpersoneel te verhogen en rent daarom weg uit Kamer om te zorgen dat er geen quorum is en er niet kan worden gestemd. Ondemocratisch, lafhartig en pure parlementaire sabotage. Voor deze motie renden CDA, VVD, D66 en CU de Kamer uit. En saboteerden ze de stemmingen. Behalve laf en ondemocratisch toont het vooral een totaal gebrek aan respect voor alle zorgmedewerkers aan. Ik zal de motie zo snel mogelijk weer in stemming brengen!’’

Vakantie vierende politici

CDA CDA GroenLinks VVD PvdA Lansingerland 28-07-2020 08:26

Vakantie vierende politici Er zijngenoeg redenen te verzinnen om het niet over de zomervakantie van politici te hebben. Vakantie vierende politici zijn een dankbaar doelwit voor boze burgers op sociale media. Maar politici die altijd op hun post blijven, lopen weer het risico als monomane workaholics te worden beschouwd. Hebben politici niet ook recht op vrije tijd en een gezinsleven dat is onttrokken aan het publieke oog? Moeten zij hun privacy inleveren omdat zij ervoor hebben gekozen om de publieke zaak te dienen? Enige rust op z’n tijd komt het functioneren van politici bovendien alleen maar ten goede. Overwerkte, door de waan van de dag opgeslokte leiders, verliezen het essentiële vermogen om hoofdzaken van bijzaken te scheiden, zo valt bijvoorbeeld op te maken uit het boekIn Sickness and in Power: Illness in Heads of Government During the Last 100 Yearsvan de Britse politicus en medicus David Owen. Personalisering van de politiek De opmars van vakantiefoto’s van onze politici lijken dan ook niet zozeer een teken van democratische gezindheid als wel een gevolg van wat doorgaans de personalisering van de politiek wordt genoemd: het idee dat politiek meer dan ooit om personen en minder om programma’s en partijen draait. Kiezers zouden zich in hun keuze tegenwoordig vooral laten leiden door de indruk die ze hebben van de persoon van de politicus en minder door de standpunten van een partij. Hoewel uit kiezersonderzoek blijkt dat dit maar in zeer beperkte mate het geval is, heeft deze theorie het gedrag van politici in ieder geval sterk beïnvloed. Meer dan ooit proberen zij tegenwoordig behalve hun standpunten ook hun authentieke persoonlijkheid te slijten. In interviews en ook via sociale media als Twitter en Facebook maken zij de kiezer deelgenoot van allerlei op het oog politiek weinig relevante privézaken als het gezinsleven, de persoonlijke hobby’s, de favoriete televisieserie, de strijd tegen de kilo’s of de verrichtingen van het eigen voetbalteam. In het verledenzijn er genoeg voorbeelden van politieke leiders die hun persoonlijke hobby’s uitventten, zoals Winston Churchill met zijn schildersezel, De Duitse oud Bondskanselier Helmut Schmidt achter de vleugel en in Nederland natuurlijk Dries van Agt op zijn eeuwige wielrenfiets. Maar de politisering van het persoonlijke lijkt zeker sinds de introductie van Twitter en Facebook een nieuw stadium te hebben bereikt. Zo zijn we in Nederland alleen al in de afgelopen maanden geconfronteerd met de liefdesbaby van Fleur Agema, een macarena dansende Alexander Pechtold, de publieke ontlading van Frans Timmermans bij de promotie van zijn voetbalploeg en de vreugde van verschillende Kamerleden omdat Netflix een nieuwe serie afleveringen vanHouse of Cardsheeft besteld. Voorbeeldfunctie Een politieke cultuur waarin de persoon achter de politicus zo belangrijk wordt gemaakt maakt politici enerzijds misschien normaler, anderzijds maakt het ze ook extra kwetsbaar. Als de persoon achter het standpunt net zo belangrijk wordt geacht als het standpunt zelf zal immers niet alleen het standpunt maar ook de persoon kritischer tegen het licht worden gehouden. Het verwijt dat leer en leven niet met elkaar in overeenstemming zijn, ligt dan al snel op de loer. Afhankelijk van de aangehangen ideologie wordt niet alleen het gezinsleven, maar ook de vakantie een relevant politiek feit. Dat geldt ook voor de vraag waar, hoe en hoe lang politici op vakantie gaan. Het begint al bij de vakantiebestemming. Moet een politicus die het eigen land een warm hart toedraagt niet in eigen land op vakantie? Waarom zou je naar het buitenland gaan als je over het eigen land in de laatste verkiezingscampagne nog uitvoerig de loftrompet hebt gestoken? Zeker in tijden van crisis verwacht men in ieder geval van politici een voorbeeldfunctie en daarbij hoort een bescheiden vakantie in eigen land. Om die reden wandelt Angela Merkel in de Duitse Alpen en vierde de voormalig Franse president François Hollande vakantie in een door de Franse staat aangekocht zomerverblijf in Besançon. Aanvankelijk drong Hollande er ook bij zijn kabinetsleden op aan om het goede voorbeeld te geven en in eigen land te blijven. Ook in dat opzicht wilde hij breken met zijn voorganger Nicolas Sarkozy, wiens regeerperiode soms een aaneenschakeling leek van luxueuze vakanties in mondaine oorden. In Nederlandzijn de vakanties van politici tot nu toe minder gepolitiseerd dan in Duitsland, of Frankrijk. In Duitsland is de bevolking tegenwoordig beter bestand tegen foto’s van politici in zwembroek. Zelfs de publicatie van een (stiekem gemaakte) foto van voormalig bondskanselier Helmut Kohl in badkleding bracht de Duitse democratie niet aan het wankelen. Strandpoliticus Een beproefd middel om de buitenwereld te laten merken dat er gewoon wordt doorgewerkt is dreigen om de Tweede Kamer en bewindslieden te laten terugkeren voor een spoeddebat. Vooral erkend workaholic Geert Wilders en de nimmer versagende SP-fractie verstoren graag de zomerrust van hun collega-parlementariërs. Meestal komt het er niet van, maar zowel bewindslieden als fractieleden dienen er wel permanent rekening mee te houden dat ze mogelijk spoorslags naar Den Haag moeten. Doen zij dit niet, dan is hoon hun deel, zoals de GroenLinks-fractie ooit merkte. Bij het spoeddebat over de eurocrisis bleek de helft van de GroenLinks’ers nog met vakantie. ‘Strandpartij’, schamperde blonde Geert tot grote hilariteit van de Tweede Kamer. De terughoudendheid van onze media en politici staat in schril contrast met de luidruchtige reacties die op Twitter te vinden zijn bij begin en einde van ieder parlementair reces. Dat reces hetzelfde is als vakantie blijft een hardnekkig misverstand. Tegenwoordig proberen veel politici die indruk weg te nemen door hun volgers tijdens het parlementair reces bijna dagelijks op de hoogte te houden van hun drukke agenda. Zo leren we onder meer dat een SP-Kamerlid tijdens de kerstvakantie met chauffeurs op pad is geweest om banketstaven bij bejaardenhuizen te brengen, dateen VVD-Kamerlid in militair uniform deelnam aan een oefening van de Pantsercompagnie 112 en dat Ard van der Steur als Kamerlid met eigen ogen heeft gezien hoe dagvers brood op transport naar de afnemers ging. Onmisbaar Het politieke kerkhof ligt vol politici die tijdens hun vakantie plots onmisbaar bleken. Zo zal de naam van een voormalig PvdA-voorzitter wel eeuwig verbonden blijven aan haar verzuim om direct haar fietsvakantie af te breken toen beginjaren negentig in de PvdAdeWAO-crisis uitbrak. Hoewel ze daarvoor acceptabele privéredenen kon aanvoeren, werd ze vervolgens door de partijtop als zondebok geslachtofferd. De positie van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes wankelde eveneens omdat hij tijdens zijn kerstvakantie in Thailand op het strand bleef liggen terwijl in een ander deel van het land de tsunami duizenden slachtoffers had gemaakt. Dat de termen crisis en noodsituatie aan inflatie onderhevig zijn, merkten de burgemeesters Jozias van Aartsen (Den Haag) en Aleid Wolfsen (Utrecht). Beiden kregen de wind van voren omdat zij niet direct hun vakantie hadden afgebroken nadat hun stad zwaar was getroffen door respectievelijk een lichtelijk uit de hand gelopen demonstratie in de Schilderswijk en het vrijkomen van asbest in een flat in Kanaleneiland. Dankzij de mobiele telefonie is er nu geen enkel excuus meer mogelijk voor de politicus op vakantie. Daarbij geldt de vuistregel dat terugkeren voor een storm in een glas water altijd beter is dan verder als een strandpoliticus door het leven te moeten gaan. Welke gevolgen dit heeft voor het gezinsleven van politici kan later worden vernomen in roddelblad én tegenwoordig ook kwaliteitskrant. Wat dat betreft hadden politici het vroeger makkelijk. Zo was premier Joop den Uyl in de zomer van 1974 een tijdlang letterlijk onvindbaar tijdens zijn vakantie in Portugal. In samenspraak met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken ging de Portugese politie naarstig op zoek naar de Nederlandse premier. Na dagen speurwerk werd Den Uyl uiteindelijk op een camping nabij Lissabon gevonden terwijl hij volgens de overlevering in zijn korte broek sardientjes aan het bakken was. Goedaardig als hij was bood hij de Portugese dienders een vismaaltijd aan alvorens hij onverwijld terugkeerde naar Nederland.

