Poliflw

Afgelopen woensdag debatteerde de Arnhemse gemeenteraad over lokale maatregelen vanwege de coronacrisis. D66 legde in dit debat de nadruk op het tegengaan van onderwijsachterstanden. Als de leerkracht dat nodig vindt, dan moet een kosteloze zomerschool of extra ondersteuning gedurende het schooljaar voor Arnhemse leerlingen beschikbaar zijn. De gemeente moet dit mogelijk maken, zonder de werkdruk voor onderwijsprofessionals verder te vergroten.

Waar het coronavirus eerst wel ‘de grote gelijkmaker’ werd genoemd, was al snel duidelijk dat het virus veel meer impact heeft voor kwetsbare groepen in de samenleving. Leerlingen zonder goede leermogelijkheden thuis, met ouders die geen of weinig Nederlands spreken of die opgroeien in armoede, hebben een grotere kans om in de huidige tijden een onderwijsachterstand op te lopen. Ook het college van B&W erkende in antwoord op vragen van D66 de risico’s: “Veel leerlingen zullen een onderwijsachterstand oplopen en het klopt dat kinderen die al een taal- of onderwijsachterstand hadden, een nog grotere achterstand zullen oplopen.” D66 vindt het mede de verantwoordelijkheid van de gemeente om deze onderwijsachterstanden tot een minimum te beperken.

Niet voor iedere leerling zal een zomerschool de beste oplossing zijn. “Sommige leerlingen zullen de draad snel weer oppakken. Maar er zijn leerlingen voor wie een vakantie al lastig te overbruggen is en die nu flink moeite zullen hebben om weer mee te komen,” aldus raadslid Mattijs Loor, “De leerkracht zal per kind moeten kijken hoe achterstanden het beste aangepakt kunnen worden.” In de motie die afgelopen woensdag werd besproken, worden in ieder geval twee mogelijkheden genoemd. Al jaren kent Arnhem succesvolle zomerscholen. Die zouden extra aanbod kunnen bieden, daarbij gefaciliteerd door de gemeente. Daarnaast kan de gemeente samen met schoolbesturen tijdens het reguliere schooljaar extra ondersteuning mogelijk maken. Mattijs Loor: “Dit mag echter niet tot extra werkdruk voor de leerkrachten leiden. We zullen in die gevallen echt extra hulp moeten organiseren, zodat ook nu Arnhemse kinderen optimale kansen krijgen in het onderwijs.”

Over de motie van D66 en SP wordt op woensdag 29 april tijdens de digitale raadsvergadering gestemd. CDA, ChristenUnie en Partij voor de Dieren hebben al aangegeven de motie te willen ondersteunen.

Na gewerkt te hebben als fysiotherapeut doet Malcolm Jones nu de master Management, Policy Analysis and Entrepreneurship in the Health and Life Sciences aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2019 verhuisde hij naar Leiden, waar hij lid werd van de Partij voor de Dieren. Mede door zijn studie is zijn politieke interesse verder aangewakkerd en heeft hij besloten actief te worden binnen de partij. Malcolm is op 22 april 2020 beëdigd als duo-raadslid voor de commissie Onderwijs en Samenleving. Malcolm: "Zoals Alice Walker zei: ‘De dieren van de wereld bestaan om hun eigen redenen. Ze zijn niet voor mensen gemaakt, net zomin als zwarte mensen voor witte mensen gemaakt zijn, of vrouwen voor mannen’. Als voorstander van gelijkheid sta ik volledig achter de idealen van de Partij voor de Dieren. Het lijkt erop dat wij vergeten zijn dat we niet zonder de natuur en de dieren kunnen. Dit bewustzijn trekt mij erg naar het ecocentraal denkbeeld van de Partij voor de Dieren. Als duo raadslid in Leiden wil ik bereiken dat deze bredere visie ook in het onderwijs en de samenleving van Leiden tot uiting komt.”