Rutte door ruim een kwart gezien als beste premier sinds WOII

VVD VVD CDA PvdA GroenLinks SGP Partij voor de Vrijheid D66 Zuid-Holland 15-03-2020 06:22

In de week waarin het corona-virus Nederland in zijn greep kreeg komt uit onderzoek naar voren, dat de kiezers Mark Rutte zien als de beste premier sinds de Tweede Wereldoorlog. Op de vraag wie men als beste minister-president sinds WO II ziet, komt Rutte met 27% als nummer 1 uit de bus Hij wordt gevolgd door Wim Kok (21%), Ruud Lubbers (17%), en Joop den Uyl (13%).

https://hoekschewaard.vvd.nl/nieuws/38677/rutte-door-ruim-een-kwart-gezien-als-beste-premier-sinds-woii

© rijksoverheid

Het maakt bijna niet uit aan welke leeftijdsgroep je het vraagt: Rutte scoort het hoogst in bijna alle generaties. De jongsten (tot 24 jaar) kiezen massaal (59%) voor Rutte. Onder de andere leeftijdsgroepen is er meer concurrentie: evenveel kiezers van 35-49 jaar vinden Kok en Rutte de beste (beiden 29%), terwijl bij 65-plussers Ruud Lubbers het meest genoemd wordt. 

Dit onderzoek onder 2.180 Nederlanders – uitgevoerd door I&O Research in samenwerking met NRC Handelsblad – vond plaats tussen 6 tot 10 maart, in de periode dat de eerste corona-gevallen in Nederland bekend werden. Eventuele invloed van deze ontwikkeling op partijvoorkeur en waardering van politici en bestuurders is dus slechts ten dele meegenomen in dit onderzoek.

Bijna helft kiezers vindt dat Rutte goede premier was/is

Maar liefst 45 procent van de kiezers vindt dat Mark Rutte in zijn tienjarig premierschap goed gepresteerd heeft. Een kwart (26%) oordeelt neutraal en 28 procent negatief.Vanzelfsprekend zijn (bijna alle) VVD-kiezers positief over Rutte, maar ook grote meerderheden van het CDA-, D66-, CU- en SGP-electoraat oordelen positief over hem.Zelfs PvdA- en GL-kiezers zijn per saldo eerder positief dan negatief.Uitgesproken negatief zijn kiezers van FvD en PVV.

Rutte, Hoekstra en Kaag – vanuit kiezersgunst – meest voor de hand liggende lijsttrekkers

Een jaar voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021, is het bij meerdere partijen nog onduidelijk wie de lijsttrekker wordt.

VVD: Het is de verwachting dat Mark Rutte nog een keer opgaat voor het premierschap, maar voor de VVD is ook Klaas Dijkhoff in beeld. Mark Rutte steekt met kop en schouders uit boven de andere kandidaten als ‘meest betrouwbare premier’: meer dan de helft ziet hem zo. Bijna de helft van alle kiezers (45%) vindt dat hij het de afgelopen tien jaar goed gedaan heeft als minister-president.CDA: Bij het CDA lopen Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge zich warm voor het lijsttrekkerschap. Vooralsnog scoort Hoekstra iets beter dan De Jonge, maar deze race is nog niet gelopen. Beiden worden door ruime delen van het electoraat gezien als betrouwbare premierkandidaten. De huidige fractievoorzitter van het CDA, Pieter Heerma, wordt gezien als tussenpaus en wordt relatief laag gewaardeerd.D66: Bij D66 worden zowel Rob Jetten als Sigrid Kaag gezien als serieuze kandidaten. Sigrid Kaag staat er beduidend beter voor dan Jetten. Ze wordt niet alleen beter gewaardeerd dan Jetten (een 6,2 versus een 4,8). Als mogelijke ‘betrouwbare premier’ zit ze net achter Wopke Hoekstra. Kaag is nog relatief onbekend (48% zegt haar te kennen) dus ze kan nog groeien.PvdA: Lodewijk Asscher wordt gewaardeerd met een 5,5: boven Klaver (5,1) en Marijnissen (5,3). Maar als ‘betrouwbare premier kandidaat’ moet hij Rutte, Hoekstra, De Jonge en Kaag vooralsnog voor laten gaan. Ten opzichte van 2017 leverde hij 12 procentpunt in (nu ziet 36% hem nog als zodanig). GroenLinks: Jesse Klaver was bij de verkiezingen van 2017 een van de meest populaire lijsttrekkers, met scores van een 6 of hoger, maar levert flink in. Met een 5,1 bevindt hij zich nu in de middenmoot. In 2017 kon 38 procent van de kiezers Klaver zich nog voorstellen als ‘betrouwbare premier’, nu is dat nog 26 procent.PVV / FvD: Geert Wilders (4,1) krijgt een hoger gemiddeld rapportcijfer dan Thierry Baudet (3,6), maar beiden worden laag gewaardeerd. Dit wordt vooral veroorzaakt door het hoge aandeel onvoldoendes die beiden krijgen (Wilders: 67% onvoldoende, Baudet 74%).  Onder de eigen achterban worden zowel Wilders (8,3) als Baudet (8,1) op handen gedragen. Als ‘betrouwbare premier’ doen beiden het echter niet goed: 13 en 14 procent.

Maidenspeech van FVD-senator Paul Cliteur over de staat van de rechtsstaat

Forum voor Democratie Forum voor Democratie D66 CDA PvdA Partij voor de Vrijheid VVD Partij voor de Dieren Nederland 30-10-2019 17:00

FVD mocht als grootste oppositiefractie in de Eerste Kamer op 29 oktober beginnen op de Algemene Politieke beschouwingen. Fractievoorzitter Paul Cliteur heeft toen een betoog gehouden over de democratische rechtsstaat, omdat deze in een versplinterde wereld het enige culturele erfgoed is dat we delen. Uitdagingen voor de rechtsstaat zijn onder andere de drugscriminaliteit die Amsterdam tot een “failed city” maken en het jihadistisch terrorisme dat het kabinet niet onder controle heeft.

Mijnheer de voorzitter,Ik zou vandaag mijn bijdrage aan de Algemene Politieke Beschouwingen, tevens mijn maidenspeech, willen wijden aan de democratische rechtsstaat. Mijn beschouwingen zullen zich dan richten op Justitie en Veiligheid, Immigratie en Asiel, Binnenlandse Zaken en Sociale Zaken. Ik zal eerst vertellen waarom.

Wat wij niet delenMijn eigen partij heet “Forum voor Democratie”. Het zou natuurlijk fijn zijn wanneer u allemaal diep doordrongen zou zijn van de juistheid van de ideologie van mijn partij. Dat u allemaal zou weten dat de wereld bestaat uit ongeveer 200 soevereine natiestaten. En dat die natiestaat grenzen nodig heeft. De natiestaat als kwetsbaar vaasje.

Maar ik weet natuurlijk dat ik mijn eigen ideologie niet als gedeeld kan veronderstellen.

In die situatie zitten trouwens alle sprekers vandaag.

Mijn vrienden van de CDA-fractie moeten leven met het feit dat we niet allemaal cultuurchristenen zijn.

Mijn vrienden de VVD moeten leven met het feit dat onze collega’s van de SP of PvdA het liberalisme de verkeerde keuze zullen vinden.

Mijn vrienden van de PVV moeten leven met het feit dat vele collega’s van D66 niet zullen begrijpen waarom je de islam op een hele andere manier zou moeten bekijken dan het christendom, jodendom, boeddhisme of hindoeïsme.

En mijn vrienden van de Partij voor de Dieren moeten constateren dat van diervriendelijkheid tijdens onze debatten weinig overblijft in het restaurant.

Dit is de tragiek van het moderne leven. De tragiek van de diversiteit. 

Wat wij delenMaar er is ook gemeenschappelijkheid en dat brengt mij bij het eigenlijke onderwerp van mijn beschouwingen. Hier begint het goede nieuws, mijnheer de voorzitter, want bij het bestuderen van de begrotingsstukken en de Troonrede viel mij op dat telkens een beroep wordt gedaan op een gedeeld erfgoed dat door niemand ter discussie wordt gesteld. Ik heb geconstateerd dat in al die stukken voortdurend wordt gesproken over – en daar komt het – de “democratische rechtsstaat”. En dat is dus best hoopvol. We hebben ook een gedeeld huis. Het huis van de rechtsstaat.

Over die rechtsstaat zou ik wat Algemeen Politieke Vragen aan u willen voorleggen.

Het verschil tussen een staat en een rechtsstaatDan is de eerste stap die we moeten maken, denk ik, dat een rechtsstaat een staat is. Een staat is een organisatie die als doel heeft het vreedzaam samenleven van een groep van mensen (“de bevolking”) op het grondgebied van die staat. En dat kan alleen als die staat macht en gezag kan uitoefenen op dat grondgebied. Kan de staat dat niet, dan is die staat geen “staat”.

Nu de rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat die heeft besloten zijn eigen macht te laten beperken door het recht.

De rechtsstaat is dus zelfbeperking: een rechtsstaat acht zich aan zijn eigen wetten gebonden. De staat is beperking van ieder ander die de pretentie heeft macht te kunnen uitoefenen op het grondgebied. 

Forum van Democratie is van mening dat de komende jaren een aantal uitdagingen op ons afkomt en die kan je verdelen in:

Uitdagingen voor de staatUitdagingen voor de rechtsstaat

Ik begin met de staat.

De criminele uitdaging voor de staatEr is in de politiek al veel aandacht geweest voor het rapport De achterkant van Amsterdam: een verkenning van drugsgerelateerde criminaliteit (Tops en Tromp). Als je dat rapport gelezen hebt dan kan je toch eigenlijk niet tot een andere conclusie komen dan dat Amsterdam een soort failed state is? Of misschien moeten we zeggen failed city?

Ik heb de indruk dat de bevindingen van dat rapport pas na de moord op advocaat Wiersum echt zijn ingedaald. Van wie is de stad nu eigenlijk? En het is verdraaid moeilijk daarop te antwoorden: van de Amsterdamse wetsgetrouwe burgers.

“De drugsgerelateerde criminaliteit heeft in Amsterdam in vergaande mate vrij spel”. Drugstoerisme. Sterke toename van xtc, cocaïne en amfetamine. Liquidaties. Misdaadjournalisten onder politiebewaking. De Telegraaf kwam dit weekend zelfs met het bericht dat de mocromaffia liquidaties uitvoert voor Iran. Ik kom daar nog op terug.

De plannen van de regering ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteitOnze fractie heeft kennis genomen van de brief van de minister van Justitie en Veiligheid van 11 juli 2018 waarin een pakket aan maatregelen wordt gepresenteerd ter bestrijding van de georganiseerde aan drugs gerelateerde criminaliteit die de samenleving ondermijnt. Onze fractie steunt de robuuste aanpak van het kabinet. Maar – en hier komt de vraag die ik wil stellen – gaan al die maatregelen, al die nieuwe wetgeving wel helpen?

Mijn partij heeft grote zorgen niet alleen over de criminele uitdaging, maar ook over de gedoogcultuur, het gebrek aan de bereidheid tot handhaving bij de overheidsinstellingen. Burgemeesters die openlijk uitspreken bijvoorbeeld een boerkaverbod niet te gaan handhaven omdat het niet past bij de stad ondermijnen het respect voor de wet in zijn algemeenheid. Wil de premier afstand nemen van die gedoogcultuur?

De culturele factorTops en Tromp formuleren dat heel goed tussen de regels door wanneer zij schrijven – ik citeer nu – “Het Nederlandse drugsprobleem is in de kern dat drugs wettelijk verboden zijn in een cultuur van gedogen en meer dan dat. Dit schept een ideaal klimaat voor zelfverrijking door criminele groeperingen op ongehoord grote schaal” (p. 53).

Als dit waar is, mijnheer de voorzitter (en ik denk dat het waar is), dan hebben we daar de kern: een cultuur van gedogen. We hebben niet een probleem met de mocromaffia, we hebben een probleem met onszelf.

Dat is een cultureel probleem. En dat valt nog niet met al het geld van de wereld op te lossen; niet met 100 miljoen, niet met 1000 miljoen.

Politiechef Erik Akerboom legt de vinger op de zere plek: “Zolang er vraag is, is er aanbod”.

Dat brengt mij op de vraag: moet niet die vraag naar illegale drugs harder worden aangepakt? Hebben niet Tops en Tromp gelijk in hun – naar mijn smaak wat “weggestopte” – echte conclusie dat wettelijke verboden in een cultuur van gedogen niet helpen?

Dit, voorzitter, is een probleem dat een veel bredere strekking heeft dan alleen de drugs-gerelateerde georganiseerde criminaliteit. En het is een probleem waar wij, als Eerste Kamer, mee te maken hebben. Wij controleren de wetten, zogezegd, op “handhaafbaarheid”. Maar we zouden ook moeten constateren dat werkelijk gehandhaafd moet worden.

De terroristische uitdaging voor de staatTot zover de criminele uitdaging voor de staat. Een tweede uitdaging (naast de criminele) die voorligt voor de staat, betreft het jihadistisch terrorisme. Ik gebruik hier met opzet de officiële overheidsterminologie. Het wettelijk kader ter bestrijding hiervan is voorhanden. Maar functioneert het ook? Hebben we succes?

Het Jaarverslag van de AIVD over 2018 constateert “een toename van incidenten met een jihadistische, terroristische of radicaalislamitische achtergrond.”

De AIVD  verwijst dan naar Jawed S., de 20-jarige Afghaanse asielzoeker, die via Duitsland (denk aan onze open grenzen!) ons land binnenkwam en op 31 december 2018 twee Amerikaanse toeristen neerstak op het Amsterdamse Centraal Station. Naar eigen zeggen, uit wraak omdat Geert Wilders een cartoonwedstrijd wilde organiseren in de Tweede Kamer. Precies vandaag staat nog een andere Pakistaanse verdachte terecht vanwege bedreigingen richting Wilders voor die cartoons.

    Dat brengt mij op de volgende vragen.

Vindt de minister-president dat we door het opengrenzen beleid van de EU nu weerbaarder of kwetsbaarder geworden voor terroristische aanvallen? Wij denken kwetsbaarder. Graag zijn visie.Is de premier het met mij eens dat door de doorwerking van het Marrakesh immigratiepact Nederland kwetsbaarder zal worden voor mensen als Jawed S. en Junaid I.?Is de premier het ook met mij eens dat door de onzekere situatie in Syrië de gerechtvaardigde vrees bestaat van een uitbraak van ISIS-terroristen?Is de premier het met ons eens dat deze IS-terroristen ongeveer zo’n zelfde wereldbeschouwing hebben als Jawed S. en de Pakistaan Junaid I. die vandaag terecht staat?Is de premier het verder met mij eens dat we de afgelopen twintig jaar (van elf september 2001 tot aan 2019) geen significante vooruitgang hebben geboekt bij het beteugelen van het jihadistisch terrorisme?Vindt de premier ook dat landen als Pakistan waar openlijk de Nederlandse vlag wordt verbrand en waar bedreigingen tegenover de leider van de oppositie in de Tweede Kamer schering en inslag zijn niet op zijn minst ter verantwoording moeten worden geroepen? Waarom is dat nog niet gebeurd? Of hebben we iets gemist op het terrein van de stille diplomatie?Voor het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen en Sociale Zaken lijkt toch ook van belang dat hier een taak ligt voor het Nederlandse onderwijs? Is niet elke uitreizende Syrië-ganger een wandelend bewijs van het falen van ons integratiebeleid? Van ons falende schoolsysteem in de overdracht van democratische waarden? We worden in Amsterdam geconfronteerd met het Cornelius Haga-Lyceum. NRC Handelsblad en Nieuwsuur berichten over Salafistische scholen (“50 onderwijsplekken die salafistisch zijn of er sterk door worden beïnvloed”) waar kinderen wordt geleerd zich af te keren van Nederland (NRC Handelsblad, 10 september 2019).  Die kinderen “krijgen te horen dat mensen met een ander geloof of levensovertuiging de doodstraf verdienen”. Stel je voor! Waarom worden de artikelen 137c en d Sr. (aanzetten tot haat en geweld) hier niet ingezet? Hier hebben we nu eens echte voorbeelden van aanzetten tot haat, discriminatie en geweld op grond van het geloof, of niet-geloof, van een andere groep?Het optreden van de Hofstadgroep uit 2004 is alweer 15 jaar geleden. Maar moeten we niet erkennen dat we te maken hebben met een niet opgelost probleem? Is de premier dat met mij eens? Is de premier het met mij eens dat wanneer de AIVD in 2018 constateert dat de “jihadistische dreiging in West-Europa nog steeds aanwezig is.” (cursivering toegevoegd) het beter zou zijn te zeggen dat in de twintig jaar die sinds 9/11 2001 verstreken zijn de Nederlandse overheid helemaal niet geslaagd is in het onder controle krijgen van deze problematiek? En dat de situatie nu, mede door de internationale migratiebewegingen en het oorlogsgeweld, erger is dan ooit? Dit weekend kwam De Telegraaf met een bericht dat de voortvluchtige crimineel Ridouan Taghi in bescherming zou zijn genomen door Iran. Taghi zou ook Iran hebben geholpen met liquidaties in Europa, ook in Nederland. Zo vloeit de mocromaffia dus over in jihadistisch terrorisme. Zou de regering geen sancties moeten aankondigen tegen de Iraanse staat?

Voorzitter, tot zover heb ik het gehad over de staat, over de monopolistische organisatie van de dwang op het grondgebied van de staat. Een staat die hier faalt, faalt in haar kerntaak.

Is de premier met mij eens dat uit deze voorbeelden blijkt dat we de greep op de staat aan het verliezen zijn?