Woensdag 11 maart viert Johnas van Lammeren zijn tienjarig jubileum tijdens de vergadering van de gemeenteraad. Op 11 maart 2010 werd fractievoorzitter Van Lammeren geïnstalleerd in de raad als eerste raadslid voor de Partij voor de Dieren in Amsterdam. In deze tien jaar werden vele vernieuwende ideeën aangenomen, zoals de Ja Ja-sticker, de minima-regeling voor dierenartskosten, de eerste ballonvrije gemeente en het verbod op consumentenvuurwerk. Ook werd het raadswerk intensiever. Johnas van Lammeren roept de minister van Binnenlandse Zaken op om van het raadswerk in grote steden een fulltime functie te maken. Beste raadslid van Nederland Het succes van de eenmansfractie van de Partij voor de Dieren bleef niet onopgemerkt: in 2018 werd Van Lammeren gekozen tot beste raadslid van Nederland. De Partij voor de Dieren is een voorloper in de raad op het gebied van dierenwelzijn, natuur en milieu: een vuurwerkverbod, betaalde plastic tasjes of een verplichte vergunning voor evenementen met dieren. Veel van deze ideeën werden later landelijk uitgerold. Ook boekte de Partij voor de Dieren zetelwinst: in 2018 verdrievoudigde de Partij voor de Dieren het aantal zetels in de raad. Raadsleden Anke Bakker en Jennifer Bloemberg-Issa werden gekozen in de raad. Bij de verkiezingen in 2019 werd de Partij voor de Dieren bij meerdere stembureaus één van de grootste partijen. Dierenwelzijn op de kaart De Partij voor de Dieren is aanjager van dierenwelzijn in Amsterdam. Zo subsidieert de gemeente geen evenementen meer waar bont wordt gebruikt, zoals Amsterdam Fashion Week. Ook komt er een verbod op de verkoop van levende krabben en kreeften op markten, zijn paardenkoetsen binnenkort niet meer toegestaan, mogen huisdieren mee naar de opvang in een Blijf-van-mijn-lijf-huis en is de catering van de gemeente Amsterdam standaard vegetarisch. Ook bewaakt de Partij voor de Dieren de natuur, biodiversiteit en de bomen in de stad. Raadwerk moet fulltime functie worden In de afgelopen tien jaar is het raadswerk intensiever geworden. Johnas van Lammeren: “Raadsleden doen hun raadswerk in deeltijd naast een andere baan. Dat doen we met veel plezier en inzet. Ik voorzie echter dat het systeem van parttime raadslidmaatschap in de toekomst niet meer houdbaar is. De druk op de gemeenteraad is flink toegenomen door decentralisatie van taken naar de gemeente én vraagstukken zijn complexer geworden door een stijgend inwoneraantal en druk op de openbare ruimte. Voor de controlerende taak van de gemeenteraad in de grote steden zou het raadslidmaatschap fulltime gewaardeerd moeten worden. Ik roep de minister van Binnenlandse Zaken daartoe op.”

Vandaag presenteren verschillende partijen een inspiratienota toegankelijkheid aan wethouder Kavita Parbhudayal, coördinerend wethouder toegankelijkheid. In de nota, van onder andere CDA, D66, ChristenUnie/SGP, PvdA, GroenLinks, NIDA, Partij voor de Dieren en de Haagse Stadspartij, staan vele actiepunten voor de gemeente om Den Haag voor iedereen toegankelijk te maken. De minister van Gehandicaptenzaken, Rick Brink, was ook aanwezig om zo de overhandiging van het document kracht bij te zetten. Minister van GehandicaptenzakenRick Brink, die vorig jaar tijdens een liveshow op NPO1 door het publiek werd verkozen tot de eerste Minister van Gehandicaptenzaken, is blij met de aandacht van de raadsleden. “De partijen pleiten ervoor dat de gemeente voortaan bij al haar plannen uitgaat van ‘toegang en bruikbaarheid voor iedereen’ in plaats van ‘toegang en bruikbaarheid voor de gemiddelde gebruiker’. Op deze wijze wordt er niemand meer onnodig beperkt in zijn of haar zelfstandigheid en mobiliteit”. Raadsleden voor toegankelijkheid “We zijn heel blij dat er een coördinerend wethouder toegankelijkheid is”, Astrid Frey (CDA). “De vraag bij alle Haagse plannen moet zijn ‘heeft iemand met een beperking daar toegang toe?” “Toegankelijkheid voor iedereen, dat is de nieuwe norm!” zegt Marieke van Doorn (D66). “We gaan vóóraf ervaringsdeskundigen betrekken bij bijvoorbeeld bouwprojecten, de herinrichting van straten en grote evenementen. En niet pas nadat alle plannen al af zijn en het eigenlijk te laat is”. Erlijn Wenink (GroenLinks): “Inclusie voor mensen met een beperking is geen gunst, maar een recht. Er ligt een glashelder VN-verdrag. Den Haag is nu zelf beperkt en moet rigoureuze stappen zetten richting een echt toegankelijke stad.” Janneke Holman (PvdA): "Het belangrijkste is dat toegankelijkheid wordt meegenomenin al het doen en laten van de gemeente. Bij iedere straat die opnieuw wordt ingericht, bij ieder gebouw dat wordt gebouwd, bij iedere tram- en bushalte die wordt aangelegd. Soms zit het in de kleine dingen, die nu nog te vaak worden vergeten. Met dit plan gaan we échte stappen zetten voor een stad waar iedereen mee kan doen." “Voor iedereen kan de stad plotseling ontoegankelijk worden,” voegt Robin Smit (PvdD) toe. “Niet alleen voor mensen met een beperking, maar ook voor ouderen, jonge ouders met kinderwagens of mensen met een chronische ziekte kan ieder obstakel een grote hindernis zijn.” Judith Klokkenburg (ChristenUnie/SGP): “Simpele zaken zoals verlaagde stoepen die recht tegenover elkaar liggen, zodat mensen met een rolstoel of kinderwagen snel kunnen oversteken, zijn nog steeds niet de regel. Dat moet echt beter worden geregeld vanuit het stadhuis.” Asma Halusi (NIDA) sluit af: “Met deze inspiratienota laten we zien dat iedereen mee kan doen. Zo maken we Den Haag nog toegankelijker én inclusiever!”