Daarbij wil ik het laten voor wat betreft de staat. In de Tweede Termijn hoop ik wat vragen te stellen over de rechtsstaat.

De criminele en de terroristische uitdaging voor de rechtsstaatTerroristen en criminelen vormen een uitdaging voor de staat, hebben we vastgesteld, maar ook voor de rechtsstaat.

De moord op de advocaat Derk Wiersum bijvoorbeeld, is ook een uitdaging voor de rechtsstaat. Waarom? Omdat rechtsbijstand door een advocaat essentieel is voor de zelfbeperking van de staat. Wanneer advocaten niet meer bereid, of in staat, zijn kroongetuigen te verdedigen dan verliest de staat vanzelf haar rechtsstatelijke karakter.

Dat mag nooit gebeuren, zeggen we dan in koor. Maar wie raadt zijn eigen dochter of eigen zoon aan deze advocatenklus op zich te nemen als de staat zelf niet bij machte blijkt de criminele uitdaging te weerstaan?

De aanslag van Jawed S. in het Amsterdamse Centraal Station was, net als de moord op Wiersum, óók een aanval op de rechtsstaat.

Waarom? Omdat geweldplegers als S. erin geslaagd zijn zelfs de best beveiligde Nederlander, te weten de heer Wilders, te doen afzien van het organiseren van zijn protestmanifestatie ter verdediging van die vrijheid van kritiek. Mijn vraag: is dat niet vergelijkbaar met de situatie dat geen enkele advocaat meer bereid zou zijn voor een kroongetuige op treden? En zou dit ons, als Eerste Kamer, als hoedster van de rechtsstaat (of vindt u mij nu te theatraal?), niet te denken moeten geven?

We falen niet alleenNu falen we niet alleen. We falen Europees. Misschien wel mondiaal. Denemarken, Frankrijk of de Verenigde Staten van Amerika – ze hebben allemaal geprobeerd het probleem van de aanslag op de vrijheid van expressie door het jihadistisch terrorisme op te lossen. In al deze landen zijn cartoonwedstrijden gehouden (of cartoons gepubliceerd) en overal zijn die afgeblazen omdat de staat niet meer bij machte was de betrokken activisten te beschermen. Maar we moeten ook onder ogen zien, denk ik, dat daarmee artikel 7 van de Nederlandse Grondwet (vrijheid van drukpers) en artikel 10 van het EVRM (vrijheid van expressie) tot een dode letter dreigen te worden. Althans, wel op de punten waarop jihadistische martelaren bereid zijn op te treden. Zij zijn bereid te sterven voor de afschaffing van art. 7 Gw in Nederland. Wij niet voor het behoud daarvan.

Weerbare rechtsstaatIs de premier het met mij eens dat we niet alleen een weerbare staat nodig hebben, maar ook een weerbare rechtsstaat? En als hij dat met mij eens zou zijn (wat ik verwacht), kunnen we dan ook gemeenschappelijke grond vinden ten aanzien van de interpretatie van dat concept “weerbare rechtsstaat”? Laat ik een paar suggesties doen.

Is de premier het met mij eens dat de vrijheid van expressie onder druk staat en de overheid meer in het werk zal moeten stellen om die te verdedigen. De staat dient niet alleen het fysieke territorium van de staat te verdedigen, maar ook het geestelijke erfgoed van een democratie. Daartoe behoort zonder twijfel de vrijheid van expressie.Is de premier het met ons eens dat bij een dergelijke benadering niet goed past dat iemand die de gramschap van jihadistische terroristen over zich heeft afgeroepen ook nog eens door het Openbaar Ministerie wordt vervolgd? Waarom is dat dan gebeurd in de zaak Wilders? Hangt een dergelijk lot ook andere politici boven het hoofd? En waarom is het stiekem gebeurd? De voormalige minister van Justitie beweert dat hij zich niet met de zaak heeft bemoeid, maar dat hebben de ambtenaren van Justitie wel gedaan. Het is hoogst ongemakkelijk dat daarmee op zijn minst de schijn is gewekt van een politiek proces, iets dat in een democratische rechtsstaat niet behoort plaats te vinden.Deelt de premier ook de stelling dat het ironisch is dat bij die aanslag op de vrijheid van expressie nog een nieuwe aanslag gevolgd is door de Europese Commissie die online platforms tot zelfcensuur probeert te bewegen? De Nederlandse regering, in het bijzonder de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft zich aan een implementatie van die plannen gezet in de bestrijding van “desinformatie” of “nepnieuws”. Nu hebben we net voor het reces de informatie gekregen dat onderzoek in opdracht van het ministerie van Biza heeft uitgewezen dat geen buitenlandse desinformatie of nep-actiegroepen zijn gevonden die hebben geprobeerd de Statenververkiezingen of de Europese parlementsverkiezingen van 2019 te beïnvloeden. Dat was wel de verwachting. Moeten we dan niet constateren dat die hele actie rond dat nepnieuws berust op een verkeerde inschatting? Is niet aan het vigerend beleid daarmee de grondslag ontvallen? Inmiddels is die actie tegen desinformatie omgedoopt tot een actie vóór “transparantie”. Maar kan de minister-president uitleggen wat hij daarover verstaat? ThePostonline, De Dagelijkse Standaard en GeenStijl zijn tegen linkse partijen. En daar zijn ze verdraaid transparant in. En de Correspondent en Joop.nl zijn tegen rechtse partijen. Daar zijn ze ook verdraaid transparant in. In die “clash of opinions” moet de regering en ook Brussel toch geen partij kiezen? GeenStijl betitelde onlangs het vooruitzicht van een kabinet Rutte IV als “horror”. Ik mag toch hopen dat de premier daar niet zenuwachtig van wordt. En we hebben toch niet een heel leger aan Brusselse bureaucraten en “fact checkers” nodig om vast te stellen dat het hier om een mening gaat waar ieder zo het zijne van mag denken? In een tijd van toenemende dreiging voor die vrijheid van expressie ervaren wij het als ironisch dat naast het Openbaar Ministerie ook nog eens de Europese Commissie zich opwerpt met pleidooien voor zelfcensuur. In dit geval van de online media. De grens tussen desinformatie en onwelgevallige informatie is flinterdun. Zou de staat en de regering niet juist de vrije uitwisseling van gedachten moeten waarborgen in plaats van bedrijven onder druk zetten beperkende maatregelen te nemen?

Ik zou het bijzonder waarderen, mijnheer de voorzitter, wanneer de premier ook op deze vragen over het functioneren van de Nederlandse rechtsstaat nog zijn licht kon laten schijnen.

Een analyse over verschuiving panelen

SP SP GroenLinks VVD Partij voor de Vrijheid PvdA Beuningen 04-07-2019 15:58

Ik stap ditmaal een keer af van thema´s over Beuningen in mijn column, maar probeer een dialectische analyse te maken van het vraagstuk waarom bijvoorbeeld de SP van 25 zetels in de Tweede Kamer naar nu 14 zetels is gegaan.

Mijn analyse gaat terug naar de tijd vóór onze grootste overwinning, hij gaat terug naar de opkomst van Leefbaar Nederland. Eindelijk was er een geluid dat tegen de gevestigde politiek inging. Niet dat ik het met Fortuyn eens was, maar zijn geluid was tegen de gesettelde orde, tegen het old boys network gedoe en probeerde het ongenoegen en wantrouwen van het electoraat als middel te gebruiken. Dat resulteerde in een forse winst; winst die natuurlijk ook veroorzaakt werd door de moord op de lijsttrekker.

Dus kwam de LPF met een grote groep mensen in de Tweede Kamer. Door veel intern geouwehoer en schandalen was de LPF maar een kort leven beschoren.

De volgende hoop voor Nederland werd de SP. Door hun “tegenpartij” opstelling kreeg de SP het vertrouwen van een grote groep mensen vanuit het electoraat. En volgens mij om dezelfde reden als wat Pim Fortuyn hielp aan zijn zetels: de hoop op verandering, het terugwinnen van vertrouwen en als tegenstelling tegenover partijen als Groen Links en PvdA maar ook de andere partijen die tijdens verkiezingen van alles beloofden, maar na de verkiezingen gewoon doorgingen met list en bedrog.

Omdat Wouter Bos maar vooral Frans Timmermans de SP tijdens de informatiegesprekken Jan Marijnissen en zijn SP buiten vak K wilden houden en het verhaal zo brachten dat Jan zou zijn afgehaakt. Wat later dus niet zo bleek te zijn. Dat blijkt o.a. uit via WikiLeaks uitgelekte Amerikaanse ambtsberichten die in handen zijn van de NOS. Voor SP'er Jan Marijnissen zijn die stukken hét harde bewijs dat de PvdA zijn partij na de verkiezingsoverwinning van 2006 bewust uit de regering probeerde te houden. Toenmalig PvdA-leider Wouter Bos beweerde jaren dat Marijnissen te snel was weggelopen bij de formatie: hij zou geen verantwoordelijkheid willen dragen.

Dus weer was er een tegenstelling gecreëerd en weer was de hoop op een tegengeluid verdwenen. Gevolg: slechtere resultaten voor de SP bij de volgende verkiezingen en ook onrust bij een aantal leden van de SP.

Maar daarmee was de overtuiging bij veel mensen dat het toch echt heel anders moet in Nederland niet weg. De volgende die op die gevoelens inspeelde was een kamerlid van de VVD die voor zichzelf begon: Geert Wilders en zijn PVV. Hij gooide het over de boeg van geloof en ras; geen klassenstrijd maar haat zaaien tegen buitenlanders.

Dat leek een tijdje een succesvolle aanpak, maar inmiddels neemt de aanhang van Wilders snel af. Een nieuwe roeptoeter heeft zich op het toneel gemeld: Baudet met zijn Forum voor Democratie. Ook Baudet speelt in op de onvrede bij een flink deel van de bevolking.

Kortom: het is al tientallen jaren een komen-en-gaan van eendagsvliegen die inspelen op onvrede en hoop dat het beter kan. Maar ik heb nog steeds vertrouwen in de SP. Vooral omdat de SP vasthoudt aan klassenanalyses. In een tijd dat steeds minder mensen een steeds groter deel van geld en macht naar zich toetrekken is klassenanalyse onmisbaar.

Ik geloof nog steeds dat er klassenstrijd zal komen en ik weet dat Jan Marijnissen het niet met me eens is maar, ik geloof in verandering via verelendung.

 

Jos Swartjes

Voorzitter SP Beuningen

Opstelten bemoeide zich tóch met ...

Lijst Smolders Tilburg ( LST ) Lijst Smolders Tilburg ( LST ) VVD Partij voor de Vrijheid Tilburg 22-06-2019 08:25

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

D66 D66 GroenLinks VVD CDA Partij voor de Vrijheid Nederland 17-06-2019 16:01

Speech Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten

Dit weekend speechte fractievoorzitter Rob Jetten op het zomercongres van de Jonge Democraten. Lees hier zijn toespraak over hoe radicale politiek verenigd kan worden met pragmatisme.

Het was een ijskoude zondagochtend in langzaam wegebbende jaar 2018. Ik stapte de auto uit en werd door Amsterdam getrakteerd op een Hollands doorkijkje. Alsof ik in het Rijksmuseum naar een schilderij van Pieter de Hoogh stond te kijken. Een donker steegje, te benauwd voor twee mensen tegelijk. Achter de betonnen poort danste het licht op bescheiden golfjes in de westelijke haven van de hoofdstad. Geduldig wiegende zeilboten moesten met deze temperatuur nog wat langer geduld hebben. Ik dacht aan Jacques Brel—‘dans le port d’Amsterdam’—probeerde de rest van de woorden voor de geest te halen, en neuriede het melodietje voor me uit. Alles om nog even niet te denken aan de snel naderende ontgroening door Jort Kelder in de nieuwe studio van het legendarische actualiteitsprogramma Buitenhof.

Toen ik werd overvallen door de lichtbak van de draaiende camera’s lachte Kelder mij opvallend mild toe. Zo mild, dat ik de ontstane ruimte kon benutten om te vertellen waarom ik nu precies doe wat ik doe. Wie ik ben. En vooral: welke radicale politiek mijn partij voorstaat.  „Ik zie er misschien wat netter uit,” zei ik, “maar ik voel wel dat radicalisme in me.”

Na het weekend kreeg ik twee giechelende medewerkers op bezoek met een cadeau. Een delfts blauw tegeltje met de tekst: ‘zoek de radicaal in jezelf’. Dat tegeltje staat sindsdien op de schouw in mijn werkkamer. Als ik er naar kijk denk ik aan de bron van dat radicale. Dan weet ik weer even waarom ik zei wat ik toen zei. Meer dan eens heb ik het gevoel éérst een Jonge Democraat en dan pas D66’er te zijn.

Nu ik het genoegen krijg terug te zijn op het oude nest, wil ik het met jullie hebben over wat ik zoek in mezelf en in mijn partij. Radicalisme.

Ik heb het dan niet over het radicalisme dat door de AIVD wordt gedefinieerd als “een gevaar voor de democratische rechtsorde”. Ook heb ik het niet over radicalisering onder jongeren, ook al zou het misschien nuttig zijn in dit gezelschap die materie nog eens door te nemen. Dan hadden we wellicht eerder signalen kunnen oppikken over een zekere scheidend JD-voorzitter .

Ik heb het over de radicaal-liberale politieke traditie geboren in de late negentiende eeuw. Een traditie geënt op de vernieuwing van het democratisch parlementair stelsel en het uitbouwen en beschermen van de rechten en vrijheden van het individu in verbondenheid met de gemeenschap.

In Nederland werd deze progressieve herijking voor het klassiek liberalisme belichaamd door de Radicale Bond. D66 kan haar inspiratie via de later opgerichte Vrijzinnig Democratische Bond herleiden naar precies die radicale voedingsbodem. Niet gek dus dat de huidige onderkoning van Nederland, Thom de Graaf, D66 wilde positioneren in wat hij noemde ‘het radicale midden’.

Dezelfde radicale geschiedenis behoort uw roemrijke organisatie toe. Al in 1916 werd in Utrecht besloten tot de oprichting van een organisatie voor vrijzinnige politieke jeugd. De enige serieuze twist was over de naamgeving. ‘Jonge Radicalen’ was lang favoriet, maar de oprichtingsvergadering besloot uiteindelijk tot ‘Jonge Democraten’. Het duurde nog 68 jaar voordat de échte Jonge Democraten opstonden in Café Eik en Linden hier in Amsterdam. Dat was drie jaar voor mijn geboorte.

De oprichting van een politieke jongerenorganisatie kon niet direct op enthousiasme rekenen bij de toch al jonge moederbeweging van Hans van Mierlo. Ten eerste was het formaliseren van partijstructuren fundamenteel in strijd met zijn idee van een Beweging die zichzelf zou opheffen. Ten tweede vond hij het net als iedere partijvoorman verdomd lastig zo’n horzel bij zich in de tent te hebben.

Hij zei, in een vraaggesprek bij het tweede lustrum van de JD: ‘op een onverwacht moment, toen wij even niet keken, zijn jullie tegen onze zin ontstaan’. Het wantrouwen tussen partijleider en jongerentak werd al snel wederzijds. Mijn illustere voorganger Alexander Pechtold kan erover meepraten.

Sinds haar oprichting heeft de JD zich als radicale horzel bewezen. En hoewel zélfs ik na amper een jaar fractievoorzitterschap sympathie kan opbrengen voor Van Mierlo’s standpunt, weet ik als geen ander: dat gehorzel is maar goed ook. Het is zelfs een essentiële voorwaarde voor het succes en het voortbestaan van D66.

Zonder de politieke durf en het inlevingsvermogen van de JD was Paars er niet als vanzelfsprekend gekomen. Zonder Paars zaten we nu nog steeds onder de verstikkende, betuttelende plak van het CDA. Zonder Paars geen waardig levenseinde. En zonder Paars had ik niet in ieder geval de keuze gehad met mijn vriend te trouwen. Ik heb overigens geen plannen om dat ook daadwerkelijk te doen… Geheim tussen ons. Vertel maar niet aan hem.

Zonder de denkkracht van de JD had D66 nooit jongere generaties kunnen redden van de financiële last van de vergrijzing met de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van de vervroegde uittreding. Zonder de inspiratie van de JD had D66 nooit jonge mensen een kans kunnen geven op de huizenmarkt met de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek.

Toegegeven, de JD-motie voor afschaffing van ALLE luchtvaart in Europa was nog wat vergezocht in 1994, maar zonder de druk en steun van jonge mensen was D66 misschien nooit de enige serieuze klimaatpartij van Nederland geworden.

Zonder de schwung van de JD waren wij wellicht niet de enige echte onbeschroomd anti-populistische partij geworden. Het was JD-voorzitter Jan Paternotte die in de campagne voor de Europese grondwet twee weken lang met een caravan achter Geert Wilders. Hij kreeg daarmee net zoveel aandacht voor het pro-Europese verhaal in het NOS-journaal. Tot blinde woede van Wilders, die zich liet verleiden de telefoon te pakken, Hilversum te bellen, en verongelijkt door de hoorn te schreeuwen: ‘Zeg, zijn jullie allemaal lid van D66 daar?!’

Pechtold volgde snel met het moedige, radicaal-vrijzinnige antwoord op Wilders. Pas vijftien jaar later realiseerde VVD-leider Rutte zich dat meelachen met de nationaal-demagogen niet helpt. Maar toen hij direct na het trekken van die conclusie zendtijd opeiste van de publieke omroep voor een debat dat de keuze in het stemhokje vernauwde tot rechts en extreem-rechts, heb ik zelf de neiging moeten onderdrukken om Hilversum te bellen en verongelijkt door de hoorn te blaffen: ‘Zeg, zijn jullie nu allemaal lid van de VVD geworden daar?!’

Het was dezelfde Jan Paternotte die in zijn tijd constateerde dat bij de vakbonden eigenlijk iedereen oud was. In de Sociaal Economische Raad zat niemand van onder de 50. Zo konden jonge mensen natuurlijk niet vertegenwoordigd worden. En dus vond hij steeds nieuwe manieren om de discussie los te wrikken. De bezetting van het FNV gebouw in Sloterdijk liep nog wat stroef. Maar daarna kwam de machine op gang. Lodewijk de Waal werd uitgeroepen tot de irritantste man van Nederland. Jan poseerde voor de krant met een babyboomer op zijn rug. De last van het verleden goed in beeld gebracht.

En snel daarna ging de JD, in samenwerking met het CDJA, naar de SER om te eisen dat de toekomst aan tafel kwam zitten. Onder toeziend oog van de politie en de vaderlandse pers werd de oude stoel van Abraham Kuyper door JD’ers en CDJA’ers het gebouw in gedragen als jongerenzetel. De discussie barstte toen eindelijk los. Experts gaven de JD gelijk. En de CNV besloot in haar SER-delegatie dan eindelijk een jongerenvertegenwoordiger mee te nemen. En, dames en heren, wie was dat? Jawel, de oud-snuffelstagiair van Alexander Pechtold, Jesse Klaver. Zonder de JD dus geen kloeke carrièrestart voor Jesse Klaver.

En dan nog even dit: de politieke actualiteit maakt dat ik hier vandaag ben in grote dankbaarheid. Want zonder het wikken, wegen, uitdenken, doorzetten en doordrukken van de Jonge Democraten had onze minister Koolmees nooit zijn meest indrukwekkende prestatie van zijn carrière kunnen leveren. Een opluchting, een doorbraak en een overwinning voor jonge mensen in het hele land: de grootste pensioenhervorming ooit!

Verantwoordelijkheid van traditie

De traditie waarin die hervorming tot stand kon komen, de JD-traditie van voorlopen en van vurig en radicaal agenderen is het waard te laten leven.

Toen ik bij de JD rondliep—dat was zo ongeveer in het prehistorisch tijdperk—deden we ook voorstellen die nu steeds vaker terugkeren in politieke debat.

De legalisering van soft en harddrugs. De veilige en vrije omgang met prostitutie. Thema’s waar politici in Den Haag zich liever niet aan branden.

Nu loop ik daar zelf rond. En ik zie dezelfde bekrompenheid om me heen. Maar niet bij onze eigen partij. Want welke koers D66 ook vaart, of we nu wel of niet in een kabinet zitten, wij staan altijd open voor discussies met de JD.

Niet omdat het zo leuk is. Als ik alleen maar leuke dingen zou willen doen zou ik de hele dag poppetjes tekenen op de posters van Forum voor Democratie. Nee we doen het omdat onze partij anders allang haar bestaansrecht was verloren. Als we niet al die taboes hadden doorbroken en al die hervormingen hadden doorgevoerd die hun oorsprong vonden op JD-congressen als deze waren we weg geweest. Electoraal weggevaagd. Irrelevant en onherkenbaar.

Tegenwoordig is de reactionaire kant van het politieke spectrum behoorlijk bedrijvig in het slechten van taboes.  Daar wordt het IQ van mensen langs een ethnische meetlat gelegd. Daar wordt het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw een paar tandjes teruggeschroefd.

Als er dus ooit een reden is geweest vrijzinnige taboes af te stoffen is het de populariteit van radicaliserend rechts. Daarom ben ik hier vandaag. Om samen met jullie de strijdbijl op te pakken. Om jullie te zeggen dat ik altijd zal kiezen voor de jonge radicalen in deze zaal die taboes willen doorbreken.

Maar daarbij moet me nog wel iets van het hart. Als JD-voorzitter heb ik het zelf ook allemaal niet perfect gedaan. Als ik terug kon gaan in de tijd had ik heel veel anders gedaan. Ik had beter mijn best gedaan om ervoor te zorgen dat deze zaal een echte afspiegeling zou zijn van de samenleving. Minder speeltuin voor hoogopgeleiden, meer kweekvijver voor alle soorten vrijzinnige radicalen van goede wil.

We horen straks wie de nieuwe voorzitter wordt. Ik zou hem of haar willen vragen goed te maken wat ik niet adequaat heb gedaan. De NRC omschreef onze club in de jaren negentig als ‘een gemêleerd gezelschap, van leren jacks tot parelkettinkjes, jasjes-dasjes en vlotte sweaters.’ Als de krant weer een profiel maakt in de jaren twintig van deze eeuw, dan hoop ik op een gemêleerd gezelschap, van hoofddoekjes tot hotpants, jasjes-dasjes en boerenoveralls.

En dan nog iets. Ik snap dat de realiteit van de politiek soms lastig is. De compromissen. Het meel in de mond. De langzame voortgang. Wat dat betreft is het een bevrijding hier zonder beperking te kunnen filosoferen. Maar politiek is geen spel of vertier, zelfs niet in deze vrijblijvende omstandigheden. Wat je hier agendeert zegt iets over de essentie van de vereniging. De standpunten die je hier verkondigt zijn niet vrijblijvend. Ook niet als die gaan over kinderporno of kindereuthanasie.

Het is misschien hier ook verleidelijk om politicusje te spelen. Maar het heeft geen zin. Het draagt niets bij. Jullie hebben de kans Van Mierlo ongelijk te geven. Pak je rol. Werk geduldig aan voorstellen die geesten uit flessen rukken, revoluties ontketenen voordat die uitbreken, de macht verbeelden en een spiegel voorhouden.

Ik zie de rol van de Jonge Democraten als radicale aanjager, als maker van de toekomst. De volgende verkiezingen zijn alweer bijna over twee jaar. En dus vraag ik jullie: ga met andere organisaties in gesprek. Geef opvolging aan het duurzaamheidsmanifest dat jullie samen met negen andere politieke jongerenorganisaties sloten. Denk na over de volgende formatie. Wat moet er in het coalitieakkoord staan? Hoe ziet een akkoord eruit #voordetoekomst? Mensen moeten het kunnen inbeelden voordat ze ermee instemmen. Dat vergt de inspanning van jonge radicalen, creatieve denkers, grootaandeelhouders in de toekomst.

En vergeet daarbij dan ook niet te praten met radicaal-andersdenkenden. Jonge JFVD’ers. Jullie leeftijdsgenoten kunnen makkelijk nog worden gered uit de klauwen van de boreale uil.

De verantwoordelijkheid van traditie II

Voor D66 zijn de afgelopen twee jaar vaak een oefening in geduld geweest. Een constante onderhandeling met andersdenkenden om onze radicale voorstellen dichterbij te brengen. Wij leven met religieuze toewijding bij het refrein van het lustrumlied van de JD uit 1994: ‘pragmatisch en heel radicaal’. Voor ons gaat radicalisme hand in hand met gematigd handelen.

Ik weet dat dat vaak tot onbegrip heeft geleid, zeker ook in dit gezelschap. We hadden veel dingen liever anders gezien, ik ben de eerste om dat toe te geven. Het intrekken van het raadgevend referendum zonder duidelijk alternatief. De dividendbelasting. Maar denk je eens in. Een pro-Europees klimaatkabinet dat haar grootste investering doet in het onderwijs. Is dat niet precies wat we willen, democraten jong en oud? Is dat niet een ongelofelijke prestatie in een land met een meerderheid aan rechtse en extreemrechtse zetels?

Ik knok er iedere dag met mijn collega’s keihard voor, want voor niets gaat de zon op. Als het lukt in de komende weken na het succes van een Pensioenakkoord ook een Klimaatakkoord te sluiten dan hebben wij onze anderhalf miljoen kiezers kunnen geven waar ze om vroegen en wat zij verdienen: verandering en vooruitgang.

Bovenal is onze kabinetsdeelname het waard omdat deze ongewone samenwerking de laatste hoop is voor het samenwerkende midden. Omdat regeren, ook in deze samenstelling, ons radicalisme met ons pragmatisme verknoopt.

Partijen en mensen die tot elkaar komen en niet blijven steken in het dienen van één enkel belang. Consensuspolitiek. Dat is stroperig, soms zelfs vuil en vunzig, maar een stuk succesvoller recept voor stabiel en progressief bestuur dan het winner-takes-all geharrewar in de Angelsaksische wereld.

De beslissing om na onze historische zetelwinst in 2017 wel aan tafel te gaan zitten wordt ook ingegeven door de harde realiteit van de Tweede Kamer. Nederland heeft een conservatieve meerderheid. Dankzij de dysfunctionele zetels van de nationaal-populisten konden wij progressief beleid maken met partijen die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben. Daar hadden we graag hulp bij gehad van andere partijen, maar die waren te bang om moeilijke concessies te doen.

Wie komt bij de volgende ronde wel serieus aan tafel zitten? Ik maak me zorgen. Forum heeft op rechts wel al gezegd te willen regeren. De VVD en het CDA willen best hun ziel verkopen. Luister naar Hugo de Jonge als hij zegt dat samenwerking met de PVV best mogelijk is. En neem hem daarin serieus. Luister naar Klaas Dijkhoff die samenwerking met Forum niet uitsluit. En neem hem daarin serieus. Een herhaling van het on-Nederlandse rampkabinet Rutte-I is een serieus gevaar.

Wat gaan wij progressieven daartegenover stellen? Loopt GroenLinks na twee keer nog een derde keer weg? D66 zal het progressieve motorblok bij elkaar proberen te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van onze radicaal-pragmatische traditie. Dat is wie wij zijn.

We doen dit op voorwaarde dat de progressieve democratische politiek niet steunt op blinde loyaliteit of identiteit. Dan zijn we geen haar beter dan de PVV. Wij bedrijven ideeënpolitiek. Niet vanuit de tijdloze starheid van ideologie, maar steunend op een analyse van de wereld zoals die is in het hier en nu.

Het gaat uitstekend met Nederland, maar de afgelopen decennia zijn ook nieuwe muren ontstaan in onze samenleving.

Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid.

Tussen mensen met wortels in Nederland en mensen met wortels elders.

En tussen mensen met macht en mensen zonder macht.

Als ik vandaag iets van jullie wil vragen is het dit: help ons de sloophamer op te pakken! Wat vinden jullie? Wat moeten we doen? Welke oplossingen zijn rechtvaardig voor jonge mensen? Ik sluit niet uit dat we het af en toe oneens zullen zijn. En ik waarschuw maar alvast dat het JD-kroonjuweel van de opheffing van het verbod op openbaar dronkenschap, kan moeilijk het antwoord op alles zijn.

De taak voor radicalen, jong en oud, is om de rustige vijver van de politiek in beweging brengen. Roeren in stilstaand water.

Ik kan niet voor jullie bepalen wat radicaal is. Radicalisme wordt op verschillende golflengten uitgezonden. Is het de verhoging van de vermogensbelasting? De afschaffing van privé-onderwijs? Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien?

Ik weet wel: dat jullie hier zijn is een radicale daad op zich. Leg maar eens uit in de bus waarin jullie hiernaartoe gekomen zijn dat meer dan tweehonderd jonge mensen hier in een oververhitte kerk in Amsterdam een weekend lang debatteren over de vrijzinnige politiek.

En als JD’er én D66’er weet ik zeker: jullie slaan de golven waar D66 op surft. Of die vrijzinnige golf ooit tegen de deur van het Torentje aan zal slaan is voor een belangrijk deel afhankelijk van jullie enthousiasme en van onze samenwerking.

Het kan als wij het willen. Zoek de radicaal in jezelf!

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

De teerling is verworpen​​​​​​​​ ...

Partij voor Ouderen en Veiligheid Partij voor Ouderen en Veiligheid VVD Partij voor de Vrijheid Zaanstad 14-06-2019 06:00

De teerling is verworpen​​​​​​​​ Tijdens de verkiezingen profileerde de VVD zich als een club doeners. Leiders van de toekomst. Wat is goed leiderschap? De VVD zit in zwaar weer. Het blijkt dat de inmenging van minister Opstelten (VVD) in de vervolging van Geert Wilders (PVV) naar aanleiding van de minder Marokkanen uitspraak expliciet ten doel had Wilders politiek kalt te stellen. Omdat Wilders wel erg voor de voeten van de VVD liep. Bij de VVD vinden ze dat waarschijnlijk goed leiderschap. Vaarwel rechtstaat. Ja, ik vind de uitspraak van Wilders onsmakelijk. Hij gaat over zijn eigen mening. En daar kun je dan in een rechtstaat over discuzeuren. Nou ja, sinds de VVD aan de macht is kunnen we dus spreken van een voormalig rechtstaat. Inmiddels is Thierry Baudet (FVD) een nieuwe politicus die Rutte (VVD) erg voor de voeten loopt. Ook de publieke omroep zit in zwaar weer, dus erg veel animo om het door Rutte gewiste appje rond dividend-gate aan te kaarten is er niet. Gaat u rustig slapen. In Zaanstad is het niet veel beter. Vorige week schreef ik één keer iets aardigs over Hans Krieger (VVD) en meteen ligt de VVD rollebollend over straat! In de media maken ze elkaar uit voor rotte vis. Ja, hallo! Dat is de bedoeling niet! Het afzeiken van lokale politici is mijn taak. Ik roep de VVD dan ook op om zich te houden aan een minimale etiquette. Want zo vind ik er niets meer aan. Deze week is fractievoorzitter Marianne de Boer (Voorheen VVD) plotseling aan de kant geschoven. Het blijkt dat het al lange tijd niet boterde tussen de verschillende leden van de VVD fractie. Het gerucht gaat dat de Boer principes heeft. Volgens mij heb je dan inderdaad niets te zoeken bij de VVD. Het vervolg laat zich raden. Marianne de Boer moet zo zwart mogelijk gemaakt worden. En ik verwacht de goedlachse Gerard Ram (VVD) binnenkort zwaaiend met een fout ingevuld declaratieformulier of iets dergelijks. Ik hoop oprecht dat de Boer daar de bips mee af veegt. Want sinds haar aanstelling als raadslid neemt haar invloed op de lokale politiek plotseling enorm toe. Deze dissident kan één stem voor de coalitie veranderen in een stem tegen. En dan wordt het wel een hele krappe meerderheid om te regeren. Het is voor de VVD te hopen dat er niet nog een dissident rondloopt in eigen gelederen. En dat is Zaanstad ten voeten uit. Een coalitie die vooral zijn eigen oppositie creëert. Een goed voorbeeld daarvan is volgens mij het ontstaan van DZ, waarbij het nog niet zo lang gelden overleden raadslid dhr. Molenaar (DZ) zich niet kon vinden in het handelen van zijn voormalige partij (ZOG) die deelnam aan het college. Bij de VVD zal ongeveer hetzelfde aan de hand zijn. De waarheid wordt verdraait tot niemand in de partij zich er nog in herkent. Behalve de eigen wethouders. Omdat alleen de halve waarheid van de wethouder nog past op het gemeente apparaat, worden al die andere mogelijkheden die wel werken terzijde geschoven. En uiteindelijk is iedereen verliezer als de VVD uit elkaar valt. Het is toch handig als de stad een beetje bestuurd wordt zo nu en dan. Maar het kan natuurlijk nog veel erger. Gelukkig is er in Zaanstad geen wethouder die zich door zijn nieuwe salaris het hoofd op hol laat brengen, omdat zijn salaris daarvoor nog geen kwart was van het huidige. Om zich vervolgens in een hypotheek van laten we zeggen 6 ton voor de toekomst afhankelijk te maken van het wethoudersalaris en op die manier ten koste van alles genoodzaakt is de wethouderfunctie vast te houden. Want zulk volk moet je natuurlijk meteen met pek en veren de stad uit trappen. Dat is geen goed leiderschap. En gelukkig zijn we geen artikel 12 gemeente. Want ook dat is geen goed leiderschap. Goed leiderschap is volgens mij vooral de waarheid niet in de weg lopen. Mike Umas

De teerling is verworpen​​​​​​​​ ...

Partij voor Ouderen en Veiligheid Partij voor Ouderen en Veiligheid VVD Partij voor de Vrijheid Wormerland 14-06-2019 06:00

De teerling is verworpen​​​​​​​​ Tijdens de verkiezingen profileerde de VVD zich als een club doeners. Leiders van de toekomst. Wat is goed leiderschap? De VVD zit in zwaar weer. Het blijkt dat de inmenging van minister Opstelten (VVD) in de vervolging van Geert Wilders (PVV) naar aanleiding van de minder Marokkanen uitspraak expliciet ten doel had Wilders politiek kalt te stellen. Omdat Wilders wel erg voor de voeten van de VVD liep. Bij de VVD vinden ze dat waarschijnlijk goed leiderschap. Vaarwel rechtstaat. Ja, ik vind de uitspraak van Wilders onsmakelijk. Hij gaat over zijn eigen mening. En daar kun je dan in een rechtstaat over discuzeuren. Nou ja, sinds de VVD aan de macht is kunnen we dus spreken van een voormalig rechtstaat. Inmiddels is Thierry Baudet (FVD) een nieuwe politicus die Rutte (VVD) erg voor de voeten loopt. Ook de publieke omroep zit in zwaar weer, dus erg veel animo om het door Rutte gewiste appje rond dividend-gate aan te kaarten is er niet. Gaat u rustig slapen. In Zaanstad is het niet veel beter. Vorige week schreef ik één keer iets aardigs over Hans Krieger (VVD) en meteen ligt de VVD rollebollend over straat! In de media maken ze elkaar uit voor rotte vis. Ja, hallo! Dat is de bedoeling niet! Het afzeiken van lokale politici is mijn taak. Ik roep de VVD dan ook op om zich te houden aan een minimale etiquette. Want zo vind ik er niets meer aan. Deze week is fractievoorzitter Marianne de Boer (Voorheen VVD) plotseling aan de kant geschoven. Het blijkt dat het al lange tijd niet boterde tussen de verschillende leden van de VVD fractie. Het gerucht gaat dat de Boer principes heeft. Volgens mij heb je dan inderdaad niets te zoeken bij de VVD. Het vervolg laat zich raden. Marianne de Boer moet zo zwart mogelijk gemaakt worden. En ik verwacht de goedlachse Gerard Ram (VVD) binnenkort zwaaiend met een fout ingevuld declaratieformulier of iets dergelijks. Ik hoop oprecht dat de Boer daar de bips mee af veegt. Want sinds haar aanstelling als raadslid neemt haar invloed op de lokale politiek plotseling enorm toe. Deze dissident kan één stem voor de coalitie veranderen in een stem tegen. En dan wordt het wel een hele krappe meerderheid om te regeren. Het is voor de VVD te hopen dat er niet nog een dissident rondloopt in eigen gelederen. En dat is Zaanstad ten voeten uit. Een coalitie die vooral zijn eigen oppositie creëert. Een goed voorbeeld daarvan is volgens mij het ontstaan van DZ, waarbij het nog niet zo lang gelden overleden raadslid dhr. Molenaar (DZ) zich niet kon vinden in het handelen van zijn voormalige partij (ZOG) die deelnam aan het college. Bij de VVD zal ongeveer hetzelfde aan de hand zijn. De waarheid wordt verdraait tot niemand in de partij zich er nog in herkent. Behalve de eigen wethouders. Omdat alleen de halve waarheid van de wethouder nog past op het gemeente apparaat, worden al die andere mogelijkheden die wel werken terzijde geschoven. En uiteindelijk is iedereen verliezer als de VVD uit elkaar valt. Het is toch handig als de stad een beetje bestuurd wordt zo nu en dan. Maar het kan natuurlijk nog veel erger. Gelukkig is er in Zaanstad geen wethouder die zich door zijn nieuwe salaris het hoofd op hol laat brengen, omdat zijn salaris daarvoor nog geen kwart was van het huidige. Om zich vervolgens in een hypotheek van laten we zeggen 6 ton voor de toekomst afhankelijk te maken van het wethoudersalaris en op die manier ten koste van alles genoodzaakt is de wethouderfunctie vast te houden. Want zulk volk moet je natuurlijk meteen met pek en veren de stad uit trappen. Dat is geen goed leiderschap. En gelukkig zijn we geen artikel 12 gemeente. Want ook dat is geen goed leiderschap. Goed leiderschap is volgens mij vooral de waarheid niet in de weg lopen. Mike Umas

Vervolg op bevel - Geen steun parlementaire enquete

PVV PVV VVD Partij voor de Vrijheid Nederland 12-06-2019 07:32

’Bewijs voor politieke druk vervolging Wilders’

Het verdedigingsteam van Geert Wilders zegt meer bewijs in handen te hebben gekregen dat tot op het hoogste politieke niveau invloed is uitgeoefend om de PVV-leider voor de strafrechter te krijgen, en dat het Openbaar Ministerie daarover heeft gelogen.

Advocaat Geert-Jan Knoops bevestigt desgevraagd dat het er alle schijn van heeft „dat men al in 2011 bezig was om een nieuwe aanleiding te zoeken om Wilders te laten struikelen.” De PVV-leider was in juni 2011 net vrijgesproken van groepsbelediging en aanzetten tot haat en discriminatie van allochtonen in onder meer zijn film Fitna.

Die nieuwe aanleiding kwam er pas in 2014, toen Wilders zijn gewraakte ’Minder Marokkanen’-uitspraak deed tijdens een verkiezingsbijeenkomst van zijn partij. Het OM ging tot vervolging over, maar zou die beslissing hebben genomen onder druk van toenmalig minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

Dat zegt een tot nu toe onbekende ex-ambtenaar die in 2011 werkzaam was bij het departement Veiligheid en Justitie. De ambtenaar verklaart dat hij destijds een gesprek opving tussen minister Opstelten en de toenmalig secretaris-generaal van het ministerie, Joris Demmink.

Opstelten zei volgens de ambtenaar letterlijk dat het OM Wilders moest vervolgen „omdat hij ons te veel voor de voeten loopt.” Demmink kreeg die instructie omdat hij de minister zou vervangen tijdens een overleg met het college van procureurs-generaal, de landelijke leiding van het OM.

De ambtenaar liet zijn verklaring vastleggen en zijn identiteit controleren door een notaris, nadat hij begin dit jaar las over de mogelijke aanwijzing om Wilders te vervolgen. Tot dan toe hield hij zijn kennis voor zich. Nu zegt hij „een bijdrage te willen leveren aan de waarheidsvinding.”

Hij zegt „absoluut anoniem” te willen blijven „omdat ik vrees voor represailles van de tegenstanders van het gedachtegoed van de heer Wilders.” Ook zegt de ambtenaar er niet op te vertrouwen dat zijn anonimiteit bij het OM is gewaarborgd. „Er gaat te veel mis bij het OM.” Volgens Knoops is hij wel bereid om zijn identiteit te onthullen tegenover het hof, en vragen te beantwoorden.

Geert Wilders noemt het „schokkend om te zien dat een oud-ambtenaar verklaart dat ik vervolgd moest worden omdat ik mensen ’te veel voor de voeten zou lopen’.” Volgens hem is het duidelijk dat sprake is „van een honderd procent politieke vervolging. Het proces moet ophouden en de prullenbak in.”

Misleid

Het hoger beroep in de Minder Marokkanenzaak begint over twee weken, op 25 juni. Eind 2016 werd Wilders door de rechtbank Den Haag veroordeeld voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie, zonder oplegging van straf.

Wilders stelde al eerder dat justitie de rechters had misleid door niet te melden dat er tussen de destijds hoogste baas van het Openbaar Ministerie Herman Bolhaar en toenmalig minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten overleg was geweest over de vervolging. Hij vond dat het OM daarmee het recht op vervolging verspeelde.

Het hof ging daar vooralsnog niet in mee, maar besloot in januari 2019 wel dat Opstelten en Bolhaar als getuigen over de vermeende beïnvloeding moesten worden gehoord. Hetzelfde gold voor Pieter Cloo, voormalig secretaris-generaal en Gerard Roes, toenmalig directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving.

Volgens de verdediging bleek tijdens de besloten verhoren bij de raadsheer-commissaris dat de vier getuigen beschikten over een geheim ambtsbericht van september 2014, waarin het Openbaar Ministerie aan minister Opstelten uitlegt waarom het Wilders wilde vervolgen, en het commentaar van hoge ambtenaren daarop. Dat geheime ambtsbericht is de verdediging tot nu toe onthouden. Knoops: „Wellicht omdat daaruit kan blijken dat het voornemen al sinds 2011 bestond.”

De getuigen bleken het geheime document – ongevraagd – toegestuurd te hebben gekregen van Martin Bruinsma, hoofd van het bureau van de secretaris-generaal. De verdediging wil Bruinsma als getuige op de zitting horen om te weten te komen in wiens opdracht hij handelde.

Ook wil de verdediging de ambtenaar als getuige horen die het verslag maakte van een gesprek tussen Opstelten en Bolhaar over de aangiften die tegen Wilders waren gedaan. Dat bleken er uiteindelijk 6474 te zijn. Dat gesprek had plaats in april 2014, drie weken na de Minder Marokkanen-uitspraken.

Volgens Knoops vormen het sterke aanwijzingen dat er wel degelijk politieke invloed is uitgeoefend om de PVV-leider te vervolgen. „We hoeven dat als verdediging niet te bewijzen, alleen aannemelijk te maken. De stelling dat er geen sprake is geweest van beïnvloeding kan het OM mijns inziens niet meer staande houden.”

De advocaat geeft toe dat de wens van de oud-ambtenaar om anoniem te blijven lastig is. „Maar niet onoverkomelijk. Het OM komt geregeld met anonieme getuigen.” De ambtenaar is wel bereid om vragen van het hof te beantwoorden, zegt Knoops.

Reactie Opstelten

„Ik heb daar geen herinneringen aan”, laat oud-minister Opstelten weten aan De Telegraaf in reactie op de ontwikkeling in de zaak tegen PVV-leider Geert Wilders. „Daar is een onderzoek naar geweest en daar wil ik naar verwijzen.” De voormalige VVD-bewindspersoon wil er verder niets over kwijt op dit moment: „Het is onder de rechter.”

Het onderzoek waar Opstelten naar verwijst gaat over een onderzoek dat huidig justitieminister Grapperhaus heeft laten uitvoeren na Kamervragen van Wilders in 2018. Uit dat onderzoek zou geen bemoeienis zijn gebleken. Onlangs heeft Wilders opnieuw gevraagd aan Grapperhaus of er politieke bemoeienis is geweest.

„Uit onderzoek in de mij ter beschikking staande documenten en bij navraag van de toenmalige betrokkenen is niet gebleken van een (formele) aanwijzing van de toenmalig minister van Veiligheid en Justitie noch anderszins van een verzoek tot vervolging van de heer Wilders”, reageerde Grapperhaus vrijdag op de nieuwe Kamervragen. Volgens advocaat Knoops geeft Grapperhaus nu voor het eerst wel toe dat er in 2014 meerdere gesprekken hebben plaatsgehad tussen de minister en de top van het OM over de vervolging van Wilders. ,,Dat werd tot nu toe steeds ontkend.”

Lees het artikel op de website van de Telegraaf.

Zie je content die volgens jou niet op deze site hoort? Check onze disclaimer.